Geboren en opgegroeid op een boerderij in Hattem, waar alle boerenwerk met paarden werd verricht en die het middelpunt was van de plaatselijke landelijke rijvereniging, ben ik van jongs af aan geïnteresseerd in de paardenfokkerij en de paardensport.
In 1972 kreeg ik een baan op het secretariaat van de Koninklijke Nederlandse Federatie van Landelijke Rijverenigingen (KNF), dat toen nog in Oud Leusden bij Amersfoort was gevestigd, maar al snel naar Ermelo verhuisde.
Bij de KNF heb ik in 1972/1973 geïnventariseerd van welke hengsten de bij de KNF geregistreerde paarden afkomstig waren en daarover gepubliceerd in het toenmalige organisatieblad “De Federatie”. Voor zover bekend was dat één van de eerste publicaties in Nederland waarin een band werd gelegd tussen sportprestaties en genetische afkomst van een grote groep paarden.
In 1978 ben ik van de KNF overgestapt naar het Landbouwschap in Den Haag om daar secretaris van de Afdeling Paardenhouderij te worden. Die Afdeling was het overleg- en samenwerkingsorgaan van de gezamenlijke paarden- en ponystamboeken in Nederland en was verantwoordelijk voor het verrichtingsonderzoek van hengsten (KWPN-, FPS-, Welsh- en New Forest hengsten) en voor alle IBOP-proeven.
In 1992 heb ik mijn werkzaamheden voor de paardenhouderij beëindigd en ben overgestapt naar de veel zakelijker pluimveehouderij. Sinds juli 2013 geniet ik van mijn pensioen.
Mijn interesse voor de paardenfokkerij is altijd gebleven, waarbij met name de invloed van de verschillende hengsten en hun afstamming mijn bijzondere interesse had en nog altijd heeft.
Henk Hulsbergen