Skip to content

Samenvatting

 

Apalatin SF is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 28 april 1959 in Normandië geboren en is gefokt door M. Anvray.
Zijn vader is de Engels volbloed Fra Diavolo xx (1938, V. Black Devil xx) en zijn moeder is de vosmerrie Ecume SF (1948, V. The Last Orange SF).
Apalatin is in 1963 door ritmeester Joacim J. Gruppelaar naar Nederland gehaald en in februari 1964 door het VLN goedgekeurd voor de fokkerij.
Hij is van 1964 tot zijn dood in 1979 op het dekstation van Willem Breukink in Brummen in Nederland beschikbaar geweest voor de fokkerij.

In 1972 heeft het KWPN het keurpredicaat aan Apalatin toegekend en in 1975 is het preferent predicaat aan hem verstrekt. Hoewel de motivering voor het toekennen van de predicaten niet is gepubliceerd, kunnen, bij ontbreken van aansprekende sportprestaties, alleen de keuringsresultaten van de nakomelingen van Apalatin en wellicht zijn Franse afkomst de basis vormen voor het toekennen van het keurpredicaat. Bij het toekennen van het preferentschap zullen ook de prestaties van Apalatin’s oudste zoon Grandioso Sprt (1965) hebben meegespeeld.

Apalatin is vaak een springvererver genoemd. Daarbij zijn dan steeds de prestaties van Grandioso genoemd. Grandioso is zelf in 1973 in internationale springwedstrijden uitgebracht, maar zijn wedstrijdresultaten zijn niet bekend. Wel heeft hij in Holstein enkele dochters gebracht die moeder van internationaal uitgebrachte springpaarden zijn geworden. Omdat Grandioso’s moeder Adorette Sgldt (1959, V. Hertog van Gelre Sgldt) ook met succes in internationale springwedstrijden is uitgebracht, kunnen de springkwaliteiten van Grandioso ook bij haar vandaan komen. Het is dus nog maar de vraag of Apalatin een springvererver is.

Buiten Grandioso hebben de andere zonen van Apalatin vrijwel geen sportpaarden gebracht en ook in de fokkerij zwaar teleurgesteld. Ze hebben meestal slecht gepresteerd in het verrichtingsonderzoek en zijn doorgaans vanwege de kwaliteit van hun nakomelingen afgekeurd.


Inhoud


Voorkomen en afstamming
Vader
Moeder
Fokkerijcarrière
Sportcarrière
In de fokkerij actieve zonen
Dochters
Nakomelingen in de sport
Zonen en hun nakomelingen in de fokkerij

1. Grandioso Sprt 735 / DE 304980324565
1.1. Kapriool KWPN 81 Stb (1969)
1.2. Liberto KWPN 96 Stb (1970)
1.2.1. Profeet KWPN 218 Stb (1974)
1.3. Gonzales Holst DE 321210613573
2. Legrand KWPN 528003197005478
3. Mannix KWPN 123 Stb (1971)
4. München KWPN 528003197105523
5. Njord KWPN 528003197201865
6. Notabel KWPN 153 Stb (1972)
7. Parade KWPN 204 Stb (1974(
8. Poseidon KWPN  528003197307496
9. Rappel KWPN 261 Stb (1975)
10. Status KWPN 277 Stb (1976)
11. Univers KWPN 528003197800845

 

 

Voorkomen en afstamming

 

Palatin SF 25000159045285R is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 28 april 1959 geboren en is gefokt door M. Anvray uit Sainte Mere Eglise, dat aan de oostkust van het schiereiland Cotentin in het Franse departement Manche ligt.

Gerekend over acht generaties heeft Palatin een afstamming met 64,8 % Engels volbloed, 10,2 % Selle Français bloed en 9,4 % draver bloed. In de achtste generatie is 15,6 % va de afstamming onbekend.

 

 

Vader

 

De vader van Palatin is de bruine volbloed hengst Fra Diavolo xx. Hij heeft een stokmaat van 161 cm en is in 1938 geboren. Fra Diavolo xx is gefokt door Pierre Champion op zijn landgoed in Chemoitou, dat circa 5 km ten noorden van Alençon in het Franse departement Orne ligt.

De vader van Fra Diavolo xx is de in de Verenigde Staten gefokte bruine hengst Black Devil xx (1931, V. Sir Gallahad III xx). Zijn moeder is de bruine merrie La Palina xx (19124, V. Ambassador xx) en tweede moeder is de bruine Parthenis xx (1911, V. Ajax xx).

De moeder van Fra Diavolo xx is de bruine merrie Frayeur xx (1928, V. Blandford xx) en tweede moeder is de bruine Freia III xx (1922, V. Dark Ronald xx).

Aan de verdere moederlijn van Fra Diavolo xx hebben de hengsten St. Maclou xx (1898). Martagon xx (1887) en Kilwarlin xx (1884) een bijdrage geleverd.

Fra Diavolo xx is aangekocht door de Franse nationale stoeterijorganisatie met als doel de rijpaardenfokkerij te verbeteren. Hij is van 1945 tot en met 1958 beschikbaar geweest voor de fokkerij en is op 28 oktober 1958 gedood.

Naast Palatin zijn ook de Fra Diavolo xx zonen Herquemoulin SF (1951), Nankin SF (1957) en Nykio SF (1957) voor de fokkerij van belang geweest.

 

 

Moeder

 

De moeder van Palatin is de vos Ecume SF (1948, V. The Last Orange SF) en tweede moeder is Aquila SF  (1944, V. Rip SF) en de derde moeder is Roulardo SF (1939, V. Vas Y Donc SF). De verdere moederlijn is onbekend.

 

 

Fokkerijcarrière

 

Palatin is in 1963 door Joacim J. Gruppelaar naar Nederland gehaald.

Gruppelaar was springruiter en heeft in 1948 deelgenomen aan de Olympische Spelen in Londen. Naast zijn sportloopbaan was hij militair (ritmeester) en in de jaren ’60 van de vorige eeuw televisiecommentator bij springwedstrijden. Hij hield zich ook bezig met de internationale handel in springpaarden.

Gruppelaar vroeg aan de bekende fokker en ruiter Wim van Dam uit Lienden om hem te helpen Palatin keuringsklaar te maken, waarna de hengst op de hengstenkeuring van het VLN in februari 1964 als hengst is goedgekeurd en onder nummer 205 is ingeschreven in het Sportregister. Omdat bij het VLN de regel gold dat de naam van een paard moest beginnen met een letter die gebonden was aan het geboortejaar, werd de naam van Palatin gewijzigd in Apalatin (de A was de jaarletter voor paarden geboren in 1959).
Na de goedkeuring  is Apalatin op het dekstation van Willem Breukink in Brummen tot zijn dood in 1979 beschikbaar gesteld voor de fokkerij.

In 1968 heeft het VLN afstammelingen (veulens, enters en twenters) van Apalatin beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de totale indruk van de nakomelingen goed was. Zowel de stap, de draf als de ruimte in de beweging is als goed omschreven. De nakomelingen hebben een voorbeeldig karakter; ze zijn rustig, maar niet sloom. De hengstenkeuringscommissie verwacht goede fokresultaten met merries die zelf al een scheutje volbloed voeren. Het gewicht, de maat en het volume worden voldoende goed vererfd.

In 1970 en 1971 is Apalatin tijdens de KWPN-hengstenkeuringen onder het zadel getoond, waarbij hij in 1970 als derde is geplaatst van de zeven deelnemende hengsten en in 1971 als vijfde van de acht deelnemende hengsten.
In 1972 heeft het KWPN het keurpredicaat aan Apalatin toegekend en in 1975 is het preferent predicaat aan hem verstrekt. De motivering van deze onderscheidingen is niet gepubliceerd.

De database van het KWPN geeft van Apalatin een onvolledig beeld. Volgens eigen aantekeningen van stempelhengsten.eu is in het KWPN-blad In de Strengen in het verleden gepubliceerd dat van Apalatin 720 nakomelingen zijn geregistreerd.
Omdat het aantal nakomelingen in werkelijkheid groter is dan in de KWPN-database wordt gemeld is het werkelijke aantal keur-, ster- en preferente merries waarschijnlijk ook groter dan de in de database gemelde 30 keurmerries, 56 stermerries en 17 preferente merries.

 

 

Sportcarrière

 

Apalatin is, voor zover bekend, niet in sportwedstrijden uitgebracht. Wel is hij enkele keren op de hengstenkeuring van het KWPN in zadelrubrieken gepresenteerd,

 

 

In de fokkerij actieve zonen

 

Van de zonen zijn Grandioso Sprt (1965), Helicon Sgldt (1966), Legrand KWPN (1970), Mannix KWPN (1971), München KWPN (1971), Njord KWPN (1972), Notabel KWPN (1972), Odeon KWPN (1973), Parade KWPN (1974), Poseidon KWPN (1974), Rappel KWPN (1975), Status KWPN (1976) en Univers KWPN (1978) goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengst Helicon Sgldt (MV. Karolus van Wittenstein Sgldt) is in 1969 door het VLN goedgekeurd als Sportregisterhengst. Hij is drie jaar beschikbaar geweest voor de fokkerij en van hem zijn volgens de Horsetelex database elf nakomelingen geregistreerd.

De hengst Odeon KWPN (MV. Le Faquin xx) is in 1977 goedgekeurd voor de fokkerij. Tijdens het verrichtingsonderzoek in Sleen is Odeon kreupel geworden en is uit onderzoek bij de Faculteit voor Diergeneeskunde in Utrecht gebleken dat hij aan beide voorbenen hoefkatrolontsteking heeft en dat aan beide achterbenen mouw is vastgesteld. Hij heeft het onderzoek daardoor voortijdig moeten beëindigen en is in 1978 niet meer goedgekeurd voor de fokkerij. Uit zijn dekkingen in 1977 zijn negen nakomelingen geregistreerd.

De andere hengsten worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

 

 

Dochters

 

Negen dochters van Apalatin zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Imona KWPN ster, 1967, bruin, MV. Wachtmeester Sgldt, is de moeder van de hengst Nimbus KWPN (1972, V. Exilio xx), die is goedgekeurd door het KWPN;

Noblesse KWPN keur, 1972, donkerbruin, MV. Cobblers Thread xx, is de moeder van de hengst Wiscont B KWPN (1988, V. Wisconson KWPN), die is goedgekeurd door het Beierse- en het Rijnlandse stamboek;

Palatina KWPN keur preferent prestatie, 1974, bruin, MV. Exact Hann, is de moeder van de hengst Zion KWPN (1981, V. Lucky Boy xx), die is goedgekeurd door het KWPN;

Rubana KWPN keur, 1975, bruin, MV. Exact Hann, is de moeder van de hengst Knock-Out Fellow KWPN (1992, V. Elcaro KWPN), die is goedgekeurd door het Tsjechische stamboek;

Sonate KWPN keur, 1976, donkerbruin, MV. Le Faquin xx, is de moeder van de hengst Le Feguin KWPN (1982, V. Kibrahim SF) , die is goedgekeurd door het Beierse- en het ZfdP stamboek;

Thera KWPN keur preferent prestatie, 1977, bruin, MV. Porter Holst, is de moeder van de hengst Guido KWPN (1988, V. Voltaire Hann), die is goedgekeurd door Letlandse stamboek;

Tourmalijn KWPN ster, preferent, prestatie, 1977, schimmel, MV. Abgar xx, is de moeder van de hengst Zamiro KWPN (1981, V. Ramiro Z Holst), die is goedgekeurd door het Hessische stamboek;

Upalve KWPN, 1978, bruin, MV. Uppercut xx, is de moeder van de hengst Big Brother KWPN (1983, V. Ramiro Z Holst), die is goedgekeurd door het BWP en het SBS en

Uranea KWPN, 1978, bruin, MV. Armand NWP, is de moeder van de hengst Casimir KWPN (1984, V. Irco Polo KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.

 

 

Nakomelingen in de sport

 

Van de nakomelingen van Apalatin is zijn zoon Grandioso Sprt (1965) een succesvol internationale springpaard geworden. In hoofdstuk 1. wordt daar nader op ingegaan.

 

 

Zonen en hun nakomelingen in de fokkerij

 

 

1.  Grandioso Sprt 735 / DE 304980324565

 

Grandioso Sprt (V. Apalatin SF) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 20 mei 1965 geboren en is gefokt door Wim van Dam uit Lienden, dat in de Betuwe in de provincie Gelderland ligt.
De moeder van Grandioso is de vos merrie Adorette Sgldt preferent (1959, V. Hertog van Gelre Sgldt). Zij is ook de moeder van de hengsten J. Sans Peur Stb (1968, V. Sans Souci SF), Legrand KWPN (1970, V. Apalatin SF) en Minister KWPN (1971, V. Exilio xx), die alle drie zijn goedgekeurd door het KWPN.
Adorette was een uitstekend springpaard. Uw scribent was er getuige van dat Van Dam en Adorette omstreeks 1970 de puissance van het internationale indoor concours in Meppel wonnen met een sprong over 2.00 meter.
Tweede moeder van Grandioso is de vos K. Torette Hann (1946, V. onbekend). Zij is ook de moeder van de hengst München KWPN (1971, V. Apalatin SF).

Gerekend over acht generaties heeft Grandioso een afstamming met 32,0 % Engels volbloed en 12,5 % Selle Français bloed. In de achtste generatie is 31,3 % van de afstamming onbekend.

Grandioso is in 1968 goedgekeurd door het VLN en is in de jaren 1968 – 1970 en in 1974 actief geweest in de Nederlandse fokkerij. Desondanks komt hij niet voor in de KWPN-hengstendatabase.
Zijn vader Apalatin komt daar wel in voor, maar bij het overzicht van de goedgekeurde zonen van Apalatin ontbreekt Grandioso.

Grandioso komt ook niet als veulen voor in de KWPN-database, maar dat is begrijpelijk omdat hij in de VLN-tijd als veulen is geregistreerd.
Vreemd is wel dat Grandioso ook niet in het Hengstenboek van Eisma is opgenomen.

De informatie over Grandioso moet daarom gehaald worden uit een artikel van Jac Remijnse, dat in januari 2008 is gepubliceerd in het onvolprezen blad Sport Horse Breeding.

Volgens Remijnse is Grandioso na zijn goedkeuring door het VLN in februari 1968 verkocht aan Henk van Tuyl uit Gameren, die hem twee jaar beschikbaar heeft gesteld voor de fokkerij. Het KWPN heeft in 1971 nog zes nakomelingen van Grandioso geregistreerd, waaruit kan worden opgemaakt dat hij ook in 1970 nog in Nederland beschikbaar is geweest.

Vanaf 1966 is in Nederland een centraal verrichtingsonderzoek van hengsten uitgevoerd. De eerste jaren namen alleen hengsten van het NWP deel en vanaf 1968 hebben ook door het VLN goedgekeurde hengsten deelgenomen. In 1999 konden hengsteneigenaren kiezen om hun hengst in centra in Emmeloord, Deurne, Sleen of Voorst te laten trainen of om de training zelf uit te voeren. In alle gevallen moest in één van de genoemde centra worden deelgenomen aan een eindbeoordeling.

In 1969 hebben 28 rijpaardhengsten deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek, waarbij 19 hengsten zes weken centraal zijn getraind en daarna een eindbeoordeling hebben afgelegd. Negen hengsten, waaronder Grandioso, zijn thuis getraind en hebben daarna deelgenomen aan de eindbeoordeling.

Grandioso heeft op 20 november 1969 in Voorst de eindbeoordeling afgelegd. Daarbij is zijn conditie gewaardeerd met een acht, de rijproef met 7,93 punten, het vrij springen met een negen, het springen onder de man met een acht. De trekproef is gewaardeerd met 8,40 punten, de terreinpref met een zes en de algemene indruk eveneens met een zes. Grandioso behaalde daarmee 149,99 punten, waarmee hij als achtste van de 28 hengsten is geëindigd.

Grandioso is in de loop van 1970 via de internationale paardenhandelaar Jan Maathuis in handen gekomen van de Duitse ruiter en ondernemer Alwin Schockemöhle.
In het najaar van 1971 is Grandioso als eerste Nederlands gefokte hengst goedgekeurd door het Holsteinse stamboek, waarna hij in 1972 voor de fokkerij beschikbaar is geweest op een dekstation van het Holsteinse stamboek in Haselau.
Na het dekseizoen is Grandioso teruggekeerd naar de wedstrijdstal van Schockemöhle, waar Johan Heins (NED) en Hans-Günther Winkler (GER) hem in 1973 hebben uitgebracht in de internationale springsport.

In 1974 is Grandioso op het dekstation De Wiemselbach in Ootmarsum weer beschikbaar gesteld voor de fokkerij in Nederland. Na het dekseizoen is Grandioso verkocht aan stoeterij Zangersheide van Leon Melchior in het Belgische Lanaken.
In België heeft het BWP Grandioso goedgekeurd.

Volgens de KWPN database heeft het KWPN in de jaren 1969 – 1971 en in 1975 – 1976 in totaal 43 veulens van Grandioso geregistreerd.
In de database van de Duitse koepelorganisatie staan 63 nakomelingen van Grandioso, waaronder 37 Holsteinse paarden en 10 Oldenburgse paarden.
Het BWP heeft een paar nakomelingen van Grandioso geregistreerd.

De database van Hippomundo, waarin alle door het Zangersheide stamboek geregistreerde paarden zijn opgenomen, bevat gegevens van 190 paarden met een Grandioso als vader (er is ook de hengst Grandioso Hann, 1976, V. Grande Hann), maar geen van hen draagt het suffix Z van Zangersheide, hetgeen er op duidt dat het Zangersheide stamboek geen nakomelingen van hem heeft geregistreerd.
Dat komt wel overeen met het artikel van Remijnse, die meldt dat Grandioso op Zangersheide in de schaduw stond van de hengst Almé SF en nauwelijks merries heeft gedekt en mede daardoor eind 1976 door Zangersheide is verkocht.

Waar Grandioso in de jaren 1977 en 1978 is geweest is niet duidelijk. In 1979 is Grandioso eigendom van de Braziliaan Jose Mauricio Bicalho Dias.
In de jaren 1979 -1990 is Grandioso ingezet in de Braziliaanse fokkerij. Het Braziliaanse stamboek heeft 143 nakomelingen van hem geregistreerd. Vrijwel al zijn nakomelingen hebben een naam die begint met het voorvoegsel Gran.
Grandioso is op 6 juli 1990 op 25-jarige leeftijd in Brazilië overleden.

De Grandioso zonen Kapriool KWPN (1969), Liberto KWPN (1970) en Gonzales Holst (1973) zijn goedgekeurd voor de fokkerij. Zij worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

In Nederland heeft het KWPN twee zonen van Grandioso uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek in Ermelo deel te nemen. In 1978 is Rioso KWPN (1975, MV. Sans Souci SF) uitgenodigd en in 1979 zijn broer Sans Fadeur KWPN (1976).

Rioso behaalde een 6,5 voor de stap, zessen voor de draf en de galop en 6,16 punten voor de rijproef. Hij kreeg een 7,5 voor het springen onder de man en een 6,5 voor het vrij springen, een zes voor de trekproef, een zeven voor het karakter en zessen voor het stalgedrag en het trainingsrapport. Op de niet-officiële ranglijst van de verrichtingsjury eindigde hij als 20e van de 27 hengsten die het volledige onderzoek hebben afgewerkt. De KWPN-hengstenkeuringscommissie heeft daarop besloten Rioso niet goed te keuren voor de fokkerij.

Sans Fadeur behaalde een vier voor de stap, een 3,5 voor de draf en een 5,5 voor de galop. Voor de rijproef kreeg hij 4,2 punten; het springen onder de man en het vrij springen zijn gewaardeerd met zevens, de trekproef met een 6,5; het karakter met een negen en voor het stalgedrag en het trainingsrapport heeft hij vijven gekregen. Op de niet-officiële ranglijst van de verrichtingsjury eindigde Sans Fadeur op de 25e plaats van de 26 hengsten die het volledige onderzoek hebben afgewerkt. De KWPN-hengstenkeuringscommissie heeft besloten om Sans Fadeur niet goed te keuren voor de fokkerij.

Drie dochters van Grandioso zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Kabane Holst, 1973, vos, MV. Fokus II Holst, is de moeder van de hengsten Caligula Holst (1982, V. Cor de la Bryere SF) en Caro Ass Holst (1984, V, Caletto II Holst). Caligula is goedgekeurd door het Holsteinse stamboek in Amerika en Caro Ass door het Holsteinse stamboek;

Hakim Oldbg, 1974, bruin, MV. Ramiro Z Holst, is de moeder van de hengst Pik Ramiro Hann (1981, V. Pik Bube I Hann), die is goedgekeurd door het Oldenburgse- en het Hannoveraanse stamboek en

Gran Harmonia BH, 1987, vos, MV. onbekend, is de moeder van de hengst Gran Attack Pamcary BH (1992, V. Attack Z Hann), die is goedgekeurd door het Braziliaanse stamboek.

Grandioso heeft volgens de Horsetelex database vijf nakomelingen gebracht die in 1.40 m. springwedstrijden zijn uitgebracht.

 

 

1.1.  Kapriool KWPN  81 Stb

 

Kapriool KWPN (V. Grandioso Sprt) is een bruine hengst met een stokmaat 165 cm. Hij is op 19 april 1969 geboren en is gefokt door Wim van Arkel uit Dronten, dat in Flevoland ligt.
De moeder van Kapriool is de schimmel merrie Areina Sgldt kroon preferent (1959, V. Ulrich Sgldt). Zij is ook de moeder van de hengsten Eros Sgldt (1963, V. Amor Holst) en Heraut Sgldt (1966, V. Cavalerist Holst), die beide zijn goedgekeurd door het VLN/KWPN.
Tweede moeder van Kapriool is de vos Nureina Sgldt ster (1949, V. L. Invasion SF). Zij is ook de moeder van de hengsten Taunus Sgldt (1954, V. Olivier Sgldt) en Zeus Sgldt (1958, V. Xebec xx), die beide zijn goedgekeurd door het VLN.

Gerekend over acht generaties heeft Kapriool een afstamming met 28,1 % Selle Français bloed, 18,0 % Engels volbloed en 11,7 % Gronings bloed. In de achtste generatie is 21,9 % van de afstamming onbekend.

Kapriool is in 1973 als vierjarige hengst in de nakeuring goedgekeurd door het KWPN. Hij heeft in de maanden september – november 1973 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van negen weken.
Bij de eindbeoordeling heeft de jury opgemerkt dat Kapriool in de rijproef gehoorzaam is. In draf heeft hij een iets rollende beweging en weinig stuwing vanuit de achterhand. Hij is een goede springer met een beste bascule. Op de sprong heeft hij weinig ruimte. De aangespannen proef is goed betrouwbaar. Kapriool is een goed terreinpaard. Het karakter is goed. Hij heeft plezier in het werk en is bereid alles te doen wat verlangd wordt.

Daarbij heeft hij 7,70 punten behaald voor de rijproef, een negen voor het springen onder de man, een zeven voor het vrij springen, een acht voor de aangespannen proef, een 7,5 voor de terreinrit, een 7,5 voor het karakter en een acht voor het trainingsrapport. Dat heeft een puntentotaal opgeleverd van 159,37, waarmee hij als zevende van de 25 deelnemende hengsten is geëindigd.

In augustus 1976 heeft het KWPN de nakomelingen van Kapriool beoordeeld. Gemeld is dat de hengst bij merries met wat meer bloed de beste resultaten heeft. Naast voldoende breedte en diepte is er dan ook meer ras. Bij veulens is de voorstand nogal eens wat steil maar op oudere leeftijd komt dat niet meer voor. Wel blijft dan de bemerking op de bouw en stand van het achterbeen. In opgroei worden de bewegingen ruimer en sterker; ze willen zich wel presenteren. De afstamming van Kapriool is interessant. De jury wacht met belangstelling de prestaties van de nakomelingen af.

Kapriool is van 1973 tot en met 1976 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het dekstation van Van Manen in Bennekom. In 1977 is hij niet beschikbaar geweest voor de fokkerij en in de jaren 1978 en 1979 heeft hij op het station van Toonen in Maren-Kessel gestaan. In 1979 is Kapriool overleden.

Het aantal geregistreerde nakomelingen van Kapriool is volgens de KWPN-database 43, maar dat kan niet kloppen. Volgens de administratie van stempelhengsten.eu zijn van Kapriool 206 nakomelingen geregistreerd.

 

 

1.2.  Liberto KWPN 96 Stb

 

Liberto KWPN (V. Grandioso Sprt) is een koffievos hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is op 14 mei 1970 geboren en is gefokt door H. Dijkstra uit Kerkrade, dat in het zuidoosten van de provincie Limburg ligt.
De moeder van Liberto is de merrie Heidenwind Sgldt keur (1966, V. Xebec xx) en tweede moeder is de vos Crona Sgldt preferent (1961, V. Kanselier Sgldt).

Gerekend over acht generaties heeft Liberto een afstamming met 40.6 % Engels volbloed en 21,9 % Gelders bloed. In de achtste generatie is 20,3 % van de afstamming onbekend.

Liberto is in 1973 tijdens de hengstenkeuring van het KWPN in Utrecht van de 22 goedgekeurde rijpaardhengsten als tiende geplaatst.
De jury heeft daarbij opgemerkt dat bij de goedkeuring de prestatiegedachte een bijzondere rol speelt. De hengst heeft een goede stokmaat, maar een bemerking is gemaakt over het achterbeen.

Liberto heeft in de maanden september – november 1973 aan een verrichtingsonderzoek van negen weken deelgenomen.

Bij de eindbeoordeling heeft de jury opgemerkt dat Liberto zich in rijproef oprolt en in draf en galop wat rollende bewegingen maakt. Hij heeft beste springmanieren en een goed ruggebruik. Liberto heeft mogelijkheden als springpaard. De aangespannen proef is wat onrustig en nerveus. Hij is een sterk terreinpaard, maar soms wat nerveus. Over de prestaties tijdens de trainingen is gemeld dat Liberto tijdens de oefeningen gewillig is. Bij het springen heeft hij vaak de oren in de nek. Af en toe doet hij een poging tot verzet. Zijn gedrag voor de slede is normaal. Liberto is rustig bij het opzadelen. In de loop van het onderzoek is Liberto beter gaan lopen. Zijn karakter is niet te best.

De prestaties van Liberto zijn gewaardeerd met 7,29 punten voor de rijproef, een negen voor het vrij springen, een acht voor het springen onder de man, een zeven voor de aangespannen proef, een negen voor de terreinproef, een zeven voor het karakter en een zes voor het trainingsrapport. In totaal leverde dat een totaal van 150,87 punten op, waarmee Liberto als 18e van de van de 25 deelnemende hengsten is geëindigd.

In augustus 1976 heeft het KWPN de nakomelingen van Liberto beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de veulenmerries zeer ongelijksoortig waren. De beste veulens liepen bij lichtere merries met wat meer bloed. Het middenstuk is vaak iets te gerekt en de croupe zou langer kunnen zijn. De hoek in het spronggewricht zou in meerdere gevallen groter moeten zijn. De bewegingen zijn dooreen genomen best. De bewegingen zijn elastisch en ruim en hebben een goede stuwing uit de achterhand. Dit laatste geldt ook voor de enters en twenters. De stokmaat, de ontwikkeling en de breedte en diepte zijn goed. De totaalindruk zou nog iets rijtypischer moeten zijn.

In oktober 1987 heeft het KWPN de fokkerijprestaties van Liberto geëvalueerd. Daarover heeft het KWPN gemeld dat als algemeen gegeven mag gelden dat oudere hengsten, die de fokkerij niet (meer) vooruit kunnen helpen, ruimte dienen te maken voor jongere hengsten, die mogelijk een versnellende invloed kunnen uitoefenen in positieve zin. Een paardenfokkerij kampt met een relatief groot generatie-interval en waar deze beperkt kan worden, dient deze mogelijkheid te worden benut. Met indexen van respectievelijk 77 en 69 voor dressuur en springen heeft Liberto indexen die sterk onder het gemiddelde ligt. In wezen houden deze cijfers in, dat hij een negatieve invloed uitoefent. Ook wat betreft de exterieurvererving scoort hij sterk onder het gemiddelde. Een zeer laag percentage stermerries heeft hij de fokkerij gebracht en slechts enkele (voorlopige) keurmerries.
Op grond van de genoemde overwegingen heeft het KWPN Liberto afgekeurd.

Omdat de eigenaar van Liberto zich niet kon vinden in het besluit heeft hij een herkeuring aangevraagd, maar ook de herkeuringscommissie achtte deze hengst niet meer passend in de huidige fokkerij. Hij mist het moderne type, terwijl zijn fokresultaten zowel in de fokkerij als de sport zeer te wensen overlaten. Met name ook zijn index is ver onder het gemiddelde niveau.

Het aantal geregistreerde nakomelingen van Liberto is volgens de KWPN-database 239, maar dat kan niet kloppen. Op basis van publicaties in het blad In de Strengen zijn volgens de administratie van stempelhengsten.eu door Liberto in de jaren 1973 – 1987 768 merries gedekt en zijn daaruit 455 nakomelingen door het KWPN geregistreerd.

Zijn zoon Profeet KWPN (1974) is goedgekeurd voor de fokkerij en wordt verderop in de tekst in een afzonderlijk hoofdstuk besproken.

 

 

1.2.1.  Profeet KWPN 218 Stb

 

Profeet KWPN (V. Liberto KWPN) is een stekelharige vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 8 februari 1974 geboren en is gefokt door J.G. Venderbosch uit Heelweg, dat  tussen Lichtenvoorde en Varsseveld in de Achterhoek n de provincie Gelderland ligt.
De moeder van Profeet is de vos merrie Kroongravin ster KWPN (1969, V. Dolman Holst) en tweede moeder is de vos Edelgravin Sgldt (1963, V. Xebec xx).

Gerekend over acht generaties heeft Profeet een afstamming met 45,3 % Engels volbloed, 12,5 % Gelders bloed en 12,5 % Holsteins bloed.

Profeet is in februari 1977 op de hengstenkeuring in Utrecht goedgekeurd door het KWPN. Daarbij is opgemerkt dat het type van de hengst goed is. Het hoofd zou fijner moeten zijn en de voorstand iets sterker. Profeet heeft wel een hengst-voorkomen.
Hij is van de 32 goedgekeurde rijpaardhengsten als 21e geplaatst.

Hij heeft in de maanden september – november 1977 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van negen weken.
Over zijn prestaties is gemeld dat hij goede vorderingen heeft gemaakt. Hij heeft voldoende bereidheid om te werken. Bij het vrij springen is hij af en toe dom en pleegt dan verzet. Aangespannen is hij betrouwbaar.
Over de eindbeoordeling is gemeld dat de rijproef goed was en hij een goede souplesse heeft. Bij het springen onder het zadel laat hij een goed gereden parcours zien met wat weinig bascule. Bij het vrij springen is hij wel door, maar toont hij wat weinig bascule. De aangespannen proef is best, eerlijk en betrouwbaar. In de terreinproef is hij goed door. Hij is wat dom in de sprong en moeilijk in de landing. Profeet heeft voldoende aanleg als spring- en terreinpaard en een goede aanleg als dressuurpaard. Profeet heeft een goed karakter. Zijn stalgedrag is normaal.

De prestaties van Profeet zijn gewaardeerd met een acht voor de rijproef, zevens voor het springen onder de man en het vrij springen, een negen voor de aangespannen proef, een 6,5 voor de terreinrit, een acht voor het karakter en een zeven voor het trainingsrapport. In totaal behaalde Profeet een puntentotaal van 146,50, waarmee hij als 13e is geëindigd van de 31 rijpaardhengsten die het onderzoek hebben afgemaakt.

Profeet is in de jaren 1977 tot en met 1980 op het hengstenstation “De Radstake” van zijn fokker in Heelweg beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Van Profeet zijn in 1980 geen nakomelingen getoond en is daarom door het KWPN niet langer goedgekeurd voor de fokkerij.

Van Profeet zijn volgens eerdere publicaties in het blad In de Strengen door het KWPN 47 nakomelingen geregistreerd.

 

 

1.3.  Gonzales Holst DE 321210613573

 

Gonzales Holst (V. Grandioso Sprt) is een bruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is op 25 februari 1973 geboren en is gefokt door Klaus Martin Both uit Obendeich, dat in Sleeswijk-Holstein, circa vijftien km ten westen van Elmshorn,
vlak aan de Elbe ligt.
De moeder van Gonzales is de bruine merrie Deka Holst (1967, V. Consul Holst). Zij is ook de moeder van de broers Caletto I Holst (1975, V. Cor de la Bryere SF), Caletto II Holst (1978) en Caletto III Holst (1984) en Lysander Holst (1979, V. Landgraf I Holst). Ook is ze de tweede moeder van de hengsten Telstar KWPN (1977, V. Nimmerdor KWPN) en Lambadero Holst (1987, V. Lenz Holst).
Tweede moeder van Gonzales is de bruine Ökonomie Holst (1955, V. Matador Holst).

Caletto I is goedgekeurd door het Holsteinse-, Oldenburgse-, Hannoveraanse-, Westfaalse-, Baden-Württembergse-, Beierse- en Selle Français stamboek;
Caletto II is goedgekeurd door het Holsteinse stamboek; Caletto III is goedgekeurd door het Holsteinse-, Oldenburgse-, Mecklenburgse-, Baden-Württembergse-, Zfdp-, Deense- en Selle Français stamboek en Lysander is goedgekeurd door het Baden-Württembergse stamboek en het ZVCH.
Telstar is goedgekeurd door het KWPN en Lambadero is goedgekeurd door het Holsteinse-.Oldenburgse-, Mecklenburgse- en Beierse stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Gonzales een afstamming met 37,5 % Holsteins bloed en 28,1 % Engels volbloed.

Gonzales is in het najaar van 1975 goedgekeurd door het Holsteinse stamboek en in 1986 ook door het Rijnland-Palts-Saar stamboek.
In de jaren 1977 – 1995 zijn van hem in Duitsland 104 nakomelingen geregistreerd. Van hem zijn er 65 succesvol geweest in wedstrijden.

In 1980 is Peter Weinberg (GER) met Gonzales uitgekomen in 1.40 m- springwedstrijden, waarbij overwinningen zijn behaald in Keulen, Windhagen, Mannheim, Lipica en Frankenberg. Gonzales heeft een winsom van € 12.250.

Succesvolle nakomelingen van Gonzales zijn:

Gondoso Holst, hengst, 1986, MV. Landmeister Holst, fokker Erick Michaelsen, is  door Hugo Simon (AUS) en Caroline Müller (DEN) in internationale springwedstrijden uitgebracht. De hengst heeft een winsom van € 78.370 en

Gladys B Zw, merrie, 1988, fokker Ludwig Bauer, is door Bernd Herbert (GER), Pascal Uijtendaal (NED), Hugo Simon (AUS) en Gerhard Helfrich (GER) succesvol geweest in 1.40 springwedstrijden en heeft een winsom van € 29.812.

 

 

2.  Legrand KWPN 528003197005478

 

Legrand KWPN (V. Apalatin SF) is een kastanjebruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 18 mei 1970 geboren en is gefokt door Wim van Dam uit Lienden, dat in de Betuwe in de provincie Gelderland ligt.
Legrand is een broer van de hengst Grandioso Sprt (1965, zie hfdst. 1.)
De moeder van beide broers is de vos merrie Adorette Sgldt preferent (1959, V. Hertog van Gelre Sgldt). Zij is ook de moeder van de hengsten J. Sans Peur Stb (1968, V. Sans Souci SF) en Minister KWPN (1971, V. Exilio xx), die beide zijn goedgekeurd door het KWPN.

Tweede moeder van Legrand is de vos K. Torette Hann (1946, V. onbekend). Zij is ook de moeder van de hengsten München KWPN (1971, V. Apalatin SF).

Gerekend over acht generaties heeft Legrand een afstamming met 32,0 % Engels volbloed en 12,5 % Selle Français bloed. In de achtste generatie is 31,3 % van de afstamming onbekend.

Legrand is in 1973 tijdens de hengstenkeuring in Utrecht goedgekeurd door het KWPN. Van de 22 goedgekeurde rijpaardhengsten is hij als zesde geplaatst.
Het KWPN heeft meegedeeld dat als de Nederlandse fokkerij in de toekomst de concurrentie het hoofd wil kunnen bieden, er voor gezorgd moet worden dat er prestatiepaarden worden gefokt. Daarom verdienen bepaalde merrie- en hengstenlijnen speciale aandacht. Legrand past in dat streven.

In de maanden september – november 1973 heeft Legrand in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van negen weken.
Over zijn prestaties tijdens de eindbeoordeling is gemeld dat Legrand in de rijproef een redelijk goede verrichting heeft getoond. In draf is hij achter onregelmatig en hij heeft wat weinig kracht in de achterhand. Hij heeft goede springmanieren maar wat weinig lust tot springen. Hij is wat moeilijk wendbaar, maar heeft wel voldoende aanleg tot springen. Legrand is goed eerlijk in de aanspanning en heeft een wat korte en rollende beweging in het terrein. Hij heeft een goed karakter en zijn gedrag op stal, bij de verzorging en het voeren is normaal. Geen stalondeugden.

Bij de training bleek dat de hengst aanvankelijk links moeilijk wendbaar was. Legrand had in het begin van het onderzoek geen plezier in het werk en pleegde bij het vrij springen verzet. Naarmate de training vorderde toonde hij zich gewilliger en kreeg hij plezier in het werk. Ook ging Legrand zich beter bewegen en werd hij sterker in de achterhand. Bij het eerste aanspannen toonde Legrand zich dom, later was het gedrag normaal. Legrand heeft een goed karakter; hij is soms flegmatiek.

Zijn prestaties zijn gewaardeerd met 7,14 voor de rijproef, een acht voor het vrij springen, een zeven voor het springen onder het zadel, een negen voor de aangespannen proef en een zes voor de terreinproef. Het karakter en het trainingsrapport zijn beide gewaardeerd met acht punten. In totaal behaalde Legrand 151,42 punten, waarmee hij van 25 deelnemende hengsten als 17e is geëindigd.

Legrand is in 1973 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het dekstation van Hendriks in Koekange en is in 1974 niet meer beschikbaar geweest,

Van Legrand zijn 78 nakomelingen geregistreerd.

 

 

3.  Mannix KWPN 123 Stb



Mannix KWPN (V. Apalatin SF) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is geboren op 4 april 1971 en is gefokt door B.Th.M. Geuting uit Groenlo, dat in het oosten van de Gelderse Achterhoek ligt.
De moeder van Mannix is de donkerbruine merrie Idula KWPN (1967, V. Clovis Sgldt) en tweede moeder is de schimmel Utadula Sgrt ster (1955, V. Jubal NWP).

Gerekend over acht generaties heeft Mannix een afstamming met 32,0 % Engels volbloed, 14,8 % Oldenburgs bloed, 12,5 % Gelders bloed en 10,9 % Gronings bloed.

Mannix is in 1974 tijdens de hengstenkeuring in Utrecht goedgekeurd door het KWPN en is als 28e geplaatst van de 31 rijpaardhengsten die bij de keuring zijn goedgekeurd. Opgemerkt is dat Mannix een zoon is van een Franse import van Fra Diavolo xx, die bekend is om zijn springvererving en ook de vader is van Grandioso. Mannix is afkomstig uit een zware Groninger moederlijn en is een goedsoortige hengst met voldoende klasse. Hij heeft een fijne huid. Het gewicht en het volume zijn in de moederlijn verankerd.

Het is vreemd dat in de opmerking bij de goedkeuring van Mannix wordt gesproken van een Franse import van Fra Diavolo xx en dat de naam Apalatin niet wordt genoemd, terwijl Apalatin in 1972 al het keurpredicaat van het KWPN had ontvangen. Vermoedelijk speelde hier de interne KWPN-strijd tussen het “VLN-kamp” en het “NWP-kamp” een rol.

Mannix heeft van 9 september tot  9 november 1974 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van negen weken.
Over zijn prestaties bij de eindbeoordeling is gemeld dat Mannix een nette rijproef heeft afgelegd met een onvoldoende voor de draf. Bij het vrij springen presteerde hij goed, maar was wat terughoudend in de sprong. Ook bij het springen onder het zadel presteerde hij vrij goed (?) hoewel hij eigenzinnig is en verzet toonde. Hij liet een goede aangespannen verrichting zien, waarbij hij in het begin wat onrustig was. Mannix is een goed terreinpaard en is goed door op de hindernis.
Over de training is gemeld dat Mannix wel vorderingen maakte tijdens de training, maar af en toe weinig looplust toonde. De bereidheid om te werken en de aanleg, voor met name het springen, waren aanwezig. Zijn gedrag op stal bij het verzorgen en voeren is normaal. Bij de training heeft hij af en toe geen plezier in het werk. Bij het springen is hij voorzichtig en toonde aan het einde van de trainingsperiode daarbij nog wel eens verzet. Hij heeft tenslotte wel manieren. Zijn gedrag voor de slede is rustig en hij heeft veel plezier in het trekken. Hij toonde zich flegmatiek, maar niet onwillig. Het karakter is wel goed.

De prestaties van Mannix zijn gewaardeerd met 6,93 punten voor de rijproef, 7,5 voor het vrij springen en 5,5 voor het springen onder het zadel, een acht voor de trekproef en een 8,5 voor de terreinproef, een zes voor het karakter en een zeven voor het trainingsrapport. In totaal behaalde hij 142,78 punten, waarmee hij van de 27 rijpaardhengsten die het volledige onderzoek hebben afgewerkt op de 17e plaats is geëindigd.

In 1975 is hij tijdens de hengstenkeuring in Zuidlaren bij de presentatie van de hengsten die in 1974 zijn goedgekeurd als zevende van de acht rijpaardhengsten geplaatst,  waarbij een derde premie aan hem is toegekend. Daarbij is opgemerkt dat Mannix iets ondiep is en een wat lang middenstuk heeft. Hij heeft wel kwaliteit en een fijne huid.
Onder het zadel is hij als zesde van zeven hengsten geplaatst.

In 1976 is hij tijdens de hengstenkeuring in Zuidlaren in de rubriek rijpaarden onder het zadel als zevende van acht deelnemende hengsten geplaatst.

In augustus 1977 heeft het KWPN een groep nakomelingen (veulens, enters en twenters) van Mannix beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de veulens in het algemeen te weinig ras vertoonden en te eenvoudig waren. De voorstand was niet sterk; hol in de knieën. De stap was voldoende goed, hoewel de vering in de achterkoten groter had kunnen zijn. In draf liet de schoudervrijheid te wensen over.

De één- en tweejarigen vertoonden achter te vaak onregelmatige bewegingen, verband houdende met afwijkende kniegewrichten. Van uniformiteit in type kon nauwelijks worden gesproken. Ook bij de ouderen was de voorstand vaak steil en stond de knie teveel terug.
Op grond van deze bevindingen heeft het KWPN besloten Mannix niet langer goed te keuren voor de fokkerij.

Mannix is van 1974 tot en met 1977 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het hengstenstation van H. Drent in Hoogeveen.
Hij heeft 163 merries gedekt en daaruit zijn 93 veulens geregistreerd.

 

 

4.  München KWPN 528003197105523

 

München KWPN (V. Apalatin SF) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 12 mei 1971 geboren en is gefokt door Wim van Dam uit Lienden, dat in de Betuwe in de provincie Gelderland ligt.
De moeder van München is de donkerbruine merrie Bistrro Sprt (1960, V. Peter Spencer draver).
Tweede moeder is K. Torette Hann hb en zij  is ook de tweede moeder van de hengsten Grandioso Sprt (1965, V. Apalatin SF, zie hfdst. 1.), J. Sans Peur Stb (1968, V. Sans Souci SF), Legrand KWPN (1970, V. Apalatin SF, zie hfdst. 2.) en Minister KWPN (1971, V. Exilio xx). Grandioso is goedgekeurd door het VLN, het Holsteinse stamboek en het BWP en J. Sans Peur, Legrand en Minister zijn alle drie goedgekeurd door het KWPN.

Gerekend over acht generaties heeft München een afstamming met 32,0 % Engels volbloed. 21,9 % draver bloed en de rest van de afstamming is onbekend,

München is in februari 1974 tijdens de hengstenkeuring in Utrecht door het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij. Daarbij is hij van de 31 goedgekeurde rijpaardhengsten als 27e geplaatst. Over hem is door het KWPN opgemerkt dat hij een zeer gemêleerde bloedopbouw heeft. In Normandië past men een eenmalige inbreng van draverbloed meerdere malen met succes toe. De moeder K. Torette is ook de moeder van de merrie Adorette, die zelf de moeder is van vier goedgekeurde zonen. München is daarom een hengst met een bijzondere afstamming. Hij zou over meer bodem moeten staan. Zijn voeten zijn iets nauw.

München heeft van 9 september tot 9 november 1974 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van negen weken.
Over zijn prestaties tijdens het onderzoek is gemeld dat München tijdens de trainingsperiode is gegroeid. In het begin van het onderzoek maakte hij goede vorderingen, maar in de laatste weken is hij niet meer beter geworden. De bereidheid tot werken was niet aanwezig en ook had hij weinig aanleg. Zijn gedrag op stal bij het voeren en verzorgen is normaal. In het begin was hij bij het springen wat terughoudend. In een later stadium van de africhting pleegde hij bij de oefeningen af en toe verzet en knarste met zijn tanden. Voor de slede deed hij in het begin wat onvriendelijk aan; later werd zijn gedrag betrouwbaar. Aan het einde van het onderzoek pleegt München voor de slede af en toe verzet. Zijn karakter is twijfelachtig, met af en toe enig verzet.

Zijn prestaties zijn gewaardeerd met 6,35 punten voor de rijproef, een vijf voor het vrij springen, een 5,5 voor het springen onder het zadel, een acht voor de aangespannen proef, een zes voor de terreinrit, een 5,5 voor het karakter en een zes voor het stal- en trainingsrapport. In totaal behaald München 117,07 punten, waarmee hij van de 27 rijpaardhengsten die het volledige onderzoek hebben afgewerkt op de 25e plaats is geëindigd.
Het KWPN vond de prestaties van München onvoldoende om hem in te schrijven in het stamboek, waardoor hij na 1974 niet meer actief is geweest in de fokkerij.

Hij is in 1974 voor de fokkerij beschikbaar geweest bij hengstenhouderij P.A. van Lier in Oud-Gastel en heeft 112 merries gedekt. Het KWPN heeft 67 nakomelingen van hem geregistreerd.

 

 

5.  Njord KWPN 528003197201865

 

Njord KWPN (V. Apalatin SF) is een bruine hengst met een stokmaat van 166 cm.
Hij is op 20 april 1972 geboren en is gefokt door P. Stassen uit Venlo, dat in het midden van de provincie Limburg tegen de grens met Duitsland aan ligt.
Njord is een broer van de hengst Poseidon KWPN (1974, zie hfdst. 8.)
De moeder van Njord is de merrie Hester Sgldt keur preferent (1966, V. Nicolas xx) en tweede moeder is de vos Willemientje Sgldt (1957, V. L’Invasion SF).

Gerekend over acht generaties heeft Njord een afstamming met 59,4 % Engels volbloed en 21,1 % Selle Français bloed.

Njord is in 1975 op de hengstenkeuring in Utrecht door het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij en uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
Van de 36 goedgekeurde rijpaardhengsten is hij als vijfde geplaatst.

Het KWPN heeft bij de goedkeuring van Njord gemeld dat zijn vader één van de eerste Normandische KWPN-hengsten uit de Furiosolijn is. Als vader van onder meer Grandioso heeft Apalatin de aandacht op zich weten te vestigen als vererver van springaanleg. De moederlijn is een van de allerbeste uit de Gelderse fokkerij. Njord is een goed fokpaard met een sterke romp en veel kwaliteit. De bewegingen achter zou iets sterker moeten zijn.

Njord heeft van 8 september tot en met 8 november 1975 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van negen weken. Over zijn prestaties tijdens de eindbeoordeling is gemeld dat Njord in de rijproef goed betrouwbaar presteerde met een bemerking op de ruimte, beweging en stuwing in de achterhand, vooral in draf. Bij het vrij springen was hij wat terughoudend met wat weinig techniek. In het springen onder het zadel sprong hij vrij goed met wat weinig ruggebruik. In de aangespannen proef was hij niet voldoende betrouwbaar. In de terreinproef toonde hij een wat rollende beweging met een bemerking op de stuwing van uit de achterhand. Njord heeft een goed karakter, maar was schrikachtig voor de slede.

Njord, die zich in de achterhand moeilijk beweegt, doet tijdens de training zijn best en heeft tijdens de training goede vorderingen gemaakt. Hij heeft voldoende aanleg als spring-, terrein- en dressuurpaard. Het gedrag, op stal en bij het voeren is normaal. Tijdens de training is het gedrag normaal, hij is gewillig bij het springen. In het begin was hij nerveus voor de slede. Hoewel het gedrag later normaal werd, bleef hij schrikachtig op de strengen.

De prestaties van Njord zijn gewaardeerd met 6,19 punten voor de dressuur, zevens voor het vrij springen en het springen onder het zadel, een vijf voor de aangespannen proef, een 6,5 voor de terreinproef en zevens voor het karakter en het stal- en trainingsrapport. In totaal heeft hij 134,37 punten behaald en daarmee is hij van de 28 hengsten die het volledige onderzoek hebben afgewerkt, op de 24e plaats geëindigd.

Het KWPN vond de prestaties van Njord onvoldoende om hem in te schrijven in het stamboek, waardoor hij na 1975 niet meer actief is geweest in de fokkerij.

Njord is in 1974 voor de fokkerij beschikbaar geweest bij de hengstenhouderij van de combinatie Kuipers in Sint-Oedenrode. Hij heeft 115 merries gedekt en daaruit zijn door het KWPN 64 veulens geregistreerd.

 

 

6. Notabel KWPN 153 Stb

 

Notabel KWPN (V. Apalatin SF) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is geboren op 6 mei 1972 en is gefokt door B.Th.M. Geuting uit Groenlo, dat in het oosten van de Gelderse Achterhoek ligt.
De moeder van Notabel is de donkerbruine stermerrie Gediva Sgldt (1965, V. Utopia Sgldt) en tweede moeder is de vos Wanna Sgldt (1957, V. Orlando Sgldt).

Gerekend over acht generaties heeft Notabel een afstamming met 34,4 % Engels volbloed, 18,8 % Selle Français bloed, 14,8 % Oldenburgs bloed en 10,9 % Gelders bloed.

Notabel is in februari 1975 tijdens de hengstenkeuring in Utrecht door het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij, waarbij hij van de 36 goedgekeurde rijpaardhengsten als dertiende is geplaatst.
Het KWPN heeft daarbij gemeld dat Notabel afkomstig is uit een degelijke Gelderse stam met veel gewicht. De totaalindruk zou iets rijtypischer moeten zijn en de bovenlijn is wat recht.

Notabel heeft van 8 september tot en met 8 november 1975 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van negen weken. Over zijn prestaties tijdens het onderzoek is meegedeeld dat hij tijdens het onderzoek goede vorderingen heeft gemaakt. Hij heeft veel aanleg als springpaard en voldoende aanleg als terrein- en dressuurpaard. De bereidheid om te werken is aanwezig. Aanvankelijk was hij wat speels. Op stal is hij soms wat druk, verder is zijn gedrag normaal. Ook tijdens de trainingen is zijn gedrag normaal. Bij het aangespannen werk is zijn gedrag rustig.

Zijn prestaties zijn gewaardeerd met 7,00 punten voor de rijproef, een negen voor het vrij springen en een 8,5 voor het springen onder het zadel, een zeven voor de aangespannen test en een acht voor de terreinproef. Het karakter is gewaardeerd met een negen en het stal- en trainingsrapport met een acht. In totaal heeft hij 163,00 punten behaald. Van de 28 hengsten die het volledige onderzoek hebben afgewerkt is Notabel als vierde geëindigd.

Tijdens de KWPN-hengstenkeuring in 1976 in Zuidlaren is Notabel als eerste geplaatst van de vijf aanwezige hengsten die in 1975 het verrichtingsonderzoek hebben afgelegd. Daarbij is opgemerkt dat Notabel een harde hengst is die het goed heeft gedaan sinds zijn derde jaar. Hij beweegt zich gemakkelijk met veel souplesse.

In de rubriek onder het zadel is hij als derde van de vier deelnemende hengsten geplaatst.

In augustus 1978 heeft het KWPN een groep nakomelingen van Notabel beoordeeld. Daarover is gemeld dat Notabel bijzonder ongelijksoortige merries (groot en klein, met weinig en veel adel) aangeboden heeft gekregen, maar desondanks een aantal belangrijke eigenschappen heeft doorgegeven.
De veulens hebben praktisch zonder uitzondering een goede, ruime stap met voldoende onderbrenging van achterbeen. De draf is ruim, soepel en vierkant. Hoewel het soort ook in stand niet verkeerd is, spreekt het model in beweging nog meer aan. Overigens is het achterbeen nog wel eens iets lang. In enkele gevallen is een onderhals vastgesteld en de croupe is nog wel eens aan de korte kant.

De enters zouden misschien iets meer naar voren moeten zijn gebouwd. Ze vertoonden overigens allemaal ras, type en voldoende maat. De stap is ruim met een  goed gebruik van de achterhand. De draf is ruim en correct. De enters bewogen zich met genoegen en toonden zich blij in hun optreden.

Datzelfde gold ook voor de twenters; een goede maat en, hoewel ze iets meer naar voren gebouwd hadden kunnen zijn, waren de  bewegingen goed tot best. Ze vertoonden praktisch allemaal hardheid in de benen.

In 1984 zijn de fokresultaten van Notabel door het KWPN geëvalueerd. Daarover is meegedeeld dat een zeer beperkt aantal nakomelingen – namelijk 12.3% – van Notabel uitkomt in de sport. En hoewel gezien de leeftijd van zijn oudste producten nog geen grote aantallen in de hogere regionen van de sport verwacht kunnen worden, zou inmiddels toch sprake moeten zijn van een indicatie in die richting. Ook die ontbreekt echter. De laatste jaren (1982/1983) heeft het aantal producten dat een eerste premie kreeg op de keuringen zich beperkt tot één.
Op basis van deze overwegingen heeft het KWPN besloten om Notabel in 1985 niet meer goed te keuren.

Notabel is sinds 1975 voor de fokkerij beschikbaar geweest bij H. van Weperen in Oosterwolde Fr (1975 – 1977), R. Veenstra in Boyl (1978), combinatie Wouters-Pelkmans in Gilze (1979) en R. Alves in Katlijk en later Oranjewoud (1980 – 1984).

In afwijking van de database van het KWPN heeft volgens de administratie van stempelhengsten.eu en gebaseerd op eerdere publicaties in In de Strengen, Notabel 306 merries gedekt en heeft het KWPN van hem 233 nakomelingen geregistreerd.

 

 

7. Parade KWPN 204 Stb

 

Parade KWPN (V. Apalatin SF) is een bruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is op 23 maart 1974 geboren en is gefokt door J.J.F. Bekkers uit Griendtsveen, dat circa 15 km ten zuidwesten van Venraij in het midden van de provincie Limburg ligt,
De moeder van Parade is de vos merrie Ladylike KWPN ster (1970, V. Uppercut xx).
Tweede moeder is Byautie Sgldt ster (1960, V. Xebec xx). Zij  is ook de moeder van de hengst Vico KWPN (1979, V. Almé SF), die is goedgekeurd door het KWPN.

Gerekend over acht generaties heeft Parade een afstamming met 69,5 % Engels volbloed.

Parade is in 1977 tijdens de hengstenkeuring in Utrecht door het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij en uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
Hij heeft van 7 september tot 5 november 1977 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van negen weken. Over zijn prestaties tijdens de trainingen
is gemeld dat hij aanvankelijk verzet pleegde en weinig looplust en een moeilijke mond had. Tijdens het onderzoek heeft hij weinig vorderingen gemaakt. Parade is een hengst met beperkte mogelijkheden. Hij heeft voldoende bereidheid om te werken. Zijn gedrag tijdens de training is normaal en gewillig. Bij het aangespannen werk is hij betrouwbaar. De stap en draf zijn kort.

Over de prestaties tijdens de eindbeoordeling is vastgelegd dat de rijproef vooral in draf en galop onvoldoende was. In draf was hij achter onregelmatig en hij liep met de oren in de nek.
Bij het springen onder het zadel heeft hij voldoende gepresteerd. Hij toont wat weinig souplesse. Bij het vrij springen laat hij goede springmanieren zien, maar kan de bascule beter. Bij de trekproef is hij eerlijk en betrouwbaar. De prestaties in de terreinproef zijn onvoldoende.

Parade heeft veel aanleg als springpaard, voldoende aanleg als terreinpaard en weinig aanleg als dressuurpaard.
Het stalgedrag is normaal, evenals het gedrag bij het voeren en verzorgen. Het karakter is goed.

De prestaties van Parade zjn gewaardeerd met een 5,5 voor de rijproef, een acht voor het vrij springen en een 7,5 voor het springen onder de zadel. Een negen voor de aangespannen proef, een vijf voor de terreinproef, een acht voor het karakter en een 5,5 voor het stal- en trainingsrapport. In totaal heeft Parade 131,21 punten behaald.
Aan het verrichtingsonderzoek hebben in 1977 35 rijpaardhengsten deelgenomen, waarvan er vijf wegens veterinaire redenen het onderzoek niet hebben afgemaakt. Parade heeft het onderzoek als 24e afgesloten.

Tijdens de hengstenkeuring 1978 in Utrecht is Parade in de rubriek voor hengsten die in 1977 aan het verrichtingsonderzoek hebben deelgenomen als 13e geplaatst. Daarbij is gemeld dat hij een sterk paard is met voldoende goede bewegingen. De hals zou rijker moeten zijn.

Van Parade zijn in 1980 geen nakomelingen getoond, waarna het KWPN hem in 1981 niet meer heeft goedgekeurd.

Parade is in 1977 voor de fokkerij beschikbaar geweest bij Van Lier in Oud-Gastel, in 1978 bij De Nieuwe Heuvel in Lunteren en in 1979 en 1980 bij de Meerberg in Gilze.

Volgens de administratie van stempelhengsten.eu zijn van Parade 57 nakomelingen geregistreerd.

 

 

8.  Poseidon KWPN 528003197307496

 

Poseidon KWPN (V. Apalatin SF) is een bruine hengst met een stokmaat van 172 cm. Hij is op 29 mei 1974 geboren en is gefokt door P. Stassen uit Venlo, dat in het midden van Limburg, tegen de grens met Duitsland aan ligt.
Poseidon is een broer van de hengst Njord KWPN (1972, zie hfdst. 5.)

De moeder van Poseidon is de vos Hester Sgldt keur preferent (1966, V. Nicolas xx) en tweede moeder is de vos Willemientje Sgldt (1957, V. L’Invasion SF).

Gerekend over acht generaties heeft Poseidon een afstamming met 59,4 % Engels volbloed en 21,1 % Selle Français bloed.

Poseidon is in 1977 op de hengstenkeuring in Utrecht goedgekeurd door het KWPN en uitgenodigd om deel te nemen aan het verrichtingsonderzoek.

Hij is tijdens de hengstkeuring van de 32 goedgekeurde rijpaardhengsten als 27e geplaatst. Opgemerkt is dat hij een hengst met veel statuur is. Het achterbeen is wat lang en de bewegingen hadden sterker kunnen zijn.

Poseidon is op 7 september 1977 in Sleen begonnen aan het verrichtingsonderzoek, maar is na enige tijd kreupel geworden. Uit nader onderzoek bij de Faculteit voor Diergeneeskunde in Utrecht is gebleken dat de kreupelheid werd veroorzaakt door hoefkatrolontsteking. Hij heeft het verrichtingsonderzoek niet kunnen afmaken en is in 1978 niet meer goedgekeurd door het KWPN.

In 1997 is hij voor de fokkerij beschikbaar geweest bij Henk van Manen in Bennekom. Volgens de administratie van stempelhengsten.eu zijn van Poseidon  29 nakomelingen geregistreerd.

 

 

9.  Rappel KWPN 261 Stb

 

Rappel KWPN (V. Apalatin SF) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 16 mei 1976 geboren en is gefokt door H.J.F. Spekenbrink uit Enter, dat vijf km ten oosten van Rijssen in het westen van Twente in de provincie Overijssel ligt.
De moeder van Rappel is de bruine merrie Mary-Gold keur preferent (1971, V. Uppercut xx) en tweede moeder is de bruine Rufrieda NWP ster preferent (1963, V. Content Oldbg).

Gerekend over acht generaties heeft Rappel een afstamming met 58,6 % Engels volbloed, 14,8 % Oldenburgs bloed en 10,2 % Selle Français bloed.

Rappel is in 1979 op de hengstenkeuring in Utrecht als vierjarige hengst door het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij en uitgenodigd om deel te nemen aan het verrichtingsonderzoek.
Over het exterieur heeft het KWPN gemeld dat Rappel een iets eenvoudig aandoende hengst is, die rijker zou kunnen zijn in de halspartij en ook meer klasse zou kunnen hebben in het beenwerk. De afstamming is interessant. De lichaamsverhoudingen zijn voldoende, met goede breedte en diepte. Achter de schoft valt de hengst iets weg.

Hij heeft van begin maart tot medio juni 1979 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Over zijn prestaties is gerapporteerd dat hij een eigenzinnige hengst met een behoorlijke dosis brutaliteit is.
In het eerste stadium van het onderzoek is hij vervelend tijdens het werk en kantelt steeds zijn hoofd. Later is hij zich goed gaan ontwikkelen. Hij laat zich wel bewerken maar het duurt lang voordat gegeven hulpen bij hem doorkomen. Hij brengt de achterhand goed onder de massa. Hij ontspant zich pas na hard te hebben gewerkt. Rappel is niet kwalijknemend. In begin van het onderzoek zijn de bewegingen scheef en onkant, later zijn die aanzienlijk verbeterd.

Rappel heeft een voldoende stap met voldoende regelmaat maar niet overtuigend ruim. Hij heeft een ruime draf maar draagt in draf te weinig. De galop is goed met veel ritme. Hij toont goede springprestaties en heeft een behoorlijk goede manier van springen. Zijn goede galop gebruikt hij in terrein goed. De terreinprestaties zijn ruim voldoende. Voor de slede trekt hij goed en toont veel aanleg. Rappel ervaart het werk als normaal en toont voldoende bereidheid om te werken.

Bij de eindbeoordeling zijn de volgende opmerkingen door de verrichtingsjury gemaakt:
Rijproef: voldoende impuls in alle gangen, matige regelmaat in stap en draf, galop is het beste onderdeel.
Springen onder het zadel: moeilijk naar de sprong te rijden, wel handig op de sprong.
Vrij springen: veel vermogen, geen ideale bascule, zuinig op de benen.
Aangespannen proef: weinig vriendelijk, houdt hoofd scheef, nogal zoekend.
Terreinproef: in de steeple een regelmatig tempo met voldoende ruime galopsprongen, goed op de sprong; in de cross niet handig op de hindernissen, zwaarmoedige galop.
Rappel heeft ruim voldoende aanleg als dressuur-, spring- en terreinpaard.

Op stal is Rappel lastig. Tijdens de verzorging is hij vervelend en bij straf daarvoor steigert hij. In het begin van het onderzoek sloeg hij bij het opnemen van zijn achterbenen. Hij gaat dikwijls met de voorbenen op de stalmuur steunen en gaat op de tralies bijten als er mensen bij zijn box blijven staan.

De prestaties van Rappel zijn gewaardeerd met een 5,4 voor de rijproef, een zeven voor het vrij springen en een zes voor het springen onder het zadel; zevens voor de aangespannen proef en de terreinproef, een zes voor het karakter en een zeven het voor trainingsrapport. Hij behaalde in totaal 131,2 punten.

Aan het verrichtingsonderzoek 1979 hebben 34 rijpaardhengsten deelgenomen, waarvan er acht het onderzoek niet hebben afgemaakt. Op een niet-officiële ranglijst van de verrichtingsjury heeft Rappel de achttiende plaats behaald.
Het KWPN heeft na afloop van het onderzoek negentien rijpaardhengsten, waaronder Rappel, ingeschreven in het stamboek.

In augustus 1981 heeft het KWPN acht veulens van Rappel beoordeeld. Rappel moest zich in zijn eerste dekjaar naast een gering aantal ook nog tevreden stellen met matige partners. Van die zijde heeft de hengst dan ook weinig medewerking gekregen om een goede collectie veulens te tonen. Ook uit mindere moeders waren de veulens goed ontwikkeld. Maat, breedte en diepte waren ook dan voldoende. Hoewel de veulens door elkaar genomen rijtypischer konden zijn, werkt de hengst wel verbeterend bij eenvoudige moeders.

Naast moeders met minder fraaie hoofden liepen veulens met wat lange doch overigens goed gevormde hoofden. De vorm en de bespiering van de halzen waren voldoende. De ligging en de lengte van de schouders waren doorgaans goed. De schoften konden markanter en waren wel eens te plat. Rug en lendenen waren voldoende sterk en goed gespierd. In meerdere gevallen kon de croupe langer en rijtypischer gebouwd zijn. De bespiering van de croupe was voldoende en de broekspier had voldoende lengte. Het voorbeen was meestal goed gesteld, hoewel bij een enkele een steile stand werd waargenomen, doch in deze gevallen was de stand bij de moeder evenmin onberispelijk. Ook het achterbeen was door elkaar genomen goed gesteld met als uitzondering soms iets steil. De gewrichten waren goed ontwikkeld doch het forse beenwerk kon meer kwaliteit vertonen.

De stap was voldoende ruim maar had krachtiger gekund. De veulens draafden ruim en gemakkelijk, ze gingen goed uit de schouder en gebruikten de achterhand voldoende. Van de negen geboren veulens bleef er één wegens ziekte afwezig, zodat er van enige selectie geen sprake kon zijn.

Na het dekseizoen 1985 is Rappel verkocht naar Oostenrijk.
Het KWPN heeft  49 nakomelingen van Rappel geregistreerd, waaronder elf dochters die als fokmerrie zijn opgenomen in het stamboek.

 

 

10.  Status KWPN 277 Stb

 

Status KWPN (V. Apalatin SF) is een bruine hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is op 1 februari 1976 geboren en is gefokt door mevrouw J.A.G. Sturkenboom – Vernooy uit Odijk, dat bij Bunnik op circa 10 km ten oosten van de stad Utrecht in de provincie Utrecht ligt.
De moeder van Status is de bruine merrie Judith KWPN keur preferent prestatie (1968, V. Duc de Normandie SF). Zij is ook de moeder van de hengst Ro-Lex KWPN (1998, V. Montecristo KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.
Tweede moeder is de vos merrie Bariene Sgldt ster (1960, V. L. Invasion SF).

Gerekend over acht generaties heeft Status een afstamming met 49,2 % Engels volbloed en 24,2 % Selle Français bloed.

Status is in 1979 op de hengstenkeuring in Utrecht door het KWPN goedgekeurd en uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
Over zijn exterieur heeft het KWPN gemeld dat Status een hengst is met een goede breedte en diepte en met voldoende maat. De totaalindruk is iets eenvoudig. De kaak is aan de grove kant. De bouw en stand van het achterbeen zijn voor verbetering vatbaar. De afstamming spreekt in het voordeel van de hengst.

Status heeft van begin maart 1979 tot en met medio juni 1979 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen.
Over zijn prestaties tijdens het onderzoek is gerapporteerd dat hij traag leert en tamelijk eigenzinnig en nogal brutaal is.
Status laat zich moeilijk bewerken en toont dikwijls verzet. Zijn bewegingen zijn stug en slordig en hebben weinig ruimte. Hij is vooral stijf in achterhand, maar in de loop van het onderzoek is de stijfheid minder geworden en is hij in zijn totaliteit geslotener geworden.

De stap is weifelend en stug met weinig regelmaat en weinig impuls. De draf is vaak scheef en amper voldoende. Ook in draf heeft hij weinig impuls en weinig regelmaat. De draf is wel voldoende ruim. De galop is ruim voldoende. In galop heeft hij regelmaat, maar de impuls in galop is nog onvoldoende aanwezig. Bij het springen presteert hij behoorlijk goed. Hij heeft een goed oog op de sprong, een behoorlijke techniek en een goed ruggebruik. Ook toont hij lef bij het springen. Het aangespannen werk doet hij goed. Status heeft voldoende bereidheid om te werken en ervaart het werk als normaal.

Bij de eindbeoordeling heeft de verrichtingsjury de volgende opmerkingen gemaakt:
rijproef: veel verzet, vaak verkeerd gesteld, in draf weinig regelmatig;
springen onder het zadel: voldoende techniek, slordig op de sprong;
vrij springen: goede achterbeen techniek, duikt na de landing;
aangespannen proef: weinig overtuigende verrichting, matig orenspel, bij aanspannen zeer rustig;
terreinproef: in de steeple goed op de sprong, onregelmatig tempo; in de cross voldoende galoppeervermogen, voldoende op de sprong.

Status heeft voldoende aanleg als dressuurpaard en ruim voldoende aanleg als spring- en terreinpaard. Op stal is hij rustig.

De prestaties van Status zijn gewaardeerd met 5,4 punten voor de rijproef, zeven voor het vrij springen, zes voor het springen onder het zadel, zeven voor de aangespannen proef en ook voor de terreinproef; zes voor het karakter en zeven voor het trainingsrapport. In totaal behaalde Status 131,2 punten.
Status behaalde daarmee hetzelfde puntenaantal dan zijn vierjarige halfbroer Rappel, die aan hetzelfde verrichtingsonderzoek heeft deelgenomen.

Aan het verrichtingsonderzoek 1979 hebben 34 rijpaardhengsten deelgenomen, waarvan er acht het onderzoek niet hebben afgemaakt.

Op een niet-officiële ranglijst van de verrichtingsjury, waarbij ook de basisgangen afzonderlijk werden gewaardeerd, heeft Status een onvoldoende waardering voor de draf (4,5) behaald en was ook de waardering voor de rijproef duidelijk lager dan voor de rijproef van Rappel. Bij de verrichtingsjury heeft Status het onderzoek als 23e beëindigd.

Het KWPN heeft na afloop van het onderzoek negentien rijpaardhengsten, waaronder Status, ingeschreven in het stamboek.

In augustus 1981 heeft het KWPN elf veulens (uit 22 dekkingen) beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de veulens amper voldoende ontwikkeling vertoonden. Qua type was er sprake van grote ongelijksoortigheid, hoewel vrij algemeen de beknoptheid opviel, terwijl ook de gewenste rijtypische points werden gemist.

De hoofden waren veelal lang en misten de verfijning. In praktisch alle gevallen was er sprake van een onderhals, terwijl diverse halzen ingestoken waren. Enkele schouders hadden voldoende lengte; overigens ontbrak die. De rug was in de meeste gevallen lang en week. De lendenpartij was voldoende. De croupe miste praktisch steeds de lengte en was ook in het merendeel van de gevallen te plat. De voorbeenstand was meermalen terugstaand of hol, terwijl ook een insnoering onder de voorknie voorkwam. Het achterbeen was veelal lang en scherp gehoekt, terwijl dikwijls koehakkigheid werd gesignaleerd.

De stap was onvoldoende en miste kracht. De draf had ruimte noch kracht en was achter meermalen nauw. De voorkogels waren in diverse gevallen van matige kwaliteit. De veulens liepen bij zeer eenvoudige merries.

Op grond van de bevindingen heeft het KWPN besloten Status niet langer goed te keuren. Het KWPN heeft 21 nakomelingen van Status geregistreerd.

Status is in 1980 en 1981 voor de fokkerij beschikbaar geweest bij hengstenhouderij De Buck in Oostkapelle.

 

 

11.  Univers KWPN 528003197800845

 

Univers KWPN (V. Apalatin SF) is een schimmel hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is op 11 februari 1978 geboren en is gefokt door Wim Breukink uit Brummen, dat in de provincie Gelderland, tussen Arnhem en Zutphen, op de westelijke oever van de IJssel ligt.
De moeder van Univers is de schimmelmerrie Parisienne KWPN ster (1974, V. Kodario SF) en tweede moeder is de schimmel A. Orlandaise Sprt (1959, V. Popof xx).

Gerekend over acht generaties heeft Univers een afstamming met 62,5 % Engels volbloed en 18,0 % Selle Français bloed. In de achtste generatie is 16.4 % van de afstamming onbekend.

In 1981 is Univers op de hengstenkeuring in Utrecht goedgekeurd door het KWPN. Daarbij heeft het KWPN aangegeven dat Univers voldoende hardheid en rijtypische kwaliteiten heeft. De schoft zou nog langer moeten doorlopen. De voeten zijn iets plat, terwijl de voorstand niet geheel correct is. De bewegingen zijn goed.

De eigenaar van Univers heeft daarna gekozen voor een alternatieve weg om te voldoen aan de verrichtingseisen. Dat hield in dat de hengst gedurende 21 dagen zou worden getest op zijn karakter en stalgedrag en daarna een beperkt aantal merries zou mogen dekken. De nakomelingen zouden te zijner tijd dan onderzocht moeten worden op het kwaliteiten als rijpaard.

In het drie weken onderzoek van Univers bleek hij een zeer vriendelijke en gehoorzame hengst te zijn. Hij is bijzonder eerlijk en heeft altijd een goed humeur. Tijdens het onderzoek zijn lichte werkzaamheden gevraagd, hij toonde daarbij veel bereidheid tot werken en veel looplust te hebben. Zijn stalgedrag is zeer rustig en hij laat zich gemakkelijk verzorgen. Zowel het karakter als het stalgedrag zijn gewaardeerd met een negen.

In 1982 is Univers opnieuw ter keuring gebracht en aangewezen voor een volledig verrichtingsonderzoek.
Hij heeft daarop van begin maart tot medio juni 1982 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen.

Over zijn prestaties is gerapporteerd dat Univers vriendelijk, gehoorzaam en eerlijk is en een goed humeur heeft. Univers komt kracht tekort in de achterhand. Dit uit zich soms in onregelmatigheid in draf.
In het begin van het onderzoek is hij tamelijk gespannen. Na 3 à 4 weken neemt de spanning af en krijgt hij ook meer plezier in het werk. Tot halverwege het onderzoek gaan zijn prestaties goed vooruit, daarna maakt hij nog slechts geringe vorderingen. Hij loopt graag met een weggedrukte rug en pleegt tijdens het losrijden af en toe verzet.

De stap is in het begin van het onderzoek vaak onregelmatig, maar is later wel verbeterd. Door onvoldoende kracht is de stap niet ruim. De draf is tamelijk slepend met weinig regelmaat. De galop heeft voldoende ruimte en regelmaat. Ook bij het springen heeft Univers te weinig kracht, maar toont hij wel inzet. Hij heeft een matige terreingalop en presteert op terreinhindernissen net voldoende. Voor de slede is zijn gedrag goed. Univers heeft ruim voldoende bereidheid om te werken en ervaart het werk als licht. Hij heeft matig tot voldoende aanleg als dressuur-, spring- en terreinpaard. Zijn stalgedrag is rustig.

De prestaties van Univers zijn gewaardeerd met een 6,5 voor de stap, een zes voor de draf en een zeven voor de galop; 6,65 voor de rijproef, 6,5 voor het springen onder de man en een zeven voor het vrij springen; een zes voor de terreinrit, een acht voor het karakter, een negen voor het stalgedrag en een zes voor het trainingsrapport.

Aan het verrichtingsonderzoek in 1982 hebben 32 rijpaardhengsten deelgenomen, waarvan er acht het onderzoek niet hebben afgemaakt. Volgens een niet-officiële ranglijst van de verrichtingsjury heeft Univers het onderzoek als 20e afgesloten.
He KWPN heeft na afloop van het onderzoek vijftien hengsten ingeschreven in het stamboek. Univers behoorde daar niet bij en is in 1983 niet meer beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Het KWPN heeft zestien nakomelingen van Univers geregistreerd. Vier dochters zijn als fokmerrie ingeschreven in het stamboek en één van hen heeft het keurpredicaat ontvangen. Eén merrie is prestatiemerrie geworden.

 

 

Afgesloten op 2 november 2025

 

 

 

 

 

Back To Top