1959 (Herrscher SWB x Loretto Holst)
Samenvatting
Amor is een bruine hengst die in 1959 net ten noordwesten van Hamburg in Sleeswjk-Holstein is geboren uit een Holsteinse moeder. Zijn vader is de Zweedse hengst Herrscher, die vooral Trakehner- en Hannoveraans bloed voert.
Omdat de heer J.K. Wiersema, toenmalig secretaris/inspecteur van het Noordnederlands Warmbloed Paardenstamboek, in de jaren zestig van de vorige eeuw propageerde dat de paardenfokkerij zich meer op de sport moest richten en niet uitsluitend op de landbouw en daarbij koos voor inbreng van Holsteins bloed, is Amor door een groep Noord-Hollandse fokkers naar Nederland gehaald.
Amor werd bij de Nederlandse fokkers zeer populair. Zijn nakomelingen hadden veel beweging, temperament en looplust. Ook hadden ze aansprekende hoofden, goed gevormde halzen die fier worden gedragen en goed beenwerk. Wellicht het belangrijkste element dat speelde in de populariteit van Amor was dat de nakomelingen van nature het achterbeen eronder brachten en in de voorhand stegen.
In 26 dekseizoenen heeft Amor bijna 3000 merries gedekt en daaruit zijn 1653 veulens geregistreerd. Daarvan zijn er 436 als fokmerrie geregistreerd, waaronder 132 keurmerries. Door goede fokkerijprestaties hebben 133 dochters het preferent predicaat behaald. Voorts zijn 52 dochters van Amor moeder van een goedgekeurde hengst geworden.
De getallen bewijzen de enorme invloed die Amor via zijn dochters op de Nederlandse paardenfokkerij heeft uitgeoefend.
Zijn zonen zijn minder invloedrijk geweest. Zesentwintig zonen zijn goedgekeurd voor de fokkerij en daarvan hebben er negentien vijftien of meer geregistreerde nakomelingen. Vijf zonen hebben zelf weer een goedgekeurde zoon gebracht: Eros Sgldt, Akteur NWP, Gondelier Sgldt. Zuidpool KWPN en El Corona KWPN..
De Zuidpool zoon Tinka’s Boy KWPN (1989) is in Frankrijk een populaire hengst, waarvan inmiddels ruim 700 nakomelingen zijn geregistreerd.
De El Corona zoon Koss KWPN (1992) heeft een grote stimulans gegeven aan de fokkerij van Gelderse paarden.
De Amor-zonen Econoom Sgldt en Grossier Sgldt zijn in de Belgische fokkerij actief geweest.
Het VLN (voorloper van het KWPN) was zo enthousiast over de fokprestaties van Amor dat in 1967 het keurpredicaat aan Amor werd toegekend. Een jaar later, toen de oudste nakomelingen van Amor pas vijf jaar oud waren, is met het preferent predicaat al de hoogste fokkerijonderscheiding aan Amor toegekend.
Amor kende ook een donkere kant, en dat had alles te maken met het karakter. Zijn grootvader en vader stonden er om bekend dat hun nakomelingen vaak een lastig karakter hadden. Amor had zelf ook diverse gebruiksaanwijzingen en vele van zijn nakomelingen hadden dat ook. Dat liep uiteen van spanning bij het naderen in de stal, moeilijk doen bij het aandoen van een hoofdstel, elke dag opnieuw uitproberen wie er de baas was tot het langdurig verzet plegen, plus allerlei individuele bijzonderheden waar sommige nakomelingen uiting aan gaven.
De Amor-nakomeling die in de sport de beste resultaten heeft geboekt is zijn kleinzoon Tinka’s Boy KWPN (1989, V. Zuidpool KWPN). Met Markus Fuchs (SUI) is in 1999 de zilveren medaille gewonnen bij het Europees kampioenschap springen in Hickstead. In 2001 is de finale van de World Cup in Göteborg gewonnen en in 2004 is de overwinning behaald in de Grand Prix van Aken. Tinka’s Boy heeft een winsom van circa € 2.300.000.
Voorkomen en afstamming
Amor Holst (1196 Sgldt) is een bruine hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is op 2 mei 1959 geboren en is gefokt door Johannes Karp uit Hetlingen, dat in Sleeswijk-Holstein ten zuidwesten van Pinneberg op de oever van de rivier Elbe ligt.
De hengst heeft bij zijn geboorte de naam Heros gekregen.
Gerekend over acht generaties heeft Amor een afstamming met 36,7 % Holsteins bloed, 19,5 % Hannoveraans bloed, 14,8 % Engels- en Arabisch volbloed en 14,8 % Trakehner bloed.
Vader
De vader van Amor is de bruine hengst Herrscher SWB, die een stokmaat heeft van 164 cm. Hij is in 1952 geboren en is gefokt door de nationale Zweedse stoeterij in Flyinge, dat in het zuiden van Zweden ligt.
De vader van Herrscher is de vos hengst Heristal Trak (V. Hyperion Trak), die is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
De moeder van Herrscher is de bruine merrie Diana SWB (1941, V. Largo SWB).
Herrscher is als tweejarige verkocht naar Duitsland waar hij in het najaar van 1954 in Neumünster is goedgekeurd door het Holsteinse stamboek. Hij heeft tot en met 1962 in Holstein gedekt. Het Holsteinse stamboek heeft toen vastgesteld dat Herrscher, mede vanwege zijn moeilijke karakter, niet in de Holsteinse fokkerij thuishoorde. Hij is daarop verkocht naar Beieren en goedgekeurd door het Beierse stamboek. Omstreeks 1972 is Herrscher uit de fokkerij genomen omdat zijn nakomelingen niet waren te vertrouwen.
Van Herrscher zijn tien zonen goedgekeurd voor de fokkerij, waaronder, naast Amor, ook de door het VLN goedgekeurde Cavalerist Holst (1961).
Moeder
De moeder van Amor is de bruine merrie Barba Holst (1943, V. Loretto Holst) en tweede moeder is de bruine Line Holst (1936, V . Heinitz Holst).
Fokkerijcarriére
In zijn serie Stempelhengsten heeft wijlen Gert van der Veen, bij leven directeur van het KWPN, een artikel met de titel “Amor, een veelbesproken chef de race” over Amor en zijn nakomelingen geschreven. Het artikel is in “In de Strengen” van 26 maart 1998 gepubliceerd.
In “In de Strengen” van 26 januari 2013 is een artikel over Amor met de titel “Amor, bij leven al legendarisch” van de hand van Jenneke Smit gepubliceerd. Het artikel van Smit is op de website van het KWPN onder Over KWPN – Lidmaatschap – Artikelenarchief te vinden.
In onderstaand artikel zijn sommige elementen uit de eerder in ”In de Strengen” gepubliceerde artikelen over Amor deels overgenomen.
De heer J.K. Wiersema, toenmalig secretaris en inspecteur van het Noordnederlands Warmbloed Paardenstamboek (NWP) vond begin zestiger jaren van de vorige eeuw dat de NWP-fokkerij meer de nadruk moest leggen op het vastleggen van rijpaardeigenschappen in de populatie. Door de mechanisatie in de landbouw was er minder behoefte aan landbouwpaarden en het gebruik van paarden in de sport en voor het plezier zouden een goed alternatief kunnen zijn.
Hij gaf daarbij de voorkeur aan het gebruik van Holsteinse hengsten.
Wiersema was een regelmatig bezoeker van de hengstenkeuringen van het Holsteinse-, Oldenburgse-en het Trakehner stamboek en schreef daarover in het blad “Het Paard”.
Na zijn bezoek aan het Holsteinse hengstenkeuring in Neumünster in de herfst van 1961 deed hij daarover verslag in “Het Paard” en publiceerde daarbij een foto van de hengst Heros.
Voor een groep Noordhollandse VLN-fokkers, die betrokken waren bij de Hengstenassociatie Schagen, was dat aanleiding om naar Holstein te reizen en de hengst voor fl.10.000 te kopen. In 1961 had dat bedrag een koopkracht die overeen komt met een bedrag van circa € 30.000 in 2021.
Door een overstroming in Holstein kon Heros in het voorjaar van 1962 niet gepresenteerd worden op de hengstenkeuring van het VLN (Vereniging tot bevordering van de landbouwtuigpaardfokkerij in Nederland) en is hij tijdens een nakeuring in Utrecht door het VLN goedgekeurd voor de fokkerij. Omdat het VLN een systeem aanhield dat de namen van paarden moesten beginnen met een bepaalde letter die gerelateerd was aan het geboortejaar, hetgeen voor 1959 de letter A was, werd Heros omgedoopt in Amor.
Amor is van 1962 tot 1969 door de Hengstenassociatie Schagen beschikbaar gesteld voor de fokkerij, waarna Johan Venderbosch uit Heelweg (bij Varsseveld) van het hengstenstation de Radstake Amor heef gekocht. Amor is daar tot zijn dood gebleven.
In 1967 is het keur predicaat toegekend aan Amor en een jaar later is het preferentschap al aan hem toegekend.
In oktober en november 1968 heeft Amor in Emmeloord deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van zes weken, waarbij hij is gewaardeerd met een acht voor zijn conditie, 8,61 punten voor de dressuur, negen punten voor het vrij springen; acht punten voor het springen o/z; 8,8 punten voor de trekproef; zes punten voor de terreinproef en zeven punten voor de algemene indruk. Hij behaalde een puntentotaal van 157,23.
In 1968 hebben acht door het NWP goedgekeurde hengsten in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van negen weken, terwijl elf door het VLN goedgekeurde hengsten in Emmeloord en Voorst aan een verrichtingsonderzoek voor rijpaardhengsten van zes weken hebben deelgenomen. Daarbij zijn drie hengsten thuis getraind. Zij zijn alleen enkele dagen in het onderzoekcentrum geweest om het gedrag te kunnen beoordelen en om de eindbeoordeling af te leggen. Van de elf hengsten, waaronder Amor’s zonen Epigoon Sgldt, Eros Sgldt en Ecrasiet Sgldt, is Amor als zesde geëindigd.
De verrichtingsjury heeft Amor een prima dressuurpaard, een goed springpaard en een zeer goed terreinpaard met veel temparament genoemd.
Amor was bij de Nederlandse fokkers zeer populair. Van der Veen merkt in zijn artikel op dat de nakomelingen van Amor veel beweging, temperament en looplust hadden. Ook hadden ze aansprekende hoofden, goed gevormde halzen die fier worden gedragen en goed beenwerk. Wellicht het belangrijkste element dat speelde in de populariteit van Amor was dat de nakomelingen van nature het achterbeen eronder brengen en in de voorhand stijgen.
Amor’s vader Herrscher en zijn grootvader Heristal hadden een tamelijk gecompliceerd karakter. Ook Amor en vele van zijn nakomelingen waren sterke persoonlijkheden die met verstand en consequent moesten worden behandeld. Op enkele uitzonderingen na, waren ze dan goed betrouwbaar.
Toch blijf het vreemd dat een hengst die een moeilijk karakter heeft, die een vader en een grootvader met moeilijke karakters heeft en die aan veel van zijn nakomelingen een moeilijk karakter heeft doorgegeven, zo populair bij de Nederlandse fokkers is geweest.
In dat verband kunnen ook vraagtekens worden gezet bij het besluit van het KWPN om de hoogste fokkerij-onderscheiding, het preferentschap, al aan Amor toe te kennen als zijn oudste nakomelingen pas vijf jaar oud zijn. Afgevraagd kan worden of aan een hengst, die er om bekend staat dat hij moeilijke karakters vererft, het preferentschap moet worden toegekend; zeker als datzelfde stamboek regelmatig de aandacht vestigt op het goede karakter van het Nederlandse paard en dat karakter als een belangrijk argument naar voren brengt om Nederlandse paarden te kopen.
In het blad “In de Strengen” van 28 april 2017 vertelt KWPN-inspecteur Dirk Reijne dat Amor een bijzonder heerschap was en zijn eigen ideeën had. Zo weigerde hij een merrie te dekken op een bedrijf waar kippen werden gehouden. Toen Amor en de merrie naar het bedrijf van de buren waren gegaan, werd de merrie vlot gedekt.
Van Venderbosch gaat het verhaal dat Amor soms weigerde een merrie te dekken, maar als vervolgens de pony, die Amor op het dekstation altijd vergezelde, te voorschijn werd gehaald, keek Amor heel vuil naar de pony en dekte de merrie alsnog.
Amor heeft tot en met 1988 gedekt en is op 18 juli 1990 wegens chronische blaasontsteking gedood.
Het KWPN heeft 2968 dekkingen en 1653 veulens van Amor geregistreerd.
Dochters
Van de dochters zijn er 436 als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waaronder vier elitemerries, 132 keurmerries en 164 stermerries. Hierbij moet worden opgemerkt dat het elitepredicaat pas is ingesteld nadat Amor al enkele jaren was overleden.
Daarnaast zijn 133 dochters onderscheiden met het preferentschap en zijn 75 dochters prestatiemerrie geworden.
Maar liefst 52 dochters van Amor zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Esther Sgld keur preferent, 1963, MV. Xebec xx, is de moeder van de hengst Majoor KWPN (1971, V. Solaris xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Fabiola Sgldt ster, 1964, MV. L’Invasion SF, is de moeder van de hengst Karaat KWPN (1969, V. Exilio xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Famene Sgldt ster, 1964, MV. L’Invasion SF, is de moeder van de hengst Leonidas KWPN (1970, V. Earldom xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Felineke Sgld ster preferent, 1964, MV. Olaf van Wittenstein Sgldt, is de moeder van de hengst Mont Blanc KWPN (1971, V. Talisman xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Figurante Sgldt kroon pref, 1964, MV. Odin van Wittenstein Sgldt, is de moeder van de hengsten Kristal KWPN (1969, V. Wiesenklee xx) en Largo KWPN (1970,V. Le Faquin xx), die beiden zijn goedgekeurd door het KWPN;
Floriena Sgldt kroon preferent, 1964, MV. Karolus van Wittenstein Sgldt, is de moeder van de hengst Nieuwland KWPN (1972, V. Enfant de Normandie SF), die is goedgekeurd door het KWPN;
Fresia Sgldt ster pref, 1964, vos, MV. L’Invasion SF, is de moeder van de hengst Leander KWPN (1980, V. Cartoonist xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Gelita Sgldt keur preferent prestatie, 1965, bruin, MV. Olaf van Wittenstein Sgldt, is de moeder van de hengst Obelisk KWPN (1973, V. Talisman xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Gieta Sgldt kroon preferent, 1965, vos, MV. Promotor Sgldt, is de moeder van de hengst Kroniek KWPN (1969, V. Nicolas xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Gravin Maria Sgldt keur, 1965, MV. Xebec xx, is de moeder van de hengst Piëtro KWPN (1974, V. Pericles xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Gulanda Sgldt kroon preferent, 1965, MV. Ursinus Sgrt, is de moeder van de hengst Nipo KWPN (1972, V. Talisman xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Hera Sgldt keur preferent, 1966, MV. Kanselier Sgldt, is de moeder van de hengst Tudor KWPN (1977, V. Onyx SF), die is goedgekeurd door het KWPN in Noord Amerika;
Hertina Sgldt ster preferent, 1966, bruin, MV. Olaf van Wittenstein Sgldt, is de moeder van de hengst Lothar KWPN (1970, V. Exilio xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Imca KWPN ster, 1967, MV. Promotor Sgldt, is de moeder van de hengst Randwijk KWPN (1975, V. Pastrocio xx), die is goedgekeurd door het KWPN en het SI-Unire stamboek;
Inia KWPN keur preferent, 1967, MV. L’Invasion SF, is de moeder van de hengsten Tenor KWPN (1977, V. Onyx SF) en Salute KWPN (1986, V. Saluut Holst). Tenor is goedgekeurd door het KWPN en Salute door het Australische Warmbloed stamboek;
Irene KWPN ster, 1967, bruin, MV. Karolus van Wittenstein Sgldt, is de moeder van de hengst Animo KWPN (1982, V. Almé SF), die is goedgekeurd door het KWPN, het NRPS en het Zangersheide-, Zweedse- en Selle Français stamboek;
Istrid KWPN keur preferent, 1967, MV. Normann Holst, is de moeder van de hengst Werner KWPN (1980, V. Procureur Oldbg), die is goedgekeurd door het KWPN;
Jantientje KWPN ster, 1968, MV. Zodin Sgldt, is de moeder van de hengst Olympus KWPN (1973, V. Noran ox), die is goedgekeurd door het KWPN;
Jinola KWPN keur preferent prestatie, 1968, vos, MV. L’Invasion SF, is de moeder van de hengst Winchester KWPN (1980, V. Pele KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;
Jolanda KWPN ster preferent prestatie, 1968, MV. Typhoon Sgldt, is de moeder van de hengst Whisper KWPN (1980, V. Formateur NWP), die is goedgekeurd door het KWPN;
Katrichta KWPN ster preferent prestatie, 1969, donkerbruin, MV. Tamboer Sgldt, is de moeder van de hengst Gershwin KWPN (1988, V. Doruto Trak), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek;
Leontien KWPN, 1970, donkerbruin, MV. Xebec xx, is de moeder van de hengst Ultrazon KWPN (1978, V. Joost Holst), die is goedgekeurd door het KWPN;
Lollipop KWPN ster preferent, 1970, donkerbruin, MV. Doruto Trak. is de moeder van de hengst Solied KWPN (1976, V. Pericles xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Marion KWPN ster preferent prestatie, 1971, bruin, MV. Beiaard Sgldt, is de moeder van de hengst Silvano KWPN (1976, V. Le Mexico SF), die is goedgekeurd door het KWPN;
Odette KWPN keur preferent, 1973, bruin, MV. Waldo Sgldt, is de moeder van de hengst Gringo KWPN (1988, V. Ramiro Z Holst), die is goedgekeurd door het Hongaarse stamboek;
Orselinde KWPN ster preferent, 1973, bruin, MV. Saoud ox, is de moeder van de hengsten Levantijn KWPN (1979, V. Lucas KWPN) en Calimero KWPN (1984, V. Legaat KWPN). Levantijn is goedgekeurd door het NRPS en Calimero door het KWPN;
Rianne KWPN preferent prestatie, 1975, donkerbruin, MV. Little Star ox, is de moeder van de hengsten Kroongraaf KWPN (1992, V. Burggraaf Holst) en Candy Surprise KWPN (1989, V. Candyboy KWPN). Kroongraaf is goedgekeurd door het KWPN en het BWP en Candy Surprise door het KWPN en het NRPS;
Ronetta KWPN keur preferent, 1975, vos, MV. Solaris xx, is de moeder van de hengst Zoogedacht KWPN (1981, V. Nooitgedacht KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;
Sinoda KWPN ster prestatie, 1976, donkerbruin, is de moeder van de hengst Diamond KWPN (1985, V. Valblank KWPN), die is goedgekeurd door het Schotse Sportpaarden stamboek;
Tariska KWPN ster, 1977, bruin, MV. Wachtmeester Sgldt, is de moeder van de hengst Exellence KWPN (1986, V. Sovereign Bill xx), die is goedgekeurd door het ZVCH;
Tetra KWPN ster preferent, 1977, MV. Uppercut xx, is de moeder van de hengsten Zelhem (1981, V. Le Mexico SF) en zijn broer Dutchman KWPN (1985). Zelhem is goedgekeurd door het KWPN en Dutchman door het Australische Warmbloed stamboek;
Tivoli KWPN ster preferent prestatie, 1977, bruin, MV. Porter Holst, is de moeder van de hengst Electro KWPN (1977. V. Voltaire Hann), die is goedgekeurd door het BWP en het Zweedse stamboek;
Trijntje KWPN ster, 1977, MV. First Trial xx, is de moeder van de hengst Zodion KWPN (1981, V. Heidelberg Holst), die is goedgekeurd door het KWPN;
Ugonda KWPN keur preferent, 1978, bruin, MV. Uppercut xx, is de moeder van de hengst Branco KWPN (1983, V. Rothschild J Westf), die is goedgekeurd door het BWP en het KWPN in Noord-Amerika;
Ulaleen KWPN keur preferent prestatie, 1978, bruin, MV. Lucky Boy xx, is de moeder van de hengst Forum KWPN (1987, V. Furioso II SF), die is goedgekeurd door het KWPN;
Violette KWPN keur preferent prestatie, 1979, bruin, MV. Pericles xx, is de moeder van de hengst Beltrum KWPN (1983, V. Saluut KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;
Virginia KWPN keur preferent prestatie, 1979, bruin, MV. Courville xx, is de moeder van de hengst Dutchboy KWPN (1985, V. Lucky Boy xx), die is goedgekeurd door het KWPN en het Anglo-Europese stamboek;
Wodka Lady KWPN ster preferent, 1980, vos, MV. Pericles xx, is de moeder van de hengst Expert KWPN (1986, V. Le Mexico SF), die is goedgekeurd door het KWPN;
Worite KWPN keur preferent prestatie, 1980, bruin, MV. Courville xx, is de moeder van de hengsten Hamilton KWPN (1982, V. Nimmerdor KWPN), Glamingo KWPN (1988, V. Flamingo SWB) en Sharif KWPN (1999, V. Nimmerdor KWPN). Hamilton is goedgekeurd door het KWPN; Glamingo door het Britse Sportpaarden stamboek en Sharif door het Anglo-Europese stamboek;
Wulia KWPN keur preferent prestatie, 1980, bruin, MV. Talisman xx, is de moeder van de hengsten Farmer KWPN (1987, V. Voltaire Hann), Jimtown KWPN (1991, V. Darco BWP) en Pardon KWPN (1997, V. Weyden Hann), die alle drie zijn goedgekeurd door het KWPN. Jimtown is ook goedgekeurd door het Tsjechische stamboek;
Zebora KWPN keur, 1981, bruin, V. Hyperion Sprt, is de moeder van de hengst Dex KWPN (1985, V. Ulster KWPN), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek;
Bertina KWPN ster, 1983, bruin, MV. Apalatin SF, is de moeder van de hengst Futuro KWPN (1987, V. Ulft KWPN), die is goedgekeurd door het Deense stamboek;
Carina KWPN ster, 1984, bruin, MV. Joost Holst, is de moeder van de hengst Class Action KWPN (1994, V. Libero H Holst), die is goedgekeurd door het Canadese Sportpaarden stamboek;
Cilvira KWPN ster, 1984, bruin, MV. Leander KWPN, is de moeder van de hengst Uno’s Safier KWPN (2001, V. Numero Uno KWPN), die is goedgekeurd door het Deense stamboek;
Cireina KWPN keur preferent prestatie, 1984, bruin, MV. Exkurs xx, is de moeder van de hengsten Henderson KWPN (1989, V. Democraat KWPN) en Impuls KWPN (1990, V. Ekstein KWPN), die beiden zijn goedgekeurd door het KWPN;
Cuduela KWPN ster preferent prestatie, 1984, schimmel, MV. Gold Dollar Westf, is de moeder van de hengsten Habsburg KWPN (1989, V. Burggraaf Holst) en Non Stop R KWPN (1995, V. Lux Z Hann). Habsburg is goedgekeurd door het KWPN en Non Stop R door het Zangersheide- en het Zweedse stamboek;
Curosa KWPN keur preferent, 1984, bruin, MV. Huzaar Sgldt, is de moeder van de hengst Grand Charmeur KWPN (1988, V. Jasper KWPN), die is goedgekeurd door het Zwitserse ZVCH-stamboek;
Dakina KWPN elite preferent prestatie, 1985, bruin, MV. Nimmerdor KWPN, is de moeder van de hengsten Hofnar KWPN (1989, V. Rex Magna xx), Lexicon KWPN (1993, V. Voltaire Hann) en Carthino Z Zang (2000, V. Carthago Holst). Hofnar is goedgekeurd door het KWPN en het Deense stamboek; Lexicon door het KWPN en Carthino Z door het KWPN en het Zangersheide stamboek;
Donna KWPN keur preferent, 1985, vos, MV. Farn Holst, is de moeder van de hengst Nothing to Lose KWPN (1995, V. Indoctro Holst), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek;
Doornroos KWPN keur preferent, 1985, bruin, MV. Officier Hann, is de moeder van de hengst Inspecteur KWPN (1990, V. Darwin KWPM), die is goedgekeurd door het KWPN;
Dudaula KWPN ster, 1985, bruin, MV. Doruto Trak, is de moeder van de hengst Hiërarch KWPN (1989, V. Cocktail KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;
Willeke KWPN, 1987, schimmel, MV. Saoud ox, is de moeder van de hengst Perez KWPN (1987, V. Pion KWPN), die is goedgekeurd door het NRPS.
Zonen
Van Amor zijn 26 zonen goedgekeurd voor de fokkerij:
Amoroso NWP (1963), Armand NWP (1963), Econoom Sgldt (1963), Ecrasiet Sgldt (1963), Epigoon Sgldt (1963), Eros Sgldt (1963), Akteur NWP (1964), Anko NWP (1964), Gentiaan Sgldt (1965), Gigolo Sgldt (1965), Gondelier Sgldt (1965), Griffier Sgldt (1965), Grossier Sgldt (1965), Huzaar Sgldt (1966), Ilias KWPN (1967), Imperator KWPN (1967), Ivanhoe KWPN (1967), Maginot KWPN (1971), Vindicator KWPN (1979), Warrant KWPN (1980), Witmar KWPN (1980), Zandigo KWPN (1981), Zandman KWPN (1981), Zuidpool KWPN (1981), Ditmar KWPN (1985) en El Corona KWPN (1986).
De cursief vermelde zonen hebben minder dan vijftien geregistreerde nakomelingen en worden hieronder kort aangeduid. De overige hengsten worden verderop in de tekst in afzonderlijk hoofdstukken besproken.
De hengst Amoroso NWP (MV. Folkert Oldbg) is in 1966 door het NWP goedgekeurd. Hij heeft van 26 oktober 1967 tot 23 februari 1968 in Sleen aan een verrichtingsonderzoek van 70 dagen deelgenomen. Het onderzoek zou oorspronkelijk tot 3 januari 1968 duren, maar door kreupelheid en droes heeft Amoroso een trainingsachterstand opgelopen en heeft hij een uitgestelde eindbeoordeling afgelegd. Amoroso behaalde voor de dressuur een waardering van 7,2 punten, voor het springen 6,5 punten en voor de trekproef 7,7 punten. Voor het stalgedrag heeft Amoroso een 7 punten gescoord.
Amoroso is tot en met 1970 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Van Amoroso zijn zes nakomelingen geregistreerd.
De hengst Anko NWP (MV. Karolus van Wittenstein Sgldt) is in 1967 goedgekeurd door het NWP en in 1968 onder de naam Fausto ook door het VLN. Anko heeft niet deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. Hij is alleen in 1967 en 1968 beschikbaar geweest voor de fokkerij. De database Horsetelex meldt vier nakomelingen van hem.
De hengst Gigolo Sgldt (MV. Graaf van Wittenstein Sgldt) is in 1968 goedgekeurd door het VLN. De hengst is alleen in 1968 beschikbaar geweest voor de fokkerij. De database van Horsetelex meldt vijf nakomelingen van Gigolo.
De hengst Ilias Sgldt (MV. Ulex Sgldt) is in 1970 goedgekeurd door het KWPN. Hij heeft in het najaar van 1970 in Emmeloord deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 61 dagen, waarbij hij negen punten voor de conditie heeft gekregen, 8,68 punten voor de rijproef, acht punten voor zowel het vrij springen als het springen o/z, 8,9 punten voor de trekproef, 8,5 punten voor de terreinproef en 7,5 punten voor de algemene indruk. Ilias heeft in totaal 167,24 punten gescoord.
Jaren later is gebleken dat de waardering voor de rijproef abusievelijk te hoog is vastgesteld omdat tijdens de proef twaalf cijfers zijn gegeven, die vervolgens zijn opgeteld en door tien zijn gedeeld. De reële waardering zou 7,23 punten zijn geweest en het totaal puntenaantal had 162, 89 punten moeten bedragen.
De verrichtingsjury heeft laten weten dat Ilias een goed karakter heeft en een zeer goed verrichtingspaard is met goede springmanieren, dat ook goed presteert in het terrein.
In 1970 hebben 32 rijpaardhengsten deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek, waarbij Ilias als derde is geëindigd.
Nadat Ilias in 1973 maar drie merries aangeboden kreeg is hij in 1974 niet meer beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Het KWPN heeft uit 132 dekkingen 59 veulens van hem geregistreerd.
Dochter Miget KWPN (1971, MV. Vicomte Sgldt) is de moeder van de hengst Rutbeek KWPN (1975), die is aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen. Toen uit bloedgroepenonderzoek bleek dat hij een andere vader had dan op het stamboekpapier vermeld stond, is het KWPN teruggekomen op de aanwijzing.
Met Opstalans Oscar KWPN (1973) heeft Ilias een succesvol springpaard gebracht.
De hengst Imperator Sgldt (MV. Karolus van Wittenstein Sgldt) is in 1973 tijdens de hengstenkeuring van het KWPN in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij. In het najaar van 1973 heeft hij in Deurne deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek, maar heeft zijn deelname wegens cornage voortijdig moeten beëindigen. In 1974 is Imperator niet meer goedgekeurd.
Het KWPN heeft dertien nakomelingen van Imperator geregistreerd. Negen dochters zijn als fokmerrie ingeschreven in het stamboek en drie van hen hebben het sterpredicaat behaald.
De hengst Maginot KWPN (MV. Zenith Sgldt) is in 1974 tijdens de hengstenkeuring van het KWPN in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij. Hij is in het najaar van 1974 in Sleen begonnen aan een verrichtingsonderzoek, maar al in de eerste week van het onderzoek bleek Maginot cornage te hebben en heeft hij het onderzoek beëindigd. De hengst is daarna niet meer beschikbaar geweest voor de fokkerij. Het KWPN heeft dertien nakomelinge van Maginot geregistreerd. Acht dochters zijn als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waarvan er één stermerrie is geworden.
De hengst Warrant KWPN (MV. Uppercut xx) is een broer van de hengst Vindicator KWPN (1979, zie hfdst. 13.). Hij is verkocht naar de Verenigde Staten en is daar een succesvol springpaard geworden, Het International Sporthorse Registry (Oldenburgs stamboek in Noord Amerika) heeft Warrant goedgekeurd voor de fokkerij. Over zijn fokkerijprestaties is geen informatie beschikbaar.
Daarnaast zijn vier zonen van Amor door het KWPN uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen. maar zijn niet in het stamboek opgenomen. Het gaat daarbij om de hengsten Spectrum KWPN (1976, MV. Wachtmeester Sgldt), Wismore KWPN (1980, MV. Farn Holst), Wolgatines KWPN (1980, MV. Apalatin SF) en Escort KWPN (1986, MV. Exkurs xx).
De hengst Spectrum behaalde bij het verrichtingsonderzoek 8,6 punten voor de rijproef, zessen voor de springinderdeken , een 5,5 voor de terreinpref en een vier voor zijn karakter.
De hengst Wismore scoorde bij het verrichtingsonderzoek een 5,5 voor de stap en verder cijfers die tussen 6,5 (draf) en negen (stalgedrag).
De hengst Wolgatines heeft niet aan het verrichtingsonderzoek deelgenomen.
De hengst Escort is door veterinaire problemen drie weken te laat in het onderzoekcentrum afgeleverd en kreeg tijdens het onderzoek opnieuw veterinaire problemen. De hengst heeft wegens een te grote trainingsachterstand het onderzoek beëindigd.
Nakomelingen in de sport
Gezien het grote aantal nakomelingen en de lichamelijke capaciteiten van de nakomelingen van Amor valt het aantal nakomelingen dat in de internationale sport succesvol is geweest tegen.
Van der Veen schrijft daarover in zijn artikel dat de nakomelingen van Amor door hun bewegingen en houding met veel gemak door de lagere klassen dressuur lopen, maar dat in de hogere klassen het eigenzinnige karakter van de nakomelingen successen in de weg staan.
Bij het springen hebben de Amors wel voldoende vermogen, maar vaak niet het laatste aan techniek en souplesse.
De best presterende Amor nakomeling is de hengst Warrant KWPN (1980, MV. Uppercut xx, fokker B. Boelstra –Fokkema ). Warrant is verkocht naar de Verenigde Staten waar het International Sporthorse Registry hem heeft goedgekeurd. Warrant is door Chris Kappler (USA) in de springsport uitgebracht en heeft aan meerdere Grand Prix wedstrijden deelgenomen. Volgens All Breed Pedigrees heeft hij neer dan $ 150.000 gewonnen.
Een andere succesvolle nakomeling van Amor is de ruin Surprise (stamboeknaam Paljas) KWPN (1974, MV. Little Star ox), die met Rob Ehrens in 1982 de World Cup wedstrijd in Amsterdam won en in 1983 het kampioenschap van Nederland behaalde. Bij het Europees kampioenschap 1983 In Hickstead is individueel de 16e plaats behaald en is met het Nederlandse team de vierde plaats behaald in de landenwedstrijd.
Diversen
Om de grote verdiensten van Amor voor de Nederlandse rijpaardfokkerij te eren en daar blijvend de aandacht op te vestigen is een bronzen standbeeld van Amor geplaatst bij hengstenstation De Radstake in Heelweg, waar Amor het grootste deel van zijn leven heeft doorgebracht. Het beeld is op 7 mei 1989 met de nodige festiviteiten en in aanwezigheid van Amor zelf, onthuld.
Amor heeft in 2021 een dressuurindex van 112 met een betrouwbaarheid van 96 % en een springindex van 83 met een betrouwbaarheid van 94 %.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetische profiel blijkt dat het merendeel van de Amor-nakomelingen een schuine schouderligging hebben.
Zonen die een rol hebben gespeeld in de fokkerij
1. Armand NWP 1512 / 1235 Sgldt Stb.
Armand NWP (V. Amor Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1963 geboren en is gefokt door S.R. Roelofs uit Finsterwolde, dat in het noordoosten van de provincie Groningen ligt.
De moeder van Armand is de vos merrie Paulia Sgldt ster preferent (1951, V. Graaf van Wittenstein Sgldt). Zij is ook de moeder van de hengst Luctor KWPN (1970, V. Pericles xx) en ze is de tweede moeder van de hengst Obligaat KWPN (1973, V. Solaris xx). Zowel Luctor als Obligaat zijn goedgekeurd door het KWPN.
Tweede moeder van Armand is de vos Horatia Sgldt preferent kern (1943, V. Ot van Wittenstein GPS).
Gerekend over acht generaties heeft Armand een afstamming met 28,1 % Holsteins bloed, 10,9 % Oldenburgs bloed, 9,4 % Hannoveraans bloed, 9,4 % Oostfries bloed, 8,6 % Trakehner bloed, 7,8 % Gronings bloed en 6,25 % Engels- en Arabisch volbloed.
Armand is in 1966 goedgekeurd door het NWP. Daarna heeft het VLN de hengst onder de naam E. Armand ook goedgekeurd.
Armand heeft van 26 oktober 1967 tot 3 januari 1968 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 70 dagen. Daarbij zijn de prestaties in de dressuur gewaardeerd met 6,6 punten, in het springen met 6 punten en heeft hij voor de trekproef 7,7 punten gescoord. Het stalrapport is gewaardeerd met een zeven.
Armand is in 1968 gedood.
Zijn dochter Janea KWPN (1968, MV. Wodan Sgldt) is de tweede moeder van de hengst Casimir KWPN (1984, V. Irco Polo KWPN).
De database van Horsetelex noemt 38 nakomelingen van Armand.
2. Econoom Sgldt 1347 / W1091 BWP
Econoom Sgldt (V. Amor Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 15 juni 1963 geboren en is gefokt door C.H. Gijsberts uit Biddinghuizen, dat circa 5 km ten zuiden van Dronten in de provincie Flevoland ligt.
De moeder van Econoom is de stermerrie Bargreta Sgldt ( 1960, V. Ulex Sgldt) en tweede moeder is de vos Margreta Sgldt kern (1948, V. Graaf van Wittenstein Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Econoom een afstamming met 25,8 % Holsteins bloed, 14,1 % Gelders bloed, 11,7 % Selle Français bloed en 6,25 % Engels- en Arabisch volbloed.
Econoom is in 1966 tijdens de hengstenkeuring in Utrecht goedgekeurd door het VLN en is een jaar later in Oud Heverlee goedgekeurd door het BWP.
Het KWPN heeft twee nakomelingen van Econoom geregistreerd en het BWP heeft in de jaren 1968 – 1974 488 nakomelingen van hem geregistreerd.
3. Ecrasiet Sgldt 1342
Ecrasiet Sgldt (V. Amor Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is geboren op 13 mei 1963 en is gefokt door P. de Vries uit Schagerbrug, dat ten noordwesten van Schagen in het noorden van de provincie Noord-Holland ligt.
De moeder van Ecrasiet is de bruine merrie Zurona Sgldt ster (1958, V. Olaf van Wittenstein Sgldt) en tweede moeder is de donkerbruine Purona Sgldt (1951, V. Karolus van Wittenstein Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Ecrasiet een afstamming met 24,2 % Holsteins bloed, 13,3 % Selle Français bloed,, 10,9 % Gelders bloed en 8,6 % Engels- en Arabisch volbloed.
Ecrasiet is in 1966 tijdens de hengstenkeuring in Utrecht door het VLN goedgekeurd.
Hij is in 1968 thuis getraind om in november 1968 in Voorst aan een verrichtingstest deel te nemen. Daarbij heeft hij de volgende cijfers behaald: conditie 8,5; dressuur 8,16; vrij springen 9; springen o/z 9; trekproef 8,8; terreinroef 9,5; algemene indruk 9; totaal 176,88 punten. Hij was daarmee de beste van de zeven deelnemende hengsten en had meer dan tien punten meer dan de nummer twee.
Volgens voormalig KWPN-directeur Van der Veen was Ecrasiet een harde, soortige hengst, die in de fokkerij niet veel heeft achtergelaten.
Ecrasiet is zowel in de dressuursport als in de springsport uitgebracht in de klasse Z.
In 1970 is Ecrasiet gecastreerd en verkocht naar Duitsland.
In de database van Horsetelex staan 32 nakomelingen van Ecrasiet.
Zijn dochter Irma KWPN keur preferent, 1967, bruin, MV. Astrachan Westf, is de moeder van de hengst Minstreel KWPN (1971, V. Le Faquin xx), die is goedgekeurd door het KWPN en zijn dochter Karin KWPN (1969, MV. onbekend) is de tweede moeder van de hengst Hitchcock KWPN (1989, V. Amethyst KWPN).
4. Epigoon Sgldt 1341
Epigoon Sgldt (V. Amor Holst) is een vos hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is geboren op 5 mei 1963 en is gefokt door T.J. van Maaswaal uit Wijk bij Duurstede, dat in het zuiden van de provincie Utrecht aan de Nederrijn / Lek ligt.
De moeder van Epigoon is de bruine merrie Orchidee van Wittenstein Sgldt ster preferent (1950, V. L’Invasion SF). Zij heeft verschillende exterieurkeuringen als kampioene beëindigd en is ook de moeder van de hengst Infanterist KWPN (1967, V. Artilleur SF). Ook is ze de tweede moeder van de hengsten Dynamo Sgldt (1962, V. Victor Sgldt) en zijn broers Favoriet Sgldt (1964) en Heros Sgldt (1966) en van de hengsten Helicon Sgldt (1966, V. Apalatin SF), Leander KWPN (1970, V. Cartoonist xx), Nicodeem KWPN (1972, Grand Empereur xx) en Normalist KWPN (1972, V. Solaris xx). Dynamo, Favoriet en Helicon zijn goedgekeurd door het VLN, Heros door het VLN en het NWP en Leander, Nicodeem en Normalist door het KWPN.
Helaas moet hierbij worden opgemerkt dat, met uitzondering van Epigoon, geen van de zonen of kleinzonen van Orchidee van Wittenstein een stempel heeft kunnen drukken op de fokkerij.
Tweede moeder van Epigoon is de bruine merrie Iris van Wittenstein Sgldt kroon preferent kern (1944, V. Caesar GrPS). Zij is ook de moeder van de hengst Rudolf van Wittenstein Sgldt (1952, V. L’Invasion SF) en tweede moeder van de hengst Gibraltar Sgldt (1065, V. Alex Sgldt), die beiden zijn goedgekeurd door het VLN.
Gerekend over acht generaties heeft Epigoon een afstamming met 25 % Holsteins bloed, 15,6 % Selle Français bloed en 11,7 % Engels- en Arabisch volbloed.
Epigoon is in 1966 tijdens de hengstenkeuring van het VLN in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij.
Hij heeft in oktober en november 1968 in Voorst deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van zes weken en heeft daarbij voor zijn prestaties de volgende cijfers gekregen: conditie 7; dressuur 7,79, vrij springen 8; springen o/z 9; trekproef 9; terreinproef 8,5 en algemene indruk 9. In totaal heeft Epigoon 165,87 punten gescoord.
In 1968 is een vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd in Emmeloord terwijl acht door het NWP goedgekeurde hengsten aan een negen weken durend onderzoek in Sleen hebben deelgenomen.
Van de elf hengsten die in Emmeloord en Voorst aan een onderzoek voor rijpaardhengsten hebben deelgenomen is Epigoon na Ecrasiet (zie hfdst. 3.) als tweede geëindigd.
Epigoon is van 1966 tot en met 1974 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Het KWPN heeft 829 nakomelingen van Epigoon geregistreerd. Volgens het Jaarboek NHS/WPN 1983 zijn 102 nakomelingen van Epigoon uitgebracht in sportwedstrijden.
Zes dochters van Epigoon zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Ipigona KWPN keur preferent, 1967, bruin, MV. Vicomte Sgldt, is de moeder van de hengst Beethoven KWPN (1983, V. Saluut KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;
Irma la Douce KWPN keur preferent prestatie, 1967, donkerbruin, MV. Passaat Sgldt, is de moeder van de hengsten Luitenant Generaal KWPN (1970, V. Cartoonist xx) en Pion KWPM (1974, V. Abgar xx), die beiden zijn goedgekeurd door het KWPN;
Jolanda KWPN ster, 1968, MV. Oregon Sgldt, is de moeder van de hengst Piloot KWPN (1974, V. Hoogheid Sgld), die is goedgekeurd door het KWPN;
Jopina KWPN keur preferent prestatie, 1968, bruin, MV. Caesar Sgrt, is de moeder van de hengst Zwingli KWPN (1981, V. Saluut Holst), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek;
Korine KWPN ster, 1969, donkerbruin, MV. Simon Bolivar Sgldt, is de moeder van de hengst Vosmaer KWPN (1979, V. Formateur NWP), die is goedgekeurd door het KWPN en
Lariata KWPN keur, 1970, vos, MV. Nicolas xx, is de moeder van de hengst Uddel KWPN (1978, V. Farn Holst), die is goedgekeurd door het KWPN.
Dochters van Epigoon zijn ook de tweede moeder van de hengsten Visioen KWPN (1979, V. Octaaf KWPN), Zichem KWPN (1981, V. Gondelier Sgldt), Excellent KWPN (1986, V. Sultan KWPN), Grafiet KWPN (1988, V. Ramiro Z Holst), Landeur KWPN (1993, V. Grandeur KWPN) en Tolando KWPN (2000, V. Krack Z KWPN).
Voor zijn goede resultaten in de fokkerij heeft Epigoon in het najaar van 1972 het keurpredicaat ontvangen van het KWPN en in het najaar van 1974 het preferent predicaat.
5. Eros Sgldt 1343
Eros Sgldt (V. Amor Holst) is een vos hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is geboren op 8 mei 1963 en is gefokt door Wim van Arkel uit Rutten, dat in het noorden van de Noordoostpolder in de provincie Flevoland ligt.
De moeder van Eros is de merrie Areina Sgldt kroon preferent (1958, V. Ulrich Sgldt). Zij is ook de moeder van de hengsten Heraut Sgldt (1966, V. Cavalerist xx) en Kapriool KWPN (1969, V. Grandioso Sprt). Heraut is goedgekeurd door het VLN en Kapriool door het KWPN.
Tweede moeder van Eros is de vos Nureina Sgldt ster (1949, V. L’Invasion SF). Zij is ook de moeder van de hengsten Taunus Sgldt (1954, V. Olivier Sgldt) en Zeus Sgldt (1958, V. Xebec xx), die beiden zijn goedgekeurd door het VLN.
Gerekend over acht generaties heeft Eros een afstamming met 25 % Holsteins bloed, 20,3 % Selle Français bloed, 9,4 % Hannoveraans bloed, 8,6 % Engels- en Arabisch volbloed, 8,6 % Trakehner bloed en 8,6 % Gronings bloed. Van de afstamming van Eros is in de achtste generatie 6,25 % onbekend.
Eros is in februari 1966 tijdens de hengstenkeuring van het VLN in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij.
Hij heeft in oktober en november1968 in Voorst deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van zes weken. Daarbij heeft hij voor de conditie een zeven gekregen, voor de dressuur 7.96 punten, voor het vrij springen een acht en voor het springen o/z een 8,5. Voor de trekproef heeft Eros een waardering van 8,4 ontvangen; voor de terreinproef een 7,5 en voor de algemene indruk een negen. Eros heeft het onderzoek afgesloten met een puntentotaal van 161,0.
Door de jury zijn de volgende opmerkingen gemaakt bij de gegeven cijfers. De conditie is schraal; beide kogels zijn aangelopen; aan beide achterbenen schaafwonden. Linksvoor even gevoelig; training goed doorstaan en aan het eind van het onderzoek is de conditie beter dan aan het begin. De dressuurproef is eerlijk en zeer goed. Vrij springen: goed manieren, basculeert goed. Springen o/z goed gehoorzaam maar zou meer ruggebruik mogen hebben. Trekproef prima maar eerst iets onregelmatig in de beweging. Bij de terreinproef ligt Eros mooi in het terrein. Hij zou even beter kunnen doorgaan.
In 1968 is een vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd in Emmeloord terwijl acht door het NWP goedgekeurde hengsten aan een negen weken durend onderzoek in Sleen hebben deelgenomen.
Van de elf hengsten die in Emmeloord en Voorst aan een onderzoek voor rijpaardhengsten hebben deelgenomen is Eros als vijfde geëindigd.
In het eerder aangehaalde artikel van Gert van der Veen over Amor wordt Eros een hengst met een fraaie voorhand, een wat weke rug en een beste draf genoemd. De goede bewegingen heeft hij ook aan zijn nakomelingen doorgegeven. De betekenis van Eros voor de fokkerij ligt vooral in zijn productie van goed fokmerries met beste bewegingen.
De kwaliteiten van Eros zijn pas op latere leeftijd op waarde geschat, waardoor hij pas tegen het einde van de fokcarrière goede merries kreeg aangeboden.
In 1969 heeft het WPN een volledige collectie nakomelingen (veulens, enters en twenters) van Eros beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de veulens door omstandigheden apart zijn getoond, hetgeen geen geslaagde gang van zaken was. De veulens zijn soms wat eenvoudig in beweging en zijn minder goed dan de enters en twenters. De enters en twenters maakten een goede indruk. Het soort is goed en het beenwerk vertoont kwaliteit en is correct gesteld. Het middenstuk is meestal beter dan dat van Eros zelf, De stap is goed, de draf is voldoende ruim, maar achter soms wat nauw. De stokmaat is voldoende, maar zou wel iets hoger mogen zijn.
In 1976 is het keurpredicaat aan Eros toegekend en in 1978 is Eros op vijftienjarige leeftijd gestorven.
Het KWPN heeft 850 nakomelingen van Eros geregistreerd. Het KWPN heeft 174 dochters van Eros als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waaronder 26 keurmerries en 70 stermerries.
Ook hebben 24 dochters het preferent predicaat ontvangen en zijn veertien dochters prestatiemerrie geworden.
Volgens het Jaarboek NHS/WPN 1983 zijn 81 nakomelingen van Eros uitgebracht in sportwedstrijden.
Zijn zoon Ivoor KWPN (1967) is in 1970 goedgekeurd voor de fokkerij. De hengst wordt verderop in de tekst besproken.
Zes dochters van Eros zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Itodina KWPN keur preferent, 1967, vos, MV. Wachtmeester Sgldt, is de moeder van de hengst Upperten KWPN (1978, V. Wiesenklee xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Jurma KWPN keur preferent prestatie, 1968, bruin, MV. Noorman Oldbg, is de moeder van de hengst Zeres KWPN (1981, V. Tangelo xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Lilium KWPN keur preferent prestatie, 1970, vos, MV. Centurio Sgldt, is de moeder van de hengst Variant KWPN (1979, V. Afrikaner xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Liris KWPN keur preferent prestatie, 1970, schimmel, MV. onbekend, is de moeder van de hengst Uniform KWPN (1978, V. Wahtamin xx), die is goedgekeurd door het KWPN en het Selle Français stamboek;
Nucretia KWPN ster preferent prestatie, 1972, bruin, MV. Dynamo Sgldt, is de moeder van de hengst Toronto KWPN (1977, V. Fresco Rhein), die is goedgekeurd door het KWPN en
Ustrona KWPN keur, 1978, vos, MV. Jurgen Trak, is de moeder van de hengst Bustron KWPN (1983, V. Sultan KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN en het Rijnlandse stamboek.
De hengsten Junior STV KWPN (1991, V. Uniform KWPN), Kroonjuweel KWPN (1992, V. Belisar KWPN) en Davinci KWPN (2008, V. Valdez KWPN) hebben alle drie een dochter van Eros als tweede moeder. Genoemde hengsten zijn alle drie goedgekeurd door het KWPN en Junior STV is ook goedgekeurd door het Rijnlandse stamboek.
Volgens het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel heeft Eros een dressuurindex van 110 met een betrouwbaarheid van 81 % en een springindex van 75 met een betrouwbaarheid van 76 %.
5.1. Ivoor KWPN 31 Stb
Ivoor KWPN (V. Eros Sgldt) is een vos hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is geboren op 24 juli 1967 en is gefokt door C.A. Vervoorn ut Brakel, dat in de provincie Gelderland in de Bommelerwaard aan de Waal ligt.
De moeder van Ivoor is de vos merrie Zinni van Wittenstein kroon preferent (1958, V. Luitenant Sgldt). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Noordpool KWPN (1972, V. Fresco Rhein), die is goedgekeurd door het KWPN.
Tweede moeder van Ivoor is de vos Ribes van Wittenstein Sgldt ster (1952, V. L’Invasion SF). Zij is een zuster van de hengst Olaf van Wittenstein Sgldt (1950).
Gerekend over acht generaties heeft Ivoor een afstamming met 21,9 % Selle Français bloed, 13,3 % Gelders bloed, 13,3 % Holsteins bloed, 11,7 % Gronings bloed en 3,9 % Engels- en Arabisch volbloed.
Ivoor is op de hengstenkeuring van het KWPN in Utrecht in februari 1970 goedgekeurd voor de fokkerij. Omdat de hengst te laat aanwezig was bij de primering is hij niet voor primering in aanmerking gekomen. Ivoor is goed van soort, maar over de achterbenen zijn opmerkingen gemaakt.
Ivoor heeft van 16 oktober tot 16 december 1970 in Emmeloord deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van negen weken (62 dagen). Daarbij is zijn conditie gewaardeerd met een zes; de dressuurproef met 8,02 punten, het vrij springen met een 6,5 en het springen o/z met een zeven. Voor de trekproef heeft Ivoor een acht gekregen, voor de terreinproef een zeven en voor de algemene indruk een zeven. Daarmee is Ivoor uitgekomen op een totaal van 141,56 punten.
Bij de beoordeling is opgemerkt dat Ivoor een behoorlijke verrichting heeft getoond. Zijn karakter is voldoende, maar iets nerveus. In het terrein heeft hij weinig uithoudingsvermogen.
Bij een evaluatie in 1986 is gebleken dat de jury bij de waardering van de dressuurproef een fout heeft gemaakt, door twaalf cijfers te geven en vervolgens het gemiddelde heeft berekend door het totaal door tien te delen. De dressuurscore is daardoor circa 1,3 punten te hoog uitgevallen en het eindtotaal circa 4 punten.
Tijdens de hengstenkeuring in 1971 is Ivoor bij de hengsten die in 1970 hebben deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek als veertiende van de zestien hengsten geplaatst. Daarbij heeft het stamboek laten weten dat de soort goed is, maar dat Ivoor iets kort gekoot is. Het achterbeen van de hengst zou even iets anders gesteld moeten zijn.
In 1970 en 1971 is Ivoor voor de fokkerij beschikbaar geweest hij hengstenhouderij Rootveld in Bornerbroek. In 1972 is Ivoor niet meer voor de fokkerij beschikbaar geweest.
Het KWPN heeft 45 dekkingen van Ivoor geregistreerd en daaruit zijn vijftien veulens vastgelegd.
6. Akteur NWP 1527
Akteur NWP (V. Amor Holst) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 167 cm.
Hij is geboren op 22 juni 1964 en is gefokt door J.S. Boelstra uit Vrouwenparochie, dat circa tien km ten noorden van Leeuwarden in de provincie Friesland ligt.
De moeder van Akteur is de modelmerrie Jonkvrouw NWP (1959, V. Sinaeda NWP) en tweede moeder is de schimmel Rita NWP ster preferent (1951, V. Tello OF).
Rita is ook de moeder van de hengsten Senner NWP (1060, V. Sinaeda NWP) en zijn broer Sportman NWP (1961), die beiden door het NWP zijn goedgekeurd.
Gerekend over acht generaties heeft Akteur een afstamming met 24,2 % Oldenburgs bloed, 24,2 % Holsteins bloed, 13,3 % Oostfries bloed, 9,4 % Hannoveraans bloed en 6,25 % Engels- en Arabisch volbloed.
Akteur is in 1967 goedgekeurd door het NWP.
Hij was een forse hengst met veel hals, een iets weke rug en een goede draf.
Van 16 september tot 19 november 1968 heeft Akteur in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van negen weken, waarbij hij 7,75 punten heeft gekregen voor de conditie, 7,13 punten voor de dressuurproef, 8 punten voor het vrij springen en negen punten voor het springen o/z. Voor de trekproef zijn 6,2 punten gegeven, voor de terreinproef acht punten en voor de algemene indruk eveneens acht punten. Akteur heeft het onderzoek beëindigd met totaal 152,24 punten. Aan het onderzoek in Sleen hebben acht hengsten deelgenomen, waarvan Uniek NWP (V. Uppercut xx) de hoogste waardering heeft gekregen. Akteur is als derde geëindigd.
Na de fusie tussen NWP en VLN in 1969 heeft het KWPN Akteur ook goedgekeurd. Hij is tot en met 1973 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Zowel in Misset’s Hengstenboek als op de website van stoeterij Affetto Granta in De Veenhoop wordt gemeld dat Akteur in 1973 is gekocht door de Duitse springruiter Alwin Schockemöhle. Vervolgens is Akteur eigendom geworden van Gestüt Nehmten van dr. Schnapka in Nehmten, dat aan de Groβer Plöner See in het noordoosten van Sleeswijk-Holsten ligt. De bekende ruiter Gerd Wildfang (GER) was daar stalruiter en heeft Akteur in internationale springconcoursen, waaronder de Grand Prix’s van Aken, Wiesbaden en Hamburg, uitgebracht.
Daarna is de hengst uitgebracht door Hans Horn (NED) en later door François Mathy (BEL). In 1981 en 1982 is Francesco Puricellli (ITA) met Akteur in Italië in 1.50 rn- en 1.60 m. concoursen gestart.
In 1983 heeft Herman Seiger uit Oldenzaal Akteur op de hengstenkeuring van het KWPN opnieuw aangeboden om de draad als fokhengst weer op te pakken, maar omdat hij niet meer zou passen in de fokkerij van dat moment, is Akteur niet goedgekeurd. Vervolgens heeft de herkeuringscommissie van het KWPN Akteur wel goedgekeurd.
Akteur is tot en met 1991 beschikbaar geweest voor de fokkerij, maar sinds 1989 dekte hij minder dan tien merries per jaar.
In september 1991 is Akteur overgenomen door de verzekering.
in totaal zijn 476 nakomelingen van Akteur geregistreerd.
Volgens de KWPN database zijn van Akteur 150 dochters als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder vier elitemerries, 29 keurmerries en 39 stermerries.
Negentien dochters hebben het predicaat preferent behaald en 21 dochters zijn prestatiemerrie geworden.
Zes dochters van Akteur zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Eroni NWP, 1968, bruin, MV. Oleander Sgldt, is de moeder van de hengst Jaspar II KWPN (1973, V. Jasper KWPN), die is goedgekeurd door het BWP;
Ohnegleichen KWPN keur preferent prestatie, 1973, bruin, MV. Victor Sgldt, is de moeder van de hengst Aktion KWPN (1982, V. Pion KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN, het Beierse- en het Hongaarse stamboek;
Carolien KWPN keur sport, 1984, bruin, V. Jason KWPN, is de moeder van de hengst Ups-and Downs KWPN (2001, V. Salamon BWP), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek;
Delkate KWPN keur prestatie, 1985, donkerbruin, MV. Lucky Boy xx, is de moeder van de hengsten Jumbo-Jet KWPN (1991, V. Concorde KWPN) en zijn broer Kairos KWPN (1992). Jumbo-Jet is goedgekeurd door het KWPN en Kairos door het Anglo-Europese stamboek;
Eljenhohve KWPN elite preferent prestatie, 1986, bruin, MV. Lucky Boy xx, is de moeder van de hengst Luidam KWPN (1993, V. Guidam SF), die is goedgekeurd door het KWPN, het Ierse Warmbloed stamboek, het Ierse Sportpaarden stamboek, het Selle Français stamboek en het Anglo-Europese stamboek en
Faletta KWPN ster preferent, 1987, bruin, MV. Lucky Boy xx, is de moeder van de hengst Judgement KWPN-NA (1991, V. Consul KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN in Noord Amerika en door het KWPN.
Akteur’s zoon Creool KWPN (1984) is goedgekeurd voor de fokkerij en wordt verderop in de tekst besproken.
Vier andere zonen zijn door het KWPN uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen, maar zijn om uiteenlopende redenen niet goedgekeurd.
Het gaat daarbij om Cicero KWPN (1984, MV. Pantheon xx), Damnast KWPN (1985, MV. Lucky Boy xx), Eminent KWPN (1986, MV. Cadmus xx) en First KWPN (1987, V. Lucky Boy xx).
De hengst Cicero heeft in 1987 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen, waarbij hij voor de basisgangen en de dressuur cijfers van 6 – 6,5 heeft gekregen, de springonderdelen zijn gewaardeerd met zevens en de terreinrit met een zes. Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Cicero niet opgenomen in het stamboek.
De hengst Damnast heeft niet aan het verrichtingsonderzoek deelgenomen.
De hengst Eminent heeft in 1989 deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek in Ermelo. Door gezondheidsproblemen is de hengst twintig dagen te laat in het onderzoekcentrum afgeleverd en heeft na vier weken een uitgestelde tussenbeoordeling afgewerkt. Eminent heeft het onderzoek wegens een te grote trainingsachterstand moeten beëindigen.
In 1990 heeft hij opnieuw aan het onderzoek deelgenomen, maar na vijf weken heeft het KWPN bij de tussenbeoordeling op advies van de verrichtingsjury besloten het onderzoek van Eminent te beëindigen.
De hengst First heeft in 1990 deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek in Ermelo. Door gezondheidsproblemen is First twintig dagen te laat in het onderzoekcentrum afgeleverd. Hij heeft het onderzoek afgemaakt en heeft voor de stap en de galop een zeven gescoord en voor de draf een 5,5; voor de rijproef heeft hij een zes gekregen, voor het vrij springen een 6,5 en voor het springen o/z en de terreinproef zevens. Het karakter, het stalgedrag en het trainingsrapport zijn gewaardeerd met respectievelijk een acht, een negen en een zes. Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN First niet opgenomen in het stamboek.
Uit zijn eerste periode als fokhengst zijn van Akteur de ruinen Salvador II KWPN en Ricardo KWPN (stamboeknaam Omiro) (1973, V. Woudloper NWP) door Piet Raymakers (NED) in internationale springconcoursen uitgebracht.
Uit zijn tweede periode is de ruin Tepic la Silla KWPN, 1988, MV. Irak KWPN, fokker W. van Sijpveld, zeer succesvol geweest.
Na de nodige omzwervingen is Tepic la Silla gekocht door Jan Tops (NED), die de ruin heeft doorverkocht aan de Mexicaanse zakenman Alfonso Romo. Romo is met Tepic la Silla in internationale springwedstrijden uitgekomen, maar vond dat hij zelf onvoldoende kwaliteiten had om grote successen met de ruin te boeken en besloot om Tepic la Silla aan andere en betere ruiters ter beschikking te stellen.
In 2003 iheeft Steve Guerdat (SUI), destijds stalruiter bij Tops, Tepic la Silla uitgebracht. De combinatie heeft bij de Europese kampioenschappen springen in Donaueschingen met het Zwitserse team de bronzen medaille gewonnen in de landenwedstrijd en heeft individueel de zesde plaats behaald. Ook zijn de Grand Prix’s van Neuendorf en Metz gewonnen. In 2004 is Tepic la Silla door een Mexicaanse ruiter gereden en in 2005 en 2006 is Tepic la Silla uitgebracht door Rolf-Göran Bengtsson (SWE). De combinatie heeft in 2006 de Grand Prix’s van Neumünster en Braunschweig gewonnen.
In wedstrijden in Duitsland heeft Tepic la Silla ruim € 93.000 gewonnen.
Akteur heeft een dressuurindex van 101 met een betrouwbaarheid van 90 % en een springindex van 97 met een betrouwbaarheid van 90 %.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel blijkt dat relatief veel nakomelingen een hol voorbeen hebben.
6.1. Creool KWPN 528003198400831 Stb
Creool KWPN (V. Akteur NWP) is een zwarte hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is geboren op 25 maart 1984 en is gefokt door Jan Greve uit Haaksbergen, dat circa 10 km ten zuidwesten van Enschede in het zuidoosten van de provincie Overijssel ligt.
De moeder van Creool is de donkerbruine merrie Twiggy KWPN keur preferent (1977, V. Lucky Boy xx). Zij is ook de moeder van de hengst Dammen KWPN (1985, V. Almé SF) en tweede moeder van de hengsten Madison KWPN (1994,V. Guidam SF) en Ovidius KWPN (1997, V. Aldatus Z Oldbg).|
Dammen is goedgekeurd door het Westfaalse-, Rijnlandse- en Zweedse stamboek; Madison door het KWPN en Ovidius door KWPN en het Anglo-Europese stamboek.
Tweede moeder van Creool is de vos Ilonka KWPN ster preferent (1967, V. Koridon xx). Zij is ook de moeder van de hengst Octrooi KWPN (1973, V. Lucky Boy xx) en tweede moeder van de hengst Odeon KWPN (1973, V. Apalatin SF). Beide hengsten zijn goedgekeurd door het KWPN.
Gerekend over acht generaties heeft Creool een afstamming met 39,1 % Engels volbloed 18,8 % Holsteins bloed en 11,7 % Oldenburgs bloed.
Creool is in februari 1987 op de hengstenkeuring van het KWPN in Utrecht uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
Daarbij is Creool omschreven als een hengst met een goed type. Het hoofd zou fijner en sprekender kunnen zijn. De schoft zou langer door kunnen lopen.
In het voorjaar van 1987 heeft Creool in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarover is gerapporteerd dat Creool een evenwichtige, vriendelijke hengst is. Hij is gehoorzaam, eerlijk en heeft een goed humeur. Aan het begin van het onderzoek is hij nog groen. Hij laat zich moeilijk op lengte brengen in de hals. Als hij eenmaal zover is, laat hij zich plezierig rijden. Creool heeft drie regelmatige gangen met voldoende tact. De stap en draf zijn voldoende krachtig maar niet erg ruim. De galop is goed gedragen. Creool blijft in galop mooi gesloten. Hij toont bij het springen voldoende vermogen, voldoende elasticiteit en een goede beentechniek maar zou meer mogen basculeren. In het terrein toont hij voldoende inzet en een voldoende terreingalop. Hij heeft tamelijk veel bereidheid om te werken en ervaart het werk als normaal. Creool heeft voldoende aanleg als dressuur-, spring- en terreinpaard.
De prestaties van Creool tijdens het verrichtingsonderzoek zijn gewaardeerd met een 6,5 voor de stap en de galop; een zes voor de draf en een 6,4 voor de rijproef. Het vrij springen en het springen onder het zadel zijn beide gewaardeerd met een zeven en de terreinproef heeft een zes opgeleverd. Het karakter, het stalgedrag en het trainingsrapport zijn met respectievelijk een negen, een acht en een zeven gewaardeerd.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Creool goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.
Aan het verrichtingsonderzoek in 1987 hebben 44 hengsten deelgenomen, waarvan er 33 aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen. Daarvan heeft het KWPN er 21 goedgekeurd voor de fokkerij.
De verrichtingsjury hield destijds een niet-officiële ranglijst bij van de hengsten die aan het verrichtingsonderzoek deelnamen. Creool naam daarop de 18e plaats in.
In augustus 1989 heeft het KWPN een collectie van dertien veulens van Creool beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de veulens voldoende zijn ontwikkeld. Wat het type betreft moet onderscheid worden gemaakt tussen de aangewezen en de uitgezochte veulens. De aangewezen veulens bleken amper voldoende rijtypisch te zijn gebouwd. De uitgezochte veulens waren daarentegen voldoende tot goed van type.
Bij de aangewezen veulens bleek het hoofd veelal lang te zijn met een grove kaak en werd weinig uitdrukking waargenomen; bij de uitgezochte veulens was het hoofd nog wel lang, maar was er toch sprake van meer expressie. De hals was bij de aangewezen veulens veelal matig aangezet, waarbij de hals diep uit de borst komt en de bovenlijn-bespiering mist. Bij de uitgezochte veulens was ook sprake van een diepe aanzet, maar was de bovenlijn beter en stond de hals er goed op. Een enkele keer is een korte hals gesignaleerd. De schoft is over het algemeen te weinig ontwikkeld, met name in de groep aangewezen veulens is dat vastgesteld. Enkele schoften waren voldoende ontwikkeld met goede lengte. Over het geheel genomen is de schouderlengte en -ligging goed, hoewel bij de aangewezen veulens nog wel eens een korte schouder viel te noteren. De rug is meermalen gezonken en lang. De lendenpartij is voldoende gespierd en aangesloten. De croupe bleek wisselend te zijn: in een aantal gevallen lang en best gespierd, in een aantal gevallen ook kort. Het voorbeen is over het geheel genomen goed gesteld met goed ontwikkelde knie. Het achterbeen is goed gebouwd met een bree spronggewricht. De kwaliteit van het beenwerk is goed, bij de uitgezochte veulens zelfs best.
De stap kent kracht, regelmaat en ruimte. In draf toonden de aangewezen veulens, behoudens één uitzondering, weinig ruimte en weinig zweefmoment. Bij de uitgezochte veulens bleek de draf voldoende te zijn, maar ook dan bleef het achterbeen in beweging achter.
Het KWPN heeft de fokkerijresultaten van Creool daarna in 1993, 1998 en 2001 geëvalueerd, waarbij Creool in 2001 definitief is goedgekeurd.
Creool is in de springsport eerst uitgebracht door Henk van de Broek (NED) en Julian Kraay (NED). Onder Joffra Greve (NED) maakt Creool in 1997 deel uit van het bronzen team op het EK voor Junioren in Moorsele. Daarna was het de buurt aan Willem Greve (NED) die met Creool in1998 de Levade won, en tijdens de KWPN hengstenkeuring 2001 de spectaculaire 1,40 m-rubriek voor dekhengsten op zijn naam schreef. Volgens fokker/eigenaar Jan Greve heeft Creool zijn vechtersmentaliteit, moed, eerlijkheid en gezondheid doorgegeven aan zijn nakomelingen.
Creool is in april 2014 op 30-jarige leeftijd geëuthanaseerd omdat hij niet meer overeind kon komen.
Het KWPN heeft 157 hengstveulens en 162 merrieveulens van Creool geregistreerd.
Van de dochters zijn er 82 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder vier elite-, drie keur- en zestien stermerries.
Vier dochters hebben het predicaat preferent ontvangen en veertien dochters zijn prestatiemerrie geworden.
Twee dochters van Creool zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Gecari KWPN elite preferent prestatie sport, 1988, MV. Formateur NWP, is de moeder van de hengst Upperville KWPN (2001, V. Cabochn KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN en
Jannie Prins KWPN, 1996, zwart, MV. Furioso SF, is de moeder van de hengst Otto Prins KWPN (1996, V. Jumbo-Jet KWPN), die is goedgekeurd door het Hongaarse stamboek.
Van de zonen van Creool is W.V. Saron KWPN (2003) goedgekeurd voor de fokkerij. Hij wordt in hoofdstuk 6.1.1. besproken.
Creool heeft een dressuurindex van 87 met een betrouwbaarheid van 88 % en een springindex van 103 met een betrouwbaarheid van 88 %.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetische profiel van Creool blijkt dat relatief veel nakomelingen van Creool een strak verloop van de lendenen en een lang kruis hebben.
Van de nakomelingen is de hengst Sherlock K KWPN, 1999, schimmel, MV. Ramiro Z Holst, fokker G.J. Knoef, in de jaren 2008 – 2011 door Patrik Spits (BEL), Dirk Demeersman (BEL), José Thiry (BEL) en Dominiqie Hendrickx (BEL) is de internationale springsport uitgebracht.
In 2008 heeft Spits met de hengst een vierde plaats behaald in een wedstrijd in Chantilly en Thiry heeft een vierde plaats behaald in een wedstrijd in Chernyakhovsk.
6.1.1. W V Saron KWPN 528003200308701 Stb
W V Saron KWPN (V. Creool KWPN) is een zwarte hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is geboren op 15 mei 2003 en is gefokt door mevrouw W. van Sijpveld – Bomans uit Kesteren.
De moeder van W V Saron is de vos merrie Nazarona KWPN ster prestatie (1995, V. Zichem KWPN). Zij is ook de moeder van de hengst Casaron KWPN (2007, V. Ginus KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.
Volgens een KWPN-rapportage is Nazarona een ruim voldoende ontwikkelde merrie, die ruim voldoende in het Gelders type en goed in het rechthoekmodel staat. Het hoofd is sprekend. De nek mocht meer lengte hebben. De hals is ruim voldoende van lengte en arm bespierd. De hals staat er ruim voldoende op. De schoft is hoog en mocht wat langer doorlopen. De schouder is lang. De schouderligging is steil. De rug is goed van ligging. De lendenpartij is wat strak en arm bespierd. De croupe is goed van ligging. De staartinplant is hoog. Het voor- en achterbeen zijn correct gesteld. De kootstand is normaal. De hoeven zijn goed ontwikkeld. Rechtsvoor is de stand licht Frans. Het beenwerk is hard en de omvang passend. De stap is zuiver, en actief en ruim voldoende van ruimte. De draf is ruim voldoende qua ruimte en afdruk. De galop is goed gedragen en ruim voldoende van ruimte.
Tweede moeder van W V Saron is de vos Zarona KWPN keur prestatie (1981, V. Irak KWPN). Zarona was in 2005 Gelders Paard van het Jaar.
Gerekend over acht generaties heeft W V Saron een afstamming met 20,3 % Gelders bloed, 19,5 % Engels volbloed, 13,3 % Holsteins bloed, 10,9 % Selle Français bloed en 9,4 % NWP-bloed.
W V Saron is in 2011 uitgebracht in internationale 1.35 m. springconcoursen en later in Prix St. George dressuurwedstrijden. In 2016 is de hengst door Frank Hosmar (NED) in internationale paradressuurwedstrijden uitgebracht.
W V Saron is in februari 2011 tijdens de hengstenkeuring in ’s-Hertogenbosch door het KWPN geselecteerd om deel te nemen aan de fokkerij. Vanwege zijn leeftijd en sportprestaties was de hengst vrijgesteld van het deelnemen aan een verrichtingsonderzoek en kon hij volstaan met een vijfdaagse onderzoek naar het stalgedrag.
Dat onderzoek is medio maart 2011 in Stegeren uitgevoerd waarbij is vastgesteld da W V Sarron een eerlijke, betrouwbare hengst is die makkelijk is in de omgang en rustig is op stal.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN W V Saron goedgekeurd voor de fokkerij en in het stamboek ingeschreven als Gelderse hengst.
Het KWPN heeft W V Saron beschreven als een ruim voldoende ontwikkelde hengst die ruim voldoende in het Gelders type staat. Het hoofd is voldoende sprekend. De hals is goed van vorm en lengte, de hoofd-hals verbinding is iets zwaar. De rug is licht gezonken, de lendenen zijn goed bespierd en goed aangesloten. De croupe is goed van lengte en ligging. De schouderligging is goed. Het voorbeen is correct gesteld, evenals het achterbeen. De omvang van het beenwerk is passend. De voeten zijn goed ontwikkeld. Het beenwerk is hard en straalt kwaliteit uit.
In 2012 heeft het KWPN twaalf veulens van W V Saron beoordeeld. Daarover heeft het KWPN gerapporteerd dat W V Saron een collectie voldoende ontwikkelde veulens heeft getoond, die voldoende in het Gelders type staan maar meer uitstraling zouden moeten hebben. Het hoofd is voldoende sprekend maar is enkele malen lang. De nek is voldoende van lengte. De hals is voldoende van lengte en bespiering. De hals komt diep uit de borst en is horizontaal gesteld. De schoft is voldoende van lengte en ontwikkeling. De schouder is steil. De rug is ruim voldoende van lengte en bespiering. De lendenen zijn ruim voldoende van bespiering en voldoende aangesloten. De croupe is wisselend van ligging maar doorgaans kort en voldoende van bespiering. De broekspier is ruim voldoende van lengte. Het voorbeen is voldoende van lengte en meermalen hol met een Franse stand. Het achterbeen is lang en vaak steil gesteld. Het fundament is goed ontwikkeld en voldoende van kwaliteit. De stap is beperkt van ruimte. De draf is net voldoende van ruimte. De veulens hebben in draf meermalen een vlak voorbeen en zouden het achterbeen resoluter moeten onderbrengen. De galop is voldoende van ruimte, de veulens springen makkelijk in galop aan en hebben voldoende balans in de galop maar daarbij een vlak voorbeengebruik. In beweging zouden de veulens wat meer lichaamsgebruik mogen tonen.
Het KWPN verwacht dat W V Saron de springaanleg van Gelderse merries kan verbeteren. De merries dienen over voldoende ruimte in beweging en voldoende lichaamsgebruik te beschikken.
Tot en met 2020 heeft het KWPN 37 merrieveulens en 42 hengstveulens van W V Saron geregistreerd.
Van de dochters zijn er tot en met 2020 negen als fokmerrie ingeschreven in het stamboek waaronder één elitemerrie, één keurmerrie en twee stermerries.
W V Saron’s dochter Happines KWPN, 2012, donkere vos, MV. Zep KWPN, is de moeder van de hengst McKenzy JHL KWPN (2017, V. Alexandro P KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.
W V Saron heeft een dressuurindex van 102 met een betrouwbaarheid van 62 % en een springindex van 100 met een betrouwbaarheid van 63 %.
7. Gentiaan Sgldt 1373
Gentiaan Sgldt (V. Amor Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is geboren op 5 mei 1965 en is gefokt door G. Duyvis uit Wijdewormer, dat tussen Purmerend en Zaandam in de provincie Noord-Holland ligt.
De moeder van Gentiaan is de bruine merrie Wilhellineke Sgldt kroon preferent (1957, V. Olaf van Wittenstein Sgldt). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Mont Blanc KWPN ( 1971, V. Talisman xx), die is goedgekeurd door het KWPN.
Tweede moeder van Gentiaan is de bruine Rozelinneke Sgldt (1952, V. Karolus van Wittenstein Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Gentiaan een afstamming met 24,2 % Holsteins bloed, 14,1 % Selle Français bloed, 10,2 % Gelders bloed, 9,4 % Hannoveraans bloed, 8,6 % Engels volbloed, 8,6 % Trakehner bloed en 8,6 % Oldenburgs bloed.
Gentiaan is in 1968 op de hengstenkeuring van het VLN in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij.
Hij heeft in de herfst van 1969 in Emmeloord deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van zes weken, waarbij zijn conditie is gewaardeerd met een zes. Voor de dressuurproef heeft hij 6,3 punten gescoord; het vrij springen is gewaardeerd met een zes en het springen o/z met een vijf. De trekproef heeft 7,73 punten opgeleverd en de terreinproef 5,5 punten. De algemene indruk is met een vijf gewaardeerd, waarmee Gentiaan in totaal 119, 59 punten heeft behaald.
In 1969 hebben 19 rijpaardhengsten deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van zes weken en daarnaast zijn negen hengsten thuis getraind en hebben vervolgens enkele dagen in een onderzoekcentrum verbleven om een eindbeoordeling af te leggen. Van de 28 hengsten die aan de eindbeoordeling hebben meegedaan, is Gentiaan als 27e geëindigd,
Gentiaan is tot en met 1971 beschikbaar geweest voor de fokkerij, maar heeft na het zeer matige resultaat in het verrichtingsonderzoek nog maar weinig merries gedekt.
Na zijn fokkerijcarrière is hij als sportpaard verkocht naar België.
De database van Horsetelex noemt 22 nakomelingen van Gentiaan en 55 paarden die Gentiaan als moedersvader hebben.
8. Gondelier Sgldt 1372
Gondelier Sgldt (V. Amor Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 30 mei 1965 geboren en is gefokt door de Afdeling Zoötechniek van de Faculteit voor Diergeneeskunde van de Rijksuniversiteit Utrecht.
De moeder van Gondelier is de merrie Caroxy Sgldt (1961, V. veulenboekhengst van Roland Sgldt) en tweede moeder is de vos Roxy Sgldt (1952, V. Magnaat Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Gondelier een afstamming met 24,2 % Holsteins bloed, 10,8 Gelders bloed, 9,4 % Engels volbloed en 9,4 % Hannoveraans bloed.
Gondelier is op de hengstenkeuring van het VLN in 1968 in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij.
Hij is in 1969 thuis getraind en heeft eind november 1969 enkele dagen in het onderzoekcentrum in Deurne verbleven om zijn stalgedrag en karakter te beoordelen en om deel te nemen aan de eindbeoordeling. Bij de eindbeoordeling heeft Gondelier een acht gekregen voor de conditie, 6,29 punten voor de rijproef, een zes voor het vrij springen en een 7,5 voor het springen o/z. De trekproef heeft 7,87 punten opgeleverd en de terreinrit zeven punten. De algehele indruk is gewaardeerd met een zes. Vermoedelijk heeft hierbij meegespeeld dat Gondelier niet de makkelijkste hengst was om mee te werken. Hij was nogal eigenzinnig en leek in zijn karakter veel op zijn vader.
Gondelier heeft het onderzoek afgesloten met een totaal puntenaantal van 136,71.
De jury heeft opgemerkt dat Gondelier een ruim voldoende verrichting heeft getoond met wat weinig ruimte in stap en draf. De hengst is goed in het terrein.
Gondelier is van 1968 tot en met 1980, met een onderbreking in 1972, door hengstenhouderij Van Heijst in Nuenen beschikbaar gesteld voor de fokkerij.
In dat ene jaar is Gondelier door Henk Nooren (NED) in nationale- en internationale springconcoursen uitgebracht. De combinatie is kampioen van Nederland geworden
en heeft zowel in jachtconcoursen als in puissancewedstrijden overwinningen behaald.
In 1971 heeft het KWPN een collectie veulens, enters en twenters van Gondelier beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat dat de nakomelingen in uniformiteit nog wat tekort schieten en de totaalindruk nog typischer zou kunnen zijn. De maten en lichaamsverhoudingen zijn voldoende goed. De bewegingen zijn achter vaak wat nauw. De stand van de voorbenen is iets steil. Gondelier heeft zelf goede tot beste springmoyens, waarbij gesproken wordt over een “natuurtalent”.
Gondelier is in 1980 overleden.
In 1981 heeft het KWPN het keurpredicaat posthuum aan Gondelier toegekend.
Na 1980 zijn via het gebruik van diepvriessperma nog enkele nakomelingen van Gondelier geboren.
Het KWPN heeft van Gondelier 396 nakomelingen geregistreerd.
Van de dochters zijn er 106 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder 19 keurmerries en 29 stermerries.
Veertien dochters hebben het preferent predicaat behaald en achttien dochters zijn prestatiemerrie geworden.
Twee dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Rolande KWPN prestatie, 1975, bruin, MV. Eratosthenes xx, is de moeder van de hengst Belmondo KWPN (1983, V. Omega KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN en
Squarrosa KWPN keur preferent prestatie, 1976, bruin, MV. Talisman xx, is de moeder van de hengst Architect KWPN (1982, V. Ramiro Z Holst), die is goedgekeurd door het KWPN.
De hengsten Lester KWPN (1993, V. Lancer II Holst), Negro KWPN (1995, V. Ferro KWPN), Applaus KWPN (2006, V. Unistar KWPN) en Astor NeWP (Noord-europees Warmbloed Paard) (2005, V. S. Domburg NeWP) hebben een dochter van Gondelier als tweede moeder in hun pedigree staan.
Van de zonen van Gondelier zijn Kartouche KWPN (1969), Zichem KWPN (1981) en Zoöloog KWPN (1981) goedgekeurd voor de fokkerij.
Zij worden verderop in de tekst besproken.
Verschillende nakomelingen van Gondelier zijn succesvol geweest in de springsport. In dat verband kunnen worden genoemd:
Naamgenoot Gondelier KWPN is volgens het artikel van Van der Veen over Amor en zijn nakomelingen het bekendste sportpaard van Gondelier. Gondelier is in Nederland uitgebracht door Hans Bijen (NED en is daarna door Thomas Frühmann (AUT) in internationale springwedstrijden uitgebracht. De combinatie heeft overwinningen geboekt in Geesteren, Antwerpen en Wiesbaden. Daarna is het springpaard Gondelier naar de Verenigde Staten gegaan waar Michael Matz (USA) diverse successen met hem heeft behaald.
Leanca Z KWPN, merrie, 1970, bruin, MV. Castelli Sgldt, is in 1979 met zijn ruiter Willy van der Ham (NED) kampioen van Nederland springen geworden;
Wanda KWPN sport, merrie , 1980, bruin, MV. Flaneur Sgldt, is uitgebracht in 1.50 m springconcoursen en
Zondelier KWPN, ruin, 1981, vos, MV. Huzaar Sgldt, is uitgebracht in 1.50 m. springconcoursen.
Gondelier heeft een dressuurindex van 97 met een betrouwbaarheid van 79 % en een springindex van 109 met een betrouwbaarheid van 84 %.
8.1. Kartouche KWPN 79 Stb
Kartouche KWPN (V. Gondelier Sgldt) is een bruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is op 16 april 1969 geboren en is gefokt door M. Knapen in Nederweert, dat een paar kilometer ten noorden van Weert in het midden van de provincie Limburg ligt.
De moeder van Kartouche is de merrie Fanette Sgldt (1964, V. Bonaparte Sgldt) en tweede moeder is de vos Anette preferent Sgldt (1959, V. Navigator Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Kartouche een afstamming met 28,9 % Gelders bloed, 12,5 % Holsteins bloed, 12,5 % Selle Français bloed, 11,7 % Oldenburgs bloed en slechts 3,1 % Engels volbloed.
Kartouche is in februari 1972 op de hengstenkeuring van het KWPN in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij, waarbij hij als 20e van de 22 goedgekeurde hengsten is geplaatst. Het stamboek heeft aangegeven dat het type neigt naar het veelzijdige.
Van 10 september tot en met 14 november 1973 heeft hij in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van negen weken, waarbij hij 7,14 punten heeft gescoord voor de rijproef, achten voor het vrij springen en het springen o/z, zevens voor de trekproef en de terreinproef en achten voor het karakter en het trainingsrapport.
Hij eindigde met 154,52 punten op de 15e plaats van de 26 hengsten die aan het onderzoek hebben deelgenomen.
De verrichtingsjury heeft gerapporteerd dat Kartouche een goede betrouwbare rijproef heeft getoond. Hij kon wat meer ruimte en souplesse in beweging hebben. Goede springtechniek, kon meer ruggebruik hebben. Een goed gewillig gereden parcours. Kartouche heeft enige moeilijkheden bij het aanzetten. Goed terreinpaard, de beweging iets kort, wel regelmatig. Goed, eerlijk en betrouwbaar karakter.
De trainingsleider heeft gemeld dat het gedrag van Kartouche op stal bij het verzorgen en voeren normaal is. Geen stalondeugden. Bij het vrij springen en onder het zadel is de hengst gewillig en attent. Gedrag voor slede en bij het opzadelen normaal. De hengst was soms wat onregelmatig achter. Kartouche deed tijdens de training goed zijn best en was goed in de verrichting. Goed en eerlijk karakter.
Op de hengstenkeuring 1974 in Utrecht is Kartouche als zestiende geplaatst van de achttien aanwezige hengsten die in 1973 aan het verrichtingsonderzoek hebben deelgenomen. Opgemerkt is dat de hengst een goede breedte en diepte heeft maar rijtypischer zou moeten zijn. Zijn bewegingen zijn goed.
In de zadelrubriek is Kartouche als negende van de negen deelnemende hengsten geplaatst.
In 1976 hadden de nakomelingen van Kartouche beoordeeld moeten worden, maar de eigenaar heeft daarvan afgezien met als gevolg dat Kartouche is afgekeurd voor de fokkerij.
Het KWPN heeft uit 263 dekkingen 156 veulens van Kartouche geregistreerd. Veertien dochters zijn als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waarbij twee dochters het sterpredicaat hebben behaald.
Dochter Trees KWPN keur preferent, 1977, schimmel, MV. Fedor NWP, is de moeder van de hengst Teun van de Wilhelminahoeve NeWP (1997, V. Test NeWP), die is goedgekeurd door het Groninger Stamboek en het Noord-europees Warmbloed Paardenstamboek.
8.2. Zichem KWPN 528003198107201
Zichem KWPN (V. Gondelier Sgldt) is een donkere vos met een stokmaat van 169 cm. Hij is geboren op 24 mei 1981 en is gefokt door T. Cox uit Duizel, dat bij Eersel, circa 10 km ten zuidwesten van Eindhoven in de provincie Noord-Brabant ligt.
De moeder van Zichem is de vos merrie Nanja KWPN ster prestatie (1972, V. Eclatant Hann). Volgens een rapportage van het KWPN is zij een merrie van het basistype die op twaalfjarige leeftijd is beoordeeld. De bovenbouw van de merrie is evenredig en voldoende sterk gebouwd met een wat hoge staartinplanting. De steile bouw van het voorbeen en van de schouder werkt negatief op de schoudervrijheid, waardoor de draf een wat korte indruk maakt. De stap is ruimer. De voeten zouden wat meer volume moeten hebben en de koten meer lengte. De voorstand is kniewijd.
Tweede moeder van Zichem is de stermerrie Jolanda KWPN (1968, V. Epigoon Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Zichem een afstamming met 28,9 % Hannoveraans bloed, 18,0 % Gelders bloed, 15,6 % Holsteins bloed. 10,9 % Selle Français bloed en 3,1 % Engels volbloed.
Zichem is in februari 1984 op de hengstenkeuring in Utrecht door het KWPN uitgenodigd om deel te nemen aan het verrichtingsonderzoek voor basishengsten.
In het voorjaar van 1984 heeft Zichem in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Volgens het onderzoekrapport is Zichem brutaal maar eerlijk. Hij leert traag en is af en toe ongehoorzaam. Bij het begin van het onderzoek is hij nog groen. Zichem heeft moeite zijn nek en hals goed te gebruiken en loopt met een vastgehouden bovenlijn. Het gebruik van zijn nek en hals wekt veel spanning en verzet op. Om te leren afbuigen heeft hij veel extra werk voor de slede en onder het zadel verricht. In de loop van het onderzoek is hij beter gaan ontspannen en minder verzet gaan tonen. Zichem heeft van nature een groot uithoudingsvermogen. Hij is geen paard waar iedereen mee overweg kan.
De stap is wisselvallig en stug; als hij gespannen is gaat hij af en toe in telgang. Ook de draf toont weinig souplesse. De draf is krachtig maar zou meer schoudervrijheid moeten hebben. De galop is ruim maar onvoldoende lichtvoetig. Zichem maakt in galop goed gebruik van zijn achterhand. Hij drukt bij het springen graag de rug weg en springt met een matige bascule. Voor de slede blijft hij te hoog. De stap voor de slede is weinig ruim en stug en komt onvoldoende uit de schouder. Bij het mennen is Zichem goed bestuurbaar met een goede stelling en buiging. Hij presteert goed in het terrein. Zichem heeft ruim voldoende bereidheid om te werken en ervaart het werk als zeer licht.
Hij heeft een rustig stalgedrag.
Opmerkingen bij de eindbeoordeling:
Rijproef: in stap vaak telgang, sterke draf en galop, moeilijk in de overgangen, komt souplesse tekort.
Springen ohz: goede sprongen, zou meer de rug kunnen gebruiken.
Menproef: ruim voldoende verrichting.
Trekproef: laat zich tijdens eindbeoordeling beter zien dan tijdens training, is nu ontspannen.
Aangespannen terreinproef: goede verrichting.
Zichem heeft voldoende aanleg als dressuurpaard en als aangespannen paard.
Zijn prestaties zijn gewaardeerd met een zes voor de stap, een zeven voor de draf en een 6,5 voor de galop. De rijproef heeft een score van 6,6 opgeleverd; de menproef een zeven, de trekproef een 6,5; het springen o/z een zeven en de aangespannen terreinproef een acht. Het karakter en het trainingsrapport zijn beide gewaardeerd met een zeven en het stalgedrag met een negen.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Zichem goedgekeurd en ingeschreven in het stamboek.
Zichem is in 1984 en 1985 in Nederland beschikbaar geweest voorde fokkerij en is toen verkocht naar de Verenigde Staten. Van 1992 tot zijn dood in januari 2002 is hij weer beschikbaar geweest in Nederland.
Het KWPN heeft in 1993 zeventien veulens van Zichem beoordeeld, Het KWPN heeft daarover gerapporteerd dat een collectie veulens is getoond die voldoende tot goed ontwikkeld zijn en voldoende in het type van het basispaard staan.
De hoofden zijn sprekend. De halzen zijn goed van lengte, hebben een goede bovenlijn en worden eveneens goed gedragen. De schoft is dikwijls wat plat, maar heeft voldoende lengte. Bij de door de eigenaar uitgezochte veulens was de schoft beter ontwikkeld dan bij de door het stamboek aangewezen veulens. De schouder heeft voldoende lengte, maar is dikwijls steil gelegen. De rug is nogal lang en de lendenen konden beter zijn aangesloten. De croupe heeft voldoende lengte, is goed gespierd, maar doet wat rond aan. Het voorbeen is doorgaans goed gesteld; een enkele keer werd echter een Franse stand waargenomen. Het achterbeen is goed gesteld. Het beenwerk is goed ontwikkeld en heeft voldoende kwaliteit.
De stap is voldoende ruim. De draf heeft eveneens voldoende ruimte en kracht, terwijl de veulens de halzen er goed opzetten. Bij de door de eigenaar uitgezochte veulens zou het achterbeen in meerderheid beter ondergebracht kunnen worden.
Tweemaal werd in beweging een afwijkend functionerend kniegewricht geconstateerd en één keer een steil gebouwde voet.
De kwaliteit van de bediende merries kan gemiddeld worden genoemd.
In 1997 zijn de fokkerijprestaties van Zichem opnieuw geëvalueerd en heeft het KWPN besloten Zichem te handhaven voor de fokkerij .
In 2001 heeft het KWPN het keurpredicaat toegekend aan Zichem.
Het KWPN heeft uit 441 dekkingen 154 hengstveulens en 134 merrieveulens van Zichem geregistreerd.
Zeventig dochters van Zichem zijn als fokmerrie ingeschreven in het stamboek. Acht dochters hebben het elite predicaat behaald, acht het leurpredicaat en 26 het sterpredicaat.
Vijf dochters hebben het preferent predicaat ontvangen en negen dochters zijn prestatiemerrie geworden.
Twee dochters van Zichem zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Myra KWPN ster, 1994, donkere vos, MV. Satelliet KWPN, is de moeder van de hengst Avatar IHW (2010, V. Abrilon KWPN), die is goedgekeurd door het Internationale Zware Warmbloed stamboek en
Nazarone KWPN ster prestatie, 1995, vos, MV. Irak KWPN, is de moeder van de hengsten W V Saron KWPN (2003, V. Creool KWPN, zie hfdst. 6.1.1.) en Casaron KWPN (2007, V. Ginus KWPN). Beide hengsten zijn goedgekeurd door het KWPN en W V Saron is ook goedgekeurd door het Noord-europese Warmbloed stamboek.
De hengst Mexpression KWPN (2017, V. Expression KWPN) heeft een dochter van Zichem als tweede moeder.
Van de zonen van Zichem is Sirius KWPN (1999) goedgekeurd voor de fokkerij. Hij wordt verderop in de tekst besproken.
Zichem heeft een dressuurindex van 92 met een betrouwbaarheid van 88 % en een springindex van 74 met een betrouwbaarheid van 78 %.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel blijkt dat veel nakomelingen van Zichem een verticale halsrichting hebben en dat ook een recht kruis bij vele nakomelingen wordt vastgesteld. Ook is duidelijk dat de nakomelingen niet uitblinken bij het vrij springen.
8.2.1. Sirius KWPN 528003199909259 Stb
Sirius KWPN (V. Zichem KWPN) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 4 juni 1999 geboren en is gefokt door H.J. Wesselink uit Hengelo, dat tussen Zuthpen en Doetinchem in de Gelderse Achterhoek ligt.
De moeder van Sirius is de vos merrie Iris ster preferent (1990, V. Goudsmid Sgldt). Zij is volgens een KWPN-rapportage een goed ontwikkelde merrie, die goed in het Gelders type en goed in het rechthoekmodel staat. Het hoofd is sprekend. De nek is goed gevormd en goed van lengte. De hals is goed van lengte, voldoende bespierd en ruim voldoende gevormd. De schoft is goed ontwikkeld en loopt ruim voldoende ver door. De schouder is goed van lengte en ruim voldoende van ligging. De rug is normaal gevormd en bespierd. De lendenen zijn goed gevormd, goed aangesloten en bespierd. De croupe is hellend, goed van lengte en goed bespierd. De broekspier zou iets meer lengte moeten hebben. Het voorbeen is correct gesteld. De koot zou meer lengte moeten hebben. Het achterbeen is iets recht. De voeten zijn normaal gevormd en de verzenen zijn goed ontwikkeld. Het beenwerk is voldoende van omvang en straalt kwaliteit uit.
De stap is actief, zuiver en heeft ruim voldoende ruimte, maar is voor nauw. De draf heeft ruim voldoende ruimte, ruim voldoende houding en veel souplesse. Het voorbeen zou meer knie-actie mogen hebben. Het achterbeen wordt ruim voldoende gebruikt.
Tweede moeder van Sirius is de bruine Willy KWPN ster preferent (1990, V. Heemraad Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Sirius een afstamming met 32,0 % Gelders bloed, 20,3 % Holsteins bloed, 18,8 % Selle Français bloed, 14,8 % Hannoveraans bloed en 1,6 % Engels volbloed.
Sirius is in 2002 op de hengstenkeuring in ’s-Hertogenbosch door het KWPN uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
Volgens het KWPN is Sirius een goed ontwikkelde hengst, die goed in het Gelders type en goed in het rechthoekmodel staat. De hals is goed gevormd en staat er goed op. De schoft en schouder zijn goed gevormd en goed van lengte. De croupe is goed van lengte, maar zou iets hellender moeten zijn. Het fundament is goed ontwikkeld en heeft veel kwaliteit. De hoeven zijn goed gevormd.
Sirius heeft in het voorjaar van 2002 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 70 dagen. Over zijn prestaties is gerapporteerd dat hij
een eerlijke, betrouwbare hengst is. Hij heeft ruim voldoende bereidheid om te werken en laat zich ruim voldoende bewerken.
De stap is zuiver en heeft ruim voldoende ruimte, maar is iets traag. In draf heeft Sirius ruim voldoende ruimte. Hij heeft voldoende houding en voldoende souplesse. Het achterbeen zou beter ondergebracht moeten worden. In galop heeft Sirius een goede ruimte. Hij heeft ruim voldoende houding en ruim voldoende balans. Als dressuurpaard heeft Sirius voldoende aanleg en hij geeft zijn ruiter een voldoende gevoel.
Als springpaard heeft Sirius voldoende afdruk. Hij springt met voldoende voorbeentechniek. Sirius zou beter moeten basculeren en maakt de sprong achter voldoende af. Sirius lijkt voldoende voorzichtig en lijkt over voldoende vermogen te beschikken. Als springpaard heeft Sirius voldoende aanleg en hij geeft zijn ruiter een voldoende gevoel.
In het aangespannen werk beschikt Sirius over veel bereidheid om te werken. Hij heeft een evenwichtig en betrouwbaar karakter en ruim voldoende looplust. Hij heeft een ruime, voldoende krachtige, zuivere stap. In draf heeft hij een goede ruimte, ruim voldoende houding en wordt het achterbeen voldoende onder de massa geplaatst. In galop beschikt hij over een goede ruimte en voldoende tot ruim voldoende afdruk. Hij heeft ruim voldoende houding en een goede wendbaarheid. In de trekproef heeft hij een goede houding. Hij is gewillig bij het aanzetten en toont een goede inzet. Als aangespannen paard heeft Sirius ruim voldoende tot veel aanleg.
Op stal en in de omgang gedraagt de hengst zich normaal.
De prestaties van Sirius zijn gewaardeerd met zessen voor de stap en de draf, een zeven voor de galop en een 6,5 voor de aanleg als dressuurpaard.
Bij het springen zijn zowel de afdruk als de techniek gewaardeerde met een 6,5. Het vermogen en de aanleg als springpaard hebben beiden een zes opgeleverd.
In het aangespannen werk zijn de stap, de draf en de wendbaarheid alle drie gewaardeerd met een 7,5. Voor de houding heeft de jury een acht toegekend en de trekproef en de aangespannen proef zijn beide gewaardeerd met een 7,5.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Sirius goedgekeurd voor de fokkerij en als hengst voor de fokrichting Gelders paard heeft ingeschreven in het stamboek.
In september 2003 heeft het KWPN negen aangewezen veulens en zes door de eigenaar van Sirius geselecteerde veulens beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat het een collectie voldoende tot ruim voldoende ontwikkelde veulens was. De veulens staan ruim voldoende tot goed in het rechthoekmodel. Het hoofd is iets lang, maar wel sprekend. De nek is lang en goed gevormd. De hals heeft voldoende lengte, een goede bespiering in de bovenlijn en de veulens zetten de halzen er goed op. De schoft heeft voldoende lengte en is voldoende ontwikkeld. De schouder is ruim voldoende van lengte, maar is iets steil van ligging. De rug is iets week. De lendenen zijn goed aangesloten. De croupe is goed van lengte en vorm en is goed bespierd. De broekspier loopt ruim voldoende tot goed door over de schenkel. Het voorbeen is doorgaans wat steil en meermalen steil gekoot. Het achterbeen is goed gesteld. Het fundament heeft veel kwaliteit, maar zou meer ontwikkeld moeten zijn.
De stap is zuiver, voldoende van ruimte en souplesse. De draf is ruim, heeft ruim voldoende tot veel souplesse, veel afdruk en houding en de veulens kunnen in draf goed schakelen. De galop is wisselend van ruimte, afdruk en souplesse. De veulens galopperen niet makkelijk aan.
De moeders waren wisselend van kwaliteit. Vier merries hebben een Gelderse hengst als vader, de overige merries stammen van tuigpaard- en rijpaardhengsten. Vooral bij Gelderse merries blijkt de hengst zeer goed in staat het Gelderse type door te geven.
In januari 2008 zijn de fokkerijprestaties van Sirius opnieuw geëvalueerd en heeft het KWPN besloten Sirius te handhaven voor de fokkerij.
Tot en met 2020 heeft het KWPN 111 hengstveulens en 105 merrieveulens van Sirius geregistreerd.
Van de dochters zijn er tot en met juni 2021 49 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek. Twee dochters zijn elitemerrie geworden, één heeft het keurpredicaat ontvangen en 22 dochters zijn stermerrie geworden.
Twee dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Wiezelma KWPN voorl.keur preferent, 2003, vos, MV. Ubis SF, is de moeder van de hengst Markant BK KWPN (2017, V. Wilson KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN en
Zirian KWPN voorl. keur, 2004, vos, MV. Dobas KWPN, is de moeder van de hengst Gregor KWPN (2011, V. Wilson KWPN), die is goedgekeurd door het Internationale Zware Warmbloed stamboek.
De door het KWPN goedgekeurde hengst Matiz KWPN (2017, V. Eebert KWPN) heeft een dochter van Sirius als tweede moeder.
Sirius heeft een dressuurindex van 86 met een betrouwbaarheid van 81 % en een springindex van 61 met een betrouwbaarheid van 67 %.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetische profiel van Sirius blijkt dat een rechte kruisligging bij de nakomelingen van Sirius vaker voorkomt dan normaal bij Gelderse paarden.
In 2021 is Sirius voor de fokkerij beschikbaar bij Hengstenhouderij Reilink in Raalte.
8.3. Zoöloog KWPN 528003198101183 Stb
Zoöloog KWPN (V. Gondelier Sgldt) is een bruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 17 mei 1981 geboren en is gefokt door de kinderen Peeters uit Helmond, dat vijftien km ten oosten van Eindhoven in de provincie Noord Brabant ligt.
De moeder van Zoöloog is de vos merrie Kariena KWPN (1969, V. Flaneur Sgldt) en tweede moeder is Gemma Sgldt (1965, V. Centurio Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Zoöloog een afstamming met 25,0 % Gelders bloed, 13,3 % Hannoveraans bloed, 13,3 % Selle Français bloed, 12,5 % Holsteins bloed, 10,2 % Trakehner bloed en slechts 3,9 % Engels volbloed.
Zoöloog is in februari 1984 op de hengstenkeuring in Utrecht door het KWPN uitgenodigd om deel te nemen aan het verrichtingsonderzoek voor rijpaardhengsten.
Daarop heeft hij in het voorjaar van 1984 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen.
Volgens het onderzoekrapport is Zoöloog een zeer vriendelijke, attente, opgewekte hengst met goed humeur. Hij is eerlijk, maar pleegt af en toe verzet.
Aan het begin van het onderzoek is hij nog groen. Zoöloog had in het begin moeite om de hals naar voren en naar beneden te brengen. Dat is in de loop van het onderzoek verbeterd en hij is losser in de rug geworden. Hij laat zich plezierig bewerken.
De stap is ruim maar niet altijd regelmatig. In het begin van het onderzoek drukte hij in stap zijn rug weg, later is dat verbeterd. Hij heeft een ruime, lichtvoetige draf met voldoende tact en een sterke galop.
Zoöloog hield in het begin bij het vrij springen de rug vast en had een matige bascule. Later is hij beter gaan springen. Bij het springen onder het zadel laat hij afwisselend mooie en minder mooie sprongen zien. In terrein heeft hij een ruime galop, maar is niet altijd door op de hindernissen en pleegt af en toe verzet.
Voor de slede is hij braaf. Hij heeft veel bereidheid om te werken. Hij heeft een rustig stalgedrag.
Opmerkingen bij de eindbeoordeling:
Rijproef: stap soms onregelmatig en af en toe achter de loodlijn, goede bevestigde draf en galop.
Springen ohz: voldoende vermogen.
Vrij springen: handig en gemakkelijk.
Aangesp proef: goede trekhouding, vlotte stap.
Terreinproef: zeer sterke galop in steeple; prima terreingalop met mooie sprong in cross.
Zoöloog heeft veel aanleg als dressuur- en terreinpaard en voldoende aanleg als springpaard.
De prestaties van Zoöloog zijn gewaardeerd met een zeven voor de stap, een 7,5 voor de draf, een acht voor de galop en een 8,5 voor de rijproef. Het springen o/z is gewaardeerd met een 7 en het vrij springen met een 7,5; de terreinproef met een negen en de aangespannen proef met een acht. Ook het karakter en het trainingsrapport hebben achten opgeleverd en het stalgedag is gewaardeerd met een negen.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Zoöloog goedgekeurd voor de fokkerij en als rijpaardhengst ingeschreven in het stamboek.
In 1984 zijn 33 rijpaardhengsten aan het verrichtingsonderzoek beginnen en 30 hengsten hebben aan de eindbeoordeling deelgenomen. Daarvan zijn er 22 door het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij.
Volgens een niet-officiële ranglijst van de verrichtingsjury is Zoöloog als elfde geëindigd.
In augustus 1986 heeft het KWPN tien veulens van Zoöloog beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de veulens goed zijn ontwikkeld. Hoewel de collectie vrij wisselend was samengesteld, hetgeen ook van het vergezellende merriemateriaal kon worden gezegd, kan gesproken worden van fors gebouwde veulens die rijtypischer zouden kunnen zijn, doch die beschikken over best ontwikkelde gewrichten en een fors fundament dat doorgaans meer kwaliteit moest hebben.
De hoofden zijn goed van vorm. De halzen zijn goed gespierd en worden goed gedragen. De schoften zijn dikwijls plat terwijl de schouder soms langer en schuiner gelegen mocht zijn. Het middenstuk is vaak iets lang, de lendenen zijn daarbij echter goed gespierd en goed aangesloten. De croupe zou rijtypischer en dikwijls langer moeten zijn. Afgezien van een enkele steile stand is het fors gebouwde voorbeen goed gesteld. Het achterbeen is algemeen vrij lang met ook hier ruim gebouwde gewrichten.
De stap is tamelijk stug; de veulens zouden meer uit de schouder moeten gaan. In draf tonen de veulens veel kracht, doch ook hier blijft de wens om meer schoudervrijheid en souplesse.
In 1987 is Zoöloog na het dekseizoen verkocht naar de Verenigde Staten.
Het KWPN heeft uit 66 dekkingen 30 hengstveulens en 20 merrieveulens van Zoöloog geregistreerd.
Negen dochters van Zoöloog zijn als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waarbij één dochter het ster predicaat heeft ontvangen.
De database van Allbreed Pedigrees noemt vier nakomelingen die na 1988 zijn geboren.
In de Verenigde Staten is Zoöloog uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden. Ook zijn dochter Elorianne KWPN sport (1986, MV. Nepal KWPN) en zijn zoon Glamour KWPN (1988, MV. Eufraat Sgldt) zijn uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden.
9. Griffier Sgldt 1375
Griffier Sgldt (V. Amor Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is geboren op 5 maart 1965 en is gefokt door W. Boonen uit Creil, dat in het noordwesten van de Noordoostpolder in de provincie Flevoland ligt.
De moeder van Griffier is de vos merrie Ulita Sgldt kroon preferent (1955, V. Karolus van Wittenstein Sgldt). Tweede moeder is de zwarte Bryolieta Sgldt preferent kern (1937, V. Kroonprins OF). Zij is ook de moeder van de hengst Saladin Sgldt (1953, V. Karolus van Wittenstein Sgldt), die is goedgekeurd door het VLN.
Gerekend over acht generaties heeft Griffier een afstamming met 25,0 % Holsteins bloed, 12,5 % Oostfries bloed, 9,4 % Hannoveraans bloed en 3,9 % Engels volbloed.
Griffier is in februari 1968 op de hengstenkeuring van het VLN in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij.
Hij heeft in de herfst van 1960 in Emmeloord deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van zes weken. Daarbij heeft hij een zes voor de conditie, een 7,5 voor de rijproef, zevens voor het vrij springen en voor het springen o/z en 8,87 voor de trekproef gescoord. De terreinproef is gewaardeerd met een vijf en voor de algemene indruk is een zes gegeven. Griffier heeft het onderzoek afgesloten met een puntentotaal van 134,11.
In 1969 hebben 19 rijpaardhengsten deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van zes weken en daarnaast zijn negen hengsten thuis getraind en hebben vervolgens enkele dagen in een onderzoekcentrum verbleven om een eindbeoordeling af te leggen. Van de 28 hengsten die aan de eindbeoordeling hebben meegedaan, is Griffier als 16e geëindigd.
Griffier is tot en met 1971 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Daarna is hij verkocht naar Zwitserland.
Van Griffier wordt gezegd dat hij een lastig karakter had.
De Horsetelex database bevat 25 nakomelingen van Griffier, waaronder acht stermerries, één keurmerrie en één preferente merrie.
10. Grossier Sgldt 1369 / W1111HGT
Grossier Sgldt (V. Amor Holst) is een zwartbruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is geboren op 14 april 1965 en is gefokt door Co Hogendoorn uit De Bilt, dat enkele kilometers ten noordoosten van de stad Utrecht ligt.
De moeder van Grossier is de bruine fokmerrie Nini III Sgldt kroon preferent kern (1949, V. Helmar Sgldt). Zij is ook de moeder van de hengst Dirigent Sgldt (1962, V. Wachtmeester Sgldt), die is goedgekeurd door het VLN.
Tweede moeder van Grossier is de vos Cory Sgldt kroon preferent kern (1938,V. Nubert NSTg). Cory is de moeder van de hengsten Furore Sgldt (1941, V. Baronet Sgldt), zijn broer Jupiter Sgldt (1945) en Promotor Sgkdt (1951, V. Karolus van Wittenstein Sgldt). Ook is ze de tweede moeder van de hengsten Lansier Sgldt (1947, V. Voorman NSTg), Majoor Sgldt (1948, V. Caesar GrPS), Oran Sgldt (1950, V. Kurassier), Egmond Sgldt (1963, V. Wachtmeester Sgldt) en Frans Sgldt (1964, V. Wachtmeester Sgldt).
Alle genoemde hengsten zijn goedgekeurd door het VLN en Majoor is ook goedgekeurd door het BWP.
Gerekend over acht generaties heeft Grossier een afstamming met 25,8 % Holsteins bloed, 23,4 % Oldenburgs bloed, 10,2 % Oostfries bloed en 6,25 % Engels volbloed.
Grossier is in februari 1968 op de hengstenkeuring van het VLN in Utrecht goedgekeurd. Daarna is hij verkocht naar België, waar het BWP hem heeft goedgekeurd.
Hij is van 1968 tot en met 1972 actief geweest in de Belgische fokkerij. Het BWP heeft 67 nakomelingen van Grossier geregistreerd.
11. Huzaar Sgldt 1392
Huzaar Sgldt (V. Amor Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 3 mei 1966 en is gefokt door J.C. Waal uit Beemster, dat enkele kilometers ten noordwesten van Purmerend in de provincie Noord-Holland ligt.
De moeder van Huzaar is de merrie Becilia Sgldt ster preferent (1960, V. Victor Sgldt), die ook de moeder is van de door het KWPN goedgekeurde hengst Ovidius KWPN (1973, V. Uppercut xx).
Tweede moeder van beide hengsten is de vos Vacilia Sgldt (1956, V. Helmar Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Huzaar een afstamming met 25,0 % Holsteins bloed, 18,0 % Gelders bloed, 10,2 % Selle Français bloed, 9,4 % Hannoveraans bloed, 9,4 % Oldenburgs bloed en 6,3 % Engels volbloed.
Huzaar is in februari 1969 op de hengstenkeuring in Utrecht door het VLN goedgekeurd voor de fokkerij.
Hij heeft van 17 augustus tot 13 oktober 1970 in Deurne deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek, Zijn prestaties zijn daarbij gewaardeerd met acht punten voor de conditie, 7,70 punten voor de rijproef, tien (!) punten voor het vrij springen, acht punten voor het springen o/z, 5,9 punten voor de trekproef en negen punten voor de terreinproef. De algemene indruk van Huzaar is gewaardeerd met negen punten.
Daarmee is zijn eindscore uitgekomen op 161,80 punten.
De verrichtingsjury heeft gemeld dat Huzaar een zeer goede verrichting heeft laten zien met, vooral in het terrein, goede springcapaciteiten. De hengst is soms even onrustig.
In 1970 zijn verrichtingsonderzoeken gehouden in Sleen, Emmeloord en Deurne. waaraan in totaal 45 rijpaardhengsten hebben deelgenomen. Huzaar is in puntenaantal als dertiende geëindigd.
In augustus 1972 heeft het KWPN een collectie veulens, enters en twenters van Huzaar beoordeeld. Daarover is gecommuniceerd dat Huzaar zelf een goede lichaamsbouw heeft met veel statuur, speciaal onder het zadel. In de fokkerij zou hij dat meer moeten doorgeven. Hij heeft merries met iets bloed nodig en lijkt zeer geschikt voor halfbloeds. Zijn kinderen hebben een goede maat en volume, maar nakomelingen van “gewone” moeders zouden wat edeler moeten zijn.
De stap van de nakomelingen is voldoende goed en de draf is in het algemeen ruim en elastisch.
Nadat de goedkeuringstermijn van Huzaar vanaf 1970 jaarlijks met een jaar is verlengd is Huzaar in 1980 voor een periode van drie jaren goedgekeurd.
Huzaar is tot zijn dood in 1986 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Huzaar is uitgebracht in Z dressuur-, Z spring en Z veelzijdigheidswedstrijden.
Het KWPN heeft uit 896 dekkingen 571 veulens van Huzaar geregistreerd.
Volgens de database van het KWPN zijn 107 dochters als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder tien keurmerries en elf stermerries.
Vijf dochters hebben het preferent predicaat behaald en twaalf dochters zijn prestatiemerrie geworden.
Twee dochters van Huzaar zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Rosalie KWPN keur preferent prestatie, 1975, donkerbruin, MV. Frappant SF, is de moeder van de hengst Candyboy KWPN (1984, V. Lucky Boy xx), die is goedgekeurd door het KWPN en
Fiona KWPN, 1987, bruin, MV. Pericles xx, is de moeder van de hengst Karnaval KWPN (1992, V. Frühling Oldbg), die is goedgekeurd door het NRPS.
Van de zonen van Huzaar is Casper KWPN (1984, MV. Homerus Sgldt) uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen, maar heeft dat niet gedaan.
Van de nakomelingen die succesvol zijn geweest in de springsport kunnen Husar KWPN (sportnaam Gladstone) (1975, MV. Cartoonist xx), Solferino KWPN (1976, MV. Solaris xx) en Husare KWPN (1982, MV. Rigoletto Holst) worden genoemd.
Huzaar heeft een dressuurindex van 80 met een betrouwbaarheid van 83 % en een springindex van 78 met een betrouwbaarheid van 78 %.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel van Huzaar komt naar voren dat nakomelingen van Huzaar vaker dan gemiddeld een korte stap hebben, Bij het vrij springen valt bij veel nakomelingen de trage afdruksnelheid en de weinige souplesse op.
12. Ivanhoe KWPN 9 Stb
Ivanhoe KWPN (V. Amor Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 21 mei 1967 geboren en is gefokt door F.G. Bleekman uit Terborg, dat circa 10 km ten zuidoosten van Doetinchem in de provincie Gelderland ligt.
De moeder van Ivanhoe is de vos merrie Anjo Sgldt ster preferent.
Tweede moeder is de vos Souplesse Sgldt (1953, V. Kanselier Sgldt). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Vico KWPN (1979, V. Almé SF), die is goedgekeurd door het KWPN.
Gerekend over acht generaties heeft Ivanhoe een afstamming met 31,3 % Engels volbloed, 25 % Holsteins bloed, 9,4 % Gelders bloed en 9,4 % Hannoveraans bloed.
Ivanhoe is in februari 1970 tijdens de hengstenkeuring van het KWPN in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij. Van de vijftien goedgekeurde rijpaardhengsten is hij als derde geplaatst. Het stamboek heeft gemeld dat Ivanhoe een goed foktype en een goede breedte en diepte heeft. Het voorbeen is hard maar teer.
In het najaar van 1970 heeft Ivanhoe in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 60 dagen.
Tijdens de eindbeoordeling was Ivanhoe dermate onhandelbaar dat de jury voor het springen onder het zadel, de terreinrit en de algemene indruk geen cijfers heeft gegeven. De trainer heeft daarbij gemeld dat het gedrag van de hengst de laatste week achteruit was gegaan.
Wel heeft de jury de overige onderdelen van de eindbeoordeling gewaardeerd: conditie 9; rijproef 9,33, vrij springen 10 (!), trekproef 8,5, totaal 110,49 punten.
Zoals ook reeds bij de hengst Ilias is vermeld is jaren later gebleken dat de waardering voor de rijproef abusievelijk te hoog is vastgesteld omdat tijdens de proef twaalf cijfers zijn gegeven, die vervolgens zijn opgeteld en door tien zijn gedeeld. De correcte waardering zou 7,78 zijn geweest. Het puntentotaal zou dan zijn uitgekomen op 105,84.
De eigenaar van Ivanhoe heeft geen genoegen genomen met de gang van zaken en heeft een herbeoordeling aangevraagd. Die herbeoordeling is twaalf dagen later niet in Sleen, maar in Emmeloord uitgevoerd. Voorafgaand aan de herbeoordeling is een bloedmonster van de hengst genomen om onderzocht te worden op doping.
Bij de herbeoordeling, die is uitgevierd door dezelfde jury als bij de oorspronkelijke beoordeling, is de conditie gewaardeerd met een acht; de rijproef, die opnieuw foutief werd berekend, met 8,7 punten;. Het vrij springen en het springen o/z zijn beide gewaardeerd met een negen, de trekproef met 9,7 punten, de terreinrit met acht punten en de algemene indruk met acht punten. Het totaal puntenaantal is daarmee uitgekomen op 168,2 punten.
Vervolgens is besloten om de beide uitgevoerde beoordelingen te middelen waardoor de definitieve cijferlijst van Ivanhoe het volgende beeld geeft: conditie 8,5, rijproef 9,013 (had 7,51 moeten zijn); vrij springen 9,5; springen o/z 4,5; trekproef 8.6; terreinrit 4,0 en algemene indruk 5,0 (had bij middeling een 4,0 moeten zijn) en het puntentotaal is uitgekomen op 143,34.
Nadien zijn er binnen de organisatie van het verrichtingsonderzoek terecht uitvoerige discussies gevoerd over correctheid van de gang van zaken.
Tijdens de hengstenkeuring 1971 is Ivanhoe bij de hengsten die in 1970 het verrichtingsonderzoek hebben afgelegd als vijfde geplaatst. Daarbij is opgemerkt dat Ivanhoe één van de beste hengsten van de rubriek was, maar dat gezien het resultaat van het verrichtingsonderzoek een hogere plaatsing niet mogelijk was.
In augustus 1973 is een groep veulens, enters en twenters van Ivanhoe door het KWPN beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de groep voldoende gelijksoortig was, met voldoende maat en volume. De totaalindruk zou nog wat rijtypischer kunnen zijn. De bovenbouw is sterk en goed gesloten en de kwaliteit van het beenwerk is voldoende goed. De totaalindruk suggereert een zekere hardheid. In beweging wordt de achterhand goed ondergebracht. De bewegingen zijn voldoende sterk.
In 1984 heeft het KWPN besloten Ivanhoe af te keuren omdat slechts 13.8% van het aantal geregistreerde nakomelingen van Ivanhoe in de sport is uitgebracht, hetgeen duidelijk onder het gemiddelde ligt. Bovendien is vastgesteld, dat de producten van deze hengst die in de sport meelopen, doorgaans blijven “hangen” op een relatief laag niveau.
Uit andere bronnen wordt gesteld dat de Ivanhoe-nakomelingen moeilijke paarden waren, waar lang niet iedereen mee kon omgaan.
Het KWPN heeft 495 nakomelingen van Ivanhoe geregistreerd, waaronder 95 dochters die als fokmerrie zijn ingeschreven in het stamboek.
Dertien dochters hebben het keurpredicaat behaald en 23 dochters zijn stermerrie geworden. Tien dochters hebben het preferent predicaat behaald en negen merries zijn prestatie merrie geworden.
Twee dochters van Ivanhoe zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Najouti KWPN keur preferent, 1972, donkerbruin, MV. Uppercut xx, is de moeder van de hengst Torrero KWPN (1977, V. Onyx SF), die is goedgekeurd door het KWPN en
Ninente KWPN keur preferent prestatie, 1972, vos, MV. Zwingli Sgldt, is de moeder van de hengsten Senator KWPN (1976, V. Duc de Normandie SF) en Erik KWPN (1986, V, Zaïre KWPN), die beide zijn goedgekeurd door het KWPN.
De hengst Empereur KWPN (1986, V. Nimmerdor KWPN) heeft een Ivanhoe dochter als tweede moeder.
Ivanhoe heeft een dressuurindex van 94 met een betrouwbaarheid van 81 % en een springindex van 71 met een betrouwbaarheid van 71 %.
13. Vindicator KWPN 363 Stb
Vindicator KWPN (V. Amor Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 12 april 1979 geboren en is een broer van de hengst Warrant KWPN (1980), die succesvol is geweest als springpaard. Beide hengsten zijn gefokt door mevrouw B. Boelstra –Fokkema uit Vrouwenparochie, dat circa tien km ten noorden van Leeuwarden in de provincie Friesland ligt.
De moeder van Vindicator is de bruine merrie Ominka KWPN keur preferent prestatie (1973, V. Uppercut xx) en tweede moeder is de bruine Viola NWP model preferent prestatie.
Viola is ook de moeder van de hengst Topas KWPN (1977, V. Marco Polo Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Vindicator een afstamming met 34,4 % Engels- en Arabisch volbloed, 33,6 % Holsteins bloed, 9,4 % Hannoveraans bloed, 8,6 % Trakehner bloed en 8,6 % Oldenburgs bloed.
Vindicator is in februari 1982 tijdens de hengstenkeuring door het KWPN uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
Het KWPN heeft Vindicator omschreven als een goed rijtypische hengst met een goede maat en kwaliteit van onderen. De rug is even lang, evenals het achterbeen. De lendenpartij is nog even gespannen. Vindicator heeft een duidelijke hengstuitdrukking.
In het voorjaar van 1982 heeft hij in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. In verband met zoolzweren is hij twee weken na het begin van het onderzoek in het onderzoekcentrum aangeleverd. Over zijn prestaties is gerapporteerd dat Vindicator een attente, vriendelijke hengst is. Hij heeft een goed humeur en is eerlijk. In het werk pleegt hij af en toe verzet en is daarom tijdens het springen en het terreinwerk met een martingaal gereden. Bij het begin van het onderzoek is Vindicator zadelmak. Hij heeft een moeilijke mond; zet zich dikwijls vast op het bit en wil dan graag met zijn ruiter weglopen. Vindicator komt souplesse tekort in de achterhand. In het eerste deel van het onderzoek heeft hij soms de neiging tot hanentred, maar later is daar wel enige verbetering in gekomen. De hengst heeft in alle gangen te weinig buiging in het achterbeen.
De stap is voldoende ruim. De draf is ruim en regelmatig en de hengst heeft een ruime, krachtige galop. Bij het springen onder het zadel toont hij veel vermogen. Bij het vrij springen is hij zuinig op het hout; ook hier toont hij een goed vermogen. Bij het springen onder het zadel heeft hij een goede kijk op hindernis, maar komt hij souplesse tekort. In terrein heeft hij veel inzet en een goede terreingalop. Voor de slede heeft hij een goede trekhouding. Vindicator is zeer looplustig en ervaart het werk als licht.
Opmerkingen bij de eindbeoordeling:
Rijproef: sterke bewegingen, komt in achterhand souplesse tekort.
Springen ohz: soms aarzelend, laat ook zijn goede vermogen zien.
Vrij springen: veel vermogen, zuinig op het hout.
Aangesp proef: sterke stap, trekhouding is iets te hoog.
Terreinproef: goede, ruime galop, soms enig verzet.
Vindicator heeft ruim voldoende aanleg als dressuurpaard en veel aanleg als spring- en terreinpaard.
Het stalgedrag is rustig. De hengst eet af en toe stro en draait soms weg van zijn verzorger.
De prestaties van Vindicator zijn gewaardeerd met een zeven voor de stap, een 7,5 voor de draf en een acht voor de galop. De rijproef heeft 7,45 punten opgeleverd; het springen onder het zadel acht punten en het vrij springen 8,5 punten. De aangespannen proef en de terreinproef zijn beide gewaardeerd met een acht. Het karakter met een zeven, het stalgedrag met een acht en het trainingsrapport met een acht.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Vindicator goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.
In 1982 hebben 32 rijpaardhengsten deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek, waarvan er 24 aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen. Door de verrichtingsjury is een niet-officiële ranglijst bijgehouden. Vindicator neemt daarop de dertiende plaats in. Van de 24 hengsten die het onderzoek hebben afgerond heeft het KWPN er vijftien goedgekeurd voor de fokkerij.
In augustus 1984 heeft het KWPN tien veulens van Vindicator beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de ontwikkeling van de getoonde veulens wisselend bleek te zijn, over het algemeen voldoende, maar enkele exemplaren zouden ontwikkelder kunnen zijn. Ook het type was wisselend, weinig uniform en over het algemeen zouden ze rijtypischer gebouwd moeten zijn.
Het hoofd is voldoende van vorm, kon vaak iets fijner en expressiever zijn en iets minder lang. De hals kwam vrijwel steeds diep uit de borst en de bovenlijn van de hals bleek meermalen arm bespierd te zijn. De lengte van de hals is wel voldoende. De schoft is goed ontwikkeld en lang doorlopend. De schouder kan dikwijls meer lengte hebben en schuiner liggen. De rug bleek zonder uitzondering lang te zijn, overigens wel voldoende gespierd. Dat geldt ook voor de lendenpartij: voldoende gespierd en aangesloten. Diverse veulens vertoonden wat weinig achterrib. De croupe was dikwijls kort en soms even recht, bij overigens voldoende bespiering. Het voorbeen bleek veelal ingesnoerd te zijn, dikwijls hol en Frans. Het achterbeen is vrij lang met matig ontwikkelde spronggewrichten. Over het algemeen is de kwaliteit van het beenwerk voldoende, in een enkel geval matig.
De stap is voldoende, overigens met weinig souplesse, vanwege de stugge koten; in de tweede groep was dat beter. De draf was eenvoudig met weinig onderbrenging, matig krachtig en dikwijls stekerig in het voorbeen.
Hoewel verschillende tekortkomingen zijn gesignaleerd wil de hengstenkeuringscommissie bezien of de interessant gefokte hengst, die zelf goed presteert in de sport, in de toekomst zijn capaciteiten doorgeeft aan zijn kinderen. Vindicator blijft daarom gehandhaafd voor de fokkerij.
In 1987 heeft het KWPN Vindicator afgekeurd voor de fokkerij. Daarbij is aangegeven dat als algemeen gegeven mag gelden dat oudere hengsten, die de fokkerij niet (meer) vooruit kunnen helpen, ruimte dienen te maken voor jongere hengsten, die mogelijk in positieve zin. een versnellende invloed kunnen uitoefenen Een paardenfokkerij kampt met een relatief groot generatie-interval en waar dit beperkt kan worden, dient deze mogelijkheid te worden benut. Vindicator is in 1984 – ondanks de sterke bezwaren die zijn getoonde veulens opriepen – voorlopig gehandhaafd vanwege het feit dat hij aanvankelijk goed presteerde in de sport. Nadien hebben zijn prestaties zich niet doorgezet. De stamboekrapportages van zijn nakomelingen hebben inmiddels aangetoond dat hij qua exterieurvererving in sterke mate tekort komt. Op een enkele uitzondering na schieten de nakomelingen tekort in draf, terwijl ernstige bemerkingen moeten worden gemaakt op de hals en stand en bouw van het voorbeen.
De eigenaar heeft bezwaar aangetekend tegen de beslissing van het KWPN en een herkeuriing aangevraagd,
Ook de herkeuringscommissie achtte deze hengst niet meer passend in de fokkerij. Vindicator heeft destijds bemerkingen meegekregen bij de veulenrapportage. Ondanks dat besloot de hengstenkeuringscommissie de hengst te handhaven op basis van het eigen presteren van de hengst. Nadien heeft Vindicator – als gevolg van veterinaire problemen – zijn sterk begonnen sportcarrière niet uit kunnen bouwen. Met dat gegeven heeft de herkeuringscommissie duidelijk rekening gehouden. De fokkerijresultaten, gebaseerd op zijn 3-jarige nakomelingen zijn echter dermate dat handhaving voor de fokkerij niet verantwoord zou zijn. Met name de bouw van het achterbeen en het gebrek aan beweging hebben de doorslag gegeven. Niettegenstaande het feit dat de hengst goede merries kreeg toegevoerd, heeft hij zich niet weten te bewijzen. Als nieuw en aanvullend gegeven heeft de herkeuringscommissie zich mede laten leiden door de informatie die is opgedaan tijdens de laatste hengstenkeuring, waar verschillende zonen van Vindicator de negatieve stamboekrapportage bevestigden.
Nadat Vindicator was afgekeurd kwam naar voren dat hij al enkele keren hoefbevangen was geweest. Om hetzelfde probleem is Vindicator later ook gedood.
Het KWPN heeft uit 186 dekkingen 136 veulens van Vindicator geregistreerd. Van de dochters zijn er 43 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder één elitemerrie, tien keurmerries en twaalf stermerries.
Zes dochters hebben het preferent predicaat behaald en zes dochters zijn prestatiemerrie geworden.
Succesvolle nakomelingen van Vindicator in de sport zijn:
Cartonist KWPN, ruin, 1984, MV. Nimmerdor KWPN, is uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden;
Hildon Pan-Am (stamboeknaam Dante) KWPN, ruin, 1985, MV. Doruto Trak, fokker B. Ydema, is van 1993 tot september 1997 door Dietmar Gugler (GER) uitgebracht in de internationale springsport. In 1993 zijn overwinning behaald in Sopot en Verona en zijn tweede plaatsen behaald in Villeneuve, Donaueschingen en Marcq en Baroeul. In 1994 zijn wedstrijden gewonnen in Bad Homburg, La Courmeuye, Spangenberg (2x), New York en Toronto en zijn tweede plaatsen behaald in Maubeuge, Hachenburg, Spangenberg en Toronto (2x). In 1995 zijn overwinningen behaald in Bremen en Berlijn. In 1996 is gewonnen in Bremen, Aken, Spangenberg en Berlijn en zijn tweede plaatsen behaald in Wenen en Kiel. In 1997 zijn tweede plaatsen behaald in Aken en Ascona. In de zomer van 1997 is ook Franz-Josef Dahlmann jr, (GER) af en toe met de ruin uitgekomen. In 1998 is Hildon-Pan Am maar één keer gestart en daarna is hij tot en met 2003 door verschillende ruiters in nationale Duitse wedstrijden uitgebracht.
Hildon-Pan Am heeft een winsom van € 110.977.
Ego (stamboeknaam Elegant) KWPN, ruin, 1986, MV. Farn Holst, fokker mevrouw A.S. Okkema-Koopmans, is in 1994 door Hans Dieter Dreher (GER) in Duitsland in 1.30 m. springwedstrijden uitgebracht. Later is de Amerikaanse Mandy Porter met de ruin gestart en is hij vanuit Zwitserland geregistreerd bij de Federation Equestre International.
(Ainsley’s) Goodfellow (stamboeknaam Gibrand P) KWPN, ruin, 1988, MV. Orthos Westf, fokker G. Prins, is door Mieke de Kok – van Gent (NED) in Nederland in Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht. Daarna is Goodfellow verkocht naar de Verenigde Staten waar Jennifer Schrader – Williams met de ruin in Grand Prix dressuurwedstrijden is uitgekomen.
Vindicator heeft een dressuurindex van 104 met een betrouwbaarheid van 80 % en een springindex van 101 met een betrouwbaarheid van 79 %.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel van Vindicator komt naar voren dat zijn nakomelingen goed in het rechthoekmodel staan en veelal een schuine schouderligging hebben.
14. Witmar Alezan KWPN 528003198001361 Stb.
Witmar Alezan KWPN (V. Amor Holst) is een vos hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is geboren op 23 april 1980 en is gefokt door A. den Hartog uit Amsterdam.
De moeder van Witmar Alezan is de schimmel Nina KWPN keur preferent prestatie (1972, V. Eclatant Hann) en tweede moeder is de schimmel Eliena Sgldt kroon preferent (1963, V. Apollo Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Witmar Alezan een afstamming met 37,5 % Hannoveraans bloed, 24,2 % Holsteins bloed, 8,6 % Gelders bloed, 8,6 % Trakehner bloed en 6,25 % Engels volbloed.
Witmar Alezan is op jonge leeftijd verkocht naar Duitsland, waar hij vanaf 1984 in dressuurwedstrijden is uitgebracht. in 1994 en 1995 is hij door Stefanie Maria Rügheimer (GER) uitgebracht in Prix St. Georges en Intermediair I wedstrijden. Hij heeft een winsom van € 13.318.
De hengst is in januari 1995 in München-Riem door het KWPN als basispaard goedgekeurd voor de fokkerij, mits met goed gevolg een kort verrichtingsonderzoek zou worden afgelegd.
Dat onderzoek van negentien dagen is in het voorjaar van 1995 in Ermelo uitgevoerd. In de rapportage wordt gemeld dat Wirmar Alazan een eerlijke, betrouwbare en brave hengst is. Hij heeft veel bereidheid om te werken, laat zich goed bewerken. De basisgangen zijn voldoende ruim en krachtig maar zouden meer souplesse moeten hebben; het achterbeen wordt iets traag ondergebracht. In de dressuur werkt hij mee en laat hij zich goed bewerken. In het aangespannen werk is de hengst zeer braaf en laat hij zich fijn rijden.
Witmar Alazan is tot en met 2002 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Het KWPN heeft vijf hengstveulens en elf merrieveulens van hem geregistreerd.
15. Zandigo KWPN 528003198101449 Stb
Zandigo KWPN (V. Amor Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is geboren op 10 februari 1981 en is gefokt door J. Sienema uit Surhuisterveen, dat circa tien km ten noorden van Drachten in het oosten van de provincie Friesland ligt.
De moeder van Zandigo is de bruine merrie Emmie NWP keur preferent prestatie (1969, V. Courville xx) en tweede moeder is Vemmie NWP model preferent prestatie (1965, V. Rigoletto Holst).
Gerekend over acht generaties heeft Zandigo een afstamming met 38,3 % Engels- en Arabisch volbloed, 24,2 % Holsteins bloed en 9,4 % Hannoveraans bloed.
Zandigo is op de hengstenkeuring van het KPWN in 1984 uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
In het voorjaar van 1984 is hij in Ermelo begonnen aan het verrichtingsonderzoek van 100 dagen, maar na circa 10 weken is hij boegkreupel geworden. Na enkele weken zeer lichte beweging was hij nog steeds kreupel en heeft hij het onderzoek onderbroken. Medio augustus 1984 is Zandigo teruggekomen in het onderzoekcentrum. Op 18 september heeft hij een uitgestelde eindbeoordeling afgelegd.
Over zijn verrichtingen is gerapporteerd dat Zandigo een gehoorzame, vriendelijke, eerlijke en flegmatieke hengst is met goed humeur. Aan het begin van het onderzoek was Zandigo nog groen. In het werk is hij tamelijk wisselvallig. Hij heeft soms geen zin om zich in te spannen en pleegt dan verzet. Hij houdt zich in het begin van het werk dikwijls stijf in de lendenen. Tijdens het dagelijkse werk verdwijnt de stijfheid geheel. De hengst is weinig voor het ruiterbeen. Hij beweegt zich gemakkelijk en lichtvoetig.
De stap is voldoende ruim en de draf is mooi met veel tact. Zandigo wil in draf graag te diep gaan, wat in de loop van het onderzoek is verminderd. De hengst heeft een goede galop. Hij presteert bij het vrij springen zeer goed; hij toont veel vermogen en heeft een goede techniek. Bij het springen onder het zadel is de hengst goed wendbaar en hij heeft veel oog op de sprong. Voor de slede is hij braaf. Zandigo heeft voldoende bereidheid om te werken en ervaart het werk als tamelijk zwaar. Het stalgedrag is rustig. Zandigo heeft veel aanleg als dressuur- en springpaard en ruim voldoende aanleg als terreinpaard.
Opmerkingen bij de eindbeoordeling:
Rijproef: vlotte proef, gaat soms te diep, enkele onregelmatigheden.
Springen o/z: zeer goed wendbaar.
Vrij springen: goed oog voor de sprong, veel vermogen.
Aangesp proef: zeer ruime stap, goede trekhouding.
Terreinproef: in de steeple een goed ritme en goed op de sprong, zou nog meer lengte in de galop mogen tonen; in de cross sterk op de hindernissen, regelmatige terreingalop.
De prestaties van Zandigo zijn gewaardeerd met een zeven voor de stap, achten voor de draf en de galop en 7,9 voor de rijproef. Voor het springen onder het zadel is een 8,5 gegeven en voor het vrij springen een negen. De terreinproef heeft een acht opgeleverd en de aangespannen proef een negen. Het karakter is gewaardeerd met een zeven, het stalgedrag met een negen en het trainingsrapport met een acht.
Na afloop van de eindbeoordeling heeft het KWPN Zandigo goedgekeurd en ingeschreven in het stamboek.
In 1984 hebben 33 rijpaardhengsten deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek, waarvan er dertig hebben deelgenomen aan de eindbeoordeling en 22 door het KWPN zijn goedgekeurd. Volgens een door de verrichtingsjury bijgehouden niet-officiële ranglijst heeft Zandigo het onderzoek als tiende afgesloten.
In augustus 1986 heeft het KWPN twaalf a-select gekozen veulens van Zandigo beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de veulens van Zandigo best zijn ontwikkeld en goede breedte- en diepte-verhoudingen hebben. Ze zijn rijtypisch gebouwd en hebben voldoende kwaliteit.
Het hoofd is soms iets lang maar heeft veel uitdrukking. De halzen zijn best gevormd, en worden goed gedragen. De schoft is voldoende ontwikkeld en heeft voldoende lengte. De schouder is goed van lengte en is behoudens enkele gevallen ook voldoende schuin gelegen. Rug en lendenen zijn goed gespierd en goed aangesloten. De bespiering en vorm van de croupe zijn eveneens goed doch de croupe zou een enkele keer iets langer mogen zijn. Het voorbeen is goed gesteld en heeft best ontwikkelde gewrichten. Het achterbeen is wel eens iets klein gehoekt maar goed gebouwd met een breed, lang, correct afgewerkt spronggewricht.
De stap is ruim en het achterbeen wordt goed ondergebracht. De draf wordt met allure getoond, de veulens draven ruim en gemakkelijk, zijn lichtvoetig en hebben veel balans en takt. De uniforme collectie veulens werd vergezeld van goede moeders.
Zandigo heeft bij een training voor de sport een ongeval gekregen en is in augustus 1990 in verband met een beknelde zenuw gedood.
Het KWPN heeft uit 336 dekkingen 108 hengstveulens en 115 merrieveulens van Zandigo geregistreerd.
Van de dochters zijn er 77 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder vier elitemerries, zes keurmerries en veertien stermerries. Daarnaast zijn zeven dochters preferent geworden en zijn 11 dochters prestatiemerrie geworden.
Vier dochters zijn moeder van een goedgekeurd hengst geworden:
Freule KWPN keur preferent prestatie sport, 1987, bruin, MV. Farn Holst, is de moeder van de hengst Quartz Zang (1999, V. Quality Touch Z Zang), die is goedgekeurd door het Zangersheide- en het Selle Français stamboek;
Ginea KWPN elite preferent prestatie sport, 1988, bruin, MV. Nimmerdor KWPN, is de moeder van de hengsten Whinny Jackson KWPN (1991, V. Wolfgang KWPN), Ziësto-Go KWPN (2004, V. Lupicor KWPN), en Crescendo-Go KWPN (2007, V. Tangelo van de Zuuthoeve BWP). Whinny Jackson is goedgekeurd door het NRPS en Ziësto-Go en Crescendo-Go zijn beide goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek.
Ginea is ook tweede moeder van de door het KWPN goedgekeurde hengst Jacquet-Go KWPN (2014, V. Thunder van de Zuuthoeve BWP);
Greece KWPN elite preferent, 1988, bruin, MV. Nimmerdor KWPN, is de moeder van de hengst Majim G KWPN (1994, V. Highline KWPN), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek en
Haafke KWPN ster preferent, 1989, bruin, MV. Ufarno KWPN, is de moeder van de hengst Special D KWPN (1999, V. Metall KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.
Succesvolle nakomelingen van Zandigo in de sport zijn:
(Bollvorm’s) Faust KWPN, ruin, 1987, bruin, MV, Doruto Trak, fokker M.J.Th van Katwijk, is in 1994 door Leida Collins – Strijk (NED) in Intermediair en Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht, In 1997 heeft Hans-Peter Gerland (GER) met de ruin aan Prix St. George wedstrijden deelgenomen;
Ginea KWPN elite, preferent, prestatie sport, fokmerrie (zie hierboven), 1988, bruin, MV. Nimmerdor KWPN, fokker J. Oldenkamp, is uitgebracht in 1.50 m. springconcoursen in en Z-2 dressuurwedstrijden en
Jedonna KWPN prestatie sport (Eurocommerce Fortaleza), merrie, 1990, MV. Nimmerdor KWPN, fokkers B.A. en A.T. de Boer, is van 2001 tot en met 2006 door Gerco Schröder (NED) uitgebracht in de internationale springsport. In 2001 en 2002 heeft de combinatie de Grand Prix van Oldenburg gewonnen. In 2004 is een wedstrijd in Frankfurt gewonnen.
Zandigo heeft een dressuurindex van 90 met een betrouwbaarheid van 87 % en een springindex van 99 met een betrouwbaarheid van 83 %.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel van Zandigo valt op dat zijn nakomelingen relatief vaak een week verloop van de lendenen hebben.
16. Zandman KWPN 528003198103623 Stb
Zandman KWPN (V. Amor Holst) is een vos hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is op 22 februari 1981 geboren en is gefokt door H. Boeve uit Schalkhaar, dat een paar kilometer ten oosten van Deventer in de provincie Overijssel ligt.
De moeder van Zandman is de vos merrie Najade Westf keur prestatie (1972, V. Lucius xx) en tweede moeder is Dorina Westf (1966, V. Dorn Westf).
Gerekend over acht generaties heeft Zandman een afstamming met 31,3 % Engels volbloed. 28,9 % Hannoveraans bloed, 24,2 % Holsteins bloed en 9,4 % Trakehner bloed.
Zandman is in februari 1984 op de hengstenkeuring in Utrecht door het KWPN uitgenodigd om del te nemen aan het verrichtingsonderzoek.
Zandman heeft in het voorjaar van 1984 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen.
Over zijn prestaties is gerapporteerd dat hij een evenwichtige, moedige en gehoorzame hengst is met een goed humeur. Hij is vriendelijk en eerlijk.
Aan het begin van het onderzoek was hij nog groen. Zandman vraagt een hardwerkende ruiter en als hij die heeft doet hij zelf ook goed zijn best. Hij houdt zich stug in de rug en is gereden met bandages vanwege gallen aan de achterbenen.
De stap is ruim en gemakkelijk. Ook de draf en de galop zijn ruim en hebben veel souplesse. Zandman gaat soms te weinig gesloten. Hij toont bij het vrij springen voldoende techniek maar weinig vechtlust. Hij springt goed en toont veel vermogen. De hengst laat bij het springen onder het zadel soms een voorbeen hangen. Hij werkt in het terrein met veel plezier en heeft een ruime terreingalop. Voor de slede presteert hij braaf. Hij heeft ruim voldoende bereidheid om te werken. Zandman ervaart het werk als tamelijk zwaar maar werkt met plezier.
Het stalgedrag is rustig. Bij het aandoen van het hoofdstel spant Zandman zich.
Zandman heeft veel aanleg als dressuurpaard, voldoende aanleg als springpaard en ruim voldoende aanleg als terreinpaard.
Opmerkingen bij de eindbeoordeling:
Rijproef: veel ruimte en regelmaat in alle gangen.
Springen o/z: moeilijk rond te houden, ruim op de sprong.
Vrij springen: niet door op de sprong, laat zich tijdens eindbeoordeling slecht zien.
Aangesp proef: goede trekhouding, ruime stap.
Terreinproef: in steeple veel terrein winnende galop, landt zwaar; in cross ruime galop, aarzelend op de sprong.
De verrichtingen van Zandman zijn gewaardeerd met een 8,5 voor de stap, de galop en de rijproef en een acht vo\or de draf; de springonderdelen zijn gewaardeerd met zevens, de terreinproef met een 7,5 en de aangespannen proef met een negen. Het karakter en het stalgedrag zijn gewaardeerd met een acht en het trainingsrapport met een zeven.
Na afloop van de eindbeoordeling heeft het KWPN Zandman goedgekeurd en ingeschreven in het stamboek.
In 1984 hebben 33 rijpaardhengsten deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek, waarvan er dertig hebben deelgenomen aan de eindbeoordeling en 22 door het KWPN zijn goedgekeurd. Volgens een door de verrichtingsjury bijgehouden niet-officiële ranglijst heeft Zandman het onderzoek als dertiende afgesloten.
In augustus 1986 heeft het KWPN twaalf veulens van Zandman beoordeeld die voor een deel a-select waren aangewezen door het KWPN en voor een deel waren geselecteerd door de eigenaar van Zandman. Volgens de KWPN-rapportage was het een collectie royaal ontwikkelde, fors gebouwde veulens die rijtypischer moesten zijn, meer ras en kwaliteit konden hebben en dikwijls wat hoogbenig zijn.
De veulens hadden goede hoofden, van de aangewezen veulens waren de hoofden dikwijls grof. De halzen worden goed gedragen en vertonen een goede bovenlijn doch komen vaak iets diep uit de borst. De schoften zouden langer moeten doorlopen terwijl de schouder meerdere keren schuiner moest liggen doch wel een goede lengte heeft. De rug is iets lang maar goed gespierd. De croupe is weinig rijtypisch en zou ook langer moeten zijn. Naast een steile werd enkele keren ook een holle stand waargenomen. Het voorbeen is overigens goed ontwikkeld met een forse ruime voorknie. Het achterbeen is goed gesteld met eveneens fors ontwikkelde gewrichten. Het beenwerk zou in het algemeen meer kwaliteit moeten vertonen, waarbij opgemerkt wordt dat de geselecteerde veulens duidelijk harder en kwalitatiever beenwerk bezaten.
De stap is voldoende ruim met een goed gebruik van de achterhand. Ook in draf is sprake van voldoende ruimte doch de veulens zouden meer moeten onderbrengen en meer souplesse moeten tonen. Zandman levert de betere veulens bij merries met bloed.
Kort samengevat: royaal ontwikkelde veulens die meer kwaliteit kunnen hebben. De stap is goed, de draf is voor verbetering vatbaar.
Op basis van de veulenbeoordeling is besloten Zandman te handhaven voor de fokkerij.
Nadat Zandman zowel in 1989 als in 1990 slechts drie merries aangeboden had gekregen, heeft de eigenaar besloten de hengst niet meer beschikbar te stellen voor de fokkerij.
In maart 1995 is Zandman geëxporteerd naar Japan.
Het KWPN heeft van Zandman uit 133 dekkingen 41 hengstveulens en 35 merrieveulens geregistreerd.
Van de dochters zijn er 25 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek. Vier dochters zijn stermerrie geworden, één is keurmerrie geworden en één is elitemerrie geworden. Drie dochters hebben het prestatiepredicaat behaald.
Zandman heeft een dressuurindex van 98 met een betrouwbaarheid van 75 % en een springindex van 80 met een betrouwbaarheid van 69 %.
Uit het genetisch profiel van Zandman blijkt dat de nakomelingen vaker dan gemiddeld bij het KWPN voos beenwerk hebben. In dit verband is het opvallend dat in het rapport van het verrichtingsonderzoek staat dat Zandman met bandages is gereden omdat hij gallen had aan de achterbenen.
17. Zuidpool KWPN 528003198105218 Stb
Zuidpool KWPN (V. Amor Holst) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm.
Hij is op mei 1981 geboren en is gefokt door W. Gerritsen uit Steenderen, dat tussen Zutphen en Doesburg op de oostelijke oever van de IJssel in de provincie Gelderland ligt.
De moeder van Zuidpool is de schimmel merrie Olga KWPN (1973, V. Persian Path S xx) en tweede moeder is de schimmel Anory Sgldt pref (1959, V. Orlando Sgldt).
Anory is ook de tweede moeder van de hengsten Sebastiaan KWPN (1986, V. Vesins xx) en Winckenburgh KWPN (1980, V. Stuyvesant xx). Sebastiaan is goedgekeurd door het KWPN en het Amerikaanse Wambloed stamboek en Winckenburgh is goedgekeurd door het KWPN.
Gerekend over acht generaties heeft Zuidpool een afstamming met 31,3 % Engels volbloed, 24,2 % Holsteins bloed, 14,8 % Gelders bloed en 9,4 % Hannoveraans bloed.
Zuidpool is in februari 1984 op de hengstenkeuring in Utrecht door het KWPN uitgenodigd om deel te nemen aan het verrichtingsonderzoek.
Dat onderzoek van 100 dagen is in het voorjaar van 1984 uitgevoerd in Ermelo.
Over zijn verrichtingen is gerapporteerd dat Zuidpool een eerlijk hengst is die af en toe nerveus is. Doordat hij snel gespannen raakt, moeten alle nieuwe dingen voorzichtig worden voorbereid. Zuidpool heeft singelvrees en een moeilijke zadelligging. Daarom is hij gereden met een borsttuig. Hij maakt een zeer goed gebruik van zijn achterhand, maar hij houdt zijn rug te vast en is niet plezierig te rijden.
De stap is ruim en regelmatig. De draf is lichtvoetig en regelmatig met een lang zweefmoment. De galop is soepel, maar zou meer lengte in de galopsprongen mogen hebben. Zuidpool presteert bij het vrij springen goed. Bij springen onder de man is hij handig. Hij laat een prima terreingalop zien en is in het terrein ruim op de hindernissen. Voor de slede werkt hij braaf. Zuidpool heeft een matige bereidheid om te werken en hij ervaart het werk als normaal.
Zuidpool heeft zeer veel aanleg als dressuurpaard; ruim voldoende aanleg als springpaard en veel aanleg als terreinpaard.
Het stalgedrag is rustig.
Opmerkingen bij de eindbeoordeling:
Rijproef: mooie bewegingen met veel tact.
Springen o/z: mooie sprongen, goede voorbeentechniek.
Vrij springen: zeer goede techniek.
Aangesp proef: ruime stap, blijft nog te hoog.
Terreinproef: in steeple regelmatige, voldoende ruimende galop; in cross mooie regelmatige galop.
De prestaties van Zuidpool zijn gewaardeerd met een 8,5 voor elk van de drie basisgangen, een negen voor de rijproef; een acht voor het springen o/z en een negen voor het vrij springen. Zowel de aangespannen proef als de terreinproef zijn gewaardeerd met een 8,5; het karakter met een zes, het stalgedrag met een negen en het trainingsrapport met een acht.
Na afloop van de eindbeoordeling heeft het KWPN Zuidpool goedgekeurd en ingeschreven in het stamboek.
In 1984 hebben 33 rijpaardhengsten deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek, waarvan er dertig hebben deelgenomen aan de eindbeoordeling en 22 door het KWPN zijn goedgekeurd. Volgens een door de verrichtingsjury bijgehouden niet-officiële ranglijst heeft Zuidpool het onderzoek als zevende afgesloten.
In augustus 1986 heeft het KWPN vijftien veulens van Zuidpool beoordeeld, die voor een deel door het KWPN a-select waren aangewezen en voor een deel door de eigenaar van Zuidpool waren uitgezocht.
Over de beoordeling is gemeld dat de getoonde veulens voldoende waren ontwikkeld. De veulens zijn nogal wisselend van type; de aangewezen veulens waren doorgaans weinig rijtypisch, de uitgezochte waren hierin beduidend beter.
De hoofden zijn goed gevormd en voldoende sprekend. In de groep aangewezen veulens kwamen de halzen nogal diep uit de borst en werd enkele malen een zware hals waargenomen. Bij de uitgezochte veulens was de halsvorm beter doch ook hier werd enkele keren een wat diep uit de borst komende hals gesignaleerd. De schoften zijn in het algemeen kort. De schouder heeft voldoende lengte maar is dikwijls iets steil gelegen. Rug- en lendenpartij zijn goed gespierd en hebben goede verbindingen. De best gespierde croupe is goed van vorm, hoewel enkele keren de staart iets hoog is ingeplant. De voorstand is dikwijls steil en hol, dit bleek vooral bij de aangewezen veulens. De geselecteerde veulens hadden een beter gesteld voorbeen. Ook wat betreft de bouw van het achterbeen was verschil op te merken tussen de aangewezen en de uitgezochte veulens. De aangewezen veulens hadden een sterk gebogen achterbeen; hoewel beter, was ook bij de uitgezochte veulens weleens sprake van een klein gehoekt achterbeen.
De stap was voldoende tot goed. In draf moet opnieuw onderscheid gemaakt worden tussen de beide collecties. De aangewezen veulens vertoonden achter dikwijls weinig stuwing en zouden de voorknie meestal meer moeten gebruiken. De uitgezochte veulens draafden ruimer en gemakkelijker met voldoende balans en regelmaat met zelfs enkele veulens die zich extra konden bewegen. De meeste veulens waren in overmatige conditie en zouden meer kwaliteit in het beenwerk moeten hebben.
Op basis van de beoordeling heeft het KWPN besloten Zuidpool te handhaven voor de fokkerij.
In het najaar van 1989 zijn de fokkerijprestaties van Zuidpool opnieuw beoordeeld en is naar aanleiding van de beoordeling/rapportage van zijn 3-jarige nakomelingen besloten Zuidpool af te keuren. Vastgesteld is dat Zuidpool niet verbeterend werkt. Op onderdelen heeft hij een negatieve invloed. Hij verbetert het type niet, de halslengte blijft beperkt, de hals is veelal recht en arm bespierd, de schoft is kort en plat, het voorbeen vaak hol, het achterbeen is consequent sterk gebogen, stap en draf vertonen weinig souplesse, terwijl in draf ook de kracht ontbreekt.
In februari 1994 is Zuidpool op de hengstenkeuring van het KWPN in ’s-Hertogenbosch weer goedgekeurd voor de fokkerij omdat is vastgesteld dat zijn nakomelingen het in de breedte goed doen in de dressuursport. Zijn dressuurindex van 133 punten (btr 73%) geeft dat ook aan.
In januari 1998 is bij een volgende evaluatie van de fokkerij van Zuidpool besloten de hengst definitief goed te keuren.
Zuidpool is tot en met 2007 ingezet voor de fokkerij.
Zuidpool is op een leeftijd van vier weken door Chris Esselink uit Geesteren gekocht en die is eigenaar gebleven totdat de hengst in mei 2013 op 32-jarige leeftijd wegens ouderdomsverschijnselen is geëuthanaseerd.
Het KWPN heeft 103 hengstveulens en 113 merrieveulens van Zuidpool geregistreerd. Van de dochters zijn er 57 als fokmerrie opgenomen in het stamboek. Twee dochters zijn keurmerrie geworden en negen dochters hebben het sterpredicaat behaald.
Van de zonen van Zuidpool is Tinka’s Boy KWPN (1969, MV. Zeus SF) goedgekeurd voor de fokkerij. In hoofdstuk 17.1. wordt hij besproken.
Nakomelingen van Zuidpool die internationaal succesvol zijn geweest in de sport zijn
Heros KWPN, ruin, 1989, vos, MV. Nimmerdor, fokker C. Esselink, is door Sven Laevers (BEL) uitgebracht in 1.60 m springconcoursen. De combinatie won in 1999 de Grand Prix van Poznan en heeft in 2000 tweede plaatsen behaald in de Grand Prix’s van Moorsele en Gijon, terwijl in Amsterdam een vijfde plaats is behaald.
Tinka’s Boy KWPN, hengst, 1989, vos, MV. Zeus SF, fokker J.P. Muntjewerf, is van 1999 tot en met 2004 door Markus Fuchs (SUI) in internationale springwedstrijden uitgebracht. Zie verder hoofdstuk 17.1.
Zuidpool heeft een dressuurindex van 93 met een betrouwbaarheid van 85 % en een springindex van 106 met een betrouwbaarheid van 78 %.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel komt naar boren dat diverse nakomelingen van Zuidpool een hol voorbeen en/of een sabelbenig achterbeen hebben. Ook hebben veel nakomelingen zwaar beenwerk.
17.1. Tinka’s Boy KWPN 528003198907275
Tinka’s Boy KWPN (V. Zuidpool KWPN) heeft bij zijn geboorte op 10 juni 1989 de naam Hooper gekregen. De hengst heeft een stokmaat van 168 cm en is gefokt door J.P. Muntjewerf uit Heiloo, dat een paar kilometer ten zuiden van Alkmaar in de provincie Noord-Holland ligt.
De moeder van de hengst is de bruine merrie Esprit KWPN ster prestatie (1986, V. Zeus SF). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Daloxe Corton D.N. KWPN (2005, V. Dollar de la Pierre SF), Carrera VDL KWPN (2006, V. Cardento Holst), Enzo de Hus SF (2014, V. Conrad de Hus Holst) en Esteban de Hus SF (2014, V. Cornet Obolensky BWP).
Daloxe Corton D.N.is goedgekeurd door het NRPS, Carrera VDL door het KWPN, het Zangersheide-, Oldenburg-International- en het Hannoveraanse stamboek; Enzo de Hus door het Anglo-Europese stamboek en Esteban de Hus door het SI-Unire- en het Anglo-Europese stamboek.
Tweede moeder van Tinka’s Boy is de bruine Urloffine KWPN keur preferent prestatie (1978, V. Orlof KWPN).
Gerekend over acht generaties heeft Tinka’s Boy een afstamming met 40,6 % Engels- en Arabisch volbloed, 15.6 % Holsteins bloed, 14,8 % Trakehner bloed en 14,1 % Gelders bloed.
Onder zijn oorspronkelijke naam Hooper is de hengst in 1992 in Zuidlaren gepresenteerd op de KWPN-hengstenkeuring, maar daarbij niet goedgekeurd. De hengst is daarna naar Engeland gegaan waar zijn naam werd gewijzigd in Tinka’s Boy.
In 1996 heeft het Anglo-Europese stamboek Tinka’s Boy goedgekeurd en heeft Nick Skelton (GBR) de hengst in de internationale springsport uitgebracht.
In 1997 heeft Skelton Tinka’s Boy verkocht aan Isolde Liebherr uit Zwitserland.
Zij heeft Tinka’s Boy ondergebracht bij de springstal van Thomas Fuchs (SUI), waar Markus Fuchs (SUI) de hengst in wedstrijden heeft uitgebracht.
De combinatie heeft vele overwinningen en nog meer ereplaatsen behaald. Onderstaand worden de belangrijkste resultaten vermeld.
In 1997 is de combinatie tweede geworden in de Grand Prix van Frankfurt.
In 1999 is de World Cup wedstrijd in Dortmund gewonnen en is in april deelgenomen aan de World Cup finale in Göteborg, waar de 22e plaats werd bereikt. In juni is met het Zwitserse team de landenwedstrijd tijdens het CHIO Aken gewonnen en in augustus is gestart in het Europees Kampioenschap in Hickstead, waar zowel individueel als met het Zwitserse team de zilveren medaille is gewonnen.
In april 2000 is in april de tweede plaats behaald in de finale van de World Cup in Las Vegas en in september is met het Zwitserse team de tweede plaats behaald in de landenwedstrijd bij de Olympische Spelen in Sydney, waar individueel de vijfde plaats is behaald. Tenslotte is in november de World Cup wedstrijd in Berlijn gewonnen.
In 2001 is in april de World Cup finale in Göteborg gewonnen. In juni is bij het Europees kampioenschap in Arnhem individueel de vierde plaats behaald en is in de landenwedstrijd met het Zwitserse team de zesde plaats bereikt.
In oktober is de Grand Prix van Hannover gewonnen.
In 2002 is bij de finale van de World Cup in Leipzig de negende plats behaald.
In juni is met het Zwitserse team de landenwedstrijd tijdens het CHIO Aken gewonnen en is de derde plaats behaald in de Grand Prix van Aken. In september is bij het Wereldkampioenschap in Jerez de la Frontera individueel de 23e plaats bereikt. In de landenwedstrijd is Zwitserland met Tinka’s Boy twaalfde geworden
In 2003 is in januari in Leipzig de World Cup wedstrijd gewonnen en is in april bij de finale van de World Cup de vijfde plaats behaald. In mei is de Grand Prix van Aach gewonnen. In augustus is bij de Europese kampioenschappen in Donaueschingen met het Zwitserse team de bronzen medaille in de landenwedstrijd gewonnen. Individueel is daarbij de 27e plaats bereikt.
In 2004 is in april de vierde plaats behaald in de finale van de World Cup in Milaan. In juli 2004 heeft de combinatie de Grand Prix van Aken gewonnen en in augustus is bij de Olympische Spelen in Athene met het Zwitserse team de vijfde plaats behaald in de landenwedstrijd. Individueel is de combinatie 44e geworden.
Tussen door won de combinatie ook de Grand Prix’s van Jardy, Londen, Ascona, Lipica, Bordeaux, Jerez de la Frontera en Dublin.
In november 2004 heeft Tinka’s Boy zich in een wedstrijd in La Coruña zodanig zwaar geblesseerd aan een pees dat het deelnemen aan sportwedstrijden niet meer mogelijk was.
In het helaas ter ziele gegane blad “Sport Horse Breediing” van juni 2008 is van de hand van Henk Bouwman een interessant artikel geplaatst over Tinka’s Boy.
Volgens het artikel heeft Fuchs met Tinka’s Boy in zeven jaar tijd 2,5 miljoen Zwitserse frank (€ 2,3 miljoen) gewonnen.
Hoewel het Anglo Europese stamboek Tinka’s Boy al in 1996 in Engeland heeft goedgekeurd en in de jaren 1997 – 2004 33 nakomelingen van hem had geregistreerd is Tinka’s Boy pas volop voor de fokkerij ingezet nadat de peesblessure zodanig was genezen, dat normaal lopen weer mogelijk was.
De hengst is daarbij goedgekeurd door het ZVCH -, het Selle Français-, het Rijnlandse-, het Hannoveraanse- en het Baden-Württembergse stamboek, terwijl het Zangersheide-, BWP- en KWPN ook nakomelingen van hem hebben geregistreerd.
In 2021 is Tinka’s Boy voor de fokkerij beschikbaar bij hengstenstation Béligneux le Haras in Servas, dat circa tien km ten zuiden van Bourg-en-Bresse in het Franse departement Ain ligt.
In Frankrijk zijn tot medio juli 2021 748 nakomelingen van Tinka’s Boy geregistreerd, waarvan 612 door het Selle Français stamboek zijn geregistreerd, 72 als halfbloed door het Franse Anglo-arabische stamboek; 52 als Cheval de Selle en twaalf als pony.
Het KWPN heeft 44 nakomelingen in Register A geregistreerd; het BWP heeft 63 nakomelingen geregistreerd en het SBS 17.
Volgens de Horsetelex database heeft het Zangersheide stamboek 43 nakomelingen geregistreerd, het Hannoveraanse stamboek 26 en het ZVCH 22.
Twee dochters van Tinka’s Boy zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Handy van HD BWP, 2007, vos, MV. Nabab de Rêve BWP, is de moeder van de hengst Andy Pur VDM Z Zang (2014, V. Aktion Pur Westf), die is goedgekeurd door het Duitse Sportpaarden stamboek en het SBS en
Artemis du Gevaudan SF, 2010, vos, MV. Iago C x, is de moeder van de hengst Faraon de Gevaudan SF (2015, V. Contendro I Holst), die is goedgekeurd door het Selle ‘Français stamboek
Tweeëntwintig zonen van Tinka’s Boy zijn goedgekeurd (geweest) voor de fokkerij:
(Croft) Tinka’s Lad AES (1997), Ringfort Tinkatoo AES (1997), Tinka’s Son AES (1998), Little Tinker AES (1999), Tamango Westf (2007), Tilippe le Bel DSAA (2007), Tinka’s Gay AAC (2007), Tinka’s Hope BWP (2007), Tinkasboy du Temple SF (2007), Tinka’s Dream AAC (2008), Univers de Riverland SF (2008), Je t’Adore van ’t Ruytershof BWP (2009), Tadeus Rhein (2009), Vigo Boy du Vernay SF (2009), Vip de Cleudrain SF (2009), Abou Sim Bel SF (2010), Adequat des Coteaux SF (2010), Tinka’s Hero Z Zang (2011), Class Boy de Riverland AES (2012), Hannover Hill VDL KWPN (2012), Delta de l’Autrot SF (2013) en Tao d’Ouilly Z Zang (2013).
De hengsten met vijftien of meer geregistreerde nakomelingen worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken. De overige goedgekeurde hengsten worden hierna kort aangestipt.
Daarnaast zijn van tenminste veertien, niet door een stamboek goedgekeurde, zonen van Tinka’s Boy één of meer nakomelingen geregistreerd,
De hengst Ringfort Tinkatoo AES (1997, MV. Son of Charm AES) is goedgekeurd door het Ierse Sportpaarden stamboek. In de jaren 2000 – 2005 zijn twaalf nakomelingen van de hengst geregistreerd. In de jaren 2003 – 2013 is de hengst door vier verschillende ruiters uitgebracht in eventing wedstrijden. In 2006 heeft Ruthie Harbison (USA) met de hengst de tweede plaats behaald in een CCI* in Lexington KY.
De hengst Tinka’s Son (1998, MV. Classiker Holst) is goedgekeurd geweest door het Anglo-Europese stamboek, maar van de hengst zijn geen nakomelingen geregistreerd. Tinka’s Son is van 2009 tot september 2012 door Guy Goosen (GBR) in internationale springwedstrijden uitgebracht. In 2009 zijn overwinningen behaald in de Grand Prix van San Sebastian de los Reyes en in een wedstrijd in Vimeiro en is de tweede plaats behaald in de Grand Prix van Roeser.
De hengst Little Tinker AES (1999, V. Frühlingsball Estf) is goedgekeurd geweest door het Anglo-Europese stamboek, maar het stamboek heeft geen nakomelingen van de hengst geregistreerd.
De hengst Tinka’s Hope BWP (2007, MV. Royal Feu SF) is goedgekeurd door het BWP en het NRPS, maar er zijn geen nakomelingen van de hengst geregistreerd.
De hengst is vanaf 2013 uitgebracht in internationale springwedstrijden. In 2013 heeft Jesper Romp (NED) met Tinka’s Hope twee 1.35 m wedstrijden in Wierden gewonnen. Vanaf januari 2014 is de hengst uitgebracht door Demi van Grunsven (NED), De combinatie heeft in 2016 in Wierden met het Nederlandse young riders team de landenwedstrijd gewonnen en in Parijs-Villepinte de vijfde plaats behaald in de Grand Prix. In 2018 is de vijfde plaats behaald in de VDL Grand Prix van Eindhoven.
De hengst Tinkasboy du Temple SF (2007, MV. Quidam de Revel SF) is goedgekeurd door het Selle Français stamboek. Hij is alleen in 2010 in Frankrijk beschikbaar geweest voor de fokkerij, waarbij 22 merries zijn geïnsemineerd met vers sperma. Het Selle Français stamboek heeft dertien veulens van Tinkasboy du Temple geregistreerd. Ook is één nakomeling vastgelegd als cheval de selle.
De hengst Univers de Riverland SF (2008, MV. Quidam de Revel SF) is goedgekeurd geweest door het Anglo-Europese stamboek, maar dat heeft geen nakomelingen van hem geregistreerd.
De hengst is van 2014 tot en met 2018 door zeven verschillende ruiters in internationale springwedstrijden uitgebracht. Nicola Pohl (GER) heeft in 2015 een 1.20 m wedstrijd in Oliva gewonnen en in 2017 heeft Mohammed Said a M Hadan (QAT) een tweede en een derde plaats behaald in 1.30 m wedstrijden in Teheran.
De hengst Je t’Adore van ’t Ruytershof BWP (2009, MV. Diamant de Semilly SF) is goedgekeurd door het BWP, maar is niet actief geweest in de fokkerij. De hengst is vanaf 2014 door Mario Wilson Fernandes (POR), Luis Silva Fernandes (POR) en Manon Feraendes (POR) uitgebracht in internationale springwedstrijden. In 2017 is een wedstrijd in Kronenburg gewonnen.
De hengst Tadeus Rhein (2009, MV. Calido I Holst) is goedgekeurd geweest door het Anglo-Europese stamboek. Van de hengst zijn twee nakomelingen geregistreerd.
Tadeus is in 2016 door Frederic Tillmann (GER) in internationale springconcoursen uitgebracht. In 2017 is Tim Stockdale (GBR) met de hengst gestart met twee zevende plaatsen als beste resultaten.
De hengst Abou Sim Bel SF (2010, MV. Roi de Rome xx) is goedgekeurd door het Selle Français stamboek en is in 2016 en 2017 in Frankrijk voor de fokkerij beschikbaar geweest. Twaalf merries zijn geïnsemineerd met sperma van de hengst en daaruit zijn negen veulens geboren. Zeven veulens zijn geregistreerd door het Selle Français stamboek en twee door het Zangersheide stamboek.
De hengst Adequat des Coteaux SF (2010, MV. Royal Feu SF) is goedgekeurd door het Selle Français stamboek en is in 2014 en 2015 beschikbaar geweest voor de fokkerij. De hengst is in januari 2015 gecastreerd.
Van de hengst zijn zes veulens geregistreerd; vier door het Selle Français stamboek en twee door het Anglo-Europese stamboek.
De hengst Tinka’s Hero Z Zang (2011, V. Caretino Holst) is goedgekeurd door het SBS-stamboek. In de jaren 2015 – 2019 heeft het SBS zes nakomelingen van de hengst geregistreerd.
De hengst Hannover Hill VDL KWPN (2012, MV. Nimmerdor KWPN) is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek. Tot medio juli 2021 zijn van de hengst geen nakomelingen geregistreerd.
De hengst Class Boy de Riverland SF (2012, MV. L’Arc de Triomphe Oldbg) is goedgekeurd geweest door het Anglo-Europese stamboek, maar van de hengst zijn geen nakomelingen geregistreerd.
De hengst Delta de l’Autrot SF (2013, MV. Calvaro Z Holst) is goedgekeurd door het Selle Français stamboek, maar van de hengst zijn geen nakomelingen geregistreerd.
De hengst Tao d’Ouilly Z Zang (2013, MV. Quality Touch Z Oldbg) is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek. Zowel het Anglo-Europese stamboek als het KWPN hebben een nakomelingen van de hengst geregistreerd.
Horsetelex registreert sinds november 2013 alle resultaten van de internationale dressuur-, spring- en eventingwedstrijden.
Uit die administratie blijkt tot medio juli 2021 239 nakomelingen van Tinka’s Boy internationaal zijn uitgebracht. Zij hebben samen een winsom van ruim € 2.200.000.
Hierbij moet bedacht worden dat vele nakomelingen van Tinka’s Boy’s al voor november 2013 actief waren in de springsport, zodat het werkelijk aantal nakomelingen in de internationale springsport en vooral de gezamenlijk gewonnen prijzen aanzienlijk hoger zijn dan uit de Horsetelex administratie blijkt.
De meest succesvolle nakomelingen van Tinka’s Boy zijn:
Tinka’s Serenade AES, merrie, 1997, vos, MV. African Drum xx, fokker Sandra Stafford. De merrie is van juli 2009 tot en met januari 2016 uitgebracht in de internationale springsport. In juli 2009 is Anthony Condon (IRL) twee keer met de merrie gestart en daarna is ze steeds uitgebracht door Bill Twomey (IRL). De combinatie is in 2009 tweede geworden in de Grand Prix van Barcelona.
In 2010 is met het Ierse team de landenwedstrijd gewonnen tijdens het CSIO Lummen; is de tweede plaats behaald in de landenwedstrijd in Dublin en de derde in Rome. Individueel zijn de Mercedes Benz prijs in Aken en een wedstrijd in Dublin gewonnen. Ook is de tweede plaats behaald in de World Cup wedstrijd in Londen Olympia en in een wedstrijd in Cannes, de derde in de Grand Prix van Stuttgart en in een wedstrijd in Rio de Janeiro.
Bij de wereldkampioenschappen in Lexington KY is individueel de elfde plaats behaald en met het Ierse team de twaalfde.
In 2011 zijn de Grand Prix van Basel, de Liebherr Prize in Zürich en de Grand Prix van Zürich gewonnen en zijn met het Ierse team tweede plaatsen behaald in de landenwedstrijden in Aken en Dublin. Individueel is in Stuttgart een tweede plaats behaald en in Lyon een derde.
Bij de Europese kampioenschappen in Madrid is individueel de vijftiende plaats behaald en met het Ierse team de achtste.
In 2012 is een tweede plaats behaald in een wedstrijd in Leipzig, een derde in de Grand Prix van Parijs en zijn vierde plaatsen behaald in de Grand Prix’s van Basel en Doha en in de World Cup wedstrijd in Leipzig.
In 2013 is een wedstrijd in Birmingham gewonnen en is de vijfde plaats behaald in een World Cup wedstrijd in Stuttgart. Met het Ierse team is de derde plaats behaald in de finale van de Nations Cup in Barcelona.
In 2014 is een wedstrijd gewonnen in Lummen en is de vijfde plaats behaald in de World Cup wedstrijd in Bordeaux. In de finale van de World Cup in Lyon is de dertigste plaats bereikt.
In 2015 zijn overwinningen behaald in wedstrijden in Dinard en Gijon en is de derde plaats behaald in de Grand Prix van Parijs.
Tinka’s Serenade heeft een winsom van € 838.240.
Sherazade du Gauvaudan SF, merrie, 2006, bruin, MV. Iago C x, fokker S.c.e.a. Les Hunières. De merrie is van februari 2013 tot en met april 2018 door Romain Duguet (SUI) in internationale springwedstrijden uitgebracht.
In 2013 zijn wedstrijden voor young riders in Fontainebleau en Ascona gewonnen en zijn tweede plaatsen behaald in Ascona en Verbier. In 2015 is in Falsterbo de tweede plaats behaald in een puissancewedstrijd en in 2016 zijn de Grand Prix en een tweede wedstrijd in Chevenez gewonnen en is in Falserbo de derde plaats behaald in de Falsterbo Derby. In 2017 zijn de Grand Prix en een tweede wedstrjd gewonnen in Humlikon en is de derde plaats behaald in de Grand Prix van Offenburg. In 2018 is de Grand Prix van Vittel gewonnen en is een tweede plaats behaald in een wedstrijd in Parijs.
Van januari tot september 2019 is Sabrina Crotta (SUI) met Sherazade du Gauvaudan uitgekomen. De combinatie is derde geworden in een jachtwedstrijd in Donaueschingen. In september en oktober 2019 is Christiane Duguet (SUI) met de merrie gestart, waarbij een derde plaats is behaald in Busto Arsizio.
Sherazade du Gauvaudan heeft een winsom van € 141.500.
Handy van HD BWP, merrie, 2007, vos, MV. Nabab de Rêve BWP, fokker Daniël van Hooydonk. De merrie is van december 2015 tot december 2016 door Ann Carton – Grootjans (BEL) in internationale springwedstrijden uitgebracht. De combinatie heeft een vijfde plaats behaald in een wedstrijd in Bonheiden.
Van maart 2017 tot november 2017 is Alberto Michan (MEX) met de merrie uitgekomen, waarbij de vierde plaats is behaald in de Grand Prix van Crete IL In het voorjaar van 2018 is Erynn Ballard (CAN) met Handy van HD gestart, waarbij een overwinning is behaald in een wedstrijd in Caledon ON.
Van september 2018 tot maart 2019 is de merrie gereden door Dayro Arroyave (COL). De combinatie heeft een wedstrijd in Bonheiden gewonnen.
Van april tot december 2019 is Marlon Modolo Zanotelli (BRA) met Handu van HD gestart. De combinatie heeft overwinningen behaald in wedstrijden in Bonheiden en Opglabbeek en is tweede geworden in Bonheiden.
Handy van HD heeft een winsom van € 76.167.
Hocus Pocus de Muze BWP, hengst, 2007, vos, MV. For Pleasure Hann, fokker Joris de Brabander. De hengst is van juli 2015 tot oktober 2018 door Lisa Nooren (NED) in internationale springwedstrijden uitgebracht. In 2017 is met het Nederlandse team de landenwedstrijd gewonnen in het concours voor young riders in Wierden. Individueel zijn overwinningen behaald in wedstrijden in Lier en Opglabbeek en zijn tweede plaatsen behaald in Kronenberg, Lier, Vilamoura en Lichtenvoorde. In 2018 is een wedstrijd gewonnen in Ommen en zijn tweede plaatsen behaald in Gijon en Mâcon-Chaintré. Van november 2018 tot november 2020 is Harry Smolders (NED) met de hengst gestart. In 2018 is een tweede plaats behaald in Maastricht en vanaf eind augustus 2019 is uitsluitend in Amerikaanse wedstrijden gestart. In augustus 2019 is de derde plaats behaald in de World Cup wedstrijd in Langley-Vancouver BC. Ook is in 2019 een tweede plaats behaald in een wedstrijd in Columbus-Johnstown OH. In 2020 is de tweede plaats behaald in de Grand Prix van Columbus-Johnstown OH.
Medio juli 2021 heeft Hocus Pocus de Muze een winsom van € 171.483
Upsilon de la Linière SF, ruin, 2008, vos, MV. Querlybet Hero SBS, fokker Bernard Campagne. De ruin is van juni 2014 tot en met november 2017 door Pierre Cimolai (FRA) in internationale springwedstrijden uitgebracht. In 2014 en 2015 zijn vijf 1.25 m wedstrijden gewonnen, In 2017 is de tweede plaats behaald in de Derby van Le Touquet. Eind 2017 is Penelope Leprevost (FRA) met de ruin gestart en daarna is hij naar de Verenigde Staten verkocht, waar Mclain Ward (USA) verschillende keren met Upsilon de la Linière is uitgekomen. Vanaf januari 2019 is de ruin uitgebracht door Taylor St. Jacques (USA). In 2020 is een derde plaats behaald in een wedstrijd in Wellington FL en in 2021 is de Grand Prix van Lexington KY gewonnen.
Medio juli 2021 heeft Upsilon de la Linière een winsom van € 60l.577.
Mom’s Isaura BWP, merrie, 2008, vos, MV. Darco BWP, fokker Georges de Maertelaere. De merrie is van januari 2015 tot begin januari 2017 door David Quigley (IRL) in internationale springwedstrijden uitgebracht, waarbij Marlon Modolo Zanotelli (BRA) ook enkele keren net de merrie is gestart. Zij heeft in Dublin een wedstrijd voor zeven- en achtjarige paarden gewonnen. Quigley heeft in 2016 met Mom’s Isaura derde plaatsen behaald in de Grand Prix’s van Harthill – Bolesworth en Lier.
Van april tot augustus 2017 tot is Paul Kennedy (IRL) met Mom’s Isaura uitgekomen en daarna is Cameron Hanley (IRL) tot september 2018 met de merrie gestart, In 2017 zijn twee wedstrijden in Arezzo gewonnen en is een derde plaats behaald in Madrid. In 2018 zijn twee wedstrijden in Arezzo en één in Cannes gewonnen en zijn derde plaatsen behaald in wedstrijden in Madrid (2x), Cannes, Aken en Dublin.
Van oktober 2018 tot november 2020 heeft José Antonio Chedraui Prom (MEX) de merrie uitgebracht met een derde plaats in 2020 in de Grand Prix van Leon als beste prestatie. In 2021 is Peter Devos met Mom’s Isaura gestart, waarbij een vijfde plaats is behaald in een wedstrijd in Valkenswaard.
Mom’s Isaura heeft een winsom van € 176.518.
Azilis du Mesnil SF, merrie, 2010, vos, MV. Jarnac SF, fokker Jean-Luc Lebourgeois. De merrie is vanaf februari 2016 door José Diaz Vecino (ESP) in internationale springwedstrijden uitgebracht. In mei 2018 is de tweede plaats behaald in een wedstrijd in Madrid. In de maanden augustus – november 2018 is Carolina Aresu Garcia Obregon (ESP) met de merrie gestart.
In februari 2019 is Azilis du Mesnil verkocht naar de Verenigde Staten. Van februari 2019 is ze uitgebracht door Sydney Shulman (ISR).
In 2019 is een wedstrijd in Harrisburg PA gewonnen en zijn tweede plaatsen behaald in wedstrijden in Traverse City MI en Harrisburg PA.
In 2020 zijn overwinningen behaald in wedstrijden in Wellington FL en Traverse City MI en zijn tweede plaatsen behaald in de Grand Prix van Wellington FL en in wedstrijden in Wellington FL Deeridge Farms en Tryon NC.
In 2021 is een wedstrijd in Wellington FL gewonnen en is de derde plaats behaald in de Grand Prix van Lexington KY.
Medio juli 2020 heeft Azilis du Mesnil een winsom van € 69.922.
In Frankrijk heeft Tina’s Boy een springindex van 112 met een betrouwbaarheid 99 % en een eventingindex van 114 met een betrouwbaarheid van 76 %.
17.1.1. Tinka’s Lad AES 82600297007201
Tinka’s Lad AES (V. Tinka;s Boy KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is in 1997 geboren en is gefokt door M. Marsh.
De moeder van Tinka’s Lad is de bruine merrie Feodora Holst (1980, V. Farnese Holst). Zij is ook de moeder van de hengst Croft Another Love AES (1998, V. Montealban La Silla Oldbg).
Tweede moeder van Tinka’s Lad is de bruine Historie Holst (1971, V. Marlon xx), die een zuster is van de door het Zweedse stamboek goedgekeurde hengst Modesto Holst (1970).
Gerekend over acht generaties heeft Tinka’s Lad een afstamming met 42,2 % Holsteins bloed en 35,9 % Engels- en Arabisch volbloed,
Tinka’s Lad is in 2000 goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek, dat in de jaren 2001 – 2003 zeventien nakomelingen van Tinka’s Lad heeft geregistreerd.
17.1.2. Tamango Westf DE441411909307
Tamango Westf (V. Tinka’s Boy KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is in 2007 geboren en is gefokt door mts. Heinz & Elisabeth Schulte uit Ahlen, dat tussen Warendorf en Hamm in Noordrijn-Westfalen ligt.
De moeder van Tamango is de schimmel merrie Coco Holst sport (1995, V. Carthago Holst) en tweede moeder de bruine Comtess IV Holst (1988, V. Königspark xx).
Gerekend over acht generaties heeft Tamango een afstamming met 48,4 % Engels- en Arabisch volbloed en 28,1 % Holsteins bloed.
Tamango is in januari 2010 in Warendorf goedgekeurd door het Westfaalse- en het Rijnlandse stamboek.
In het najaar van 2010 heeft hij in Warendorf deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 70 dagen, waarbij hij 109,64 punten (2e plaats) voor de dressuur heeft behaald, 104,02 punten (6e plaats) voor het springen en 109,24 punten (3e plaats) voor zijn totale prestatie.
Aan het onderzoek hebben dertien hengsten deelgenomen.
Zowel in 2012 als in 2013 is Tamango beoordeeld tijdens de deelname aan een springconcours, waarbij hij is gewaardeerd met 8,20, respectievelijk 8,30 punten.
In maart 2012 hebben het Oldenburgse stamboek en het Oldenburg-International stamboek Tamango erkend voor de fokkerij.
Tamango is tot en met 2018 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Van de hengst zijn zes fokmerries opgenomen in een Duits stamboek en 31 nakomelingen zijn geregistreerd als wedstrijdpaard. Tot eind 2020 hebben die samen € 6.506 gewonnen.
Tamango heeft een dressuurindex van 104 met een betrouwbaarheid van 75 % en een springindex van 105 met een betrouwbaarheid van 74 %.
17.1.3. Tilippe le Bel SF 25000107418073B
Tilippe le Bel SF (V. Tinka’s Boy KWPN) is een vos hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is geboren op 18 juni 2007 en is gefokt door E.U.R.L. Beligneux le Haras in Servas, dat ten zuiden van Bourg-en-Bresse in het Franse departement Ain ligt.
De moeder van Tilippe le Bel is donkervos merrie Cybele d’Ossau x (1999, V. Dairin x). Zij is ook de moeder van de hengst Top Secret d’Ossau SF (2007, V. For Pleasure Hann), die is goedgekeurd door het Selle Français stamboek.
Tweede moeder van Tilippe le Bel is de vos Frivole x (1971, V. Florestan II x).
Gerekend over acht generaties heeft Tilippe le Bel een afstamming heeft 70,3 % Engels- en Arabisch volbloed.
Tilippe le Bel is sinds januari 2010 in Frankrijk beschikbaar voor de fokkerij, maar na 2017 is hij niet meer gebruikt voor de fokkerij. Er zijn 131 merries met zijn sperma geïnsemineerd. Van Tilippe le Bel zijn in Frankrijk 80 nakomelingen geregistreerd. Daarvan zijn er 48 als halfbloed anglo-arabier geregistreerd, 26 als cheval de selle en één nakomeling is geregistreerd door het Selle Français stamboek. Vijf nakomelingen zij door een stamboek buiten Frankrijk vastgelegd.
Tilippe le Bel heeft in Frankrijk een springindex van 96 met een betrouwbaarheid van 81 %.
17.1.4. Tinka’s Gay AAC 25000107395294L
Tinka’s Gay AAC (V. Tinka’s Boy KWPN) is een vos hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is op 22 april 2007 geboren en is gefokt door Camille Baume uit St. Martin la Pallu, dat circa 15 km ten noorden van Poitiers in het Franse departement Vienne ligt.
De moeder van Tinka’s Gay x is de bruine merrie Kalgoorlie x (1998, V. Jalienny x). Zij is ook de moeder van de hengsten Darshaan Gay x (2013, V. Quick Star SF) en Capitol Gay Z Zang (2014, V. Clinton Holst).
Darshaan Gay x is goedgekeurd door het Franse Anglo-Arabische stamboek en Capitol Gay Z is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek.
Tweede moeder van Tinka’s Gay x is de vos Mirandello x (1989, V. Roslem II x).
Gerekend over acht generaties heeft Tinka’s Gay een afstamming met 70.3 % Engels- of Arabisch volbloed.
Tinka’s Gay x is vanaf januari 2010 in Frankrijk goedgekeurd voor halfbloed (anglo-) arabische paarden.
Tot en met 21 juli 2021 zijn 79 merries geïnsemineerd met zijn sperma en zijn 49 nakomelingen van hem geregistreerd.
Van de nakomelingen zijn er 31 geregistreerd als halfbloed Anglo-arabische paard en dertien zijn geregistreerd door het Zangersheide staboek.
17.1.5. Tinka’s Dream AAC 25000108120440J
Tinka’s Dream AAC (V. Tinka’s Boy KWPN) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is geboren op 23 juni 2009 en is gefokt door Sophie Lagon uit Autingues, dat 15 km ten zuidoosten van Calais in het Franse departement Pas-de-Calais ligt.
De moeder van Tinka’s Dream is de vos Drosera x (2001, V. Fast x) en tweede moeder is de vos Daktara x (1991, V. Crofter xx).
Gerekend over acht generaties heeft Tinka’s Dream een afstamming met 70.3 % Engels- of Arabisch volbloed.
Tinka’s Dream is in Frankrijk vanaf 2011 goedgekeurd voor de productie van halfbloed (Anglo-)Arabische paarden en OC (Origine controlée) paarden.
Tot en met 2020 zijn 31 merries geïnsemineerd met zijn sperma en daaruit zijn veertien veulens geregistreerd.
17.1.6. Vigo Boy du Vernay SF 25000109270724A
Vigo Boy du Vernay SF (V. Tinka’s Boy KWPN) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 20 april 2009 geboren en is gefokt door Anne-Marie Vadot uit Archamps, dat ten zuiden van Genève, vrijwel op de grens tussen Frankrijk en Zwitserland, in Frankrijk ligt.
De moeder van Vigo Boy du Vernay is de bruine merrie Ulla van de Helle BWP (1997, V. Ahorn Z Hann) en tweede moeder is de donkerbruine Olivia van de Helle BWP (1991, V. Feinschnitt I van de Richter Hann).
Gerekend over acht generaties heeft Vigo Boy du Vernay een afstamming met 30,5 % Engels- en Arabisch volbloed, 21,1 % Holsteins bloed, 16,4 % Hannoveraans bloed en 11,7 % Selle Français bloed.
Vigo Boy du Vernay is in januari 2013 in Frankrijk goedgekeurd voor de fokkerij van Arabisch halfbloeds. In januari 2020 heeft het Selle Français stamboek de hengst formeel ook goedgekeurd maar eerder geboren veulens zijn wel geregistreerd..
Tot en met 2020 zijn 38 merries met sperma van Vigo Boy du Vernay geïnsemineerd en zijn 27 veulens van de hengst door het Selle Français stamboek geregistreerd.
Sinds 2017 is Vigo Boy du Vernay door verschillende ruiters in internationale springwedstrijden uitgebracht. Tot medio juli 2021 heeft hij een winsom van € 18.383.
17.1.7. Vip de Cleudrain SF 25000109270716J
Vip de Cleudrain SF (V. Tinka’s Boy KWPN) is een bonte hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 1 mei 2009 geboren en is gefokt door Frederic Couenne uit Treglamus en Valia Couenne uit Coadout. Beide plaatsen liggen in de omgeving van Guingamp in het Franse departement Côtes d’Armor in Bretagne.
De moeder van Vip de Cleudrain is de bonte merrie Ruby de Cleudrain SF (2005, V. Cabdulla du Tillard SF) en tweede moeder is de pony Jasmine de Cleudrain SF (1996, V. Kalem ox). De moederlijn is niet verder bekend.
Gerekend over acht generaties heeft Vip de Cleudrain een afstamming met 38,3 % Engels- en Arabisch volbloed en 18,75 % Trakehner bloed.
Vip de Cleudrain is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek en is vanaf 2011 in Frankrijk beschikbaar geweest voor de fokkerij, waarbij hij natuurlijk heeft gedekt.
Tot en met 2020 zijn 71 veulens van hem geregistreerd. Het Anglo-Europese stamboek heeft daarvan elf veulens geregistreerd, het Selle Français stamboek vijf en 55 veulens zijn geregistreerd als cheval de selle.
18. Ditmar KWPN 528003198500514 Stb
Ditmar KWPN (V. Amor Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm.
Hij is geboren op 6 maart 1985 en is gefokt door A. den Hartog uit Amsterdam.
De moeder van Ditmar is de bruine merrie Viola KWPN keur preferent prestatie (1979, V. Lucky Boy xx).
Volgens een rapportage van het KWPN is Viola een soortige merrie met ras, die iets langer gelijnd kan zijn. De hals is iets aangestoken. Ze heeft een best ontwikkelde schoft en een goede rug- en lendenpartij met een goed gevormde en gespierde croupe. Het voorbeen is iets onderstaand. De gewrichten zouden iets royaler moeten zijn en de kootstanden zijn iets week. Het beenwerk heeft voldoende kwaliteit. Stap en draf zijn goed met een goed gebruik van het achterbeen.
Viola is ook de moeder van de hengst Jacomar KWPN (1991, V. Ramiro Z Holst) en tweede moeder van de hengst Inevitable RS KWPN (2013, V. Diamant de Semilly SF).
Jacomar is goedgekeurd door het KWPN en Inevitable RS door het Anglo-Europese stamboek.
Tweede moeder van Ditmar is de bruine Madam KWPN (1971, V. Uppercut xx).
Gerekend over acht generaties heeft Ditmar een afstamming met 43,75 % Engels volbloed en 24,2 % Holsteins bloed.
Ditmar is in 1988 door het KWPN uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen. Daarbij is Ditmar beschreven als een hengst met veel ras. De voorhand is beknopt; de hals is diep (breed aangezet) en de schoft weinig ontwikkeld.
In het voorjaar van 1988 heeft Ditmar in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen.
Over zijn verrichtingen is gerapporteerd dat Ditmar een vriendelijke, eerlijke en gehoorzame hengst is met een goed humeur.
Aan het begin van het onderzoek is Ditmar zadelmak. Hij is plezierig te rijden en steekt regelmatig de tong uit zijn mond. In de eerste weken van het onderzoek treedt de hengst achter te weinig onder, later is dat beter geworden.
De stap is ruim en krachtig. De draf is voldoende ruim en voldoende regelmatig. De galop is ruim met een goed ritme. Ditmar geeft bij het springen zijn ruiter een goed gevoel. Hij presteert ruim voldoende maar houdt zich nog enigszins vast in de bovenlijn. In het terrein is hij goed ruimend op de sprong.
Ditmar heeft voldoende bereidheid om te werken en ervaart het werk als licht. Hij heeft ruim voldoende aanleg als dressuur-, spring- en terreinpaard. De hengst heeft een rustig stalgedrag. Omdat Ditmar snel last heeft van opstipatiekoliek is vanaf de eerste dag van het onderzoek het ligstro in zijn box vervangen door houtkrullen.
De prestaties van Ditmar zijn gewaardeerd met een acht voor de stap, een 7,5 voor de draf en zevens voor de galop en voor de rijproef. Het springen o/z heeft een acht opgeleverd en het vrij springen een zeven. Het karakter, het stalgedrag en het trainingsrapport zijn allen met een acht gewaardeerd.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Ditmar goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.
In 1988 hebben 29 rijpaardhengsten deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek en daarvan hebben er 25 aan de eindbeoordeling deelgenomen.
Volgens een niet-officiële ranglijst van de verrichtingsjury heeft Ditmar het onderzoek als achtste afgesloten. Het KWPN heeft zestien van de 25 hengsten die aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen, goedgekeurd voor de fokkerij.
In augustus 1990 heeft het KWPN 32 veulens van Ditmar beoordeeld. De veulens waren voor een deel a-select aangewezen door het KWPN en voor een deel uitgezocht door de eigenaar van Ditmar.
Over de beoordeling is gerapporteerd dat van Ditmar royaal ontwikkelde veulens met een fors fundament en goed ontwikkelde gewrichten zijn gepresenteerd. De collectie bestond uit twee groepen aangewezen veulens en twee groepen uitgezochte veulens. In de eerste groep was het type matig, in de tweede groep voldoende tot goed, terwijl de uitgezochte veulens het goede type vertoonden met ras en kwaliteit. In alle gevallen geldt dat de veulens zich in beweging mooier weten te maken.
In de eerste groep lieten de veulens nog wel eens een matig gevormd hoofd zien; in alle andere groepen was dat beter. De hals is goed van lengte, goed gespierd in de bovenlijn, maar dikwijls diep uit de borst komend. De schoft is matig ontwikkeld en zou langer moeten zijn. Bij de veulens in de eerste groep bleek de schouder merendeels kort en recht te zijn. In de overige groepen liepen veulens met voldoende lange schouders, die doorgaans schuiner zouden kunnen liggen. De rug is goed gevormd en gespierd en gaat over in een sterk aangesloten lendenpartij. De croupe is goed gespierd en breed. In de tweede groep kwam nogal eens een ronde croupe voor. Over het geheel genomen zou de croupe meer lengte mogen vertonen. Het voorbeen is nog wel eens strak maar voorzien van een best ontwikkelde voorknie. Het achterbeen is goed gesteld, soms iets recht.
De stap is kort en vlug. De draf bleek bij de veulens in de eerste groep aangewezen veulens matig ruim te zijn, maar voldoende sterk, terwijl de oprichting niet ideaal is. De kracht vanuit de achterhand is echter goed. Bij de drie andere groepen was sprake van goede oprichting en souplesse, niettegenstaande het feit dat ook hier meer schoudervrijheid wenselijk zou zijn.
Op basis van de veulenbeoordeling heeft het KWPN besloten Ditmar te handhaven voor de fokkerij.
In januari 1993 is Ditmar geëxporteerd naar Mexico. Vanaf 1996 is sperma van Ditmar beschikbaar gesteld.
In januari 1998 zijn de fokkerijresultaten geëvalueerd en heeft het KWPN besloten Ditmar te handhaven voor de fokkerij.
Bij een in januari 2002 uitgevoerde evaluatie is Ditmar door het KWPN. afgekeurd voor de fokkerij.
Het KWPN heeft uit 473 dekkingen 185 hengstveulens en 166 merrieveulens geregistreerd.
Van de dochters zijn er 91 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder
19 stermerries en vijf keumerries. Twee dochters zijn prestatiemerrie geworden.
Dochter Helestina KWPN ster sport, 1989, bruin, MV. Notaris KWPN, is de moeder van de hengst Mambo KWPN (1997, V. Lancelot KWPN), die is goedgekeurd door het Mexicaanse stamboek CCDM.
Ditmar heeft een dressuurindex van 78 met een betrouwbaarheid van 90 % en een springindex van 95 met een betrouwbaarheid van 86 %
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel van Ditmar komt naar voren dat relatief veel nakomelingen in het vierkantmodel staan. Ook een zware hoofd-hals verbinding en een korte stap worden regelmatig gezien bij de nakomelingen.
19. El Corona KWPN 528003198601613 Stb.
El Corona KWPN (V. Amor Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 172 cm. Hij is geboren op 14 april 1986 en is gefokt door M.J.Th. van Katwijk uit Uden, dat in het noordoosten van de provincie Noord-Brabant ligt.
De moeder van El Corona is de bruine merrie Torbertha KWPN keur prest (1977, V. Doruto Trak). Zij is ook de tweede moeder van de door het NRPS goedgekeurde hengst San Marino TK Oldbg (2009, V. Spielberg Westf).
De tweede moeder van El Corona is Fabbertha Sgldt kroon (1964,V. Adjudant Sgldt).
Gerekend over acht generaties heet El Corona een afstamming met 24,2 % Trakehner bloed, 24,2 % Holsteins bloed, 15,6 % Engels- en Arabisch volbloed en 10,2 % Gelders bloed.
El Corona is in 1989 op de hengstenkeuring in Utrecht door het KWPN uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
Daarbij heeft het KWPN de hengst beschreven als een grote, forse hengst, die wat hoogbenig aandoet. De voeten zouden royaler kunnen zijn.
In het voorjaar van 1989 heeft El Corona in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Over zijn verrichtingen is gerapporteerd dat El Corona een brutale, gehoorzame en vriendelijke hengst is. Hij is eerlijk en heeft een goed humeur.
Aan het begin van het onderzoek was El Corona licht aangereden. Hij is een sterke hengst die zich goed laat bewerken.
De stap is voldoende. De draf heeft veel ruimte en zeer veel tact en regelmaat. De galop is goed gedragen. Bij het springen presteert hij ruim voldoende. Hij heeft veel vermogen. El Corona toont bij het vrij springen weinig ruggebruik en een matige landing. In het terrein is hij tamelijk kijkerig en wisselt hij goede en minder goede sprongen met elkaar af. Hij heeft een krachtige terreingalop.
El Corona heeft ruim voldoende bereidheid om te werken en ervaart het werk als zeer licht. Hij heeft zeer veel aanleg als dressuurpaard en ruim voldoende aanleg als springpaard.
In het eerste deel van het onderzoek is hij tegenover zijn verzorgers erg brutaal en lastig bij het aandoen van het hoofdstel. Zijn stalgedrag is later verbeterd.
De prestaties van El Corona zijn gewaardeerd met een zes voor de stap. De draf en galop zijn beide gewaardeerd met een 8,5 en de rijproef met een acht.
Het springen o/z heeft een zeven opgeleverd; het vrij springen een 5,5 en de terreinrit een zeven. Het karakter en het stalgedrag zijn beide gewaardeerd met een acht en het trainingsrapport met een negen.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN El Corona goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.
In 1989 hebben 52 rijpaardhengsten deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek en daarvan hebben er 27 aan de eindbeoordeling deelgenomen.
Volgens een niet-officiële ranglijst van de verrichtingsjury heeft El Corona het onderzoek als zevende afgesloten. Het KWPN heeft dertien van de 27 hengsten die aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen, goedgekeurd voor de fokkerij.
In augustus 1991 heeft het KWPN 34 veulens van El Corona beoordeeld. De veulens waren voor een deel a-select aangewezen door het KWPN en voor een deel uitgezocht door de eigenaar van El Corona.
Volgens de KWPN rapportage betrof het een collectie zeer royaal ontwikkelde veulens die voldoende rijtypisch (bij de aangewezen) tot rijtypisch (bij de geselecteerden) zijn gebouwd met ras, kwaliteit en hardheid.
Het hoofd is goed van vorm en expressief. De hals heeft zowel een goede vorm als lengte en gaat over in een goede, lange nek. De schoft heeft vrijwel steeds voldoende lengte, maar is nog iets plat. De schouder kon nog wel eens schuiner liggen, maar heeft wel steeds de goede lengte. De rug is goed gespierd, de lendenpartij evenzo. De croupe is breed en best bespierd maar had in de groep aangewezen veulens nog wel eens langer en hellender mogen zijn. Zowel het voor- als achterbeen zijn goed gesteld met opmerkelijk hard en droog beenwerk en correct afgewerkte gewrichten.
De stap is gewoon, zou even meer ruimte en souplesse kunnen hebben. Bij de aangewezen veulens is als gevolg van het feit dat de veulens zich wat al te uitgelaten gedroegen, de draf herhaaldelijk niet gezien. Bij de uitgezochte veulens was de draf vierkant, sterk met balans en veerkracht, veel oprichting en een krachtig achterbeengebruik.
Na afloop van de beoordeling heeft het KWPN besloten El Corona te handhaven voor de fokkerij.
In maart 1992 is de trailer waarin El Corona werd vervoerd betrokken geraakt bij een verkeersongeluk, waarbij El Corona een rugblessure heeft opgelopen en geëuthanaseerd moest worden.
Het KWPN heeft uit 412 dekkingen 154 hengstveulens en 130 merrieveulens geregistreerd.
Van El Corona zijn 91 dochters als fokmerrie ingeschreven in het stamboek; vijf dochters hebben het elitepredicaat behaald, twaalf dochters zijn keurmerrie geworden en 24 dochters zijn stermerrie geworden.
Daarnaast hebben zes dochters het preferent predicaat behaald en zijn dertien dochters prestatiemerrie geworden.
Dochter Jufeera KWPN ster, 1991, bruin, MV. Nurprimus Hann, is de moeder van de hengst Ufo KWPN (2001, V. Metall KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.
Van de zonen van El Corona zijn Koss KWPN (1992) en Montecristo KWPN (1994) goedgekeurd. Zij worden verderop in de tekst in aparte hoofdstukken besproken.
Acht nakomelingen van El Corona zijn uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden, te weten:
Jardhu KWPN, merrie, 1991, MV. Sultan KWPN, fokker H. Timmers;
Jigger KWPN, merrie, 1991, MV. Game Park xx, fokker J.H. van de Ven
Jiko KWPN (Hiscox Jyko), ruin, 1991, MV. Juburg KWPN, fokker T.H. Reijnen,
ruiter Gill Davidson (GBR);
Jocker KWPN (Alcatraz), ruin, 1991, MV. Transvaal KWPN, fokker P.E. Soethout ruiter Nicky Barrett (GBR); zeges in Hickstead (2007) en Hartpury (2x, 2008);
Joeri T KWPN (Just Fritz), ruin, 1991, MV. Bustron KWPN, fokker W.H.J. Timmers, ruiter Heidi Gaian (USA), zeges Pebble Beach (2005 en 2007);
Kadans KWPN, hengst, 1992, MV. Zeppelin KWPN, fokker P.H.T.M. van der Sanden, ruiter Tom Dvorak (CAN);
Korona KWPN ruin, 1992, MV. Naturel KWPN, fokker J. Paes, ruiter Shannon Dueck (CAN) (25e bij Wereldkampioenschap in 2002 in Jerez)
(Broere) Montecristo KWPN, hengst, 1994, MV. Clavecimbel KWPN, fokker J. Rutten, ruiters Kirsten Beckers (NED) en Ferhat Yavas (TUR).
El Corona heeft een dressuurindex van 133 met een betrouwbaarheid van 92 % en een springindex van 74 met een betrouwbaarheid van 82 %.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel van El Corona komt naar voren dat de nakomelingen vaker dan normaal smalle hoeven hebben. De draf van de nakomelingen is vaak dragend vanuit de achterhand.
19.1. Koss KWPN 528003199212546 Stb
Koss KWPN (V. El Corona KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 16 juli 1992 geboren en is gefokt door Karel van Leijden uit Hengelo, dat tussen Zutphen en Doetinchem in de provincie Gelderland ligt.
De moeder van Koss is de vos merrie Erona KWPN keur preferent prestatie (1986, V. Goudsmid Sgldt). Tweede moeder van Koss is de vos Nannie KWPN keur preferent (1972, Apollo Sgldt). Nannie was in 1982 nationaal kampioen van de basispaarden en ze is ook de moeder van de hengst Bonaire KWPN (1983, V. Commandant Sgldt), die is goedgekeurd door het KWPN.
Gerekend over acht generaties heeft Koss een afstamming met 27,3 % Gelders bloed, 25 % Holsteins bloed. 14,1 % Trakehner bloed, 11,7 % Selle Français bloed en 5,5 % Engels volbloed.
Koss is in 1995 op de hengstenkeuring in ’s-Hertogenbosch door het KWPN uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek voor Gelderse paarden deel te nemen.
Het KWPN heeft Koss daarbij beschreven als een goed ontwikkelde, voldoende langgelijnde hengst met ras en uitstraling. De hengst neigt naar het rijpaardtype.
In 1995 heeft Koss in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek voor Gelderse paarden van 70 dagen.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Koss goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.
In augustus 1996 heeft het KWPN zes veulens van Koss beoordeeld.
Daarbij is vastgesteld dat uit Gelderse merries modern gelijnde Gelderse veulens met ras en een opvallende voorhand zijn geboren. Bij kruisingen met rijpaardmerries gaat te veel van het Gelderse type verloren.
Omdat in 1996 slechts zes veulens van Koss zijn geboren, is in 1997 opnieuw een beoordeling van veulens uitgevoerd. Daarover is gerapporteerd dat van Koss een (uniforme) groep ruim voldoende ontwikkelde veulens is getoond. Het zijn modern gelijnde Gelderse veulens, met veel front, ras en uitstraling. Enkele veulens zouden iets meer rek moeten hebben. In draf spreken de veulens aan door de verhevenheid in de voorhand en het zeer goede gebruik van het voorbeen.
In januari 2005 zijn de fokkerijprestaties van Koss opnieuw geëvalueerd en is besloten Koss te handhaven voor de fokkerij en het keurpredicaat aan Koss toe te kennen.
Daarbij heeft het KWPN gemeld dat Koss de veelzijdigheid van het Gelderse paard bewijst. Hij bereikte zowel in de dressuur als bij het springen de klasse Z.
Koss is gefokt uit een mooie Gelderse stam en geeft zijn kinderen veel snit en bewegingskwaliteit mee. In de dressuur doen zijn nakomelingen het goed. Met name zijn KWPN-goedgekeurde zoon Parcival heeft opvallende prestaties in het ZZ-zwaar behaald. De dressuurindex van Koss is met 144 (btr 46%) dan ook hoog te noemen. De keuringstopper Pamtilde is een van de bekende dochters van Koss.
Op de hengstenkeuring 2006 is het preferent predicaat Koss uitgereikt.
In juli 2006 is Koss op de Dag van het Gelders Paard uitgeroepen tot Gelders Paard van het Jaar.
Op 13 juli 2016 is Koss om gezondheidsredenen op 24-jarige leeftijd geëuthanaseerd.
Het KWPN heeft 196 hengstveulens en 189 merrieveulens van Koss geregistreerd.
Van Koss zijn 93 dochters la fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder 10 elitemerries, elf keurmerries en 36 stermerries. Twee dochters hebben en predicaat preferent behaald.
Van de zonen van Koss zijn Parcival KWPN (1997), Wilson KWPN (2003) en Alexandro P KWPN goedgekeurd voor de fokkerij.
Koss heeft een dressuurindex van 102 met een betrouwbaarheid van 90 % en een springindex van 71 met een betrouwbaarheid van 83 %.
Voor uitgebreide informatie over Koss en zijn nakomelingen wordt verwezen naar de pagina Koss KWPN op deze weebsite.
19.2. Montecristo KWPN 528003199406931 Stb
Montecristo KWPN (V. El Corona KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 171 cm. Hij is op 12 mei 1994 geboren en is gefokt door Jo Rutten uit Hunsel, dat tussen Weert en Roermond in het midden van de provincie Limburg ligt.
De moeder van Montecristo is de bruine merrie Ipolita KWPN ster prestatie (1990, V. Clavecimbel KWPN) en tweede moeder is de vos Napolita KWPN keur preferent prestatie (1972, V. Important KWPN).
Gerekend over acht generaties heeft Montecristo een afstamming met 31,3 % Engels volbloed, 15,6 % Holsteins bloed en 14,8 % Trakehner bloed.
Montecristo is in februari 1997 tijdens de hengstenkeuring in ’s-Hertogenbosch door het KWPN uitgenodigd om deel te nemen aan het verrichtingsonderzoek. Bij de kampioenskeuring van de driejarige rijpaardhengsten is Montecristo als vierde geplaatst.
Het KWPN heeft Montecristo beschreven als een hengst die best in het rechthoekmodel staat. Hij heeft een imponerende voorhand maar doet nog wat jeugdig en hoogbenig aan.
Montecristo heeft in het voorjaar van 1997 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 70 dagen.
Over zijn prestaties is gerapporteerd dat hij een eerlijke en betrouwbare hengst is. Hij heeft veel bereidheid om te werken en laat zich goed bewerken. Montecristo heeft een ruiter met overwicht nodig.
De stap is ruim en vlijtig. De draf is gedragen en heeft veel tact, maar hij zou zich in de bovenlijn iets meer los moeten laten. De galop is goed gedragen met veel tact en zeer veel balans. Montecristo laat zich in dressuur heel goed rijden en zeer gemakkelijk sluiten. Hij heeft een zeer goede zelfhouding.
Montecristo heeft zeer veel aanleg als dressuurpaard en geeft zijn ruiter een zeer goed gevoel.
De hengst springt met een goede voorbeentechniek en voldoende afdruk, maar zou meer moeten basculeren. Hij heeft ruim voldoende vermogen en voldoende aanleg als springpaard. Hij geeft zijn ruiter een voldoende gevoel.
Zijn stalgedrag is normaal.
De prestaties van Montecristo zijn gewaardeerd met een negen voor de stap, een 8,5 voor de draf en negens voor de galop en voor de aanleg als dressuurpaard.
Bij het springen zijn de afdruk en de techniek gewaardeerd met een 6,5; het vermogen met een zeven en de aanleg als springpaard met een 6,5.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Montecristo goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.
In 1997 hebben dertien rijpaardhengsten het volledige verrichtingsonderzoek afgewerkt. In de dressuuronderdelen was Montecristo de hoogst gewaardeerde en bij het springen is hij op de negende plaats gekomen. Het KWPN heeft acht van de dertien hengsten goedgekeurd voor de fokkerij.
In augustus 1998 heeft het KWPN achttien veulens van Montecristo beoordeeld. Daarover is gepubliceerd dat de veulens een voldoende uniforme collectie vormden. De veulens zijn goed ontwikkeld en staan goed in het rechthoekmodel. Het hoofd is soms wat lang. De nek heeft een goede lengte. De hals heeft een goede lengte, staat er goed op en wordt goed gedragen. De bespiering van de bovenlijn is ruim voldoende. De goed ontwikkelde schoft loopt lang door. De schouder heeft een goede lengte en is zeer goed van ligging. De rug is goed van lengte en ruim voldoende van bespiering. Soms is de lendenpartij iets strak. De voldoende lange croupe zou hellender moeten zijn en de staartinplant is tamelijk hoog. De croupe is sterk bespierd, de broekspier loopt ruim voldoende door. Het doorgaans correct gestelde voorbeen heeft een goede lengte, maar is soms iets fijn. Het achterbeen is soms wat lang. De stap heeft voldoende ruimte en souplesse. De veulens draven met een goede houding. Sommige draven goed van de grond, met ruimte en een goed gebruik van het achterbeen. Andere zouden in draf meer ruimte en souplesse en ook een beter gebruik van het achterbeen moeten hebben. De veulens galopperen doorgaans gemakkelijk aan. Ze hebben in galop een zeer goede balans en een zeer goede oprichting. De kwaliteit van de moeders was goed.
Op basis van de veulenbeoordeling heeft het KWPN besloten Montecristo te handhaven voor de fokkerij.
In januari 2002 en januari 2006 heeft het KWPN de fokkerijprestaties van Montecristo geëvalueerd en is in beide gevallen besloten de hengst te handhaven voor de fokkerij.
Montecristo is tot 2006 ingezet voor de fokkerij.
Het KWPN heeft 141 hengstveulens en 117 merrieveulens van Montecristo geregistreerd.
Van de dochters zijn er 76 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder acht elitemerries, vier keurmerries en 19 stermerries.
Acht dochters hebben het preferent predicaat behaald en zes dochters zijn prestatiemerrie geworden.
Van de zonen zijn Ro-lex KWPN (1998), Royality KWPN (1998), Sierappel KWPN (1999), Trudeau KWPN-NA (2000), Grandia’s USA KWPN (2001) en Uswin KWPN (2001) goedgekeurd voor de fokkerij.
De hengsten Ro-lex en Sierappel worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.
De hengst Royality KWPN (1998, MV. Zeppelin KWPN) is goedgekeurd geweest door het Anglo-Europese stamboek, maar van de hengst zijn geen nakomelingen geregistreerd.
De hengst Trudeau KWPN-NA (2000, MV. Jacardo KWPN) is goedgekeurd door het Canadese Sportaarden stamboek. Over zijn fokkerijprestaties is geen informatie beschikbaar.
De hengst Grandia’s USA KWPN (2001, MV. Rivaal KWPN) is goedgekeurd geweest door het Anglo-Europese stamboek. Van de hengst zijn geen nakomelingen geregistreerd.
De hengst Uswin KWPN (2001, MV. Ferro KWPN) is goedgekeurd door het Selle Français stamboek. In 2008 zijn twee merries met diepvriessperma van Uswin geïnsemineerd en dat heeft één geregistreerd veulen opgeleverd.
Onder de naam Broere Montecristo is de hengst in 2005 en 2006 door Kirsten Beckers (NED) in Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht. In 2005 is in Zwolle in een wedstrijd voor hengsten de tweede plaats behaald en in 2006 is in Brede een overwinning behaald in een Grand Prix wedstrijd.
In 2011 is de hengst door Ferhat Yavas (TUR) zonder succes in Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht.
Vier nakomelingen van Montecristo zijn uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden:
Sierappel KWPN, hengst, 1999, bruin, MV. Flemmingh Holst, fokker Nico van Maaswaal; ruiters Muriël de Ruijter (BEL) en Jazmin Yom Tov (HUN);
Special Gift KWPN keur sport, merrie, 1999, bruin, MV. Voltaire Hann, fokker Stoeterij Broere BV; ruiter Liseon Kamper (NED);
Tjechov KWPN, ruin, 2000, vos, MV. Balzflug Trak, fokker G.W. de Breuk – Groenveld, ruiter Jeroen Okkema (NED) en
Ucristo KWPN ster, hengst, 2001, bruin, MV. Enrico x, fokker W.H.M. Ackermans, ruiter Brooke Voldbaek (USA).
Montecristo heeft een dressuurindex van 131 met een betrouwbaarheid van 82 % en een springindex van 67 met een betrouwbaarheid van 82 %.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel komt naar voren dat het merendeel van de nakomelingen van Montecristo goed in het rechthoekmodel staan en een opwaartse romprichting hebben. Een schuine schouderligging, een strak verloop van de rug, een rechte kruisligging, een steile kootstand en hard beenwerk zijn exterieur eigenschappen die vaker dan gemiddeld bij de nakomelingen van Montecristo worden waargenomen. De stap is vaak frans.
19.2.1. Ro-lex KWPN 528003199807887 Stb
Ro-lex KWPN (V. Montecristo KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is geboren op 16 juni 1998 en is gefokt door J.A.G. Sturkenboom – Vernooy uit Odijk, dat ruim vijf km ten oosten van de stad Utrecht in de provincie Utrecht ligt. Oorspronkelijk had de hengst de naam Rolex, maar in 2002 is dat gewijzigd in Ro-lex.
De moeder van Ro-lex is de vos merrie Finckenburgh KWPN keur preferent prestatie sport (1987, V. Winckenburgh KWPN).
Volgens een KWPN-rapportage is Finckenburgh een voldoende ontwikkelde, voldoende rijtypische merrie die voldoende in het rechthoekmodel staat. Het hoofd is sprekend. De nek en hals zijn voldoende van lengte en voldoende van vorm. De hals is horizontaal aangezet. De schoft is goed ontwikkeld en loopt ruim voldoende ver door. De schouder heeft voldoende lengte maar ligt iets steil. De rug is normaal gevormd en voldoende bespierd. De lendenen zijn iets bol en voldoende bespierd. De ruim voldoende bespierde croupe is voldoende van lengte en ligging. De broekspier zou langer door moeten lopen. Het voorbeen is correct gesteld. De koot is iets kort. Het voorbeen zou meer lengte moeten hebben. Het achterbeen is correct gesteld. De voeten zijn ruim voldoende ontwikkeld en de verzenen zijn voldoende ontwikkeld. Het beenwerk is voldoende van omvang en ruim voldoende van kwaliteit.
De stap is zuiver en heeft ruim voldoende ruimte. Het achterbeen zou meer gebogen moeten worden. De draf heeft voldoende ruimte. Er is sprake van voldoende houding, voldoende souplesse en voldoende afdruk.
Tweede moeder van Ro-lex is de bruine merrie Judith KWPN keur preferent prestatie (1968, V. Duc de Normandie SF).
Judith is ook de moeder van de hengst Status KWPN (1976, V. Apalatin SF), die is goedgekeurd door het KWPN.
Gerekend over acht generaties heeft Ro-lex een afstamming met 33,6 % Engels volbloed, 17,2 % Gelders bloed en 16,4 % Selle Français bloed.
Ro-lex is in februari 2001 tijdens de hengstenkeuring in ’s-Hertogenbosch door het KWPN uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
Het KWPN heeft Ro-lex beschreven als een ruim voldoende ontwikkelde, rijtypische, correct gebouwde hengst die goed in het rechthoekmodel staat. Het voorbeen zou iets langer moeten zijn. De hengst beschikt over goede lichaamsverhoudingen en een correct gesteld fundament.
Ro-lex heeft in het voorjaar van 2001 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 70 dagen. Over zijn prestaties is gerapporteerd dat Ro-lex een eerlijke, betrouwbare hengst is. Hij heeft veel bereidheid om te werken en laat zich zeer goed bewerken.
De stap is zuiver en heeft voldoende ruimte. In draf heeft Ro-lex veel ruimte. Hij heeft veel tact en zeer veel souplesse. De hengst heeft ruim voldoende houding en zeer veel afdruk. Hij kan zeer goed schakelen. In galop heeft Rolex een goede ruimte. Hij heeft zeer veel afdruk en veel balans en galoppeert zeer goed gedragen en kan zeer goed sluiten. Als dressuurpaard heeft Rolex zeer veel aanleg en geeft hij zijn ruiter een zeer goed gevoel.
Als springpaard heeft Ro-lex voldoende afdruk. Hij heeft een matige techniek. Ro-lex springt met een lang voorbeen en basculeert matig. Hij maakt de sprong achter voldoende af. Hij lijkt voldoende voorzichtig en toont over matig tot voldoende vermogen te beschikken. Als springpaard heeft Ro-lex matig tot voldoende aanleg en geeft hij zijn ruiter een matig gevoel. Op stal en in de omgang gedraagt hij zich normaal.
De prestaties van Ro-lex zijn gewaardeerd met een 6.5 voor de stap, een 8,5 voor de draf en negens voor de galop en de aanleg als dressuurpaard. Bij het springen is de afdruk gewaardeerd met een zes en is voor de techniek, het vermogen en de aanleg als springpaard drie keer een 5,5, gegeven.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Ro-lex goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.
In 2001 hebben in het voorjaar negen rijpaardhengsten het complete verrichtingsonderzoek afgewerkt, waarbij het KWPN vijf hengsten heeft goedgekeurd voor de fokkerij.
Ro-lex was in de dressuuronderdelen de hoogst gewaardeerde hengst en bij het springen is hij vijfde geworden.
In september 2002 heeft het KWPN tien a-select aangewezen veulens van Ro-lex beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat een collectie voldoende uniforme, voldoende ontwikkelde, rijtypische veulens is getoond, die goed in het rechthoekmodel staan.
Het hoofd is sprekend. De nek is goed van lengte en goed van vorm. De hals is voldoende van lengte, goed gevormd en goed gespierd en wordt in beweging goed gebruikt. De schoft is goed van lengte en voldoende ontwikkeld. De schouder is ruim voldoende van lengte en voldoende van ligging. De rug is goed gevormd en goed bespierd. De lendenen zijn goed gevormd en goed aangesloten. De croupe is voldoende van lengte en voldoende van ligging, maar ligt in enkele gevallen plat. De broekspier is wisselend van lengte. Het voorbeen is van opzij correct gesteld. De voorstand is meermalen frans. Het achterbeen is doorgaans correct gesteld. Het fundament is voldoende ontwikkeld en goed van kwaliteit.
De stap is zuiver en heeft ruim voldoende ruimte. In draf hebben de veulens een goede ruimte, goede afdruk en goede houding. De veulens kunnen goed schakelen. De galop heeft voldoende ruimte, een goede afdruk en een iets strak voorbeen. De veulens kunnen ook in galop goed schakelen.
De kwaliteit van de moeders was wisselend.
Op basis van de veulenbeoordeling heeft het KWPN besloten om Ro-lex te handhaven voor de fokkerij.
In 2007 heeft het KWPN de fokkerijresultaten van Ro-lex geëvalueerd en besloten Ro-lex te handhaven voor de fokkerij.
In 2006 is Ro-lex door zijn eigenaar niet meer beschikbaar gesteld voor de fokkerij en in 2007 is de hengst verkocht naar Zwitserland.
Het KWPN heeft 42 hengstveulens en 41 merrieveulens van Ro-lex geregistreerd.
Van de dochters zijn er negentien als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waaronder drie elitemerries, één keurmerrie en vijf stermerries. Eén dochter is prestatiemerrie geworden.
Ro-lex heeft een dressuurindex van 130 met een betrouwbaarheid van 78 % en een springindex van 70 met een betrouwbaarheid van 60 %.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetische profiel van Ro-lex blijkt dat bij zijn nakomelingen vaak een schuine schouderligging wordt vastgesteld terwijl een recht kruis ook meer dan normaal voorkomt.
19.2.2. Sierappel KWPN 528003199901754
Sierappel KWPN (V. Montecristo KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is geboren op 12 april 1999 en is gefokt door Nico van Maaswaal uit ’t Goy, dat ten zuidoosten van Houten aan het Amsterdam-Rijnkanaal in de provincie Utrecht ligt.
De moeder van Sierappel is de bruine merrie Koberlina KWPN ster preferent prestatie (1992, V. Flemmingh Holst) en tweede moeder is de donkerbruine Claudia KWPN keur preferent prestatie (1984, V. Notaris KWPN).
Claudia is ok de tweede moeder van de hengst I Am London Apple KWPN (2013, V. Glock’s London BWP), die is goedgekeurd door het KWPN en het Saksen-Thüringse stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Sierappel een afstamming met 32.8 % Engels- en Arabisch volbloed en 29,7 % Holsteins bloed.
Sierappel is in 2002 op de KWPN-hengstenkeuring gepresenteerd, waar hij de tweede bezichtiging heeft gehaald. In het voorjaar van 2002 is Sierappel goedgekeurd door het BWP en later is hij ook goedgekeurd door het SBS.
Het BWP heeft in de jaren 2003 – 2009 109 nakomelingen van Sierappel geregistreerd. Het SBS heeft één nakomeling geregistreerd en het KWPN heeft twee hengstveulens van Sierappel geregistreerd.
Sierappel KWPN is in 2012 en 2013 door Muriël de Ruijter (BEL) in Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht. In 2015 en 2017 is Jazmin Yom Tov (HUN) met Sierappel in Grand Prix wedstrijden gestart.
In 2018 en 2019 is de hengst door Gabrielle Érdi (HUN) in internationale dressuurwedstrijden voor young riders uitgebracht. Daarbij is in 2019 zowel individueel als met het Hongaarse team een overwinning behaald in een wedstrijd in Motesice. De combinatie heeft tweede plaatsen behaald in Motesice en Pilisjászfalu.
In 2020 is Noga Kadshai (ISR) met Sierappel gestart in internationale dressuurwedstrijden voor young riders.
Sierappel heeft een winsom van € 962.
Afgesloten op 30 juli 2021.