Skip to content

1962 (Poet xx x Altan Trak)

 

 

 

Samenvatting

 

Marco Polo is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm, die in 1962 in het zuidoosten van Nedersaksen is geboren.
Zijn vader is de in Duitsland gefokte Engels volbloed hengst Poet xx (1941, V. Janitor xx). Hij heeft in de Tweede Wereldoorlog in Duitsland aan negen rennen deelgenomen, waarvan hij er drie heeft gewonnen.

Marco Polo’s moeder is de vos merrie Mirakel Trak (1955, V. Altan Trak).

Toen Marco Polo in 1965 op de NWP-hengstenkeuring in Zuidlaren kwam werd hij uitgejoeld en vergeleken met een geit, maar toen eenmaal bleek dat zijn nakomelingen goed konden springen stonden de fokkers met hun merries in de rij om door hem gedekt te worden.
In het najaar van 1966 nam Marco Polo in Sleen deel aan het eerste centraal gehouden verrichtingsonderzoek van hengsten en sloot dat begin 1967 als winnaar af.

In februari 1998 schreef wijlen Gert van der Veen, destijds directeur van het KWPN,  in “In de Strengen “ in de serie Stempelhengsten onder de titel ”Van verguisde hengst tot begeerde pasja” een portret over Marco Polo en de titel van dat portret geeft precies het levensverhaal  van Marco Polo weer.

Marco Polo heeft 630 nakomelingen nagelaten, waaronder vijftien hengstenmoeders en dertien goedgekeurde hengsten.
Op grond van zijn fokkerijprestaties heeft het KWPN het preferent-predicaat aan hem toegekend.

Enkele van zijn zonen worden hieronder kort aangeduid.

De bonte zoon Ico heeft in Nederland niet veel invloed gehad, maar is verkocht naar Duitsland, waar hij in Hessen een succesvolle hengst is geworden in de fokkerij van bonte paarden. Zelf bracht hij twaalf goedgekeurde zonen en van zijn oudste zoon Nekoma Zw zijn acht hengsten goedgekeurd voor de fokkerij.

Irco Polo heeft vier jaar in Nederland gedekt en is toen verkocht naar Zwitserland, waar hij in de internationale springsport is uitgebracht en is ingezet voor de fokkerij. In 1982 is hij teruggekomen in Nederland om nog enkele jaren in de fokkerij actief te zijn. Zijn belangrijkste fokproduct is de hengst Irco Marco KWPN, die door het Zweedse stamboek is goedgekeurd en daar een eigen hengstenlijn heeft opgebouwd. Irco Marco is ook de vader van de Olympische springpaarden Marcoville SWB en Feliciano SWB.
Elders op deze website wordt op de pagina Irco Polo KWPN uitgebreid ingegaan op de prestaties van Irco Polo en zijn nakomelingen.

Marius is vooral bekend door zijn zoon Milton BWS, die met John Whitaker (GBR) vele successen in de internationale springsport heeft behaald en een winsom heeft van meer van £ 1,25 miljoen.

Legaat is van 1973 tot en met 1995 in Nederland beschikbaar geweest voor de fokkerij. Het KWPN heeft 1892 nakomelingen van hem geregistreerd.

Legaat’s oudste zoon Wandango KWPN (1980) is meer dan 20 jaren actief geweest in de Zwitserse fokkerij. De Legaat zoon Adios KWPN (1982) is negen jaren actief geweest in de KWPN-fokkerij en de jongste goedgekeurde Legaat zoon Gerlinus KWPN (1988) heeft een grote rol gespeeld in de fokkerij van het Groninger Paard stamboek.
Elders op deze website wordt op de pagina Legaat KWPN uitgebreid ingegaan op de prestaties van hem en zijn nakomelingen.

Recruut was in 1978 de hoogst gewaardeerde hengst bij het eerste verrichtingsonderzoek dat in Ermelo werd gehouden. In de fokkerij kreeg hij vooral matige merries aangeboden en werd in 1982 verkocht naar Zwitserland. In 1990 is hij terug in Nederland gekomen en is nog veertien jaar beschikbaar geweest voor de fokkerij. Hij heeft drie preferente dochters en acht prestatiemerrie op zijn naam. Zijn zoon Waverveen is als basispaard goedgekeurd door het KWPN en zijn zoon Mazzel is een succesvolle hengst geworden in de Poolse fokkerij.

 Topas presteerde in 1980 met een 5,5 voor de stap en de galop en een zes voor de draf zeer matig in het verrichtingsonderzoek, maar werd desondanks goedgekeurd door de KWPN-hengstenkeuringscommissie. Omdat de nakomelingen in stap en draf tekort schoten en er ook ten aanzien van het exterieur diverse tekortkomingen waren is Topas in 1986 afgekeurd. Toen zijn nakomelingen goed bleken te presteren in de springsport heeft het KWPN hem weer geaccepteerd voor de fokkerij. Van Topas zijn tenminste dertien nakomelingen uitgekomen in internationale 1.50 m. springconcoursen.

Een aantal nakomelingen van Marco Polo zijn in internationale springconcoursen uitgebracht. De merrie Pybalia KWPN keur (1974, MV. Soliman NWP) is door Philippe Guerdat (SUI) uitgebracht tijdens de Olympische Spelen 1984 in Los Angeles.

Marco Polo is op 21 december 1976 aan een hersenbloeding overleden

 

 

 

Inhoud

 

Voorkomen en afstamming
Vader
Moeder
Fokkerijcarrière
Dochters
Zonen
Nakomelingen in de sport
Succesvolle zonen in de fokkerij

1. Miro NWP 1544 (1966)
2. Ico KWPN 6 Stb / DE 361610149667
2.1. Nekoma Zw  DE 351510013681
2.1.1. Nimbus Ass ZfdP DE 310100063691
2.1.2. Naturell H Zw DE 351510037992
2.1.3. Nebrasco ZfdP DE 310100106192
2.1.4. Nitron ZfdP DE 310100080392
2.1.5. Nock Out ZfdP DE 310100303597
2.2. Feuertanz ZfdP DE 310100015287
3. Interpol KWPN 19 Stb (1967)
4. Irco Polo KWPN 1 Stb (1967)
5. Marius NWP 59BV1496 (1968)
5.1. Gold Hills SHBGB / SSHA  79/113
6. Legaat KWPN 92 Stb (1970)
7. Matador KWPN 124 Stb (1971)
8. Otto KWPN 182 Stb (1973)
9. Plutus 211 Stb (1974)
10. Recruut  KWPN 528003197510918 Stb / 230 Stb
10.1. Waverveen KWPN 528003198000890 Stb
10.2. Mazzel KWPN 528003199404908
10.2.1. Limal SP 616009611009698
11. Salvador KWPN 528003197609135 Stb / 299 Stb
12. Topas KWPN 528003197707426 Stb / 308 Stb
12.1. Kingston KWPN 528003199203342 Stb

 

 

 

 

Voorkomen en afstamming

 

 

Marco Polo Trak 276309090450762 is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is op 26 mei 1962 geboren en is gefokt door K. Rosenau in Brunstein-Northeim, dat circa 20 km ten noorden van Göttingen in het zuidoosten van Nedersaksen ligt.

Gerekend over acht generaties heeft Marco Polo een afstamming met 59,4 % Engels volbloed en 40,6 % Trakehner- en Pruisisch bloed.

 

 

 

Vader

 

 

De vader van Marco Polo is de Engels volbloed hengst Poet xx. Hij is een vos met een stokmaat van 162 cm, die in 1941 is geboren. Hij is gefokt door het Hauptgestut Graditz, dat bij Torgau in het noordwesten van Saksen ligt.

De vader van Poet xx is de donkerbruine hengst Janitor xx (1930, V. Fervor xx). Hij heeft in de jaren 1932 – 1935 in Duitsland twaalf rennen gewonnen over afstanden van 1200 tot 2000 meter en heeft een winsom van circa 80.000 mark.
Na zijn sportcarrière is hij van1936 tot en met 1944 actief geweest in de fokkerij, waarbij 29 merries en 20 hengsten van hem zijn geregistreerd.

De moeder van Poet xx is de bruine merrie Priska xx (1928, V. Dark Ronald xx) en tweede moeder is de bruine Preisfrage xx (1919, V. Caius xx).

Poet xx heeft in de Tweede Wereldoorlog aan negen rennen deelgenomen en won in 1943 de Preis vom Schwarzwald (1000 m) en in 1944 de Henckel Rennen (1600 m) en de Union Rennen (2200 m.). Alle drie rennen zijn verreden in Berlijn-Hoppegarten.

Vanaf 1944 is Poet xx op het Hauptgestüt Graditz ingezet voor de fokkerij. In 1945 heeft hij op het Landgestüt in Harzburg gestaan. Van 1955 tot en met 1959 is hij door het Trakehner stamboek beschikbaar gesteld en vanaf 1960 is hij voor de fokkerij beschikbaar gesteld door het Landgestüt Celle. In 1967 is hij overleden.

Poet xx heeft acht zonen gebracht die zijn ingezet in de fokkerij. In Duitsland zijn van hem 226 nakomelingen geregistreerd.

 

 

Moeder

 

Marco Polo’s moeder is de vos merrie Mirakel Trak (1955, V. Altan Trak). Zij is ook de moeder is van de hengst Morgenglanz Trak (1965, V. Abglanz Trak) en tweede moeder van de hengsten Mikado Trak (1971, V. Kosmos Trak) en Marcellus Trak (1970, V. Impuls Trak).
De door het NWP goedgekeurde broers Grandioos (1963) en Grandeur (1964) zijn zonen van Altan Trak en de hengsten Malachit Trak (1963, V. Major Trak), Fresco Trak (1964, V. Geysir Trak) en de Pelion Trak -zonen Frostwind Trak (1964), Pelikaan/Halewijn Trak (1966) en Intermezzo Trak (1967) zijn kleinzonen van Altan Trak.

Tweede moeder is de vos Mira II Trak (1940, V. Löwenherz Trak). Zij is ook de moeder van de hengsten Absolut Trak (1948, V. Absalon Trak) en zijn broer Oekonom Trak (1951).
Morgenglanz, Mikado, Marcellus, Abslot en Oekonom zijn alle vijf goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Aan de verdere moederlijn van Marco Polo is bijgedragen door de hengsten Pardon O.Pr. (1909), Dornprinz O.Pr, (1920) en Schaumburger O.Pr. (1908).

 

Fokkerijcarrière

In februari 1998 schreef wijlen Gert van der Veen in “In de Strengen “ in de serie Stempelhengsten onder de titel ”Van verguisde hengst tot begeerde pasja” een portret over Marco Polo. Het artikel is te lezen op de site van het Trakehner Contact Nederland. Onderdelen van dit portret zijn in dit overzicht verwerkt.

Marco Polo is naar Nederland gekomen in een tijd dat vooral van uit het toenmalige NWP-stamboek gepropageerd werd dat het landbouwpaard dat tot dusver werd gefokt meer rijpaardallures moest krijgen. Het paard op de boerenbedrijven was inmiddels in vele gevallen vervangen door een tractor en voor de toekomst van de fokkerij was een omschakeling vereist.

Gehoor gevend aan de oproep van het stamboek ging in het najaar van 1964 een groep fokkerijliefhebbers naar de hengstenkeuring van het Trakehner stamboek in Neumünster om te proberen een passende hengst te kopen voor de Noord-Nederlandse fokkerij. Hun oog viel eerst op de hengst Doruto Trak (1962, V. Komet Trak), maar omdat die aan één oog blind was besloot het Trakehner stamboek hem niet goed te keuren, en zocht de Nederlandse aankoopcommissie een andere hengst die door het Trakehner stamboek was goedgekeurd, waarbij ze uitkwamen bij Marco Polo. Voor DM 7.000 konden ze hem meenemen naar Nederland.

Volgens Van der Veen was Marco Polo een “wat smalle, nog onvolgroeide hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij had het type van een bloedpaard met een iets lang middenstuk. Het beenwerk was aan de fijne kant, maar wel glashard. Het voorbeen was wat steil en het hoofd was wat lang. De hals was goed gevormd en ging over in een best ontwikkelde schoft”.

Bij de presentatie van Marco Polo tijdens de NWP hengstenkeuring in Zuidlaren was de kritiek van de bezoekers aan de keuring op de hengst niet van de lucht. Marco Polo leek in de verste verte niet op de doorgaans wat zware NWP-hengsten met veel bot en massa. Marco Polo werd een slungel genoemd en hij werd vergeleken met een geit, die door midden zou breken als hij iets moest trekken.

De groep mensen die Marco Polo naar Nederland hadden gehaald hadden hun zaken met het stamboek echter goed doorgesproken en ondanks de kritiek van de fokkers tijdens de keuring werd Marco Polo goedgekeurd  en kwam hij op het dekstation van De Vries en Kamminga in Surhuisterveen. Marco Polo zou daar zijn hele leven beschikbaar blijven voor de fokkerij.

Gezien de kritiek van de fokkers werd verwacht dat de belangstelling om een merrie te laten dekken door Marco Polo erg gering zou zijn, maar dat viel niet tegen en toen bleek dat de nakomelingen goed konden springen nam de belangstelling fors toe.

Van 5 september 1966 tot 7 november 1966 nam Marco Polo deel aan het eerste door de Commissie Paardengebruik van het Landbouwschap georganiseerde verrichtingsonderzoek. Tot die tijd werden hengsten op vrijwillige basis door hun eigenaren voorbereid op het afleggen van een verrichtingstest die meestal bestond uit een rijproef en een aangespannen proef. In de nieuwe opzet zouden de hengsten centraal bij elkaar worden gebracht, worden getraind en wekelijks beoordeeld door een onafhankelijke jury, die los stond van de hengstenkeuringscommissies van de stamboeken.
Hoewel aanvankelijk ook het VLN had toegezegd met hengsten aan het onderzoek deel te nemen, besloot het VLN-bestuur in 1966 het testen van de hengsten vooralsnog in eigen hand te houden.
De Commissie Paardengebruik had eerst overwogen om het onderzoek op een centraal gelegen plaats in Nederland uit te voeren, waarbij de Flevohof in Biddinghuizen of het Federatie Centrum (KNF) in Oud Leusden bij Amersfoort in gedachten waren, maar nu alleen hengsten van het Noord -Nederlands Warmbloed Paardenstamboek (NWP) aan het onderzoek zouden deelnemen, werd gekozen voor een accommodatie in Sleen.

Aan het eerste onderzoek namen naast Marco Polo ook de hengsten Compliment NWP, Orenus NWP, Sarno NWP, Schout NWP en Staalmeester NWP deel.
Door een kreupelheid kon Marco Polo niet deelnemen aan de eindbeoordeling op 7 november 1966 maar heeft hij het onderzoek afgesloten op 21 januari 1967.

Zijn prestaties zijn gewaardeerd met een 1A premie voor de trekproef en met 8,4 punten voor de dressuurproef en een 7 voor het springen inclusief de terreinrit.
Samen met de hengst Staalmeester was Marco Polo daarmee de hoogst gewaardeerde hengst van het eerste in Nederland gehouden centrale verrichtingsonderzoek.

Ondanks de nodige tegenwind heeft Marco Polo zich bewezen als een producent van paarden met uitstekende karakters en goed springkwaliteiten.

In 1970 heeft Marco Polo het keurpredicaat ontvangen en dat is in 1972 gevolgd door de preferent verklaring.

Marco Polo is op 21 december 1976 aan een hersenbloeding overleden. Van hem zijn 630 nakomelingen geregistreerd.


Dochters

Vijftien dochters van Marco Polo zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Halassy NWP, 1966, bruin, MV. Camillo NWP, is de moeder van de hengst Avenir KWPN (1982, V. Nimmerdor KWPN), die is goedgekeurd door het Italiaanse Sportpaarden stamboek;

Itonia KWPN keur, 1967, bruin, MV. Tamboer Sgldt, is de moeder van de hengst Magnaat KWPN (1971, V. Magneet Trak), die is goedgekeurd door het KWPN;

Carolientje NWP ster preferent prestatie, 1968, zwartbruin, MV. Sinaeda NWP, is de moeder van de hengst Zandor KWPN (1981, V. Nimmerdor KWPN), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek;

Frederique NWP keur preferent, 1968, bruin, MV. Koridon xx, is de moeder van de hengst Obarry KPN (1973, V. Komeet Holst), die is goedgekeurd door het KWPN;

Flyer NWP prestatie, 1969, vos, MV. Lindberg Oldbg, is de moeder van de hengst Concorde KWPN (1984, V. Voltaire Hann), die is goedgekeurd door het KWPN, het Holsteinde-, Rijnlandse-, Selle Français- en het Italiaanse Sportpaarden stamboek;

Mia KWPN, 1971, vos, MV. Fresco Trak, is de moeder van de hengst Lorenzo KWPN (1993, V. Concorde KWPN), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek;

Morgenster KWPN keur preferent prestatie, 1971, schimmel, MV. Sinaeda NWP, is de moeder van de hengst Maltstriker KWPN (1978, V. Abgar xx), die is goedgekeurd door het Ierse Sportpaarden stamboek;

Nelocia KWPN prestatie, 1972, donkerbruin, MV. Fresco Trak, is de moeder van de hengst Renkum Valentino KWPN (1996, V. Concorde KWPN), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek;

Nobalia KWPN ster preferent, 1972, bruin, MV. Sinaeda NWP, is de moeder van de hengst Constant KWPN (1984, V. Exkurs xx), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek;

Olympia KWPN keur preferent prestatie, 1973, MV. Magneet Trak, is de moeder van de hengst Ludiek KWPN (1993, V. Faldo KWPN), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek;

Paola KWPN ster preferent, 1974, MV. Polaris Holst, is de moeder van de hengst Intellect KWPN (1990, V. Nimmerdor KWPN), die is goedgekeurd door het Deense stamboek;

Patroeska KWPN ster prestatie, 1974, bruin, MV. Sinaeda NWP, is de moeder van de hengst Jarouska KWPN (1991, V. Palfrenier KWPN), die is goedgekeurd door het Noordeuropese Warmbloed Paard;

Rikina KWPN ster preferent, 1975, bruin, MV. First Trial xx, is de moeder van de hengst Zeno KWPN, (1981, V. Oldenburg Oldbg), die is goedgekeurd door het KWPN;

Silja KWPN keur preferent, 1976, bruin, MV. Polaris Holst, is de moeder van de hengsten Glendale KWPN (1988, V. Nimmerdor KWPN) en zijn broer Nintendo K KWPN (1991). Glendale is goedgekeurd door het KWPN en Nintendo K door het Saksen-Anhalt stamboek en

Soraya KWPN keur preferent, 1976, schimmel, MV. Amor Holst, is de moeder van de hengst Zadok KWPN (1981, V. Nimmerdor KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN en het Anglo-Europese stamboek.

De hengsten Zep KWPN (1981, V. Goudsmid KWPN), Giorgio KWPN (1988, V. Wellington KWPN), Laroche KWPN (1993, V. Concorde KWPN), Nijinski KWPN (1995, V. Libero Holst) en zijn broer Ustinov KWPN (2001) hebben een dochter van Marco Polo als tweede moeder.

 

Zonen

De zonen Miro NWP, Monarch NWP, Ico KWPN, Interpol KWPN, Irco Polo KWPN, Marius NWP, Legaat KWPN, Matador KWPN, Otto KWPN, Plutus KWPN, Recruut KWPN, Salvador KWPN en Topas KWPN zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

Met uitzondering van Monarch, die niet in de fokkerij actief is geweest maar in de dressuursport terecht is gekomen, worden genoemde zonen verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

 

Nakomelingen in de sport

Veel nakomelingen van Marco Polo hebben goed gepresteerd in de internationale springsport.
Voorbeelden daarvan zijn:

Irco Polo KWPN (1967, MV. Sinaeda NWP), die door Paul Weier (SUI) in internationale springwedstrijden is uitgebracht en tevens is ingezet voor de fokkerij;

Marius NWP (1968, MV. Sinaeda NWP), die door Caroline Bradley (GBR) in vele internationale wedstrijden is uitgebracht en onder andere de Grand Prix van Birmingham en de Queen Elisabeth II Cup won. In 1977 is Marius in het Verenigd Koninkrijk tot Horse of the Year uitgeroepen;

Pierrot KWPN (1974, MV. Farn Holst), die door Emile Hendrix in World Cup springconcoursen is uitgebracht en

Pybalia KWPN keur (1974, MV. Soliman NWP), die door Philippe Guerdat (SUI) is uitgebracht tijdens de Olympische Spelen 1984 in Los Angeles en daar met het Zwitserse team de vijfde plaats in de landenwedstrijd heeft behaald. In 1985 is bij het Europees kampioenschap in Dinard individueel de twaalfde plaats behaald, terwijl met het Zwitserse team in de landenwedstrijd de zilveren medaille is gewonnen.


Succesvolle zonen in de fokkerij

1.  Miro NWP 1544 (1966)

 

Miro NWP (V. Marco Polo Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is op 25 maart 1966 geboren en is gefokt door B. Kamminga uit Augustinusga, dat tien km ten noorden van Drachten in de provincie Friesland ligt.
De moeder van Miro is de donkerbruine merrie Ogienna NWP model preferent (1962, V. Sinaeda NWP) en tweede moeder is de zwarte Ariana NWP (1955, V. Gouverneur NWP).

Gerekend over acht generaties heeft Miro een afstamming met 28,1 Engels volbloed, 26,6 % Oldenburgs bloed, 21,9 % Trakehner bloed en 12,5 % Holsteins bloed.

Miro is in 1969 goedgekeurd door het NWP en is tot en met 1972 actief geweest in de fokkerij. Van hem zijn 17 nakomelingen geregistreerd.

Twee dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Omira KWPN ster preferent prestatie, 1973, is de moeder van de hengst Fine Art KWPN (1987, V. Samber KWPN), die in de Verenigde Staten is ingezet voor de fokkerij;

Oria KWPN, 1973, vos, MV. Spartaan NW, is de moeder van de hengst Acrobaat KWPN (1985, V. Abgar xx), die is goedgekeurd door het NRPS.

Dochter Nerma KWPN preferent, 1972, schimmel, MV. Rigoletto Holst, is de tweede moeder van de hengsten Armstrong KWPN (1982, V. Ramiro Z Holst) en zijn broer Rolando KWPN (1983). Armstrong is goedgekeurd door het KWPN en Rolando door het BWP en het Oldenburgse stamboek.

 

2.  Ico KWPN 6 Stb / DE 361610149667

Ico KWPN (V. Marco Polo Trak) is een bonte hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 18 april 1967 geboren en is gefokt door P. Overzet uit Opende, dat in het Westerkwartier in het zuidwesten van de provincie Groningen ligt.
De moeder van Ico is de bonte merrie Sonja NWP ster (1963, V. Sinaeda NWP) en tweede moeder is de bonte Luci NWP (1958, V. Fidalgo NWP). De moederlijn is verder grotendeels onbekend.

Gerekend over acht generaties heeft Ico een afstamming met 28,1 % Engels volbloed, 21,9 % Trakehner bloed, 15,6 % Oldenburgs bloed, 12,5 % Holsteins bloed en 12,5 % is onbekend.

Ico is in januari 1970 in Zuidlaren goedgekeurd door het KWPN. Daarbij is opgemerkt dat het type voldoende goed is; de schouder en schoft zijn goed van bouw en ligging. De stand van het achterbeen kan beter. Het fokken van bonte veulens in stamboekverband behoort met de goedkeuring van Ico weer tot de mogelijkheden.

Van 14 oktober tot 11 december 1970 heeft Ico in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. Daarbij is hij gewaardeerd met een zeven voor de conditie, 7,23 voor de rijproef, een acht voor het vrij springen en een zes voor het springen ohz., een acht voor de terreinproef en een vijf voor de algemene indruk. Wegens langdurig verzet en ongehoorzaamheid bij de trekproef, is voor de trekproef geen cijfer gegeven. In totaal kwam Ico daarmee op 116,69 punten. Doorgaans waren 120 punten nodig om goedgekeurd te blijven, maar dat gold kennelijk niet voor Ico.

Bij de hengstenkeuring in januari 1971 in Zuidlaren wordt Ico in de zadelrubriek als zesde geplaatst van de acht deelnemende hengsten met als commentaar “heeft het sinds vorig jaar in type goed gedaan, kon in de onderdanen nog wel even anders”. Het is meer een commentaar bij een exterieurkeuring dan bij een zadelrubriek.

Bij de hengstenkeuring in 1972 in Zuidlaren is hij in de zadelrubriek als vierde van zes hengsten geplaatst, met als commentaar: “De bewegingen zijn goed, De hengst verzet zich nog tegen de hand van de ruiter”.

Bij de hengstenkeuring in 1973 in Zuidlaren is hij in de zadelrubriek als vijfde van acht hengsten geplaatst met als commentaar “In draf niet aan het bit. Stap en galop goed”.

In de loop van 1973 is Ico aan hengstenhouderij Himmelreich in Dornburg in Hessen verkocht.

Het KWPN heeft volgens het Hengstenboek van Eisma 68 veulens geregistreerd.
In Duitsland is Ico tot en met 1993 actief geweest in de fokkerij en zijn 234 nakomelingen van hem geregistreerd.
Van de nakomelingen zijn er 117 geplaatst is wedstrijden.

Vijf dochters van Ico zijn moeder geworden van een goedgekeurde hengst:

Inselkönigin Hess, 1984, bont, MV. onbekend, is de moeder van de hengst Chromico ZfdP (1987, V. Chromatic xx), die is goedgekeurd door het Hessische- en het ZfdP stamboek;

Indian Dream ZfdP staatspremiemerrie, 1989, bont, MV. Seydlitz Westf, is de moeder van de hengsten Sempatico M ZfdP (1999, V. Semper Oldbg), Spirit M ZfdP (2002, V. Sambuco B KWPN), Chess M ZfdP (2004, V. Camaro Trak) en D’Agostini S ZfdP (2008, V. Don Corazon Hann), die alle vier zijn goedgekeurd door het ZfdP;

Indira Ghandi ZfdP, 1989, vos, MV. Mustafa Trak, is de moeder van de hengst Nebor ZfdP (1994, V, Nimbus Ass ZfdP), die is goedgekeurd door het ZfdP;

Indra ZfdP, 1980, bont, MV. Aufstieg Hann, is de moeder van de hengst Samico Hess,(1994, V. Samber KWPN), die is goedgekeurd door het ZfdP, het Westfaalse-, Rijnlandse-, Oldenburgse- en Beierse stamboek en

Impalla Zw, 1993, bont, MV. Colorado Holst, is de moeder van de hengst Saintico Westf (2007, V. Samico Hess), die is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek.

Van Ico’s zonen zijn Nekoma Zw (1981), Feuertanz ZfdP (1987), Ico Sun ZfdP (1987, MV. Sarastro xx), Intakt ZfdP (1987, MV. Ali Baba ox), Ilasso ZfdP (1988, MV. Lasso Hann), Intschuschuna Hess (1988, MV. Traumulus Hann), Juvenalis Hess (1988. MV. onbekend), Stanhope’s Diddicoy Hess (1988, MV. Gottward Hann), Ico II Hess (1990. MV. Apoll Hann), Icon Zw (1990, MV. Widerruf Hann), Illusion ZfdP (1992, MV. Fähnrich Trak) en Irco Pino H ZfdP (1992, MV. Behring Hann) goedgekeurd voor de fokkerij.

Van genoemde hengsten hebben alleen Nekoma en Feuertanz meer dan vijftien geregistreerde nakomelingen. Zij worden verderop in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

2.1.  Nekoma Zw  DE 351510013681 

 

Nekoma Zw (V. Ico KWPN) is een zwartbonte hengst met een stokmaat van 173 cm. Hij is in 1981 geboren en is gefokt door Karl Düster uit Montabauer, dat circa 15 km ten noordoosten van Koblenz in Rijnland-Palts ligt.
De moeder van Nekoma is de bonte merrie Harmonie Hess (1969. V. Edelmann xx) en tweede moeder is de bruine Halla Hess (1959, V. Carlos Hess).

Gerekend over acht generaties Nekoma een afstamming met 39,1 % Engels volbloed, 16,4 % Oldenburgs bloed en 12,5 % Trakehner bloed. Van de afstamming van Nekoma is 18,75 % onbekend.

Nekoma is in mei 1988 goedgekeurd door het ZfdP. Hij is tot 1997 in Duitsland actief geweest in de fokkerij. Van hem zijn 98 nakomelingen geregistreerd.

Van 1999 tot 2003 is hij in Oostenrijk ingezet voor de fokkerij, waar enkele nakomelingen van hem zijn geregistreerd.

Acht zonen van hem zijn goedgekeurd voor de fokkerij: New Fashion I Zw (1991), Nimbus Ass ZfdP (1991), Nuredin ZfdP (1991), Naturell H Zw (1992), Nebrasco ZfdP (1992), Nitron ZfdP (1992), Nugget ZfdP (1994) en Nock Out ZfdP (1997).

Nekoma is door Jürgen Kenn (GER) in internationale springwedstrijden uitgebracht, waarbij vooral in puissancewedstrijden successen zijn behaald.
Nekoma heeft een winsom van € 9.073.

De hengsten New Fashion I Zw (MV. Gelria Trak), Nuredin ZfdP (MV. Ozean xx) en Nugget ZfdP (MV. Behring Hann) hebben ieder slechts enkele nakomelingen en hebben in de fokkerij geen rol gespeeld.

De overige Nekoma-zonen worden hierna in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

2.1.1. Nimbus Ass ZfdP DE 310100063691 

Nimbus Ass ZfdP (V. Nekoma Zw) is een bruinbonte hengst die op 11 april 1991 is geboren. Hij is gefokt door Friedel Strub uit Ludwigshafen, dat in Rijnland-Palts, bij Mannheim op de westelijke oever van de Rijn ligt.
Nimbus Ass is een broer van de hengst Nebrasco ZfdP (zie hfdst. 2.1.3.)
De moeder van beide hengsten is de vos merrie Ballerina Hann (1981, V. Bolero Hann). Zij is ook de moeder van de hengst Batida de Coco ZfdP (1998, V. Sirius Son ZfdP), die is goedgekeurd door het ZfdP.

Tweede moeder is de vos Hannchen Hann (1968, V. Hassan ox), die ook de moeder is van de hengst Grand Hand Hann (1975, V. Grande Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Nimbus Ass een afstamming met 64,1 % Engels- en Arabisch volbloed.

Nimbus Ass is in maart 1994 goedgekeurd door het ZfdP en is tot en met 1996 actief geweest in de fokkerij. Van hem zijn 21 nakomelingen geregistreerd, waaronder zijn zoon Nebor ZfdP (1994, MV. Ico KWPN (!)), die is goedgekeurd door het ZfdP.
Nebor is in M-springwedstrijden uitgebracht en heeft een winsom van € 5.700.

Nebor is de vader van de hengst Nonkorformist Zw (2011, MV. Heraldik xx), die is goedgekeurd door het ZfdP, het Duitse Sportpaarden stamboek, het Stamboek voor Paarden met een Arabisch afstamming, het Arabische Paarden stamboek en het Stamboek voor bonte paarden en speciale rassen.
Van Nebor zijn zes nakomelingen bekend en van Nonkonformist zeven.


2.1.2. Naturell H Zw DE 351510037992

Naturell H Zw (V. Nekoma Zw) is een bruin bonte hengst die in 1992 is geboren. Hij is gefokt door Michael Sucke.
Naturell H is een broer van de hengst New Fashion I Zw (1991), die niet veel aan de fokkerij heeft bijgedragen.
De moeder van beide hengsten is de vos merrie Grittly Hess (1984, V. Gelria Trak) en tweede moeder is de bruine Wanou Hann (1973, V. Waidmannsdank xx).

Wanou is ook de moeder van de hengst Deichgraf Hess (1986, V. Donar Hess), die is goedgekeurd door het Hessische- en het Hannoveraanse stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Naturell H een afstamming met 50,8 % Engels- en Arabisch volbloed en 24,2 % Trakehner bloed.

Naturell H is in november 1995 goedgekeurd door het ZfdP en in december 1996 door het Hessische stamboek.

In het voorjaar van 1997 heeft hij in Neustadt/Dosse deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen, waar hij 71,90 punten (33e plaats) heeft behaald voor de dressuur, 100,98 punten (18e plaats) voor het springen en 88,76 punten (30e plaats) voor zijn totale prestatie. Aan het onderzoek hebben 36 hengsten meegedaan.

Naturell H is van 1996 tot en met 2003 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van hem zijn 28 nakomelingen geregistreerd. Veertien nakomelingen hebben prijzen gewonnen in wedstrijden.


2.1.3.  Nebrasco ZfdP DE 310100106192

Nebrasco ZfdP (V. Nekoma  Zw) is een bruin bonte hengst die op 20 april 1992 is geboren. Hij is gefokt door Ute Berr uit Allersberg, dat circa 25 km ten zuiden van Neurenberg in Beieren ligt.
Nebrasco is een broer van de hengst Nimbus Ass ZfdP (zie hfdst. 2.1.1.).
De moeder van beide hengsten is de vos merrie Ballerina Hann (1981, V. Bolero Hann). Zij is ook de moeder van de hengst Batida de Coco ZfdP (1998, V. Sirius Son ZfdP), die is goedgekeurd door het ZfdP.

Tweede moeder is de vos Hannchen Hann (1968, V. Hassan ox), die ook de moeder is van de hengst Grand Hand Hann (1975, V. Grande Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Nebrasco een afstamming met 64,1 % Engels- en Arabisch volbloed.

Nebrasco is in mei 1995 goedgekeurd door het ZfdP. Hij heeft in de zomer van 2000 in Münster-Handorf deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen, waar hij 114,86 punten (6e plaats) heeft behaald voor de dressuur, 107,75 punten (11e plaats) voor het springen en 114,38 punten (8e plaats) voor zijn totale prestatie.

Nebrasco is van 1996 tot en met 2021 beschikbaar geweest voor de fokkerij, waarbij in de jaren 2006 – 2010 geen nakomelingen van hem zijn vastgelegd. Van hem zijn 26 nakomelingen geregistreerd. Circa de helft van de nakomelingen is gefokt door Ute Berr, die ook de fokker van Nebrasco is.
Acht nakomelingen hebben in wedstrijdverband prijzen gewonnen.

2.1.4.  Nitron ZfdP DE 310100080392  

Nitron ZfdP (V. Nekoma Zw) is een bonte hengst die in 1992 is geboren. Hij is gefokt door Johannes Helleberg uit Oeventrop, dat bij Arnsberg (Sauerland) in Noordrijn-Westfalen ligt.
De moeder van Nitron is de zwarte merrie Kyra Hann (1986, V. Königstreuer xx) en tweede moeder is de zwarte Pergula Westf (1978, V. Primus Westf).

Gerekend over acht generaties heeft Nitron een afstamming met 50,8 % Engels volbloed en 13,3 % Hannoveraans bloed.

Nitron is in februari 1995 goedgekeurd door het ZfdP en het Saksen-Thüringse stamboek.
In de zomer van 1996 heeft hij in Medingen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarbij heeft hij 103,06 punten (10e plaats) behaald voor de dressuur, 118,74 punten (6e plaats) voor het springen en 114,79 punten (6e plaats) voor zijn totale prestatie.

Nitron is tot op 1.35 m- niveau uitgebracht in de springsport en heeft € 3.804 gewonnen.

Nitron is van 1995 tot en met  2009 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van hem zijn 25 nakomelingen geregistreerd, waarvan er dertien in wedstrijden prijzen hebben gewonnen.


2.1.5. Nock Out ZfdP DE 310100303597

Nock Out ZfdP (V. Nekoma Zw) is een bruin bonte hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 25 juli 1997 geboren en is gefokt door Bernt-Dieter Kuhlmann uit Wanderup, dat circa 15 km ten zuiden van Flensburg in Sleeswijk-Holstein ligt.
De moeder van Nock Out is de bruine merrie Luzi Badwu (1993, V. Le Champion  Holst) en tweede moeder is de bruine Baronin Oldbg (1970, V. Donauwind Trak).

Gerekend over acht generaties heeft Nock Out een afstamming met 35,2 % Engels- en Arabisch volbloed, 17,2 % Trakehner bloed, 15,6 % Holsteins bloed.

Nock Out is in februari 2000 goedgekeurd door het Sleeswijk-Holstein stamboek. In januari 2001 heeft hij in Neustadt/Dosse een test van 30 dagen voor pony’s en kleine paarden afgelegd en daarbij 106,43 punten (13e plaats) behaald.
Ook het Holsteinse-, Oldenburgse-, Oldenburg-International-. Anglo-Europese-, Selle Français- en het Britse Sportpaarden stamboek hebben Nock Out goedgekeurd.

Nock Out is van 2000 tot 2013 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van hem zijn achttien nakomelingen geregistreerd, waarvan er zes in wedstrijden prijzen hebben behaald.

Zijn zoon Nacho van Erpekom Z Zang (2011, V. Udarco van Overis BWP) is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek. Het stamboek heeft twee nakomelingen van hem geregistreerd. Ook het Zangersheide stamboek heeft twee nakomelingen geregistreerd en het BWP één.

.Nock Out is in de jaren 2005 – 2007 door Marcel Buchheim (GER) in 1,40 m. springwedstrijden uitgebracht en heeft een winsom van € 5.515.

2.2. Feuertanz ZfdP DE 310100015287

Feuertanz ZfdP (V. Ico KWPN) is een bonte hengst die in 1987 is geboren. Hij is gefokt door Philipp Steinmann.

De moeder van Feuertanz is de schimmel staatspremiemerrie Haida Trak (1973, V. Keystone Pride draver) en tweede moeder is de zwarte Querelle Trak (1958, V. Quintillano draver).

Gerekend over acht generaties heeft Feuertanz een afstamming waarvan 34,4 % onbekend is. Wel bekend zijn 22,9 % draverbloed, 12,5 Engels volbloed en 12,5 % Trakehner bloed.

Feuertanz is in november 1989 goedgekeurd door het ZfdP en is van 1989 tot en met 2000 actief geweest in de fokkerij.
Van hem zijn 33 nakomelingen geregistreerd, waarvan er acht prijzen hebben gewonnen in sportwedstrijden.

3. Interpol KWPN 19 Stb (1967)

 

Interpol KWPN (V. Marco Polo Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 15 mei 1967 geboren en is gefokt door J.Y. de Vries in Surhuisterveen, dat enkele kilometers ten noorden van Drachten in de provincie Friesland ligt.
De moeder van Interpol is de bruine merrie Yranta NWP model preferent (1954, V. Commandeur NWP). Zij is ook de moeder van de hengsten Spartaan NWP (1961, V. Sinaeda NWP) en zijn broer Staalmeester NWP (1962), die beide zijn goedgekeurd door het NWP.

Tweede moeder is de bruine Meranta NWP (1949, V. Rembrandt Oldbg).

Gerekend over acht generaties heeft Interpol een afstamming met 35,9 % Oldenburgs bloed, 28,1 % Engels volbloed en 21,9 % Trakehner bloed.

Interpol is in februari 1970 in Utrecht goedgekeurd door het KWPN. Gemeld is dat het type goed is en dat hij ook voldoende goed is ontwikkeld. De bewegingen konden wat ruimer zijn. Hij is wat onrustig in de keuringsbaan. Interpol is als 13e van de 15 goedgekeurde rijpaardhengsten geplaatst.

In het najaar van 1971 heeft hij in het najaar in Deurne een verrichtingsonderzoek van negen weken afgewerkt. Daarbij heeft hij een acht voor de conditie, 8.75 punten voor de rijproef, negen punten voor het vrij springen en acht punten voor het springen o.h.z., 7,1 punten voor de trekproef, acht punten voor de terreinrit en acht punten voor de algemene indruk. Totaal is Interpol uitgekomen op162,55 punten.
Bij zijn prestatie heeft de verrichtingsjury meegedeeld dat Interpol een zeer goede verrichting heeft getoond. Hij kon meer ruimte hebben, vooral in stap. Lief karakter, prima terreinpaard, kon iets vlakker zijn.

In 1971 hebben 28 hengsten deelgenomen aan de verrichtingsonderzoeken in Sleen, Deurne en Emmeloord. Interpol is in puntenaantal als negende geëindigd.

Op de KWPN-hengstenkeuring in Utrecht in 1972 is Interpol als achtste van 16 rijpaardhengsten geplaatst. De hengstenkeuringscommissie heeft gemeld dat ook Interpol behoorde tot de beteren in de verrichtingen. Qua exterieur heeft hij zich sinds vorig jaar goed ontwikkeld.

In de rijpaardrubrieken voor fokhengsten tijdens de hengstkeuringen in 1971, 1972 en 1973 is hij als tweede, vierde en vijfde geplaatst.

Interpol is vanaf 1970 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het hengstenstation van de heer P.A. van Lier in Oud Gastel. In de jaren 1970  – 1972 dekte hij circa 100 merries per jaar. In 1973 is dat teruggelopen naar 24 merries en in 1974 is hij niet meer beschikbaar gesteld. Van hem zijn 229 veulens geregistreerd.

Dochter Patricia KWPN, 1974, donkerbruin, MV. Talisman xx, is de moeder van de hengst Pinschallah KWPN (1979, V. Procureur Oldbg), die is goedgekeurd door het NRPS.

 

4.  Irco Polo KWPN 1 Stb (1967)

Irco Polo KWPN (V. Marco Polo Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 6 mei 1967 geboren en is gefokt door S.J. Hulshoff uit Surhuizem, dat ruim tien km ten noorden van Drachten in de provincie Friesland ligt.
De moeder van Irco Polo is de donkerbruine merrie Lottie NWP model preferent prestatie (1960, V. Sinaeda NWP). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Jarouska KWPN (1991, V. Palfrenier KWPN), die is goedgekeurd door het Noordeuropese Warmbloed Paardenstamboek.

Tweede moeder is de zwarte Wiena NWP (1953, V. Commandeur NWP).

Gerekend over acht generaties heeft Irco Polo een afstamming met 28,1 % Engels volbloed, 24,2 % Oldenburgs bloed, 21,9 % Trakehner bloed en 12,5 % Holsteins bloed.

Irco Polo is in het voorjaar van 1970 in Zuidlaren goedgekeurd door het KWPN, waarbij hij als eerste is geplaatst van zes goedgekeurde hengsten. De jury heeft aangegeven dat hij veel klasse heeft en mooi van type is.
In het najaar van 1970 heeft hij van 14 oktober tot 11 december in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. Daarbij heeft hij een acht gekregen voor de conditie, 8,64 punten voor de dressuurproef,  een negen voor het vrij springen en een acht voor het springen o.h.z., 7,3 voor de trekproef, een 9,5 voor de terreinrot en een acht voor de algemene indruk. In totaal behaalde hij 167,29 punten.

In 1970 hebben 39 rijpaardhengsten deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek in Sleen, Deurne en Emmeloord, waarbij Irco Polo in punten als derde is geëindigd.

Op de KWPN-hengstenkeuring 1971 in Utrecht is hij van 16 rijpaardhengsten als vierde geplaatst. De hengstenkeuringscommissie heeft daarbij gemeld dat het soort en de bewegingen goed zijn en de verrichtingen eveneens.
In de zadelrubriek is hij als vierde van zes hengsten geplaatst.

Op de KWPN-hengstenkeuring 1972 in Utrecht is hij in de zadelrubriek als derde van acht hengsten geplaatst.

In augustus 1973 is een volledige collectie nakomelingen (veulens, enters en twenters) beoordeeld. Het KWPN heeft daarover gerapporteerd dat de maat goed is, de ontwikkeling eveneens. Dit is zowel bij de veulens als ook bij de één- en tweejarigen het geval. Dooreen genomen waren de kinderen beter dan de moeders, hetgeen als een pluspunt dient te worden beschouwd. De beenstanden zijn niet altijd even correct. De kwaliteit van het beenwerk is echter voldoende goed. De bewegingen zijn vlot en ruim en vol souplesse en worden met graagte getoond. Irco Polo geeft op enkele uitzonderingen na niet direct eindproducten, doch levert wel waardevol materiaal op de weg daarnaar toe.

Na het dekseizoen 1973 is Irco Polo verkocht naar Zwitserland waar Paul Weier hem heeft uitgebracht in internationale springwedstrijden, maar ook heeft ingezet voor de fokkerij.
Het Zwitserse stamboek ZVCH heeft Irco Polo beoordeeld een gemeld dat Irco Polo een groot rijtypisch paard met goede verhoudingen is. Hij heeft een uitdrukkingsvol hoofd, een lange en goed aangezette hals, een lange en geprononceerde schoft, een goede bovenlijn en een smalle borst. Sterke benen, sterke en ronde spronggewrichten en achter lange koten. In stap gaat hij voor nauw. De draf is energiek met een lichte mate hanetred.

In de loop van 1974 heeft hij in Avenches deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek waarbij hij de volgende waarderingen heeft gekregen: dressuur: 8.4, terreinproef: 8.6, afstandsrit: 9.2, springen: 10, aangespannen proef: 5.4, gemiddelde: 8.3, veterinair onderzoek: 9.4, effectief gemiddelde: 8.85.
Irco Polo was bij het onderzoek de hoogst gewaardeerde hengst.

 

Het KWPN heeft 268 nakomelingen van Irco Polo geregistreerd en het Zwitserse ZVCH heeft meer dan 100 nakomelingen van hem vastgelegd.

Vijf dochters van Irco Polo zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden en
drie zonen zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

Naast Irco Polo hebben ook verschillende nakomelingen aan internationale springwedstrijden deelgenomen.

Voor uitgebreide informatie over Irco Polo en zijn nakomelingen wordt verwezen naar de pagina Irco Polo KWPN op deze website www.stempelhengsten.eu.

 


5.  Marius NWP 59BV1496 (1968)

Marius NWP (V. Marco Polo Trak) is een bruine hengst die op 28 mei 1968 is geboren. Hij is gefokt door ir. W.D. Oosterbaan uit Leeuwarden.
De moeder van Marius is de bruine merrie Ominka NWP model (1962, V. Sinaeda NWP) en tweede moeder is de bruine Raminka NWP model (1951, V. Feiner Kerl Oldbg).

Gerekend over acht generaties heeft Marius een afstamming met 31,3 % Oldenburgs bloed, 28,1 % Engels volbloed, 21,9 % Trakehner bloed en 12,5 % Holsteins bloed.

Marius is in januari 1971 in Zuidlaren gepresenteerd op de hengstenkeuring van het KWPN in Zuidlaren, maar is niet goedgekeurd,

De hengst is later in handen gekomen van de Engelse amazone Caroline Bradley, die met hem zeer succesvol is geweest in de springsport. De combinatie won onder andere de Grand Prix van Birmingham en de Queen Elisabeth II Cup. In 1977 werd Marius in het Verenigd Koninkrijk tot Horse of the Year uitgeroepen.

(Caroline Bradley is op 1 juni 1983 tijdens een wedstrijd in Ipswich op het voorterrein overleden aan hartfalen.)

Marius is vanaf het midden van de jaren ’70 bij het Britse Warmbloed stamboek ingezet voor de fokkerij. In 1977 bracht hij de hengst Milton BWS en in 1979 bij het Britse Sportpaarden stamboek de hengst Gold Hills SHBGB (MV. Foxstar xx).
Gold Hills wordt verderop in de tekst in een afzonderlijk hoofdstuk besproken.

Milton wordt algemeen beschouwd als een absoluut top springpaard. Door zijn schimmel kleur, zijn wapperende manen en zijn ongekende souplesse was het een plaatje als hij met zijn ruiter John Whitaker (GBR) een parcours aflegde.

In de Engelstalige Wikipedia staat over Milton BWS:
Milton werd in 1977 geboren en was een zoon van de Nederlandse hengst Marius. Zijn moeder is de Irish Draught merrie Aston Answers (1973, V. Any Questions x). Zijn afstamming wordt, zowel aan vaders- als aan moederskant, gevormd door succesvolle sportpaarden. Zijn vader Marius is van internationaal niveau en zijn moeder een klasse A nationaal springpaard.

Toen Milton jong was, vertelde Caroline Bradley, die Marius naar internationaal succes had gereden, haar ouders dat Milton haar Olympische paard zou worden. Ze trainde hem tot aan haar dood in 1983, waarna er veel aanbiedingen werden gedaan aan haar ouders om de ruin, die zijn talent al had bewezen, te kopen, maar de ouders besloten Milton te houden.
Stephen Hadley, die later commentator werd van de FEI TV-springsport, reed Milton korte tijd, voordat hij in 1985 over ging naar de stal van de wereldberoemde internationale ruiter John Whitaker en ging deelnemen aan internationale wedstrijden.

Tijdens zijn sportcarrière behaalde Milton vele internationale overwinningen en werd hij het eerste paard buiten de racewereld dat meer dan £ 1,25 miljoen aan prijzengeld won. Gedurende zijn hele carrière raakte Milton zelden een balk aan of weigerde hij voor een hindernis. De ruin was een favoriet bij het publiek en sloot een succesvolle ronde vaak af met een sprong in de lucht. Zelfs na zijn pensionering op de Olympia Horse Show van 1994 werd hij door iedereen aanbeden. Milton overleed op 4 juli 1999. Hij werd begraven op de boerderij van de Whitakers in Yorkshire.

Milton heeft meer dan £ 1,25 miljoen aan prijzengeld gewonnen.
Hij is o.a. winnaar van de Du Maurier Limited International competitie in 1986 in Calgary-Spruce Meadows, toen de rijkste (in totaal prijzengeld) springwedstrijd ter wereld.
Individueel Zilver en Team Goud bij de Europese Kampioenschappen 1987 in St Gallen;
Individueel Goud en Team Goud bij Europese Kampioenschappen 1989 in Rotterdam.
Winnaar van de FEI Wereldbekerfinale 1990 in Dortmund.
Individueel Zilver en Team Brons bij de Wereldruiterspelen 1990 in Stockholm.
Winnaar van de FEI Wereldbekerfinale 1991 in Gotenburg.

 

5.1.  Gold Hills SHBGB / SSHA  79/113

Gold Hills SHBGB (V. Marius NWP) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1979 geboren en is gefokt door John Harding.
Zijn moeder is de bruine merrie Wideawake SSH (1965, V. Foxstar xx) en de tweede moeder is onbekend.

Gold Hills is in 1982 goedgekeurd door het Schotse Sportpaarden stamboek en is van 1982 tot en met 2005 actief geweest in de Schotse paardenfokkerij.
De All Breed Pedigree database noemt 90 nakomelingen van hem.

Gold Hills is in het Verenigd Koninkrijk uitgebracht in 1.50 m springwedstrijden en heeft een winsom van £  7.209  (€ 8.377).

 

 

6.  Legaat KWPN 92 Stb

 

Legaat KWPN (V. Marco Polo Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 17 mei 1970 geboren en is gefokt door ir. W.D. Oosterbaan uit Leeuwarden.

Zijn moeder is de donkerbruine merrie Lanita NWP model preferent prestatie (1960, V. Sinaeda NWP) en tweede moeder is de donkerbruine Anita NWP model preferent (1942, V. Godin Oldbg).
Anita is ook de moeder van de broers Camillus NWP (1948, V. Cambinus NWP) en Camillo NWP (1951), die beide zijn goedgekeurd door het NWP.

Gerekend over acht generaties heeft Legaat een afstamming met 28,1 % Engels volbloed, 24,2 % Oldenburgs bloed,  21,9 % Trakehner bloed en 12,5 % Holsteins bloed.

Legaat is in 1973 op de hengstenkeuring van het KWPN in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij. Van de 22 goedgekeurde rijpaardhengsten is hij als twaalfde geplaatst.
Het KWPN heeft daarbij meegedeeld dat Legaat een goed statuur en maat heeft. Zijn  bewegingen zijn goed tot best. De voorstand is wat steil en de knie staat iets terug.

Legaat heeft van 10 september tot 14 november 1973 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek.

In 1980 is Legaat voor het eerst voor een termijn van drie jaren goedgekeurd en in 1987 is het keurpredicaat aan hem toegekend.

Legaat is in november 1995 overleden.

Van Legaat zijn uit 2770 dekkingen/inseminaties 1892 nakomelingen geregistreerd.

Elf dochters van Legaat zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden en zeven zonen zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

Nakomelingen van Legaat die in internationale springwedstrijden succesvol zijn geweest zijn o.a. Gräfin (Hugo Simon, AUT), Double Eagle (Jos Lansink, NED), Stoppelhaene 1976 (Orsini, ITA), Mister Mind (Lucy Davis, USA), Montrachet (Else Haas, USA), Naleida (Catie Boone, USA) en Ninny (Adriano Prisco ITA).

Elders op deze website www.stempelhengsten,eu is op de pagina Legaat KWPN uitgebreide informatie te vinden over de prestaties van hem en van zijn nakomelingen in de fokkerij en in de sport.

 

 

7.  Matador  KWPN 124 Stb

Matador KWPN (V. Marco Polo Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 16 mei 1971 geboren en is gefokt door H. Gerbens uit Stiens, dat circa 10 km ten noorden van Leeuwarden in de provincie Friesland ligt.
De moeder van Matador is de bruine merrie Zomerfee NWP model (1966, V. Farn Holst). Tweede moeder is de donkerbruine Towerfee Holst model preferent (1959, V. Gambrinus Holst). Zij is ook de moeder van de hengst Garant Sgldt (1965, V. Farn Holst).

Gerekend over acht generaties heeft Matador een afstamming met 42,2 % Holsteins bloed, 34,4 % Engels- en Arabisch volbloed en 21,9 % Trakehner bloed.

Matador is tijdens de hengstenkeuring 1974 in Utrecht door het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij met de verplichting deel te nemen aan een verrichtingsonderzoek.
In de keuring is hij als 30e van de 31 goedgekeurde rijpaardhengsten geplaatst.
Daarbij heeft het KWPN opgemerkt dat hij afkomstig is uit een Holsteiner moederlijn. Zijn vader Marco Polo is een product van de volbloed Poet xx en een Trakehner merrie. Ook bij deze goedsoortige hengst moet een bemerking op het achterbeen worden gemaakt. De bewegingen zijn overigens goed. De hals kon wat meer gespierd zijn.

Matador heeft van 9 september tot 9 november 1974 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. Hoewel in de onderzoekvoorwaarden was opgenomen dat bij aankomst in het onderzoekcentrum aangetoond moest worden dat de hengst vrij was van een wormbesmetting bleek in de tweede week van het onderzoek dat Matador een ernstige wormbesmetting had.
De verrichtingsjury heeft de prestaties van Matador gewaardeerd met een 8,5 voor de rijproef, een negen voor het vrij springen, een 9,5 voor het springen onder de man, een negen voor de aangespannen proef, een acht voor de terreinproef, een 7,5 voor het karakter en een 6,5 voor het stal- en trainingsrapport. In totaal behaalde Matador 159,0 punten.
De jury heeft daarbij opgemerkt dat Matador goede vorderingen heeft gemaakt. De bereidheid om te werken en de aanleg zijn aanwezig. Het stalgedrag is normaal. Bij de training is hij gewillig en attent. Bij de aangespannen proef is hij rustig. Zijn karakter is goed, hoewel hij aanvankelijk wat verzet toonde bij het opzadelen.
Bij wegstappen uit de stal is hij rechtsachter iets kramperig.

Gezien de goede cijfers en het gegeven commentaar komt de vraag naar boven waarom het stal- en trainingsrapport slechts is gewaardeerd met een 6,5.
Indien hij een zeven voor het trainingsrapport zou hebben gekregen, zou zijn totaal puntenaantal hoger zijn uitgekomen dan 160,0 en dat zou een indeling in de door stamboek hooggewaardeerd categorie A hebben betekend.

Aan het verrichtingsonderzoek 1974 in Sleen hebben 31 hengsten deelgenomen, waarvan er vier het onderzoek voortijdig hebben beëindigd (twee wegens kreupelheid en twee wegens cornage). In puntenaantal heeft Matador het onderzoek als negende beëindigd. De hoogst gewaardeerde hengst was de hengst Le Mexico SF (V. Mexico SF).

Op de KWPN-hengstenkeuring 1975 in Zuidlaren is Matador met een derde premie als achtste van de acht rijpaardhengsten geplaatst. De jury heeft opgemerkt dat hij goed is uitgezwaard en zijn bewegingen voldoende goed zijn. In de zadelrubriek is hij als zevende en laatste geplaatst.

Bij de zadelrubriek tijdens de hengstenkeuring 1976 in Zuidlaren is hij als achtste van de acht deelnemende hengsten geplaatst.

In augustus 1977 heeft het KWPN de afstammelingen van Matador beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de veulens iets eenvoudig zijn. Hun ontwikkeling is voldoende goed. De bewegingen konden soms wat ruimer, maar zijn wel correct. De benen werden goed bij elkaar gehouden.
De enters zijn zowel in stap en draf het beste. Ze komen ruim uit de schouder met een goed onderbrengen van de achterhand.
De vergezellende moeders waren weinig uniform met zeer verschillende afstammingen en soms zelfs onbekend; in veel gevallen moesten de kwaliteit en het type helemaal van één kant komen. Bij merries met wat meer bloed en rijpaardtype waren Matador’s resultaten zeker voldoende.

Matador is na het dekseizoen 1982 overleden. Het KWPN heeft uit 346 dekkingen 282 veulens van hem geregistreerd.

Dochter Ramenia KWPN preferent prestatie (1975, MV. Markies Holst) is de moeder van de hengst Sampolo N KWPN (1982, V. Samber KWPN), die is goedgekeurd door het ZfdP.

Matador is beschikbaar geweest op de hengstenstations Vrielink – Schoonebeek (1974 – 1975), Post, Middelbert (1976 – 1980 en 1982) en Associatie Schagen (1981).

 

8.  Otto KWPN 182 Stb

Otto KWPN (V. Marco Polo Trak) is een kastanjebruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 10 juni 1973 geboren en is gefokt door H.U. Veenema uit Oostermeer, dat enkele kilometers ten noorden van Drachten in de provincie Friesland ligt.
De moeder van Otto is de bruine merrie Sjaan NWP model preferent prestatie (1963, V. Sinaeda NWP) en tweede moeder is de bruine Therena Sgrt (1954, V. Orion Oldbg).

Gerekend over acht generaties heeft Otto een afstamming met 28,1 % Engels- en Arabisch volbloed, 28,1 % Oldenburgs bloed, 21,9 % Trakehner bloed en 12,5 % Holsteins bloed.

Otto is op de KWPN-hengstenkeuring 1976 in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij. Op de keuring is hij als 20e geplaatst van de 34 rijpaardhengsten die zijn goedgekeurd. De jury heeft opgemerkt dat Otto een goed type heeft, maar laat is geboren en de totaal indruk nog wat weinig is.

Hij heeft van 9 september tot en met 13 november 1976 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek waar zijn prestaties zijn gewaardeerd met 7,14 punten voor de rijproef, een negen voor het vrij springen, achten voor het springen onder de man, de aangespannen proef en de terreinproef, een zeven voor het karakter en een vijf voor het trainingsrapport. Het eindtotaal bedroeg 143.42 punten.

De verrichtingsjury heeft meegedeeld dat Otto tijdens het onderzoek weinig vorderingen heeft gemaakt. Aanvankelijk was hij erg nerveus, maar later is hij rustiger geworden. Otto heeft beperkte mogelijkheden. In begin was hij bij het opzadelen en opstijgen erg nerveus, dit werd later iets beter. Het gedrag tijdens de oefeningen is normaal, al is hij af en toe nerveus en gespannen. Bij de aangespannen proef is hij eerlijk en betrouwbaar maar soms wat gespannen, mogelijk veroorzaakt door een ongelukje tijdens het aanspannen.
Otto toonde een goede rijproef met een bemerking op de ruimte en souplesse in de stap. Bij het springen onder de man liet hij een goed gereden parcours met wat weinig ruggebruik zien en bij het vrij springen toonde hij beste springmanieren.
De aangespannen proef was een goede verrichting, soms wat nerveus.
Otto is een goed terreinpaard. Hij heeft een wat rollende beweging, maar is prima op de sprong. Hij heeft een matige aanleg als spring-, terrein- en dressuurpaard.
Het stalgedrag is normaal, evenals het gedrag bij het voeren en verzorgen. Hij heeft een goed karakter; af en toe is hij druk en nerveus.

Aan het verrichtingsonderzoek in 1976 hebben 37 hengsten deelgenomen, waarvan er zeven het onderzoek niet hebben afgemaakt. Otto heeft in puntenaantal de zeventiende plaats behaald. De hengst Octaaf KWPN (V. Cartoonist xx) was met 175,58 punten de hoogst gewaardeerde hengst.

Tijdens de KWPN-hengstenkeuring 1977 in Utrecht is Otto als twaalfde van zestien rijpaardhengsten geplaatst en in de zadelrubriek is hij van de acht deelnemende hengsten als vijfde geplaatst.

In augustus 1979 heeft het KWPN een groep afstammelingen van Otto beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de nakomelingen zich kenmerkten door weinig ras en soort. De veulens zijn heterogeen. De hengst kan niet doordrukken.
De veulens zijn in doorsnee eenvoudig met voornamelijk onvoldoende kwaliteit en hardheid in de benen. Verschillende veulens vertoonden rachitische verschijnselen, die overigens mede veroorzaakt kunnen zijn door voedingsfactoren. De veulens zijn voldoende sterk gebouwd, over de ontwikkeling zijn geen bemerkingen. De stap kon bijna steeds royaler. De veulens uit moeders met bloed toonden meer ras en betere bewegingen.
De enters (vier in totaal) misten ras en type. Verschillende enters hebben een korte schouder en een korte croupe en daardoor een lang middenstuk. De hoofdvorm kon bijgeschaafd worden. De stap is voldoende en de draf matig maar beter dan bij de veulens. Toch ook bij enters is sprake van een matige onderbrenging en stuwing. De draf is als bij de veulens met ook nog wel eens een onregelmatige beweging.
De twenters leverden geen positieve bijdrage. Opvallend is dat het voorbeen òf een holle stand vertoonde of juist een steile stand. De schouder en de croupe misten dikwijls de vereiste lengte.

In 1980 is Otto niet meer beschikbaar gesteld voor de fokkerij.

Het KWPN heeft 105 nakomelingen van Otto geregistreerd.

Dochter Ursula KWPN, 1978, MV. Mister Wilfred xx, is de moeder van de hengst Poju FWB (1990, V. Romanus Z Zang), die is goedgekeurd door het Letlandse stamboek;

Otto is in 1976 – 1978 beschikbaar geweest bij hengstenhouderij Rootveld in Bornerbroek en in 1979 bij Jespers in Oosteind.

 

9.  Plutus 211 Stb

 


Plutus Stb (V. Marco Polo Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 25 mei 1974 geboren en is gefokt door J.Y. de Vries uit Surhuisterveen, dat enkele kilometers ten noorden van Drachten in de provincie Friesland ligt.
De moeder van Plutus is de bruine merrie Elanta NWP keur preferent prestatie (1969, V. Farn Holst). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Rivant B EASP (2014, V. Rico NRPS), die is goedgekeurd door het Europees Arabisch stamboek voor Shagya paarden.

Tweede moeder is de bruine Jolanta NWP model preferent (1959, V. Sinaeda NWP). Jolanta is een zuster van de hengsten Spartaan NWP (1961, V. Sinaeda NWP) en Staalmeester NWP (1962).

Gerekend over acht generaties heeft Plutus een afstamming met 34,4 % Engels- en Arabisch volbloed, 25,0 % Holsteins bloed, 21,9 % Trakehner bloed en 10,9 % Oldenburgs bloed.

Plutus is tijdens de KWPN hengstenkeuring 1977 in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij, waarbij hij als 24e van de 32 goedgekeurde rijpaardhengsten is geplaatst. De jury heeft opgemerkt dat hij een mooi gelijnde hengst is. Hij kon iets meer klasse hebben in de benen en de voeten zijn wat weinig ontwikkeld.

Plutus heeft van 7 september tot en met 5 november in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. Zijn prestaties daarbij zijn gewaardeerd met 6,07 voor de rijproef, 7,5 voor het vrij springen, 6,5 voor het springen onder de man, negen voor de aangespannen pref, acht voor de terreinproef, negen voor het karakter en acht voor het stal- en trainingsrapport. Het totaal puntenaantal bedroeg 149,71 punten.

De verrichtingsjury heeft gerapporteerd dat Plutus voldoende vorderingen heeft gemaakt en veel beter is gaan lopen. Hij heeft voldoende bereidheid om te werken. Zijn gedrag tijdens de oefeningen is normaal. Plutus is gewillig en zijn gedrag bij de aangespannen proef is normaal.
In de rijproef presteert Plutus matig en is in stap en draf achter onregelmatig. Bij het springen onder de man toont hij een voldoende parcours, hij heeft een matige voorbeentechniek. Bij het vrij springen is hij een goede springer met wat weinig vouwtechniek vóór. In de aangespannen proef presteert hij best, eerlijk en betrouwbaar. Plutus is een goed terreinpaard.

Hij heeft een matige aanleg als springpaard, voldoende aanleg als terrein- en dressuurpaard. Zijn karakter is goed en betrouwbaar en het gedrag op stal en tijdens het voeren en verzorgen is normaal.

Omdat van Plutus in 1980 geen afstammelingen zijn getoond is hij door het KWPN afgekeurd.

Het KWPN heeft 24 nakomelingen van hem geregistreerd.


10.  Recruut  KWPN 528003197510918 Stb / 230.75 Stb

Recruut KWPN (V. Marco Polo Tak) is een vos hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is op 5 april 1975 geboren en is gefokt door J.A. Smits uit Gerkesklooster, dat in het noordoosten van Friesland tussen het Friese Buitenpost en het Groningse Grijpskerk ligt.
De moeder van Recruut is de vos merrie Maril KWPN (1971, V. Apollo Sgldt) en tweede moeder is de vos Froukje Sgldt (1964, V. Wachtmeester Sgldt).

Gerekend over acht generaties heeft Recruut een afstamming met 28,1 % Engels volbloed, 21,9 % Trakehner bloed, 18,8 % Gelders bloed en 14,1 % Selle Français bloed.

Recruut is in het voorjaar van 1978 tijdens de hengstenkeuring van het KWPN in Utrecht uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
Over zijn exterieur heeft het KWPN gemeld dat het achterbeen aan de lange kant is en dat hij iets meer foktype kan hebben

Recruut heeft in de maanden maart – juni 1978 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen.
Over zijn prestaties heeft de verrichtingsjury gerapporteerd dat hij een evenwichtige, intelligente hengst is, die gehoorzaam en nieuwsgierig is. Hij heeft een goed humeur en is behoorlijk moedig. Hij laat zich goed bewerken, is leergierig en leert snel. Recruut heeft zeer veel bereidheid om te werken en werkt met veel plezier. Hij is attent maar niet snel afgeleid. Hij heeft ontspannen, ruime, nog enigszins ongecontroleerde bewegingen en heeft nog moeite met het lopen in een normale rijbaan.
De stap is ruim, de draf en galop zijn zeer goed. Hij toont veel techniek en souplesse bij het springen. In terrein is hij een zeer goede galoppeur met een goede techniek. Bij het aangespannen werk is hij  braaf. Hij ervaart het werk als licht, Het stalgedrag is rustig.
Ten aanzien van de eindbeoordeling zijn de volgende opmerkingen gemaakt:
Trekproef: voor de slede rustig, voor de wagen goed; is van nature geen trekker.
Rijproef: paard met veel impuls, voldoende gedragen draf, ruime bewegingen.
Springen ohz: veel inzet, soepel en eerlijk springpaard met veel vermogen.
Springen vrij: zeer veel vermogen en techniek, goed taxatievermogen.
Terreinproef: in de steeple zeer ruime, regelmatige galop en best op de sprong; in de cross niet handig op de sprong, zeer ruime galop, zou meer stuwing kunnen laten zien.

Recruut heeft zeer veel aanleg als springpaard en als terreinpaard, ruim voldoende aanleg als dressuurpaard.

De prestaties zijn gewaardeerd met achten voor de stap, de draf, de galop en de rijproef; een 9,5 voor het springen onder de man en een 10 voor het vrij springen en voor het karakter; een 8,5 voor de terreinrit en negens voor het stalrapport en het trainingsrapport.

Tijdens de eindbeoordeling sprong Recruut tijdens het vrij springen uit eigener beweging over een twee meter hoge afscheiding waarmee de manege werd verkleind.

Aan het verrichtingsonderzoek voor rijpaardhengsten in 1978 zijn 46 hengsten begonnen, waarvan er 27 aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen. Het KWPN heeft 20 hengsten goedgekeurd voor de fokkerij, waaronder Recruut.

Volgens een niet-officiële ranglijst van de verrichtingsjury heeft Recruut als hoogst gewaardeerde hengst het onderzoek afgesloten.

In augustus 1980 heeft het KWPN tien veulens van Recruut beoordeeld. Daarover is gemeld dat Recruut – destijds de verrichtingskampioen – met name in het bewegingspatroon liet zien verbeterend te kunnen optreden. De stap was ruim bij de veulens (uit dikwijls eenvoudige moeders) die hij toonde. De draf was goed en bij verschillende zeer goed en ruim, terwijl de schouder toch nog wel eens schuiner zou kunnen liggen en ook iets ontwikkelder mocht zijn. De jaren kunnen dat laatste nog brengen. Het beenwerk was over het geheel genomen goed gesteld, met name het achterbeen. De verbindingen in de bovenbouw zouden nog even sterker kunnen zijn. De hals was in sommige gevallen arm gespierd en zou ook anders van vorm kunnen zijn. De voldoende gespierde croupe heeft de gewenste lengte, maar kon iets meer hellen. De ontwikkeling was goed. Het type liet weinig te wensen over. Het achterbeen is goed gesteld. De kwaliteit van het beenwerk is goed.

Na het dekseizoen 1982 is Recruut als sportpaard verkocht naar Zwitserland. Hij is daar ook goedgekeurd voor de fokkerij. Het Zwitserse stamboek ZVCH heeft drie nakomelingen van hem geregistreerd.
In 1990 is hij weer in Nederland ingezet voor de fokkerij. Hij is tot zijn dood in november 2004 actief geweest in de fokkerij. In de jaren 2013 tot en met 2022 is nog een tiental veulens van Recruut na het gebruik van diepvriessperma geboren.

Het KWPN heeft 296 hengsten en 289 merries van Recruut geregistreerd.
Van de merries zijn er 138 als fokmerries ingeschreven in het stamboek, waaronder drie elitemerries, twaalf keurmerries en 31 stermerries.
Drie dochters hebben het predicaat preferent ontvangen en acht dochters zijn prestatiemerrie geworden.

Dochter Julie KWPN ster sport, 1991, vos, MV. Voltaire Hann, is de moeder van de hengst Confetti Z Zang (2009, V. Clovis 111 Holst), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek.

Van de zonen zijn Jos KWPN (1991, MV. Lucky Boy xx), Jupiter KWPN (1991, MV. Farn Holst), Kashmir KWPN (1992, MV. Nimmerdor KWPN), Kepheus KWPN (1992, MV. Alble Albert xx), Kilimanjaro KWPN (1992, MV. Pepin le Bref xx), Kimbel S KWPN (1992, MV. Cor de la Bryere SF) en James.R KWPN (2014, MV. Elegant KWPN) uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen, maar dat heeft voor geen van hen geresulteerd in een goedkeuring voor de fokkerij.

De zonen Waverveen KWPN (1980), Mazzel KWPN (1994) en Amadeus III CWHBA (2005) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengsten Waverveen en Mazzel worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.
De hengst Amadeus III CWHBA is goedgekeurd door het Rijnland-Palts-Saar-International stamboek. Volgens de Horsetelex database heeft het Rijnland-Palts-Saar stamboek een nakomeling van hem geregistreerd.

Enkele nakomelingen van Recruut zijn in internationale wedstrijden actief geweest:

Sully Putty KWPN, ruin, 1982, vos, MV. Pepin le Bref xx, fokker J.J.G. Zomer.
De ruin is internationaal uitgebracht door Debbie Dolan-Sweeny (USA) en is door Diana Muskantor (SWE) in 1991 en 1992 in Donaueschingen en San Remo uitgebracht in het Europees kampioenschap springen voor Young Riders, waar in 1992 de 15e plaats is behaald.

Namaste KWPN-NA, ruin, 2002, vos, MV. Screen King xx, fokker Duet Farm.
De ruin is in de jaren 2012 – 2016 door Hallie Coon (USA) tot op CIC***-niveau in internationale eventingwedstrijden uitgebracht. In 2015 is in het CIC***Hamilton GA de vijfde plaats behaald.

Vagebond KWPN, ruin, 2002, vos, MV. Animo KWPN, fokker M. de Haan.
De ruin is in 2014 en 2015 door Iris Verga (ITA) en Giulia Tiveron (ITA) in 2014 en 2015 in Italië in internationale springwedstrijden uitgebracht.


10.1.  Waverveen KWPN 528003198000890 Stb

Waverveen KWPN (V. Recruut KWPN) is een zilverappelbruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 7 april 1980 geboren en is gefokt door H. van Ruitenbeek uit Nederhorst den Berg, dat tussen Hilversum en Weesp in het zuidoosten van de provincie Noord-Holland ligt.
De moeder van Waverveen is de bruine merrie Mira KWPN keur (1971, V. Iregon KWPN) en tweede moeder is de bruine merrie Irska KWPN (1967, V. Roland Sgldt).

Gerekend over acht generaties heeft Waverveen een afstamming met 28,9 % Gelders bloed, 14,8 % Selle Français bloed, 12,5 % Engels volbloed en 12,5 % Trakehner bloed.

Waverveen is in 1983 tijdens de KWPN hengstenkeuring in Utrecht uitgenodigd om als basishengst deel te nemen aan het verrichtingsonderzoek.
Daarbij heeft het KWPN zijn exterieur beschreven als een hengst met een goed model en een correcte belijning. Het voorbeen is iets ingesnoerd. Hij is als basishengst meer in de richting van het rijpaard gemodelleerd.

Hij heeft in de maanden maart – juni 1983 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Uit de rapportage blijkt dat hij een gewillige, eerlijke hengst is, die behoorlijk gehoorzaam maar nogal traag lerend is. Bij het begin van het onderzoek is hij nog groen. Waverveen is een krachtige hengst, maar mist de nodige souplesse. Hij heeft in het begin moeite om na te geven, later is dat verbeterd. Als hij flink wordt aangepakt, is hij snel gespannen. Hij presteert onder het zadel beter dan aangespannen voor de wagen.
De stap is redelijk goed. Hij stapt ruim maar niet altijd regelmatig. De draf is ruim maar komt souplesse tekort. Hij draagt in draf te weinig. Ook in galop heeft hij te weinig souplesse en heeft een hoog galopritme nodig om redelijk te kunnen galopperen. Hij heeft goede springmanieren en veel vermogen. In de menproef is hij moeilijk wendbaar. Voor slede toont hij een goede stap en een goede trekhouding. Af en toe heeft hij een scheve staartdracht. In terrein is hij braaf en eerlijk maar moeilijk wendbaar. Hij heeft voldoende bereidheid om te werken en ervaart het werk als normaal. Naarmate het onderzoek vorderde kreeg hij minder plezier in het werk. Zijn stalgedrag is rustig.
Bij de eindbeoordeling is het volgende opgemerkt:
Rijproef: proef met veel regelmaat, voldoende ruimte in de bewegingen, zou zich meer kunnen dragen.
Springen ohz: diverse krachtige sprongen, soms wat terughoudend op de sprong.
Menproef: halthouden goed, in draf een bemerking op het orenspel.
Trekproef: weinig orenspel, ruim in stap.
Aangespannen terreinproef: nette verrichting.
Waverveen heeft voldoende aanleg als rijpaard en matig tot voldoende aanleg als aangespannen paard.

De prestaties zijn gewaardeerd met zevens voor de stap, de draf en de galop en een 7,2 voor de rijproef, een 7,5 voor het springen onder de man, een zes voor de menproef en een zeven voor de trekproef, een 7,5 voor de aangespannen proef, een zeven voor het karakter en voor het trainingsrapport en een negen voor het stalgedrag.

Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Waverbeen goedgekeurd als basishengst en ingeschreven in het stamboek.

In augustus 1985 heeft het KWPN twaalf veulens van Waverveen beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de getoonde veulens maar amper voldoende bleken te zijn ontwikkeld. De nakomelingen bleken als rijpaard, zowel als basispaard onvoldoende type te bezitten, hoewel de meeste veulens meer naar het rijpaardtype neigden.
Het hoofd is voldoende gevormd, soms iets lang. De hals is meermalen kort en dikwijls ingestoken. De schoft heeft in enkele gevallen voldoende lengte, maar is onvoldoende ontwikkeld. De schouder is zonder uitzondering kort en recht. De rug is dientengevolge lang en week. De lendenen zijn arm gespierd. De croupe is kort, soms voldoende hellend, maar ook meermalen plat. De schenkel is arm gespierd en de broekspier mist de gewenste lengte. Het voorbeen is doorgaans hol, meermalen in combinatie met een steile stand, terwijl ook standafwijkingen (zowel toontredend als Frans) zijn waargenomen. Het achterbeen is bijna zonder uitzondering recht met een lange pijp. Het beenwerk mist kwaliteit, hetgeen ook tot uiting komt in de volle kogels.
De stap is matig met weinig souplesse en weinig onderbrenging van de achterhand. De draf is ruim en gemakkelijk, maar mist de kracht, door onvoldoende ondertreden van het achterbeen. Gezien de ligging van de schouder valt de beweging van de voorhand nog niet tegen. De collectie bleek zowel wat de veulens als de vergezellende merries betreft heterogeen van samenstelling te zijn.
De hengst heeft geen kans gezien iets eigens door te geven aan zijn nakomelingen.
De veterinaire bemerkingen hebben betrekking op een afwijkend functionerend kniegewricht.

Op grond van de bevindingen heeft het KWPN besloten Waverveen af te keuren voor de fokkerij.
Het KWPN heeft uit 61 dekkingen/inseminaties 41 nakomelingen (21 zonen en 20 dochters) van Waverveen geregistreerd.
Dertien dochters zijn als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder vier keurmerries en twee stermerries.
Eén dochter heeft het predicaat preferent ontvangen en één dochter is prestatiemerrie geworden.

 

10.2.  Mazzel KWPN 528003199404908

 

Mazzel KWPN (V. Recruut KWPN) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 2 mei 1994 geboren en is gefokt door BOA Agroculture BV uit Enschede.
De moeder van Mazzel is de vos merrie Hadar KWPN ster prestatie (1989, V. Voltaire Hann). Tweede moeder is de donkerbruine Poline KWPN ster preferent (1974, V. Lucky Boy xx). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Luidam KWPN (1993, V. Guidam SF), Chaman KWPN (1999, V. Baloubet du Rouet SF) en So in Love KWPN (1999, V. Calvados SF).
Luidam is goedgekeurd door het KWPN, het Selle Français-, het Ierse Sportpaarden- , het Ierse Warmbloed- en het Anglo-Europese stamboek; Chaman is goedgekeurd door het KWPN, Westfaalse-, Saksen-Thüringse-, Oldenburg-International-, Holsteinse- en Beierse stamboek en So in Love is goedgekeurd door het Poolse Sportpaarden stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Mazzel een afstamming met 41,4 % Engels volbloed, 15,6 % Gelders bloed, 12,5 % Trakehner bloed, 12,5 % Selle Français bloed en 12,5 % Hannoveraans bloed.

Mazzel is op 25 februari 1997 goedgekeurd door het Poolse Sportpaarden stamboek. Hij is van 1997 tot en met 2000 actief geweest in de Poolse fokkerij. Van hem zijn 67 nakomelingen geregistreerd.

Zijn zoon Limal SP (1998) is goedgekeurd voor de fokkerij en wordt verderop in de tekst in een afzonderlijk hoofdstuk besproken.

 

10.2.1.  Limal SP 616009611009698

Limal SP (V. Mazzel KWPN) is een donkere vos met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 27 maart 1998 geboren en is gefokt door de Poolse staatsstoeterij Pępowo Sp in Gogolewo, dat circa 50 km ten zuidoosten van Poznan in Polen ligt.
De moeder van Limal is de vos merrie Latona WLKP (1981, V. Argus II Trak) en tweede moeder is de vos Lacerta WLKP (1969, V. Frezer Trak).

Gerekend over acht generaties heeft Limal een afstamming met 35,9 % Engels- en Arabisch volbloed en 28,9 % Trakehner bloed.

Limal is op 24 november 2000 goedgekeurd door het Poolse Sportpaarden- en het Wielkopolska stamboek.
Hij is van 2001 tot en met 2010 actief geweest in de Poolse fokkerij. Van hem zijn 50 nakomelingen geregistreerd.

11.  Salvador KWPN 528003197609135 Stb / 299 Stb

 

Salvador KWPN (V. Marco Polo Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 172 cm. Hij is op 25 juni 1976 geboren en is gefokt door Jac de Jong uit Borgwerd, dat een paar kilometer ten noorden van Bolsward in de provincie Friesland ligt.
De moeder van Salvador is de bruine merrie Kerlie KWPN ster preferent prestatie (1969, V. Waldo Sgldt) en tweede moeder is de bruine Sigona Sgrt kroon (1953, V. Nimrod Sgrt).

Gerekend over acht generaties heeft Salvador een afstamming met 28,1 % Engels volbloed, 21,9 % Trakehner bloed, 19,5 % Oldenburgs bloed en 17,2 % Gelders bloed.

Salvador is volgens de catalogus in 1979 gepresenteerd op de KWPN-hengstenkeuring, maar toen niet doorgegaan naar de tweede bezichtiging. In 1980 is hij opnieuw op de hengstenkeuring gepresenteerd en daarbij uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.

Het KWPN heeft daarbij aangegeven dat Salvador een forsgebouwde, sterke rijpaardhengst is die iets lang in het middenstuk is. De voorstand is iets steil. In de benen zou hij droger kunnen zijn.

Salvador heeft van 5 maart tot 14 juni 1980 in Ermelo deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek. Over zijn prestaties is door het verrichtingsjury gerapporteerd dat hij een brutale hengst met een goed humeur is. Hij is vriendelijk, eerlijk en tamelijk zenuwachtig. Bij het begin van het onderzoek bleek dat hij al eerder onder het zadel was gereden. Hij maakt een sterke indruk. In het begin van het onderzoek is hij wegens een pijnlijke kaak enkele dagen op een hackamore gereden. Hij is in het eerste stadium van het onderzoek moeilijk tot ontspanning te brengen en is bang voor de karwats. Die spanningen zijn later gedeeltelijk afgenomen. Wel is hij gedurende het hele onderzoek bij het optomen en opstijgen gespannen gebleven. Hij moet eerst worden overtuigd voor hij zich geeft. Als er van hem wordt gevraagd zijn achterhand goed te gebruiken, pleegt hij eerst verzet en gaat daarna goed aan het werk. Vooral in het begin van het onderzoek leunt hij tamelijk zwaar op de hand van de ruiter. Hij loopt graag met een open mond.
De stap is ruim en sterk maar niet lichtvoetig. In draf gaat hij ruim en regelmatig en de galop is ruim en krachtig. Hij toont in galop weinig souplesse en geeft hij zich dan  niet volledig. Bij het springen doet hij alleen op hogere hindernissen zijn best. Voor lagere hindernissen toont hij weinig respect. Hij heeft een goede springtechniek, een  goed vermogen en een mooie bascule, maar taxeert matig. In het terrein komt hij souplesse tekort, maar pakt wel goed aan. Hij trekt goed. Salvador ervaart het werk als normaal. Hij is looplustig en heeft ruim voldoende bereidheid om te werken.

Bij de eindbeoordeling is het volgende opgemerkt:
Rijproef: in alle gangen veel regelmaat en impuls, hij gaat onvoldoende lichtvoetig.
Springen ohz: doet onhandig aan, voldoende vermogen.
Springen vrij: laat enkele mooie sprongen zien, is niet zuinig op de hindernis.
Aangesp proef: voor de slede ruime en gemakkelijke stap met goede trekhouding; voor de sulky ruime stap en goede trekhouding.
Terreinproef: changeert vaak in de steeple; in de cross tamelijk zwaarmoedige galop, safe op de hindernissen.

Salvador heeft veel aanleg als dressuur- en springpaard. Behoorlijk veel aanleg als terreinpaard.

De prestaties zijn gewaardeerd met een 7,5 voor de stap, een zeven voor de draf, een 7,5 voor de galop en 7,25 voor de rijproef. Voor het vrij springen, het springen onder de man en de terreinrit heeft hij drie keer een 6,5 gekregen; voor de aangespannen proef een negen en voor het karakter en het stal- en trainingsrapport achten. In totaal heeft hij 146,75 punten behaald.

Aan het verrichtingsonderzoek voor rijpaardhengsten 1980 hebben vier vierjarige en 27 driejarige hengsten deelgenomen, waarvan er twee het onderzoek tussentijds hebben beëindigd. Een derde hengst is bij de tussenbeoordeling door het KWPN afgekeurd, maar heeft op kosten van de eigenaar het onderzoek voortgezet. Van de 29 hengsten die aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen is Salvador in punten als elfde geëindigd. De hengst Tolad KWPN (V. Duc de Normandie SF) was met 177,65 punten de hoogst gewaardeerde hengst.

Het KWPN heeft achttien hengsten, waaronder Salvador, goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.

In augustus 1982 heeft het KWPN twaalf veulens van Salvador beoordeeld en daarover gerapporteerd dat Salvador maat fokt. De ontwikkeling van de getoonde veulens is goed en ook bij kleinere merries liepen ontwikkelde veulens, die voldoende rijtypisch zijn, maar iets meer naar voren gebouwd kunnen zijn.
De hoofden zijn correct van vorm. Ten aanzien van de hals valt er onderscheid te maken tussen de groep aangewezen veulens met veelal arm gespierde, maar wel goed gevormde en aangezette halzen – en de groep uitgezochte veulens, waarbij de hals voldoende bespiering heeft, maar dan meermalen even diep uit de borst komt. De ontwikkeling van de schoft is uitgesproken best. De schouder kan meer ontwikkeld zijn en mag er doorgaans iets schuiner in liggen. De rug is goed, de lendenen kunnen iets sterker. Vorm en bespiering van croupe en broek zijn goed. De voorstand is dikwijls nog iets steil, hetgeen bij de beide groepen is geconstateerd, en ook een Franse stand is enkele keren waargenomen. Het achterbeen kan beter zijn gesteld. Verschillende veulens zijn ook iets koehakkig. Het achterbeen is vaak lang en gebogen bij een overigens goed ontwikkeld spronggewricht.
De stap is goed. De draf is zeer goed. De veulens draven ruim, elastisch en met fraaie natuurlijke balans.
Salvador blijkt het beste te fokken bij bloedvoerende moeders.

Salvador is in het najaar van 1984 aan koliek overleden.

Het KWPN heeft 61 hengsten en 53 merries van Salvador geregistreerd.
Van de merries zijn er 26 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder één keur merrie en twee stermerries.
Twee dochters hebben het preferent predicaat ontvangen en één dochter is prestatiemerrie geworden.

Salvador is voor de fokkerij beschikbaar geweest bij hengstenhouderij Borghuis – Denekamp (1981), Jespers – Oosteind (1982-1983) en Van de Tillaart – Veghel (1984).

 

12.  Topas KWPN 528003197707426 Stb / 308 Stb

Topas KWPN (V. Marco Polo Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 27 juni 1977 geboren en is gefokt door mevrouw B. Boelstra – Fokkema uit Vrouwenparochie, dat circa tien km ten noorden van Leeuwarden in de provincie Friesland ligt.
De moeder van Topas is de bruine merrie Viola NWP model preferent prestatie (1965, V. Farn Holst). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Vindicator KWPN (1979, V. Amor Holst) en zijn broer Warrant KWPN (1980), Jodocus KWPN (1991, V. Ramiro Z Holst), Lochnagar R KWPN (1993, V. Hugo SF) en Racketeer KWPN (1993, V. Ramiro Z Holst).

Vindicator is goedgekeurd door het KWPN, Warrant door het Oldenburgse stamboek in Noord-Amerika; Jodocus en Lochnagar R door het Anglo-Europese stamboek en Racketeer door het KWPN in Noord-Amerika en het NRPS.

Tweede moeder van Topas is de bruine Aminka NWP model (1955, V. Camillus NWP).

Gerekend over acht generaties heeft Topas een afstamming met 34,4 % Engels- en Arabisch volbloed, 21,9 % Trakehner bloed, 18,8 % Holsteins bloed en 18,8 % Oldenburgs bloed.

Topas is tijdens de hengstenkeuring 1980 in Utrecht door het KWPN uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen. Het KWPN heeft daarbij gemeld dat hij beschikt over een sterk gebouwd fokmodel met een goede breedte en diepte. Hij komt voort uit een roemruchte stam van prestatiepaarden.

Topas heeft van 5 maart tot en met 14 juni 1980 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen.
Over zijn prestaties heeft de verrichtingsjury gerapporteerd dat Topas een wispelturige, eerlijke hengst met een goed humeur is. Hij is eigenzinnig en vriendelijk. Hij heeft gedurende het hele onderzoek af en toe verzet gepleegd. Bij werk wat hem aanstaat pakt hij goed aan, maar wanneer het werk hem niet aanstaat verzet hij zich. Hij zoekt steeds aanleidingen om weg te kunnen vluchten en moet dikwijls tot de orde worden geroepen. Topas is een krachtige hengst.
De stap is ruim voldoende met voldoende regelmaat. In draf is de stuwfase te lang en komt hij moeilijk tot dragen. De galop is vaak gehaast. In galop worden goede momenten met minder goede afgewisseld. Bij springen is hij onhandig. Hij heeft een matige voorbeentechniek. In het begin van het onderzoek heeft hij grote problemen met de landing. Dat is later sterk verbeterd. Hij springt niet economisch. In het terrein presteert hij erg wisselvallig. Het heeft veel moeite gekost om hem de eerste keer in het water te krijgen. Zijn techniek op terreinhindernissen is matig. Hij presteert bij het aangespannen werk normaal. Topas ervaart het werk als normaal. Hij heeft voldoende bereidheid om te werken.
Bij de eindbeoordeling heeft de jury het volgende opgemerkt:
Rijproef: stap met weinig impuls, draf voldoende, galop met weinig impuls, laat zich tijdens de eindbeoordeling minder goed zien dan tijdens onderzoek.
Springen ohz: goed oog op de sprong, matig galoppeervermogen.
Springen vrij: springt erg gemakkelijk, toont veel vermogen, tekortkomingen in de bascule.
Aangesp proef: voor de slede braaf, maar matige trekhouding en weinig ruimte; voor de sulky weinig ruimte.
Terreinproef: ruimt in de steeple voldoende op de sprong, wint in galop weinig terrein; in de cross goede, ruime galop, maar niet altijd safe op de hindernis.
Topas heeft voldoende aanleg als dressuur- en terreinpaard en ruim voldoende aanleg als springpaard.
In de eerste week was hij lastig op stal. Probeerde toen steeds uit de box te lopen zodra de deur open ging. Zijn gedrag is later zeer goed.

De prestaties van Topas zijn gewaardeerd met een 5,5 voor de stap, een zes voor de draf, een 5,5 voor de galop en 5,8 voor de rijproef; een acht voor het vrij springen en een zeven voor het springen onder de man, 6,5 voor zowel de aangespannen proef als voor de terreinproef en zevens voor het karakter en het trainingsrapport. In totaal heeft Topas 138,40 punten behaald.

Aan het verrichtingsonderzoek voor rijpaardhengsten 1980 hebben vier vierjarige en 27 driejarige hengsten deelgenomen, waarvan er twee het onderzoek tussentijds hebben beëindigd. Een derde hengst is bij de tussenbeoordeling door het KWPN afgekeurd, maar heeft op kosten van de eigenaar het onderzoek voortgezet. Van de 29 hengsten die aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen is Topas in punten als 19e geëindigd. De hengst Tolad KWPN (V. Duc de Normandie SF) was met 177,65 punten de hoogst gewaardeerde hengst.

Het KWPN heeft achttien hengsten, waaronder Topas goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.

In augustus 1982 heeft het KWPN tien veulens van Topas beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de getoonde veulens een bevredigende ontwikkeling hebben, hoewel enkele veulens iets royaler hadden kunnen zijn. Er was sprake van een uniforme collectie rijtypische, goed naar voren gebouwde, gesloten veulens.
Het hoofd is correct van vorm, hard en droog. De hals heeft een goede lengte en bespiering. De bovenbouw is sterk en gesloten. De croupe – hoewel in enkele gevallen met even weinig lengte – is goed gespierd en de broekspier loopt mooi lang door. Het voorbeen is meermalen steil. Het achterbeen is goed gebouwd en gesteld. In het algemeen is het beenwerk hard. De stap is in doorsnee goed. In draf kunnen de veulens iets meer uit de schouder gaan en is het voorbeengebruik iets vlak. De achterbenen treden goed onder. De drafbeweging als zodanig is gemakkelijk en elastisch met een goed zweefmoment.

In 1986 is de fokkerij van Topas aan de hand van de rapportages over de drie- en vierjarige nakomelingen geëvalueerd en is besloten om Topas af te keuren.
Geconstateerd is dat zijn nakomelingen zowel in stap als draf merendeels tekort schieten. De stand van het voorbeen laat te wensen over, bemerkingen gelden de stand van het achterbeen. De schoft is merendeels plat en de rug krijgt herhaaldelijk een bemerking mee. Tegenover vier derde premies staan slechts één tweede en één eerste premie. De hengstenkeuringscommissie is van oordeel dat op grond van dergelijke informatie moet worden geconstateerd dat een zodanige hengst geen positieve bijdrage levert aan de vooruitgang van de fokkerij, een constatering die wordt gedaan op het moment dat de beoordeling van de nafok van deze hengst geschiedt op basis van de stamboekrapportage van zowel 3- als 4-jarige nakomelingen.

In 1991 heeft het KWPN Topas weer geaccepteerd voor de fokkerij. Daarover is meegedeeld dat eerder op basis van de keuringsresultaten van zijn nakomelingen is besloten de hengst niet te handhaven voor de fokkerij. De sportresultaten van zijn afstammelingen laten echter een geheel ander beeld zien. Met name de spring-indexcijfers van Topas (maar liefst 105, waarmee hij na Nimmerdor, Exkurs xx en H Almé-Z op de 4e plaats komt) geven een overtuigend beeld van zijn verervingskracht voor wat betreft het doorgeven van springaanleg. Dit gegeven en het feit dat Marco Polo-bloed niet royaal meer voorhanden is in onze fokkerij, heeft de hengstenkeuringscommissie doen besluiten de hengst opnieuw kansen te geven in de fokkerij.

In december 1995 is Topas voor het eerst voor drie jaren goedgekeurd.

In februari 2007 is Topas wegens ouderdomsverschijnselen overleden.

Het KWPN heeft uit 962 dekkingen/inseminaties 678 nakomelingen (356 hengsten en 322 merries) van Topas geregistreerd.

Van de zonen zijn de hengsten Kingston KWPN (1992) en Topas Boy KWPN (1994) goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengst Topas Boy KWPN (MV. Goudsmid Sgldt) is goedgekeurd door het Europees-Arabisch stamboek voor Shagya paarden. De Horsetelex database noemt zes nakomelingen van hem die in de jaren 2002 – 2008 zijn geboren.

De hengst Kingston KWPN wordt verderop in de tekst in een afzonderlijk hoofdstuk besproken.

Van de dochters zijn er 143 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder zeven elitemerries, elf keurmerries en 31 stermerries.

Zes dochters zijn preferent verklaard en achttien dochters zijn prestatiemerrie geworden.

Vijf dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Fadonja KWPN, 1987, bruin, MV. Pericles xx, is de moeder van de hengst Peter KWPN (1997, V. Wolfgang KWPN), die is goedgekeurd door het Hongaarse stamboek;

L.Sellie KWPN, 1993, bruin, MV. Ladalco Holst, is de moeder van de hengst Wonderboy van Evendael BWP (1999, V. Voltaire Hann), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek;

Naminka KWPN keur prestatie, 1995, bruin, MV. Akteur NWP, is de moeder van de hengst Agana van het Gerendal Z Zang (2011, V. Aganix du Seigneur SBS), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese- en het Amerikaanse Warmbloed stamboek;

Oppardie KWPN, 1996, vos, MV. Jasper KWPN, is de moeder van de hengst Cotton Eye Joe van het Karteveld Z Zang (2016, V. Cornet Obolensky BWP), die is goedgekeurd door het SBS en

Taminka B Z Zang prest, 1999, bruin, MV. Burggraaf Holst, is de moeder van de hengst Katsuro Z Zang (2020. V. Kazan Z Zang), die is goedgekeurd door het Zangersheide- en het Anglo-Europese stamboek.

Nakomelingen van Topas die in internationale 1.50 m springconcoursen zijn uitgebracht zijn:

Bogie Look TDK KWPN, merrie, 1983, MV. Erdball xx, ruiter Sven Harmsen (NED);
Ford Elmandante KWPN, merrie, 1986, MV. Amor Holst, ruiter Huiki Karagulle (TUR);
Kilian KWPN, hengst, 1992, MV. Mytens xx, ruiter Giuseppe Rolli (ITA);
L. Waola KWPN, hengst, 1993, MV. Joost Holst, ruiter Tony Font (USA);
Limminka KWPN, merrie, 1993, MV. Akteur NWP, ruiters Emile Tacken (NED) en  Alison Firestone (USA);
Lisa KWPN, merrie, 1993, MV. Purioso Oldbg, ruiter Andres Ramsey (USA);
Lou-Lou KWPN, merrie, 1993, MV. Lucky Boy xx, ruiter Guillermo Obligado (ARG);
Mister T KWPN, ruin, 1994, MV. Creool KWPN, ruiter Laura Chapot (USA);
Mondriaan KWPN, ruin, 1994, MV. Burggraaf Holst, ruiter William Funnell (GBR), de combinatie heeft in 2009 de Hickstead Derby gewonnen;
Napoleon KWPN, ruin, 1995, MV. Nimmerdor KWPN, ruiter Mikael Forsten (FIN):
VDL Groep Odalinda KWPN, merrie, 1996, MV. Joost Holst, ruiter Mathijs van Asten (NED);
Oxford KWPN, ruin, 1996, MV. Akteur NWP, ruiter Lauren Hester (USA) en
Pandoer KWPN, ruin, 1997, MV. onbekend, ruiters Melanie Freimüller (SUI) en Shelby Wakeman (USA).

12.1.  Kingston KWPN 528003199203342 Stb

Kingston KWPN (V. Topas KWPN) is een schimmel hengst (bruin geboren) met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 6 april 1992 geboren en is gefokt door F. Smook in Dalfsen, dat circa vijftien km ten oosten van Zwolle in de provincie Overijssel ligt.
De moeder van Kingston is de schimmel merrie Filithya KWPN keur preferent prestatie (1987, V. Ramiro Z Holst).

Volgens een KWPN-rapportage is Filithya een royaal ontwikkelde rijtypische merrie, In stap toont ze een goede ruimte en kracht , De draf zou meer ruimte en kracht kunnen hebben.

Tweede moeder is de schimmel Bilithya KWPN keur preferent prestatie (1983, V. Joost Holst). Zij is ook de moeder van de hengsten Ramazotti KWPN (1991, V. Ramiro Z Holst), Kapsones KWPN (1992, V. Grannus Hann) en tweede moeder van de hengsten Great Gamble MB KWPN (2011, V. Brainpower KWPN) en Interest ET KWPN (2013, V. Andiamo NRPS).
Ramazotti is goedgekeurd door het ZfdP, Kapsones en Great Gamble MB zijn goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek en Interest ET is goedgekeurd door het KWPN.

Gerekend over acht generaties heeft Kingston een afstamming met 42,2 % Engels- en Arabisch volbloed, 29,7 % Holsteins bloed en 12,5 % Trakehner bloed.

Kingston is in februari 1995 op de hengstenkeuring in ’s-Hertogenbosch door het KWPN uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen. In de keuring is hij als zevende geplaatst.
Het KWPN heeft daarbij gemeld dat Kingston een goed ontwikkelde, voldoende langgelijnde hengst is met ras, uitstraling en hengstuitdrukking.

Ook heeft het KWPN aangegeven dat zijn pedigree om uiteenlopende redenen interessant is. In de eerste plaats vanwege de vader met het onvervangbare bloed van Marco Polo. Op basis van het presteren van zijn kinderen is Topas teruggenomen voor de fokkerij. Met Marco Polo, Farn, Ramiro en Joost wordt de pedigree gedragen door louter grote verervers. De merriestam ondersteunt de sportgerichtheid en heeft ook in de fokkerij sterke lijnen uitgezet. Een volle zuster van de moeder is twee keer Overijssels kampioene geweest. De overgrootmoeder is UTV-merrie en bracht twee Z-springpaarden, waarvan er één ook Z-dressuur loopt.

Kingston heeft van 13 maart tot en met 20 mei 1995 in Ermelo aan een verrichtingsonderzoek van 70 (69) dagen deelgenomen. Over zijn prestaties is gerapporteerd dat hij een eerlijke, maar iets gevoelige hengst is. In het begin van het onderzoek is hij moeilijk bij het op- en afstijgen. Dit is verbeterd en later gaf hij hiermee geen problemen meer. Ook was hij toen minder snel gespannen dan in het begin van het onderzoek.
De stap is voldoende ruim maar kon wat krachtiger zijn. De draf heeft voldoende ruimte, kracht en souplesse en de galop is krachtig en goed gedragen. Kingston laat zich in dressuur goed rijden maar zou iets meer zelfhouding moeten hebben. Als dressuurpaard heeft hij ruim voldoende tot veel aanleg. Hij geeft zijn ruiter een goed gevoel.
Bij het springen heeft hij een goede techniek en een goed ruggebruik. Hij heeft ruim voldoende afdruk en vermogen maar heeft de neiging om de sprong iets te snel af te willen maken. Als springpaard heeft hij ruim voldoende aanleg. Hij geeft zijn ruiter een goed gevoel.

Het stalgedrag en gedrag in de omgang is normaal.

Zijn prestaties zijn gewaardeerd met een zeven voor de stap, een 7,5 voor de draf en een acht voor de galop. Zowel de rijproef als het springen onder het zadel zijn gewaardeerd met een 7,5 en het vrij springen heeft een 6,5 opgeleverd.
Het karakter en het trainingsrapport zijn beide gewaardeerd met een acht en het stalgedrag met een negen,
Aan de eindbeoordeling hebben 27 hengsten deelgenomen, waarvan het KWPN er zestien heeft goedgekeurd. Kingston is als zesde geëindigd en is goedgekeurd voor de fokkerij.

In augustus 1996 heeft het KWPN zestien veulens van Kingston beoordeeld, daarover is gemeld dat een uniforme collectie, amper voldoende ontwikkelde, correcte en aansprekende veulens is getoond. De veulens vertonen ras maar ze zouden iets langer gelijnd moeten zijn.
Het hoofd is klein en heeft bloeduitdrukking. De voldoende lange hals komt wat diep weg en is breed aangezet. In beweging wordt de hals erop gezet. De schoft zou meer ontwikkeld moeten zijn. De lange schouder zou nog schuiner moeten liggen. De rug/lendenpartij is sterk en gesloten met een goede breedte en bespiering. De croupe is fraai gevormd, met voldoende lengte en bespiering. De broekspier zou langer door moeten lopen. Het voorbeen is goed gesteld, maar het is fijn en soms ingesnoerd. Hoewel soms wat lang, is de stand van het achterbeen doorgaans goed. Het spronggewricht is goed gevormd.
De stap is correct, voldoende ruim, maar iets stug. In draf worden hoofd en hals hoog gedragen. Hierdoor wordt de rug weggedrukt en dit gaat ten koste van de ontspanning en de souplesse. Hoewel sommige geselecteerde veulens het achterbeen wat beter gebruikten, komen de veulens van Kingston achter doorgaans te weinig tot dragen. Het voorbeen wordt actief opgenomen en ook de schoudervrijheid is goed. De kwaliteit van de moeders was normaal.

In januari 2000 heeft het KWPN op basis van beoordelingen van en rapportages over zijn 3-jarige nakomelingen besloten om Kingston voor de KWPN-fokkerij te handhaven.

In januari 2004 heeft het KWPN op basis van de beoordeling van en rapportages over  zijn 7-jarige nakomelingen besloten om Kingston op wacht te zetten.
Slechts vijf van zijn 32 opgenomen dochters is ster en maar één van de zes aangeboden zonen wist door te dringen tot de tweede bezichtiging. Zijn index voor beweging en exterieur is met 98 en 100 gemiddeld. Van de totaal 183 geregistreerde kinderen komen er maar 14 uit in het springen en 17 in de dressuur. Zijn springindex is met 120 (58%) op een gemiddeld niveau en de dressuurindex is met 92 (53%) onder het gemiddelde.

In de jaren 2006 – 2014 heeft het KWPN nog veertien nakomelingen van Kingston geregistreerd. Die nakomelingen zijn alle veertien opgenomen in Register B.

Het KWPN heeft in totaal 121 hengstveulens en 118 merrieveulens van Kingston geregistreerd. Van de merries zijn er 39 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder twee keurmerries en vijf stermerries. Eén dochter is prestatiemerrie geworden.

Dochter Kaiga LWB, 1997, bruin, Gudruns II LWB, is de moeder van de hengst Dekonde LWB (2003, V. Donnerbube II Hann), die is goedgekeurd door het Letlandse stamboek.

Dochter Miss Independent KWPN, 1996, schimmel, MV. Nimmerdor KWPN, fokker G. Wierts, is door Laura Kraut (USA) in de internationale springsport uitgebracht. De combinatie heeft deelgenomen aan het Wereldkampioenschap springen 2006 in Aken, waar de 42e plaats is behaald. In november 2008 zijn een wedstrijd in Brussel en de Grand Prix’s in Genève en Londen-Olympia gewonnen. De merrie heeft een winsom van ruim € 50.000.

Kingston is voor de fokkerij beschikbaar geweest bij hengstenhouderijen L. van Vliet – IJsselstein en H. en J. Wilting – Wachtum (1995 – 1996),  L. van Vliet – IJsselstein (1997), H. en J. Wilting – Wachtum (1998 – 2000), J. Schep – Boyl (2001), I. de Ronde – Poortugaal (2002) en K. de Ronde – Poortugaal (2003).

Afgesloten op 14 juli 2025.

 

 

 

 

Back To Top