skip to Main Content

1975 (Cambridge Cole HSB x Humanist vb KWPN)

 

Samenvatting:

 

Renovo is een zoon van de Hackney hengst Cambridge Cole HSB en komt uit die zijn eerste jaargang. Cambridge Cole is naar Nederland gehaald om adel, hardheid en knie-actie toe te voegen aan de tuigpaardenfokkerij. In dat verband is de naam Renovo, die “vernieuwer” betekent, op zijn plaats.

Renovo heeft in het voorjaar van 1978 deelgenomen aan een 100 dagen durend verrichtingsonderzoek, dat destijds voor het eerst in Ermelo werd gehouden en in een totaal andere enscenering plaats vond dan eerdere onderzoeken. Voor het onderzoek bestond grote publieke belangstelling. Nadat Renovo zich de eerste weken onhandelbaar toonde en veel verzet pleegde, heeft hij zich later voorbeeldig gedragen en is hij door zijn goede prestaties de grote ster geworden van zijn jaargang. Later heeft hij ook in wedstrijden voor de showwagen keer op keer zijn grote klasse bewezen. Renovo heeft zeven keer het Nederlands kampioenschap dekhengsten in tuig gewonnen.
Ook als fokhengst heeft hij uitstekend gepresteerd. Door de prestaties van zijn nakomelingen op keuringen en in wedstrijden heeft hij het predicaat preferent ontvangen. Achttien zonen van hem zijn goedgekeurd voor de fokkerij en dertien dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden.
Van zijn zonen heeft vooral Fabricius KWPN goed gepresteerd.

 

Inhoud

 

Voorkomen en afstamming
Vader
Moeder
Fokkerijcarrière
Zonen
Dochters
Succesvolle nakomelingen
Zonen die een bijdrage aan de fokkerij hebben geleverd

1. Westvoorn 80.08579 Stb KWPN
2. Wilhelmus 80.03475 Stb KWPN
2.1. Gibraltar 88.03518 Stb KWPN
2.2. Goya 88.02548 Stb KWPN
2.3. Harmonie  89.06426 Stb KWPN
2.4. Jongbloed 91.2932 Stb KWPN
3. Zacharias  81.5238 KWPN / ZfdP DE 304047458881
4. Zilverster  81.3934 Stb KWPN
4.1. Gaston 88.00456 Stb KWPN
4.2. Hendo 86.06797 Stb KWPN
5. Balmoral 83.0246 Stb KWPN
6. Cinovo 84.2726 Stb KWPN
6.1. Jochem 91.2824 Stb KWPN
6.1.1. Opgenoort 96.02669 Stb KWPN
6.2. Joviaal  91.03780 Stb KWPN
6.3. Vikking 02.04544 Stb KWPN
7. Fabricius 87.2469 Stb KWPN
8. Ganges 88.5294 Stb KWPN
8.1. Udo  01.05613 Stb KWPN
8.2. Aron HBC  KWPN 528003200503863 Stb
9. Gelviro  88.2342 Stb KWPN
10. Grenadier 88.1034 Stb KWPN
11. Hofmeester  89.2131 Stb KWPN
11.1. Perfection 97.00705 Stb KWPN
12. Impressionist 90.9216 Stb KWPN
13. Indigo 90.4055 Stb KWPN
14. Jonker 91.0040 Stb KWPN
14.1. Pronkjuweel 97.07429 Stb KWPN
14.2. Sire  99.07930 Stb KWPN
14.3. Stuurboord  99.03252 Stb KWPN
14.4. Torino 00.01199 Stb KWPN
15. Kolonel 92.07217 Stb KWPN
15.1. Patijn 97.04374 Stb KWPN
16. Milano  94.13696 Stb KWPN
17. Oase  96.06262 Stb KWPN
18. Seinman  99.00443 Stb KWPN

 

 

Voorkomen en afstamming

 

De bruine hengst Renovo 245 Stb KWPN heeft een stokmaat van 173 cm. Hij is geboren op 21 mei 1975 en is gefokt door S. van de Berg uit Gouda.

Het KWPN heeft Renovo in 1978 omschreven als een rijke verschijning met een mooi hoofd en een schitterende voorhand. Hij heeft kwaliteit en klasse, maar zou in het voorbeen iets sterker moeten zijn. Het edele type kan de basis van de tuigpaardfokkerij hopelijk verbreden. De beweging vóór is soms wat rollend.

Vader

 

De vader van Renovo is de Hackney hengst Cambridge Cole HSB. Hij is in 1971 in Engeland geboren uit een paring van de hengst Walton Searchlight HSB met de merrie Cambridge Madge HSB.

In de afstamming van Cambridge Cole is opvallend dat de vos merrie Walton Beauty HSB (1936) niet alleen de moeder van Walton Searchlight is, maar ook de grootmoeder van Cambridge Madge.

In het voorjaar van 1973 is Cambridge Cole naar Nederland gehaald, waar het Nederlands Hackney stamboek hem heeft goedgekeurd.

Om hardheid, adel en knie-actie toe te voegen aan de tuigpaardenfokkerij heeft het KWPN Cambridge Cole in 1974 erkend.

 

Moeder

 

De moeder van Renovo is de bruine, ster preferente merrie Linda KWPN (1970, V. Humanist vb VLN). Volgens het moederrapport van het KWPN was Linda een zich onaangenaam gedragende merrie met een goede hals en voldoende lange nek; de schouder is tamelijk steil en de lendenen zijn matig sterk. Omdat de merrie kreupel was zijn haar bewegingen niet beoordeeld.
Linda’s moeder is de bruine, keur preferente Ivonne KWPN (1967, V. Baron Sgldt).
Renovo is daarmee vrij van Oregonbloed.

Fokkerijcarrière

 

Renovo is door mevrouw Van Ginkel uit Otterlo en Jan Schep uit Schoonhoven gepresenteerd op de KWPN hengstenkeuring 1978. Daar is de hengst goedgekeurd en uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek, dat in 1978 voor het eerst in het Federatie Centrum in Ermelo werd uitgevoerd. Bij zijn aanwijzing is er sprake van een rijke verschijning met een mooi hoofd en een schitterende voorhand.
De eerste weken van het verrichtingsonderzoek was Renovo moeilijk hanteerbaar. Hij sloeg toen veel en spande zichzelf uit. Nadat hij verschillende keren onder het zadel was gereden werd hij gehoorzamer. Nadat hij zich eenmaal had onderworpen bleek hij een gehoorzame en zeer attente hengst met veel bereidheid om te werken. Als tuigpaard had hij enorme mogelijkheden.

Aan het onderzoek in 1978 is door elf hengsten begonnen en daarvan hebben er acht aan de eindbeoordeling deelgenomen. Tijdens het onderzoek is de verrichting van Renovo voor de showwagen gewaardeerd met een 9,5 en alle andere onderdelen van het onderzoek zijn gewaardeerd met een negen.
Hij beëindigde het onderzoek met het beste resultaat van alle deelnemende hengsten.

In 1980 heeft het KWPN een collectie veulens van hem beoordeeld. Daarbij is vastgesteld dat Renovo zijn naam (vernieuwer) eer aan doet en ook bij matige fokmerries verbeterend werkt. De veulens hadden voldoende statuur, een goede lange nek en een uitstekend drafmechanisme.

In 1986 is het keurpredikaat aan Renovo toegekend. In 1988 is hij preferent verklaard, omdat hij op niet mis te verstane wijze een stempel drukt op de Nederlandse tuigpaardenfokkerij en –sport. Vastgesteld is dat de bedoeling om met de introductie van het Hackneybloed de tuigpaardenpopulatie te verbeteren door Renovo geheel is waar gemaakt.

Op exterieurgebied verhoogd hij de stokmaat en vererft hij een strakke rug en lendenen.

Na het verrichtingsonderzoek is Renovo verkocht aan Henk van Tuyl uit Gameren. In zijn eerste jaren als fokhengst heeft de hengst op de dekstations Van Manen in Terschuur, Midden Nederland in Asch, HBC-stal in IJsselstein en Van Tuyl in Gameren gestaan. In 1985 is Renovo verkocht aan Berend van de Brink uit Oosterwolde, in het noordwesten van de provincie Gelderland. Vanaf 1986 heeft de hengst bij Van de Brink gestaan.

 

In 2000 is Renovo tijdens het dekken van een merrie overleden.

Renovo heeft 1629 merries gedekt en daaruit heeft het KWPN 1320 veulens geregistreerd, waaronder 640 merries. Van hen zijn er 420 als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waaronder 141 stermerries, 123 keurmerries en twee elitemerries.  Renovo heeft 60 preferente merries gebracht en veertien prestatiemerries.


Zonen

 

Van de zonen van Renovo zijn Westvoorn (1980), Wilhelmus (1980), Zacharias (1981), Zilverster (1981), Balmoral (1983), Cinovo (1984), Fabricius (1987), Ganges (1988), Gelviro (1988), Grenadier (1988), Hofmeester (1989), Imposant (1990), Impressionist (1990), Indigo (1990), Jonker (1991), Kolonel (1992), Milano (1994), Oase (1996) en Seinman (1999) als fokhengst opgenomen in een stamboek.

De hengst Imposant KWPN (MV. Monarch KWPN) is goedgekeurd door de Noord-Amerikaanse afdeling van het KWPN, maar er is geen informatie over zijn fokkerijprestaties. De andere bovengenoemde hengsten worden verderop in de tekst in de hoofdstukken 1 tot en met 18 besproken.

 

De zonen Zanovo (1981, MV Hidalgo Sgldt), Cicero (1984, MV. Proloog KWPN),  Crescendo (1984, MV. Ornaat KWPN), Eddie (1986, MV. Oriant), Effectief (1986, MV. Hoogheid Sgldt), Ifrac (1990, MV. Proloog KWPN), Inspiration (1990, MV. Prins Oregon KWPN), Interessant (1990, MV. Positief KWPN), Jewandro (1991, MV. Proloog KWPN), Kolonel (1992, MV. Triomfator KWPN), Neon (1995, MV. Droomwals KWPN) en Odijk (1996, MV. Donau KWPN) zijn wel uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek, maar dat heeft om één of andere reden niet geresulteerd tot goedkeuring voor de fokkerij en in een opname in het stamboek.

 

Dochters

 

Dertien dochters van Renovo zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Aadroodnoot keur pref KWPN, 1982, MV. Maurits KWPN, is de moeder van de
goedgekeurde broers Exponent KWPN (1986, V. Wouter), Fernando (1987)

en Graaf Wouter (1988), die alle drie zijn goedgekeurd door het KWPN;

Arlina keur pref KWPN, 1982, MV. Koetsier KWPN, is de moeder van de hengst Orlando KWPN (1996, V. Unitas KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Bieni ster KWPN, 1983, MV. Roland Sgldt, is de moeder van de hengst Indurain KWPN (1990, V. Wouter KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Eriantha keur pref KWPN, 1986, MV. Monarch KWPN, is de moeder van de hengst Jackpot KWPN (1991, V. Exponent KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Franciska keur pref  KWPN, 1987, MV. Indiaan KWPN, is de moeder van de hengst Opgenoort KWPN (1996, V. Jochem KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Heatasja keur pref KWPN, 1999, MV. Tamboerijn KWPN, is de moeder van de hengst Lorton KWPN (1993, V. Wouter KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Himone keur pref KWPN, 1989, MV. Ureterp KWPN, is de moeder van de hengst Vaandrager HBC KWPN (2002, V. Manno KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Izandra keur pref KWPN, 1990, MV. Proloog KWPN, is de moeder van de hengst Vulcano KWPN (2002, V. Manno KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Joburga keur pref KWPN, 1991, MV. Waarborg KWPN, is de moeder van de hengst Saffraan KWPN (1999, V. Fabricius KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Julony ster pref KWPN, 1991, MV. Indiaan KWPN, is de moeder van de hengst Patijn KWPN (1997, V. Kolonel KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Kimberly keur KWPN, 1992, MV. Proloog KWPN, is de moeder van de hengst Perfection KWPN (1997, V. Hofmeester KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Konny KWPN keur, 1992, MV. Waterman KWPN, is de moeder van de hengst Bentley VDL KWPN (2006, V. Larix KWPN), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek en

Ochtendroos ster KWPN, 1996, MV. Noran KWPN, is de moeder van de hengst Tendens HBC (2000, V. Larix KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.

 

Sportprestaties

 

Renovo is in 1978, 1980, 1981, 1982, 1983, 1985 en 1986 tijdens de UTV-dagen in Utrecht kampioen van Nederland aangespannen dekhengsten geworden. De eerste keer werd hij gereden door Cees Damen uit Langbroek en de andere keren door Egbert Emmink uit Ruinerwold.

In 1997 is Renovo, samen met zijn vader Cambridge Cole, gekozen tot Paard van het Jaar.
 

Succesvolle nakomelingen

 

Het aantal nakomelingen van Renovo dat nationaal kampioen in een keuring of een tuigpaardwedstrijd is geworden is enorm. Een, waarschijnlijk niet volledig, overzicht van de kampioenen is:

 

Wilarda keur pref prestatie KWPN,
1980, MV. Gloriant KWPN, nationaal  kampioen driejarige tuigpaardmerries 1983;

Annova keur pref KWPN,
1982, MV. Gloriant KWPN, nationaal kampioen driejarige tuigpaardmerries 1985;

Aunita keur pref KWPN,
1982, MV. Oriant KWPN van H. en J.W. van Wessel uit  Zwartebroek, nationaal kampioen aangespannen fokmerries 1987;

Balmoral KWPN,
1983, MV. Hoogheid KWPN, nationaal kampioen aangespannen dekhengsten 1994;

Coteusi keur pref sport KWPN,
1984, MV. Monarch KWPN van Nico van Maaswaal uit ’t Goy, nationaal kampioen tweejarige merries 1986 en nationaal kampioen aangespannen fokmerries 1989;

Diantha keur pref KWPN,
1985, MV. Monarch KWPN van W. de Waal uit Montfoort, nationaal kampioen driejarige tuigpaardmerries 1988 en nationaal kampioen tuigpaardkeurmerries 1990;

Domburg (sportnaam Apollo L) vb KWPN,
1985, MV Prins Oregon KWPN van Van de Bunt uit Nijkerk, nationaal kampioen ereklasse tuigpaarden 1996;

Fabricius KWPN,
1987, MV. Proloog KWPN, kampioen driejarige hengsten 1990 en nationaal kampioen aangespannen dekhengsten 1992, 1993 en 1995;

Gracekelly keur KWPN,
1988, MV. Bonaparte KWPN, nationaal kampioen aangespannen fokmerries 1991;

Heatasja keur pref KWPN,
1989, MV. Tamboerijn KWPN, van Evert Fikse, Oldebroek, nationaal kampioen driejarige tuigpaardmerries 1992;

Ilona keur sport KWPN,
1990, MV. Wouter KWPN, nationaal kampioen tuigpaardkeurmerries 1995;

Ina keur pref sport KWPN,
1990, MV. Hoogheid KWPN, van J.T. Seinen uit Punthorst; nationaal kampioen driejarige tuigpaardmerries 1993, nationaal kampioen tuigpaardkeur- en elitemerries, nationaal kampioen aangespannen fokmerries 1996;

Jidono keur pref KWPN,
1991, MV. Wouter KWPN, van K. van Til uit Oostwold, nationaal kampioen tweejarige tuigpaardmerries 1993 en nationaal kampioen driejarige tuigpaardmerries 1994;

Jonker KWPN,
1991, MV. Wouter, van de HBC-stal in Boijl is nationaal kampioen aangespannen dekhengsten 1999;

Kolinda keur pref sport KWPN,
1992, MV. Oriant KWPN, van J. Tienkamp uit Norg, tuigpaard van het jaar in 2000 en nationaal kampioen aangespannen fokmerries 2001;

Kroonvorstin keur sport KWPN,
1992, MV. Nanno KWPN, van Jan Schep uit Schoonhoven. Kroonvorstin won in 1997 de KNHS-competitie en werd kampioen van de vijfjarige tuigpaarden. In 2000 won ze, in span met Orlando (V. Harald KWPN) de KNHS-competitie tweespannen en werd ze uitgeroepen tot KWPN tuigpaardfokmerrie van het jaar. Ook werd ze in 2000 Nederlands kampioen aangespannen fokmerries;

Landgraaf vb KWPN,
1993, MV. Waterman KWPN,  van Jan Westenberg uit Hellendoorn is een succesvol ereklasse tuigpaard en in 2004 uitgeroepen tot tuigpaard van het jaar;

GSM Rintje vb KWPN,
1998, MV. Hendo KWPN, van G. Egberink en gereden door Lambertus Huckriede nationaal kampioen ereklasse tuigpaarden 1998. In 2009 samen met Unaniem (zie u.) nationaal kampioen tandem;

Sabrina keur KWPN,
1999, MV. Waterman KWPN, van de HBC-stal in Boijl, gereden door Henk Hammers in 2002, 2003 en 2005 nationaal kampioen aangespannen fokmerries en in 2002, 2003, 2005 en 2008 uitgeroepen tot topsportmerrie;

Tina KWPN,
2000, MV. Fortissimo KWPN van Erin Lacroix (VS) is in 2002 nationaal kampioen bij de tweejarige tuigpaarden geworden en

Udonis (sportnaam Unaniem) vb KWPN,
2001, MV. Waterman van stal Huckriede uit Enschede is nationaal kampioen ereklasse tuigpaarden 2010, 2011 en 2012. In 2010 en 2012 is Unaniem, gereden door Anneke Huckriede, nationaal kampioen tuigpaarden gereden door dames geworden. In 2009 is Unaniem, samen met GSM Rintje, nationaal kampioen tandem geworden en in 2011 is, samen met Business, het kampioenschap tweespannen behaald en. Unaniem is in 2010 uitgeroepen tot tuigpaard van het jaar. Later is de ruin verkocht aan E. Raeven uit Noorbeek. Tot en met augustus 2015 heeft hij 644 winstpunten behaald.

Volgens gegevens van de Duitse Hippische Sportbond hebben 25 nakomelingen van Renovo in Duitsland in totaal € 21.785 aan prijzengeld gewonnen. Het meest winnende paard van die 25 is de bruine ruin Optimist O (sportnaam Nico) KWPN (1996, MV. Bariton KWPN), die gefokt is door gebroeders Oldenburger uit Peize. De ruin heeft € 4.689 gewonnen in menwedstrijden.

Het KWPN heeft in het blad In de Strengen in december 2013 een artikel, geschreven door Rosan Wilts, over Renovo gepubliceerd. Het artikel is te downloaden via:
https://maken.wikiwijs.nl/bestanden/790697/De-vernieuwer-Renovo.pdf of via de website van het KWPN.

Zonen in de fokkerij

 

 

1.   Westvoorn 80.08579 Stb KWPN

 

Westvoorn KWPN (V. Renovo KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is geboren op 22 mei 1980 en is gefokt door E. van de Wijngaart uit Rockanje, dat in het westen van het Zuid-Hollandse eiland Voorne ligt.
De moeder van Westvoorn is de bruine keurmerrie Rolanda KWPN (1975,V. Nabob vb KWPN).
Tweede moeder is de Gelderse merrie Jiena KWPN (1968, V. Brigadier Sgldt).

In 1983 is Westvoorn op de KWPN hengstenkeuring in Utrecht uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek en is hij uitgeroepen tot kampioen van de driejarige tuigpaardhengsten en bovendien tot de hengst met de beste draf.

Het KWPN heeft na afloop van de keuring gepubliceerd dat de hengst veel kwaliteit, hardheid en maat heeft. Westvoorn heeft een lange nek en een mooi front.

Aan het verrichtingsonderzoek 1983 is door tien tuigpaardhengsten deelgenomen. De hengst Waterman (1980, V. Noran KWPN) kreeg de beste beoordeling en Westvoorn was een goede tweede.
In het onderzoekrapport valt te lezen dat Westvoorn een eerlijke, tamelijk brutale hengst is, die af en toe de baas wil spelen en dan flink moet worden aangepakt. Westvoorn heeft een krachtige achterhand en veel front. Hij heeft een goede draf met veel ruimte en balans en hij heeft zeer veel aanleg als tuigpaard.
De showwagenproef en het karakter van Westvoorn zijn gewaardeerd met een negen.

Na het verrichtingsonderzoek is Westvoorn voor de fokkerij beschikbaar gesteld op het bedrijf van Bert van de Braak in Doornspijk.
In 1985 is een collectie veulens van Westvoorn beoordeeld. De veulens blijken matig ontwikkeld en komen te kort in type. De veulens zijn exterieurmatig zwaar onvoldoende en in beweging komen ze niet tot dragen. Op basis van de beoordeling voert het KNWP Westvoorn eind 1985 af als fokhengst.

Het KWPN heeft uit 93 dekkingen 75 veulens van de hengst geregistreerd. Het betreft 44 merrieveulens en 31 hengstveulens. Zestien merries zijn als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waaronder drie stermerries en drie keurmerries.
De keurmerrie Celanda KWPN (1984, MV. Hoogheid Sgldt) is preferent geworden en de stermerrie Carola KWPN (1984, MV. Oran KWPN) is prestatiemerrie geworden.

In de fokkerij hebben de nakomelingen van Westvoorn geen grote rol gespeeld.

Zijn achterkleinzoon Atent vb KWPN (2005, V. Uromast KWPN) is uitgenodigd voor het verrichtingsonderzoek, maar heeft dat onderzoek niet succesvol afgerond.
Dochter Donette vb KWPN (1985) heeft twee nakomelingen gebracht die zijn uitgekomen in 135 cm springconcoursen.
De achterkleinzoon Gaston B NRPS (1994, V. Galant NRPS) is door de Spanjaard Pedro Gonzales Kuhn in 2005 uitgebracht in internationale jeugddressuur-wedstrijden, waardoor de ruin de 585e plaats op de WBFSH ranglijst 2005 in nam.

 


2.  Wilhelmus 80.03475 Stb KWPN

 

De bruine hengst Wilhelmus KWPN (V. Renovo KWPN) is op 5 april 1980 geboren en heeft een stokmaat van 164 cm. Hij is gefokt door N. Hendrikx uit Ell, dat ten zuidoosten van Weert ligt.

De moeder van de hengst is de bruine, kroon preferente merrie Gemma Sgldt (1965, V. Oregon Sgldt). Gemma is op achttienjarige leeftijd, toen ze drachtig was van haar vijftiende veulen, beoordeeld. Ze had zich volgens de rapportage uitstekend bewaard, is hard en droog en heeft een zeer verdienstelijke carrière als tuigpaard.
Tweede moeder van Wilhelmus is de bruine Tieza Sgldt (1954, V. Nubier Sgldt).

Met vader Renovo en grootvader Oregon voert Wilhelmus de twee grootste stempelhengsten in de tuigpaardenfokkerij in zijn pedigree.

Wilhelmus is aangekocht door Jan Schep uit Schoonhoven en die heeft de hengst gepresenteerd op de KWPN-hengstenkeuring 1983. Daar is de hengst uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.
Over het exterieur van Wilhelmus is door het stamboek meegedeeld dat hij een correct model heeft met veel ras en kwaliteit.

Tijdens het verrichtingsonderzoek blijkt dat Wilhelmus een gewillige, vriendelijke hengst is die snel gespannen is. Hij komt pas tot goede prestaties als hij volledig op zijn gemak is. Zijn stap is kort en zijn draf is wisselvallig; soms mooi, krachtig en in balans en soms te kort. Opvallend is dat tijdens het onderzoek bij het aandoen van het hoofdstel vrijwel altijd een praam moet worden gebruikt.

Als tuigpaard heeft hij ruim voldoende aanleg. Wilhelmus krijgt achten voor de draf, de menproef, de showwagenproef, het karakter en het trainingsgedrag.

Hij beëindigt het onderzoek na Waterman KWPN (1983, V. Noran KWPN), Westvoorn KWPN (zie 1.1.) en Wouter KWPN (1983, V. Proloog KWPN) op de vierde plaats van de tien hengsten die aan het onderzoek hebben deelgenomen.

Na het verrichtingsonderzoek bleek dat Wilhelmus veel te gespannen was om in tuigpaardwedstrijden goed te kunnen presteren.

In 1985 is een collectie veulens van Wilhelmus beoordeeld, waarbij is vastgesteld dat de veulens ras en kwaliteit hebben. Met behoud van de tuigpaardtypische elementen heeft de 25% Hackneybloed in Wilhelmus het nodige veredelende werk gedaan. De veulens hebben prima beenwerk en draven ruim en makkelijk.

Nadat Wilhelmus in 1990 een goedkeuringstermijn van drie jaren heeft gekregen, die in 1993 en 1996  is verlengd met opnieuw drie jaren, is hij in 1997 definitief goedgekeurd.

Op latere leeftijd is Wilhelmus verkocht aan Gert Hofs uit Westendorp, dat tussen Doetinchem en Varsseveld ligt en in maart 1999 is Wilhelmus wegens hoefproblemen afgevoerd.

Wilhelmus is in de jaren 1983 – 1999 op dekstations in IJsselstein, Marum, Galder, Lemele en Westendorp beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Exterieurmatig vererft hij een strakke rug, goed beenwerk en een tamelijk weke kootstand.

Het KWPN heeft van Wilhelmus uit 561 dekkingen 171 hengstveulens en 179 merrieveulens geregistreerd. Van de merries zijn er 98 als fokmerrie opgenomen in het stamboek en daarvan hebben er 36 het sterpredicaat behaald en 23 zijn keurmerrie geworden. Twaalf dochters van de hengst zijn preferent geworden en twee hebben het prestatiepredicaat ontvangen.

De zonen Gibraltar (1988), Goya (1988), Harmonie (1989) en Jongbloed (1991)  zijn goedgekeurd als fokhengst, maar hebben in de fokkerij geen grote indruk achtergelaten.

Zijn zonen Henegouw KWPN (1989, MV. Marconi KWPN), Iwan (1990, MV. Oran KWPN) en Jasper (1991, MV. Oran KWPN) zijn uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek, maar hebben daar niet aan deelgenomen of het resultaat van het onderzoek was zodanig dat de hengst niet in het stamboek is opgenomen.

Vier dochters van Wilhelmus zijn de moeder of grootmoeder geworden van een voor de fokkerij goedgekeurde hengst, te weten:

Dereda keur pref KWPN, 1982, MV. Hoogheid Sgldt, van S. Daniëls uit Wageningen is de moeder van de hengsten Hilbert KWPN (1989, V. Proloog KWPN) en Pronkjuweel KWPN (1997, V. Jonker KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Falinda KWPN keur, 1982, MV. Oran KWPN, is de moeder van de hengst Nagano KWPN (1995, V. Zakerno KWPN), die is goedgekeurd door het Oldenburgse stamboek;

Fannie keur pref KWPN, 1987, Kroonprins KWPN, van de gebroeders Walravens uit Best is de moeder van de hengst Vikking KWPN (2002, V. Cinovo KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN en

Jeldine keur preferent KWPN, 1991, MV. Waarborg KWPN van Piet Lelieveld uit Leidschendam, is de moeder van de hengst Talos KWPN (2000, V. Manno KWPN) en de grootmoeder van de hengsten Eebert KWPN (2009, V. Atleet KWPN) en Hubert VDM KWPN (2012, V. Cizandro KWPN). Talos, Eebert en Hubert VDM zijn alle drie goedgekeurd door het KWPN;

Van de nakomelingen heeft de vos ruin Heerde vb KWPN (1989, MV. Ureterp KWPN) een succesvolle carrière als concours tuigpaard opgebouwd. Hij is verschillende jaren door Cees Embregts uit Rijswijk, in de Neder Betuwe, uitgebracht in de ereklasse en behaalde daarin 299 winstpunten. In 2003 heeft de combinatie het nationaal kampioenklasse ereklasse tuigpaarden gewonnen.

 

 


2.1. Gibraltar 88.03518 Stb KWPN

 

 

Gibraltar KWPN (V. Wilhelmus KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is gefokt door Sijmen Korevaar uit Wijngaarden, dat bij Sliedrecht in de Alblasserwaard ligt.

De moeder van de hengst is de vruchtbare vos keurmerrie Wendalina KWPN (1980, V. Indiaan KWPN), die in de jaren 1984 – 2000 zestien veulens ter wereld bracht. In het moederrapport is vastgelegd dat Wendalina een langgelijnde, royaal ontwikkelde merrie is, die voldoende tuigtypisch is. In stap vertoont de merrie hanentred. De draf is achter goed, maar Wendalina zou meer knie-actie en oprichting in de voorhand mogen hebben.
Tweede moeder is de vos Rozalina keur preferent KWPN (1995, V. Jonker Oregon KWPN).

Gibraltar is aangekocht door Jan Schep uit Schoonhoven en die heeft de hengst voorgebracht op de KWPN-hengstenkeuring 1991.

Daar is hij uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek. Volgens het KWPN is Gibraltar een correct gebouwde hengst met ras en kwaliteit en met voldoende hals, die er evenwel iets meer op zou kunnen staan. Onduidelijk is of de laatste bijzin slaat op de hals van Gibraltar of op de hengst in zijn totaliteit.

In het verrichtingsonderzoek is Gibraltar de eerste weken nogal nerveus en gespannen. Later is dat verbeterd. Voor de showwagen laat hij goede tactvolle bewegingen zien. Hij heeft zeer veel aanleg als tuigpaard.
Aan het verrichtingsonderzoek in 1991 hebben negen tuigpaardhengsten deelgenomen, waarvan er zes het gehele onderzoek hebben voltooid. Daarvan heeft Gibraltar de hoogste waardering gehaald met negens voor de showwagenproef met hulpmiddelen, het stalgedrag en het trainingsrapport.

Na het verrichtingsonderzoek is Gibraltar op het dekstation H. & J. Wilting in Dalen in Drenthe komen te staan en vanaf 1993 heeft hij op het station van A.J. de Vries in Oldeholtpade in het zuidoosten van Friesland gedekt.

In 1993 is een groep veulens van hem beoordeeld. Daarbij is vastgesteld dat het goed ontwikkelde, tuigtypische veulens zijn, die in draf meer knieheffing zouden moeten tonen en meer terug zouden moeten komen in het front. De veulens zijn in type en beweging net voldoende om Gibraltar als fokhengst te handhaven.

De fokkers liepen niet erg warm voor de hengst, waardoor hij na het dekseizoen 1996 is gecastreerd.
In zes jaar heeft Gibraltar 128 dekkingen verricht. Daaruit heeft het KWPN 71 merrieveulens en 57 hengstveulens geregistreerd.

Twintig merries zijn als fokmerrie opgenomen in het stamboek en daarvan zijn er zeven stermerrie geworden en één keurmerrie. Aan twee merries is het preferentschap toegekend.
Geen van de zonen heeft de derde bezichtiging op een hengstkeuring behaald en geen van de nakomelingen is in de sport opgevallen.

In 2001 heeft het KWPN besloten de inmiddels gecastreerde hengst formeel op wacht te zetten, omdat zijn index voor de aangespannen sport met 85 erg laag was en hij op prestatiegebied sterk negatief scoort.

 


2.2. Goya 88.02548 Stb KWPN

 

 

De zilverappel bruine hengst Goya KWPN (V. Wilhelmus KWPN) heeft een stokmaat van 163 cm. Hij is geboren op 19 april 1988 en is gefokt door gebroeders Van Dolder uit Stolwijk, dat in de Krimpenerwaard ligt.
Zijn moeder is de zilverappel vos Bilonka keur preferent KWPN (1983, V. Unitas KWPN)

Tweede moeder is de zilverappel vos Silonka KWPN (1976, V. Iregon KWPN).

Goya is door het KWPN omschreven als een edele hengst met veel ras en kwaliteit, die over een mooie hals beschikt en veel uitdrukking heeft in het hoofd. Zijn benen vertonen veel kwaliteit, maar de hengst zou iets tuigtypischer mogen zijn.

Goya is gekocht door Lau van Vliet uit IJsselstein en H. Foppen uit Zwartsluis en door het KWPN op de hengstenkeuring 1991 uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.
Tijdens dat onderzoek heeft Goya zich een vriendelijke goedgehumeurde hengst getoond, die de eerste weken veel allure had en tactvolle bewegingen. Daarna heeft hij een mindere periode gehad, maar tegen het einde van het onderzoek heeft hij zich weer verbeterd. Voor de showwagen zouden de bewegingen krachtiger mogen zijn. Goya presteert zonder hulpmiddelen beter dan met opzet en staartlepel. Als tuigpaard heeft hij ruim voldoende aanleg.
Aan het verrichtingsonderzoek in 1991 hebben negen tuigpaardhengsten deelgenomen, waarvan er zes het gehele onderzoek hebben voltooid.
In punten heeft Goya van genoemde zes hengsten de tweede plaats behaald, maar het verschil tussen de nummers twee en vijf is gering.

Na het verrichtingsonderzoek is Goya op het dekstation van Lau van Vliet in IJsselstein beschikbaar gesteld voor de fokkerij.

Op 12 september 1992 is Goya verongelukt.

Het KWPN heeft uit 105 dekkingen van Goya 46 hengstveulens en 27 merrieveulens geregistreerd. Negen dochters van Goya zijn als fokmerrie opgenomen in het stamboek en daarvan zijn er twee stermerrie geworden en één merrie is keurmerrie geworden.

 

 

2.3. Harmonie  89.06426 Stb KWPN

 

De bruine hengst Harmonie KWPN (V. Wilhelmus KWPN) heeft een stokmaat van 167 cm. Hij is op 10 mei 1989 geboren en is gefokt door M.J. van Doren uit Boekel in Noord Brabant.

De moeder van Harmonie is de keur preferente vosmerrie Osina KWPN (1973, V. Indiaan KWPN). Zij heeft dertien tuigpaardveulens gebracht en een veulen van de volbloed Kaiserstern xx, die is uitgegroeid tot een ruin die in Z2 dressuur is geklasseerd.
Over Osina heeft het KWPN gerapporteerd dat het een best ontwikkelde tuigtypische merrie is met een goed front. De schouder is goed gelegen en heeft voldoende lengte. Het achterbeen is wat klein gehoekt en de draf is ruim en krachtig, maar Osina zou meer knie-actie moeten vertonen.

Tweede moeder  van Harmonie is de vosmerrie Lieza ster KWPN (1970, V. Zagreb Sgldt).

Harmonie is gekocht door Jan Schep uit Schoonhoven en Hendrik te Luggenhorst uit Beltrum en zij waren de eigenaren toen de hengst op de KWPN-hengstenkeuring 1992 werd uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.
Daarbij is gerapporteerd dat Harmonie een tuigtypische hengst is met ras en kwaliteit en met een opvallend goed front.

In het verrichtingsonderzoek in Ermelo toonde Harmonie zich een gehoorzame hengst die snel gespannen is. Bemerkingen zijn gemaakt over de matige buiging van het achterbeen en zijn wisselend presteren. Door zijn gespannenheid stelt Harmonie hoge eisen aan zijn rijder.

Aan het verrichtingsonderzoek 1992 is door dertien tuigpaardhengsten, een basishengst en een American Saddlebred hengst deelgenomen. Vier van hen hebben het onderzoek halverwege beëindigd. Onder de overige elf hengsten was geen echte uitblinker. De hengst Hovenier (1989, V. Zakerno KWPN) kreeg de hoogste waardering en Harmonie was een goede tweede.

Na het verrichtingsonderzoek is Harmonie terecht gekomen op het dekstation van Cees van Etten in het bij Breda gelegen Galder.

In 1993 heeft Harmonie deelgenomen aan de tuigpaardencompetitie en heeft daarin de vijfde plaats behaald.

In 1994 en 1996 is Harmonie niet alleen bij Van Etten, maar ook op het dekstation van A.Z. de Buck in Oostkapelle in Zeeland beschikbaar geweest.

In 1994 heeft het KWPN een collectie veulens van Harmonie beoordeeld. Gemeld is dat het goed ontwikkelde, sterk gebouwde, klassiek aandoende veulens met krachtige bewegingen betrof. De bewegingen van de veulens zouden meer ruimte en souplesse kunnen tonen.

Vanaf 1997 is Harmonie ter dekking gesteld op het dekstation van Jan Kers in Beesd.

In januari 1998 is de beoordeling van driejarige nakomelingen een jaar uitgesteld omdat van Harmonie minder dan tien nakomelingen op keuringen zijn beoordeeld.
Een jaar later is de beoordeling van drie- en vierjarige nakomelingen alsnog uitgevoerd en op grond daarvan is Harmonie als fokhengst gehandhaafd.

In maart 2000 hebben de eigenaren Cees van Etten en Gerrit Rotgans Harmonie verkocht naar de Verenigde Staten, waar hij zou worden ingezet in de fokkerij van  American Saddlebreds. Hij is daar terecht gekomen op het bedrijf van Clarke en Karen Vesty in de staat Kentucky.

Wel is diepvriessperma in Nederland beschikbaar gebleven.In januari 2002 heeft het KWPN het presteren van de nakomelingen van Harmonie opnieuw beoordeeld. Vastgesteld is dat zijn prestatie-index voor de aangespannen sport 94 bedraagt en dat is dermate laag dat Harmonie op wacht is gezet.

De eigenaar van Harmonie was het daar niet mee eens en heeft een herbeoordeling aangevraagd. De herkeuringscommissie zag echter geen aanleiding om terug te komen op de beslissing om Harmonie op wacht te zetten.

Uit 377 dekkingen van Harmonie heeft het KWPN 117 hengstveulens en 114 merrieveulens geregistreerd.

Van de hengstveulens zijn er in een later stadium vier uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek. Dat waren Mathieu KWPN (1994, MV. Wouter KWPN), O’Donder  KWPN (1996, MV. Ahoy KWPN), Pandoerava KWPN (1997, MV. Wilhelmus KWPN) en Simonrava KWPN (1999, MV. Fabricius KWPN), maar geen van hen heeft het verrichtingsonderzoek voltooid  en is daarna als fokhengst opgenomen in het stamboek.

Van de merries zijn er 35 als fokmerrie opgenomen in het stamboek. Achttien van hen zijn stermerrie geworden en één merrie is bevorderd tot keurmerrie.

Van de nakomelingen heeft de ruin Tornado KWPN (2000, MV. Ahoy KWPN) deel uitgemaakt van het vierspan waarmee de Canadees Darryl Billing in 2010 heeft deelgenomen aan de World  Equestrian Games in Lexington, Verenigde Staten. De andere drie paarden van het vierspan waren eveneens Nederlandse tuigpaarden van de hengsten Manno KWPN (2x) en Larix KWPN.

In de nationale tuigpaardenwedstrijden hebben de nakomelingen van Harmonie geen grote indruk achter gelaten.

 

 


2.4.  Jongbloed 91.2932 Stb KWPN

 

Jongbloed KWPN (V. Wilhelmus KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is geboren op 18 maart 1991 en is gefokt door A. van Helmond uit Made, dat ten noorden van Breda in Noord Brabant ligt.

De moeder van Jongbloed is de bruine, keur preferente merrie Valitha KWPN (1979, V. Noran KWPN), die ook de moeder is van de concourstuigpaarden Centerfold KWPN (1984, V. Renovo KWPN) van Cor van Dijk en later Ruurd Botma, Jongbloed KWPN (1985, V. Renovo KWPN) van Egbert Emmink en later Cees Embregts en van  Florita keur preferent sport KWPN (1987, V. Renovo KWPN) van stal Boelens uit Donderen.

Volgens het moederrapport is Valitha een fors ontwikkelde tuigtypische merrie met een krachtige draf. Haar croupe is recht en kort.

Tweede moeder is de bruine stermerrie Pouwline KWPN (1974, V. Gloriant Sgldt).

Jongbloed is nog onder zijn oorspronkelijke naam Jericho door Jan Schep uit Schoonhoven en Lau van Vliet uit IJsselstein op de KWPN-hengstenkeuring 1994 in ’s-Hertogenbosch gepresenteerd. Daar is hij uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek in Ermelo. Aangegeven is verder dat Jongbloed een royaal ontwikkelde hengst is die goed in het tuigtype staat.

In het verrichtingsonderzoek toont Jongbloed zich een eigenzinnige en wat terughoudende hengst, die niet te veel inzet heeft. Zijn draf is voldoende krachtig maar hij zou meer knie-actie moeten tonen. Voor de showwagen zou hij meer moet rijzen. Hij heeft voldoende tot ruim voldoende aanleg als tuigpaard.

Aan het verrichtingsonderzoek voor tuigpaarden 1994 is door elf hengsten deelgenomen. Vier daarvan zijn na afloop van het onderzoek opgenomen in het stamboek. De hengst met de hoogste waardering was Jochem (1991, V. Cinovo KWPN). Jongbloed was de minst presterende hengst die met succes de eindstreep van het onderzoek haalde.

Jongbloed was niet populair bij de fokkers. Na het verrichtingsonderzoek heeft hij in 1994 nog twee merries gedekt; in 1995 kreeg hij 30 merries aangeboden en in 1996 nog maar zes. Uit deze 40 dekkingen registreerde het KWPN 18 merrieveulens en 18 hengstveulen. Van de merrieveulens zijn er vier als fokmerrie opgenomen in het stamboek en daarvan zijn er drie stermerrie geworden.

In oktober 1996 heeft eigenaar HBC-stal (Jan Schep) Jongbloed voor de mensport verkocht naar Frankrijk.

 

 

3. Zacharias  81.5238 KWPN / DE 304047458881

 

Zacharias KWPN (V. Renovo KWPN) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 18 juni 1981 geboren en is gefokt door C. van den Bosch en R. van den Bosch – Evers.
De moeder van Zacharias is de zwartbruine preferente merrie Jacqueline KWPN (1968, V. Dakota Sgldt) en tweede moeder is de zwartbruine Frieda Sgldt ster (1964, V. Amor Holst).

Zacharias is op jonge leeftijd verkocht naar Duitsland waar hij is goedgekeurd door het ZfdP. Hij is van 1983 tot en met 2002 ingezet voor de fokkerij.
Het ZfdP heeft van Zacharias twintig nakomelingen geregistreerd, waaronder zijn zoon Zuckerjunge ZfdP (1999, MV. Calvadur Holst). Van Zuckerjunge is in 2003 één hengstveulen geregistreerd door het Hessische stamboek.

Achttien nakomelingen van Zacharias zijn in Duitsland ook geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben zamen een winsom van € 25.193.

 

 

4.   Zilverster 81.3934 Stb KWPN

 

De vos hengst Zilverster KWPN (V. Renovo KWPN) is geboren op 14 april 1981. Hij heeft een stokmaat van 171 cm en is gefokt door Sijmen Korevaar uit Wijngaarden, dat in de Alblasserwaard in Zuid Holland ligt.
De moeder van Zilverster is de donkere vos Tereda keur preferent KWPN (1977, V. Hoogheid Sgldt) en tweede moeder is de donkere vos Oreda ster KWPN (1973, V. Folio Sgldt).

De hengst is gekocht door J.M.J. van Arkel uit Kerk Avezaath en voorgesteld op de KWPN-hengstenkeuring in 1984.
Daar is Zilverster uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek in Ermelo.
Tijdens dat onderzoek blijkt Zilverster een vriendelijke, gehoorzame hengst die in het begin van het onderzoek matig presteerde maar daarna aanzienlijk verbeterde. De stap is kort met weinig schoudervrijheid en de draf zou krachtiger mogen zijn. Voor de showwagen laat hij redelijke prestaties zien. Zilverster heeft ruim voldoende aanleg als tuigpaard.
Aan het verrichtingsonderzoek is door acht tuigpaardhengsten deelgenomen. Twee hengsten hebben het onderzoek voortijdig beëindigd. De vierjarige Waarborg (1980, V. Proloog KWPN) behaalde de hoogste beoordeling en Zilverster  was een duidelijke tweede. Beide hengsten zijn na afloop van het onderzoek in het stamboek opgenomen. Na een herkeuring is ook de hengst Zwever (1981, V. Statuur) nog in het stamboek opgenomen.

In 1985 en 1986 is Zilverster op het dekstation van Jan Brouwer in Marum beschikbaar gesteld voor de fokkerij.
In 1986 heeft het KWPN een groep van elf veulens van de hengst beoordeeld. Samengevat waren het goed ontwikkelde, voldoende tuigtypische veulens met een sterke beweging vanuit de achterhand. De veulens zouden in de voorhand meer kunnen rijzen.

Op basis van het afstammelingenonderzoek is Zilverster gehandhaafd voor de fokkerij.

Op basis van een beoordeling van en rapportage over de driejarige nakomelingen heeft het KWPN in 1989 besloten Zilverster voor de fokkerij te handhaven.

In 1987 en 1988 is de hengst beschikbaar geweest bij Driekus Vonk in Ochten/Lienden en in de jaren 1989 – 1991 bij Jan Jurrius in Vorden. De laatste jaren van zijn fokkerijcarrière heeft Zilverster op het bedrijf van H. van Essen in Vaassen gestaan.

In 1992 is Zilverster wegens onvruchtbaarheid gecastreerd.

Het KWPN heeft uit 345 dekkingen van Zilverster 117 hengstveulens en 127 merrieveulens geregistreerd.

De zonen Gaston KWPN (1988) en Hendo KWPN (1989) zijn goedgekeurd voor de fokkerij. Zijn zoon Lennard KWPN (1993, MV. Proloog KWPN) is uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek, maar dat heeft niet geresulteerd in toelating tot de fokkerij.

Zijn zoon Silvester KWPN (1993, MV. Indiaan KWPN) is door het Duitse ponystamboek Weser-Ems goedgekeurd voor de fokkerij. Van hem is één nakomeling geregistreerd.

Van de dochters van Zilverster zijn er later 88 door het KWPN als fokmerrie opgenomen in het stamboek. Van hen zijn er 16 stermerrie en 17 keurmerrie geworden. Zes dochters van Zilverster zijn preferent geworden en drie merries zijn prestatiemerrie geworden.

Als fokhengst heeft Zilverster geen opvallende concourstuigpaarden geleverd.

Uit de rapportages van het KWPN blijkt dat Zilverster de stokmaat vergroot en lage verzenen vererft.

In 1986 en 1988 heeft Zilverster deelgenomen aan de hengstencompetitie voor de showwagen. In 1988 heeft hij daarbij de vierde  plaats behaald.

 

 

4.1. Gaston 88.00456 Stb KWPN

 

 

De zilverappel-vos hengst Gaston KWPN (V. Zilverster KWPN) is geboren op 7 maart 1988.
Hij heeft een stokmaat van 167 cm en is gefokt door M.J. Vermeulen uit Altforst, dat  in het Land van Maas en Waal ligt.

De moeder van de hengst is de donkere vos Zamone keur preferent KWPN (1981, V. Statuur KWPN) en tweede moeder is de vos keurmerrie Mona KWPN (1971, V. Hoogheid Sgldt).

Gaston is op de hengstenkeuring 1991 in Utrecht voorgebracht door Gijs en Wout Rozendaal uit Putten. Daar is de hengst uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek in Ermelo. Het KWPN omschreef daarbij Gaston als een voldoende tuigtypische hengst met een iets rechte croupe en een gezonken middenstuk.
De deelname aan het verrichtingsonderzoek ging door onvoldoende spermakwaliteit van Gaston echter niet door. In 1992 is Gaston op de hengstenkeuring niet verder dan de tweede bezichtiging gekomen en daarna is hij uitgebracht in de tuigpaardensport, waarbij hij o.a. derde werd in de nieuwelingenklasse tijdens de UTV in Utrecht.

Gaston is in het najaar van 1992 gekocht door Jan Schep uit Schoonhoven en in 1993 opnieuw op de KWPN-hengstenkeuring gepresenteerd, waarbij Gaston voor de tweede keer voor deelname aan het verrichtingsonderzoek is uitgenodigd.

Tijdens het onderzoek pleegt Gaston enkele keren verzet als hij het werk te zwaar vindt. Zijn stap is niet erg krachtig. Zowel in stap als draf is de hengst soms onregelmatig. Later bleek dat die kreupelheid mogelijk veroorzaakt is door een abces in de rechter achterhoef. Voor de showwagen presteert hij met hulpmiddelen beter dan zonder. Hij heeft voldoende aanleg als tuigpaard.
Van de negen aan het onderzoek deelnemende hengsten zijn er na afloop acht opgenomen in het stamboek. De best scorende hengst was Impressionist KWPN (1990, V. Renovo KWPN). Gaston kon als vijfjarige niet erg imponeren en werd zevende.

In 1993 en 1994 heeft Gaston 85 merries gedekt. In 1995 zijn 44 veulens van hem door het KWPN geregistreerd en daarvan zijn er in het kader van het afstammelingenonderzoek in 1995 17 beoordeeld. Het bleek een uniforme collectie zeer tuigtypische, langgelijnde veulens met beste halzen, veel nek en matig gevormde hoofden. De veulens draafden met front, oprichting, ruimte en balans. Op grond van dat positieve resultaat is Gaston gehandhaafd als fokhengst.

Op oudere leeftijd bleken de nakomelingen van Gaston in doorsnee te veel tuigtypische eigenschappen te missen. Dat had tot gevolg dat de interesse van de fokkers om hun merrie door Gaston te laten dekken in 1996 en 1997 sterk afnam. De eigenaar heeft Gaston daarop in 1998 naar Engeland verkocht.

Uit 177 dekkingen heeft het KWPN 62 hengstveulens en 64 merrieveulens geregistreerd. Van de hengstveulens is de hengst Numan KWPN (1995, V. Batello KWPN) later voor deelname aan het verrichtingsonderzoek uitgenodigd, maar hij heeft dat niet kunnen voltooien met een opname als fokhengst in het stamboek. Wel is hij als concourspaard uitgekomen in de limietklasse.

Van de merrieveulens zijn er uiteindelijk 26 als fokmerrie opgenomen in het stamboek en van hen zijn er zes stermerrie geworden en drie keurmerrie. Eén merrie heeft het elite predicaat behaald.

De nakomelingen van Gaston hebben in de tuigpaardensport geen opvallende rol gespeeld.

 



4.2. Hendo 86.06797 Stb KWPN

 

Hendo KWPN (V. Zilverster KWPN) is een vos hengst met een stokmaat van 171 cm.
Hij is geboren op 5 mei 1989 en is gefokt door J. Kok uit Polsbroek, dat in de Lopikerwaard in de provincie Utrecht ligt.
De moeder van de hengst is de bruine, keur preferente merrie Ursula KWPN (1978, V. Proloog KWPN). Zij is volgens het moederrapport een goed ontwikkelde, voldoende tuigtypische merrie met beste bewegingen. Ze heeft een lange rug en een korte, rechte croupe.
Tweede moeder is de stermerrie Petra KWPN (1974, V. Hoogheid Sgldt).

Hendo is opgefokt door Berend van de Brink uit Oosterwolde (Gld) en aangeboden op de KWPN-hengstenkeuring 1992. Daar is de hengst uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek en uitgeroepen tot de driejarige tuigpaardhengst met de beste draf. Verschillende bronnen melden dat Hendo op de hengstenkeuring tot kampioen is uitgeroepen, maar op de hengstenkeuring is Hendo alleen als hengst met de beste draf uitgenodigd.

Tijdens het verrichtingsonderzoek heeft Hendo in het begin een moeilijke mond en aanpassingsproblemen in het werk. De basisgangen zijn achter weinig krachtig en Hendo laat zich moeilijk verzameld rijden. Hij heeft matig tot voldoende aanleg als tuigpaard en heeft op stal weinig respect voor zijn verzorgers.
Aan het verrichtingsonderzoek 1992 is deelgenomen door dertien hengsten, waarvan er elf aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen. De hengst Hovenier KWPN (V. Zakerno KWPN) kreeg de hoogste waardering. Hendo kreeg matige cijfers, o.a. een 5,5 voor zijn prestaties voor de showwagenproef met hulpmiddelen en eindigde op de zevende plaats.

Voor de hengstenkeuringscommissie van het KWPN was het onderzoekresultaat onvoldoende om de hengst in te schrijven in het stamboek.

Eigenaar Van de Brink was het niet met die beslissing eens en vroeg een herbeoordeling aan.
De herkeuringscommissie vond het model en met name het rijke front zeer aansprekend maar voor de showwagen zou het achterbeengebruik overtuigender moeten zijn, waarbij de kracht en onderbrenging voor verbetering vatbaar zijn. De herkeuringscommissie vond geen aanleiding om terug te komen op de beslissing van de keuringscommissie.
Eigenaar Van de Brink heeft vervolgens bij het toenmalige Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij een keuring in beroep aangevraagd en op basis van de uitslag van die keuring in beroep heeft het KWPN de hengst alsnog ingeschreven in het stamboek. Van de Brink heeft de hengst vervolgens op zijn eigen bedrijf beschikbaar gesteld voor de fokkerij.

In 1994 zijn 17 veulens van Hendo beoordeeld. Het waren goed ontwikkelde, in stand voldoende tuigtypische veulens, die in beweging te kort schoten. Desondanks is Hendo gehandhaafd voor de fokkerij. Ook bij beoordelingen van de rapportages over de nakomelingen van Hendo in januari 1998 en januari 2002 is Hendo als fokhengst gehandhaafd.

In juli 2001 is Hendo via Marcel Ritsma verkocht aan Clark en Karen Vesty in La Grange, dat 30 km ten oosten van Louisville in Kentucky, Verenigde Staten ligt. Daar is Hendo in juli 2002 gestorven.

Het KWPN heeft uit circa 215 dekkingen door Hendo 165 veulens van hem geregistreerd. Van de 65 hengstveulens zijn de hengsten Lennard (1993, MV. Wouter KWPN) en Nico (1995, MV. Cambridge Cole NHS) uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek, maar zij hebben geen van beide het verrichtingsonderzoek met succes voltooid.
Van de 90 merrieveulens zijn er 29 als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waarbij 10 merries het sterpredicaat hebben behaald en vier het keurpredicaat. Eén dochter is preferent geworden en één dochter is prestatiemerrie geworden.

Dochter Ladona ster preferent KWPN (1993) is de tweede moeder van de hengst Kardieno Oldbg (2015, V. Dante Weltino Old Oldbg), die is goedgekeurd door het Oldenburgse-, het KWPN- en het Deense stamboek.
Bekende nakomelingen van Hendo zijn:

 

Madette ster KWPN,
merrie, 1994, MV. Renovo KWPN, is de moeder van Rintje KWPN (1998, V. Renovo KWPN), die in 2008, gereden door Lambertus Huckriede, in Groningen nationaal kampioen ereklasse tuigpaarden en in 2009, samen met Unaniem KWPN (2001, V. Renovo KWPN), nationaal kampioen tandem is geworden;

Nelson vb KWPN,
ruin, 1995, MV. Renovo KWPN, wordt door Alberd van Dijk uitgebracht in de limietklasse tuigaarden en had medio 2015 69 winstpunten;

Orlando B vb KWPN,
ruin, 1996, MV. Indiaan KWPN, is onder de naam O. Hot Chocolate door Grete Püvi – Barake (EST) in de jaren 2010 – 2014 op Grand Prix dressuur niveau uitgebracht. Met een derde plaats in de GP dressuur in Warschau in 2011 behaalde ze haar beste resultaat. In 2015 is Charlotte Pärt (EST) met de ruin gestart in internationale dressuurwedstrijden voor young riders;

Pablo KWPN,
hengst, 1997, MV. Renovo KWPN, is door Uilke Haarsma uitgebracht in de limietklasse tuigpaarden en had medio 2015 74 winstpunten en

Pimone KWPN,
merrie, 1997, MV. Renovo KWPN, fokker B.v.d. Brink, Oosterwolde, won in 1999 het kampioenschap tweejarigen op de Nationale Tuigpaardendag in Ermelo.

Uit de rapportages blijkt dat Hendo de stokmaat vergroot en dat nakomelingen veelal een lange hals en een hoge schoft hebben.

 

 

5.  Balmoral 83.0246 Stb KWPN

 

De bruine hengst Balmoral KWPN (V. Renovo KWPN) heeft een stokmaat van 166 cm.

Hij is op 11 februari 1983 geboren en is gefokt door H.J. van Wijk uit Harmelen en Stal Trio uit Utrecht.
De moeder van Balmoral is de keur, preferente vos merrie Sariette KWPN (1976, V. Hoogheid KWPN). Zij is volgens het moederrapport van het KWPN een voldoende tuigtypische merrie met veel ras en kwaliteit en goede breedte-diepte verhoudingen. Haar draf is ruim en gemakkelijk met een goede balans.
Tweede moeder is de Gelderse vos merrie Linda KWPN (1970, V. Erasmus Sgldt).

Balmoral is opgefokt door Lammert Geerligs uit Workum en op de KWPN-hengstenkeuring 1986 in Utrecht uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.

Balmoral heeft volgens het KWPN veel ras en kwaliteit en een zeer rijke voorhand. Hij mist iets de diepte en daarmee foktype.

In het verrichtingsonderzoek heeft Balmoral zich laten kennen als een speelse hengst die zeer attent en brutaal is. Hij is sensibel en stelt hoge eisen aan zijn rijder. De stap is voldoende en de draf is ruim en voldoende krachtig. Voor de showwagen heeft hij een mooie stelling en maakt hij een goed gebruik van zijn achterhand. Hij heeft zeer veel aanleg als tuigpaard.

Het trainingsrapport van Balmoral is met een negen gewaardeerd en zijn showwagenproef met een 8,5.
Aan het onderzoek is door zeven tuigpaardhengsten deelgenomen, waarvan er zes de eindbeoordeling hebben afgelegd. De hengst Bravour KWPN (1983, V. Unicum KWPN) behaalde de hoogste waardering en Balmoral kwam in punten op de vierde plaats.

In 1987 heeft Balmoral 33 merries gedekt en in 1988 zijn elf daaruit geboren veulens beoordeeld. De beoordeelde veulens bleken zowel in type als in ontwikkeling een heterogene groep te vormen, terwijl de moeders van de veulens doorgaans goede tuigtypische merries waren. De halzen van de veulens komen meestal diep uit de borst en de aansluiting van de hals op de schoft- en schouderpartij is niet vloeiend.
Omdat de hengst zeer wisselend fokt en de bewegingsvorm van de veulens onvoldoende tuigtypisch is, heeft het KWPN Balmoral afgewezen.

Ook bij de door eigenaar Geerligs aangevraagde herkeuring blijft de hengst afgewezen.

Balmoral is vervolgens door stal Geerligs met succes uitgebracht in de tuigpaardensport. De hengst heeft in de ereklasse 77 winstpunten behaald.

Daarna is Balmoral verkocht aan mevrouw M. Webster uit Davis in de Verenigde Staten. Zij heeft de hengst in 1992 op de KWPN-hengstenkeuring in Zuidlaren aangeboden en daarbij is hij opnieuw goedgekeurd.

Balmoral is vervolgens weer beschikbaar gesteld voor de fokkerij en is enkele keren van eigenaar gewisseld. Zo hebben achtereenvolgens Rob d’Aschard van Enschut uit Maasdijk, Driekus Vonk uit Lienden en H.G. Reilink uit Schalkhaar Balmoral op hun naam gehad.

De hengst is op 1 december 2005 aan een hartstilstand overleden.

Het KWPN heeft uit 486 dekkingen 335 veulens van Balmoral geregistreerd. Uit de 181 geregistreerde merrieveulens zijn 89 fokmerries geregistreerd. Van hen hebben 36 merries het sterpredicaat behaald en zijn er tien keurmerrie geworden. Vijf merries zijn preferent geworden en 1 merrie heeft het prestatie predicaat behaald.

Balmoral’s zwarte dochter Landra ster preferent KWPN (1993, MV. Kroonprins KWPN) is de moeder van de goedgekeurde hengst Ulandro KWPN (2001, V. Manno KWPN).

Van Balmoral zijn 154 hengstveulens geregistreerd en van hen zijn er zeven uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek, maar om één of andere reden is geen van die hengsten na afloop van het verrichtingsonderzoek opgenomen in het stamboek.
De uitgenodigd hengsten zijn Goldfinger (1988, MV. Indiaan KWPN), Horal (1989, MV. Tango KWPN), NN (1994, MV. Nanno KWPN), Orlando (1996, MV. Fabricius KWPN), Otto (1996, MV. Indiaan KWPN), Palermo (1997, MV. Farao KWPN) en Ronaldo (1998, MV. Indiaan KWPN).

Van genoemde hengsten is Horal uitgebracht in tuigpaardwedstrijden in de ereklasse en daarna geëxporteerd naar de Verenigde Staten, waar hij door de Noord-Amerikaanse afdeling van het KWPN is goedgekeurd.

Volgens de gegevens van de Duitse Hippische Sportbond hebben zes nakomelingen van Balmoral in menwedstrijden in Duitsland samen € 9.146 gewonnen. Het meest winnende paard van die zes is de ruin Mon Jolie Coeur vb KWPN, die gefokt is door W. Poppeliers uit Bennekom. De ruin heeft € 4.145 gewonnen.

Uit de rapportages is op te maken dat de hengst een hoge schoft en een goede draf met een lang zweefmoment vererft.

 

 

6.  Cinovo 84.2726 Stb KWPN

 

Cinovo KWPN (V. Renovo KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is geboren op 24 april 1984 en gefokt door M.H.Th. Prinsen uit Ammerzoden en D.H.A.Uijl uit Heusden.

De moeder van Cinovo is de vosmerrie Udalburga keur KWPN (1978, V. Prins Oregon KWPN) en tweede moeder is de ster preferente vos Gudalburga Sgldt (1965, V. Bizet Sgldt).
Cinovo is een broer van het ereklasse tuigpaard Apollo (1985), dat in 1996 kampioen van Nederland is geworden.

Cinovo is opgefokt door de Elisabeth’s Hof van Henk van Tuyl in Gameren en is op de KWPN-hengstenkeuring 1987 in Utrecht gepresenteerd. De hengst is toen in de eerste bezichtiging al afgewezen en ook bij herkeuring niet goedgekeurd.

Op de hengstenkeuring 1988 is Cinovo wel uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek. Het KWPN heeft daarbij aangegeven dat Cinovo een goede schoft/schouderpartij heeft, maar dat zijn hals meer lengte zou kunnen hebben.

In het rapport van het verrichtingsonderzoek wordt Cinovo een vriendelijke, attente en strijdlustige hengst genoemd die zeer goed gebruik van zijn achterhand maakt. De draf heeft veel takt. Voor de showwagen toont de hengst veel schoudervrijheid en een goede knie-actie.  Hij heeft zeer veel aanleg als tuigpaard.
Aan het verrichtingsonderzoek in 1988 is deelgenomen door drie vierjarige- en vijf driejarige hengsten. Aan de eindbeoordeling hebben twee vierjarige- en vier driejarige hengsten deelgenomen. De hengst met de hoogste beoordeling was Donau KWPN (1985, V. Wouter KWPN). Cinovo kreeg in totaal een half punt minder, maar kreeg de hoogste waardering (negen) voor de showwagenproef. Ook zijn karakter en stalgedrag zijn met een negen gewaardeerd.

In 1990 is een groep van 17 veulens van Cinovo, afkomstig uit 57 dekkingen, beoordeeld. Volgens de KWPN-rapportage waren het goed ontwikkelde tuigtypische veulens met opmerkelijk rijke halzen. De veulens vertonen in draf front, maar hun achterbeen gebruik zou overtuigender moeten zijn. Op basis van het onderzoek is Cinovo gehandhaafd als fokhengst,

In 1994 en 1998 is op basis van keurings- en wedstrijdinformatie van de nakomelingen besloten Cinovo voor de fokkerij te handhaven. In 2002 is hij definitief goedgekeurd en is het keurpredicaat aan hem toegekend.

Daarbij is aangegeven dat Cinovo nooit veel merries heeft gedekt en toch enkele voor de fokkerij goedgekeurde zonen heeft gebracht en een prominente plaats inneemt op de ranglijst van hengsten met de hoogste sportindex.

De keurhengst Cinovo is min of meer in vergetelheid gestorven. In 2008, 2009 en 2010 heeft het KWPN geen veulens meer van hem geregistreerd en in maart 2010 meldt het KWPN dat op verzoek van een fokker is uitgezocht waar Cinovo is gebleven. Uit dat onderzoek is gebleken dat Cinovo in de zomer van 2009 op 25-jarige leeftijd bij Jaap Bos in Wanswerd, in het noorden van Friesland, is overleden.

Het KWPN heeft van Cinovo uit 514 dekkingen 404 veulens geregistreerd, onderverdeeld in 193 merrieveulens en 211 hengstveulens.
Van de hengstveulens zijn er drie uitgegroeid tot een goedgekeurde hengst, te weten Jochem (1991), Joviaal (1991) en Vikking (2002).
In 1993 is zijn zoon Igor (1990, MV. Marconi KWPN) uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek, maar dat heeft niet geleid tot een opname van hem in het stamboek.

Van de 193 merrieveulens zijn er 69 uitgegroeid tot fokmerries die in het stamboek zijn opgenomen. Van hen zijn er 22 stermerrie en negen keurmerrie geworden. Twee merries zijn preferent geworden.

Dochter Javilina voorl. keur preferent KWPN is de tweede moeder van de hengst Atze Sgrt (2012, V. Astor NeWP), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek en is erkend door het KWPN.

Na het verrichtingsonderzoek in 1988 is Cinovo gekocht door de familie Van de Maat uit Houten en is daar tot en met 1998 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Daarna hebben D.J. Beijerinck en H. Wiggerts de hengst gekocht en die hebben hem vooral als concourspaard ingezet. De volgende eigenaar was Piet van Leeuwenburgh die Cinovo in 2000, als zeventienjarige, nog in wedstrijdverband heeft uitgebracht. In de loop van 2000 is Cinovo verkocht aan de heer Kwarten, die hem weer op het dekstation van de familie Van de Maat ter dekking stelde.

In oktober 2000 is Cinovo in handen gekomen van de Gebr. van Manen in Ede en die hebben hem vier jaar voor de fokkerij beschikbaar gesteld.

In de jaren 2005 – 2006 heeft de hengst op het dekstation van Harm Jan Veenstra in Boijl gestaan en uiteindelijk is hij terecht gekomen bij Bos in Wanswerd.

Cinovo is als tuigpaard uitgebracht in de ereklasse en was enkele keren tweede in het Nederlands kampioenschap aangespannen dekhengsten. Hij heeft een winsom van circa € 11.000.

De meest succesvolle nakomelingen van Cinovo zijn:

 

Horava vb KWPN,

ruin, 1989, MV. Wouter KWPN, waarmee Willem de Heul diverse regionale kampioenschappen heeft behaald. Horava heeft 338 winstpunten in de ereklasse tuigpaarden behaald en heeft een winsom van circa € 7.500 en

Ibassa vb KWPN,

ruin, 1990, MV. Proloog KWPN, waarmee de gebroeders Wagemans 180 punten hebben behaald in de limietklasse.

In Duitsland hebben zeven nakomelingen van Cinovo in totaal € 9.152 gewonnen in menwedstrijden.

 

 

6.1. Jochem 91.2824 Stb KWPN

De bruine hengst Jochem KWPN (V. Cinovo KWPN) is op 1 april 1991 geboren.
Hij heeft een stokmaat van 168 cm en is gefokt door B. de Lange en B.C. Laman uit Nieuw Lekkerland, dat in de Alblasserwaard ligt.
De moeder van de hengst is de keur preferente merrie Unika KWPN (1978, v. Noran KWPN) en tweede moeder is de zwartbruine veulenboekmerrie Onike KWPN (1973, V. Iregon KWPN).

Jochem is opgefokt door Jan Schep uit Schoonhoven en H. Poppen uit Zwartsluis. Op de KWPN-hengstenkeuring 1994 in ’s Hertogenbosch is Jochem uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek. Daarbij heeft het KWPN Jochem gekenschetst als een snittige, tuigtypische hengst met ras, die voldoende langgelijnd is. De hals is iets breed aangezet en het achterbeen is enigszins gebogen.

In het rapport van verrichtingsonderzoek wordt Jochem een eerlijke betrouwbare hengst genoemd, die zich goed laat bewerken. Zijn draf zou meer knie-actie mogen vertonen, maar voor de showwagen maakt de hengst zich deftig. Als tuigpaard heeft hij veel aanleg.

Jochem heeft in de jaren 1994 en 1995 op het station van Bert van de Brake in Doornspijk gestaan en in 1996 bij H. en J. Wilting in Wachtum.
Na het dekseizoen 1996 is Jochem door eigenaar Poppen verkocht naar Frankrijk. Daar is hij onder de naam Lunika geregistreerd.

De hengst heeft in Nederland in totaal 92 merries gedekt. Het KWPN heeft daaruit 30 hengstveulens en 30 merrieveulens geregistreerd.
Van de hengstveulens is de hengst Opgenoort KWPN (1996) goedgekeurd voor de fokkerij.

Van de merrieveulens zijn er dertien als fokmerrie opgenomen in het stamboek en van hen zijn er drie stermerrie en twee keurmerrie geworden. Eén dochter van Jochem heeft het predicaat preferent behaald en een dochter is prestatiemerrie geworden.

Zijn meest succesvolle nakomeling is zijn zoon Opgenoort.

 

 

6.1.1. Opgenoort 96.02669 Stb KWPN

 

Opgenoort KWPN (V. Jochem KWPN) is een bruine tuigpaardhengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is geboren op 12 april 1996 en is gefokt door Geert Eisen uit Schoonebeek.

De moeder van de hengst is de bruine, keur preferente merrie Franceska KWPN (1987, V. Renovo KWPN). Zij is een goed ontwikkelde en goed gebouwde merrie die allure toont. Bemerkingen op haar exterieur betreffen een kort en onderstandig voorbeen en voeten van matige kwaliteit. De merrie is door Piet Oldenburger uitgebracht in tuigpaardwedstrijden en heeft een winsom van circa € 3.000.

Franceska was een zeer vruchtbare merrie en kreeg zestien jaar op rij een veulen. Twee van die veulens hebben de tweede bezichtiging op de KWPN-hengstenkeuring gehaald en zijn daarna als tuigpaard in wedstrijdverband uitgebracht. Het gaat daarbij om San Franciska (1999, V. Lorton KWPN) en zijn broer Wervelwind KWPN (2003).

San Franciska is in de sport door Robbie en Chantal van Dijk uit Ambt Delden uitgebracht onder de naam Show me the Money en won als driejarige de KNHS-competitie. Na twee jaar rust wegens een gebroken sesambeentje is Show me the Money in 2005 KNHS kampioen openklasse categorie III geworden en won Chantal van Dijk met hem vier keer het KNHS kampioenschap enkelspan tuigpaarden gereden door dames. Robbie van Dijk won met Show me the Money vier keer de ereklasse tijdens de Hippiade, de nationale kampioenschappen van de KNHS. In totaal won Show me the Money 22 kampioenslinten.

Wervelwind is onder de naam Waltmann’s Wervelwind door Stefan Rozendaal uitgebracht in de limietklasse.

Tweede moeder van Opgenoort is de vos Tika ster KWPN (1977, V. Indiaan KWPN), die ook de moeder is van het tuigpaard Diplomaat VE (1988, V. Renovo KWPN) die 203 punten behaalde in de limietklasse.

Opgenoort is opgefokt door Jan Schep uit Schoonhoven en is op de KPWN-hengstenkeuring 1999 in ’s-Hertogenbosch uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek. Het KWPN heeft daarbij aangegeven dat Opgenoort een tuigtypische hengst met veel formaat is.

In het verrichtingsonderzoek toont Opgenoort zich een eerlijke hengst met veel bereidheid om te werken. Hij is snel gespannen en vraagt een ervaren rijder. Voor de showwagen heeft hij een goede houding en zet hij de hals er goed op. Hij heeft veel ruimte in het voorbeen en voldoende knie-actie. Het achterbeengebruik is goed.

Aan de eindbeoordeling van het verrichtingsonderzoek 1999 hebben drie tuigpaardhengsten deelgenomen. Van die drie hengsten heeft Opgenoort, met een 7,5 voor de houding en verder allemaal achten, de hoogste beoordeling gekregen.

In 2000 heeft Opgenoort op het dekstation van Geert Hofs gestaan, waar hij 25 merries dekte. Van de daaruit geboren veulens zijn er in 2001 elf in het kader van het afstammelingenonderzoek door het KWPN beoordeeld. Volgens de KWPN-rapportage is het een uniforme groep matige tot voldoende ontwikkelde tuigtypische veulens. Het fundament van de veulens is fors ontwikkeld en heeft kwaliteit. De draf is goed van ruimte en de veulens zetten de hals er goed op.

Op basis van de bevindingen handhaaft het KWPN Opgenoort voor de fokkerij.

Volgens de regels van het KWPN zou er in 2005 een beoordeling van de driejarige nakomelingen hebben moeten plaatsvinden, maar omdat er minder dan tien nakomelingen op de diverse keuringen zijn beoordeeld, wordt die afstammelingen beoordeling een jaar uitgesteld.

Na het verrichtingsonderzoek in 1999 is Opgenoort als driejarige door Henk Hammers uitgebracht in de KNHS-competitie, waarin hij tweede is geworden.

Een jaar later is hij ook tweede geworden in de KWPN-hengstencompetitie.

Na een derde plaats in 2001 en een tweede plaats in 2002 heeft Opgenoort in 2003 in Utrecht het nationaal kampioenschap enkelspan voor dekhengsten gewonnen. In datzelfde jaar was tijdens de KWPN-hengstenkeuring ook al de Oregon-trofee gewonnen.

Ondanks zijn prima prestaties in tuigpaardwedstrijden (167 punten) staan de fokkers niet met hun merries voor Opgenoort in de rij. Eigenaar Schep heeft de hengst mede daardoor in het najaar van 2005 verkocht aan David Beachy, lid van de Amish gemeenschap, in Indiana, Verenigde Staten.

Opgenoort is begin 2010 overleden.

De hengst is in Nederland op de dekstations van de HBC-stal in Boijl (2000 – 2005),  Hofs in Westendorp (2000), Wagenvoort in Vroomshoop (2001 en 2004) en Wilting in Wachtum (2002) beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Het KWPN heeft van Opgenoort uit 86 dekkingen 34 hengstveulens en 33 merrieveulens geregistreerd.
Elf van de merrieveulens zijn uitgegroeid tot fokmerries die door het KWPN zijn opgenomen in het stamboek en zeven van hen zijn stermerrie geworden.

Van de 34 hengstveulens is de hengst Uniqua (2001, MV. Factor KWPN) uitgenodigd voor het verrichtingsonderzoek, maar dat heeft niet geleid tot een goedkeuring voor de fokkerij.

 

 

6.2. Joviaal  91.03780 Stb KWPN

 

De vos hengst Joviaal KWPN (V. Cinovo KWPN) heeft een stokmaat van 171 cm. Hij is geboren op 10 april 1991 en is gefokt door Harry Tonnaer uit Ysselsteyn in Limburg.
De moeder van Joviaal is de donkerbruine keurmerrie Dallerina KWPN (1985, V. Unicum KWPN), die ook de moeder is van de hengst Kapsones KWPN (1992, V. Fabricius KWPN), die is uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.
In het moederrapport van Joviaal wordt Dallerina een royale tuigtypische merrie genoemd met een goede rug, lendenen en croupe. De merrie heeft een sterke stap en draf, die met allure worden getoond.

Tweede moeder is de bruine Olga keur preferent KWPN (1973, V. Folio Sgldt), die ook de moeder is van het tuigpaard Romanus KWPN (V. Indiaan KWPN).

Joviaal is opgefokt door Hermannus Boelens uit Bunne en de gebroeders Van Manen uit Ede. De hengst is op de KWPN-hengstenkeuring 1994 in
’s-Hertogenbosch uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.
Over het exterieur van Joviaal heeft het KWPN gezegd dat het een royaal ontwikkelde, degelijk gebouwde, langgelijnde hengst is. Zijn hoofd zou edeler mogen zijn en zijn fundament is best ontwikkeld.

Tijdens het verrichtingsonderzoek komt Joviaal iets zwaarmoedig over. Zijn stap en draf zijn ruim. Voor de showwagen heeft hij voldoende looplust, maar zou hij meer moeten rijzen en meer moeten terugkomen in het front. Hij heeft ruim voldoende aanleg als tuigpaard.
Aan het verrichtingsonderzoek voor tuigpaarden 1994 is door elf hengsten deelgenomen. Vier daarvan zijn na afloop van het onderzoek opgenomen in het stamboek, waaronder Joviaal. In punten behaalde hij de derde plaats en kreeg achten voor de draf, het karakter, het stalgedrag en het trainingsrapport.

Na het verrichtingsonderzoek heeft Joviaal in 1994 nog 43 merries gedekt en in 1995 dekte hij 92 merries.
In 1996 zijn 15 veulens van hem beoordeeld en dat bleek volgens het KWPN een uniforme collectie voldoende ontwikkelde veulens die langer gelijnd zouden moeten zijn. De veulens draven met front, maar zouden zich meer moeten dragen en het voorbeen royaler moeten gebruiken.
Op basis van deze beoordeling is Joviaal gehandhaafd als fokhengst.

Omdat er eind 1998 minder dan tien driejarige nakomelingen op de keuringen waren beoordeeld is de afstammelingenbeoordeling van driejarige nakomelingen een jaar uitgesteld.

In januari 2000 heeft het KWPN de balans opgemaakt op basis van de drie- en vierjarige kinderen van Joviaal die op de diverse keuringen zijn beoordeeld en is meegedeeld dat Joviaal gehandhaafd blijft voor de fokkerij.

In 2003 heeft opnieuw een evaluatie van de fokprestaties van Joviaal plaats gevonden. Naar aanleiding daarvan heeft het KWPN meegedeeld dat Joviaal zelf matig in tuigpaardenwedstrijden heeft gepresteerd, maar dat zijn nakomelingen zowel op keuringen als in tuigpaardenwedstrijden ruim voldoende voor de dag komen. Op grond daarvan is Joviaal gehandhaafd voor de fokkerij.

In februari 2009 heeft de toenmalige eigenaar van Joviaal, Evert Ardesch uit Lemele, de hengst verkocht aan Jan Groeneveld en Eiso Diddens uit Oldenburg, Duitsland.

Joviaal is in Nederland voor de fokkerij beschikbaar geweest op de dekstations van
gebroeders Van Manen, Ede (1994 – 1998), Jan Kers, Beesd (1998, 2001), fam. Scheltens, Reusel (1998 – 2000), Schiphof & Wagenvoort, Vroomshoop (1999), P. Haytema, Heeg (2002 – 2005) en Evert Ardesch, Lemele (2006 – 2008).

 

Het KWPN heeft 130 hengstveulens en 136 merrieveulens van de hengst geregistreerd.

Van de hengstveulens is Nicolein vb KWPN (1995, MV. Waterman KWPN) op driejarige leeftijd uitgenodigd voor deelname  aan het verrichtingsonderzoek, maar dat heeft niet geleid tot een dekbrevet.

Van de merrieveulens zijn er 29 uitgegroeid tot een in het stamboek opgenomen fokmerrie. Van hen zijn er acht stermerrie geworden en drie keurmerrie. Twee dochters van Joviaal zijn  preferent geworden.

Dochter Ninkie keur KWPN (1995, MV. Waterman KWPN) is de moeder van de door het KWPN goedgekeurde hengst Waldemar KWPN (2003, V. Patijn KWPN).

Het best presterende tuigpaard van Joviaal is het ereklassepaard Rinkier vb KWPN, (1998, MV. Waterman KWPN) van de familie Mulder, die 352 winstpunten heeft behaald en in wedstrijdverband is gereden door Lambertus Huckriede en Jan Jordans.

Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel blijkt dat het merendeel van zijn nakomelingen een lage schoft heeft.

In Duitsland is Joviaal in juni 2010 voor de fokkerij goedgekeurd door het Oostfriesche en Oud-Oldenburgse stamboek.

Volgens de gegevens van de Duitse Hippische Sportbond hebben de nakomelingen van Joviaal, voor zover die in Duitsland zijn geregistreerd, in totaal € 26.012 gewonnen. Daarvan is € 23.570 gewonnen door de bruine ruin Joy (stamboeknaam Tarzan) (2000, MV. Bravour KWPN), die is gefokt door A. van Alphen uit Strijbeek.
Joy heeft van 2007 – 2013 onderdeel uitgemaakt van het vierspan waarmee de Duitser Christoph Sandmann heeft deelgenomen aan internationale vierspanwedstrijden. In 2010 en 2012 was Sandmann met zijn vierspan Duits kampioen, in 2010 heeft hij bij het wereldkampioenschap in Kentucky, Verenigde Staten, de vierde plaats behaald en in 2011 is hij bij het Europees kampioenschap in Breda ook vierde geworden. Daarnaast maakte Joy tegelijkertijd deel uit van het tweespan waarmee Carola Slater – Diener internationaal aan menwedstrijden deel heeft genomen. In 2011 werd ze Duits kampioen en later wereldkampioen tweespannen in Conty, Frankrijk, en in 2013 behaalde ze bij het wereldkampioen-schap in Topolicanky, Slowakije, de vierde plaats.

 


6.3. Vikking 02.04544 Stb KWPN

 

Vikking KWPN (V. Cinovo KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. De hengst is geboren op 12 mei 2002 en is gefokt door de gebroeders Walraven uit Best.

De moeder van Vikking is de keur preferente vosmerrie Fannie KWPN (1987, V. Wilhelmus KWPN), die ook de moeder is van de voor het verrichtingsonderzoek uitgenodigde hengst Pandoerava KWPN (1997, V. Harmonie KWPN) en het concourspaard Reykjavik KWPN (1998, V. Harmonie KWPN).

Volgens het KWPN-moederrapport is Fanny een voldoende ontwikkelde en voldoende tuigtypische merrie met uitstraling, die op achttienjarige leeftijd nog puntgaaf beenwerk heeft, Ze heeft een energieke stap en in draf een mooie oprichting, voldoende knie-actie en kracht.
Tweede moeder is de bruine, ster preferente Parlemoer KWPN (1974, V. Kroonprins KWPN), die ook de grootmoeder is van de hengst Uromast KWPN (2001, V. Manno KWPN).

Vikking is opgefokt door Robbie en Chantal van  Dijk uit Odiliapeel en is op de KWPN-hengstenkeuring 2005 in ’s-Hertogenbosch uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek. Hij werd als vierde geplaatst in de kampioenskeuring.

Het KWPN heeft over Vikking meegedeeld dat hij een zeer tuigtypische hengst met een ruime belijning is die bot aan kwaliteit paart. De hals heeft lengte, een goede vorm en staat er voldoende op. De royale schouderpartij en de beste hoeven vallen op.

In het verrichtingsonderzoek in Ermelo toont Vikking zich een eerlijke, betrouwbare hengst die zich goed laat rijden. Voor de showwagen heeft Vikking veel houding en komt hij goed terug in het front. Hij heeft veel actie in het voorbeen en zet het voorbeen zeer ruim weg. Achter toont hij veel buiging en afdruk. Bovendien heeft hij een mooi zweefmoment. Vikking heeft veel tot zeer veel aanleg als tuigpaard.

Zijn verrichtingen zijn gewaardeerd met een negen voor de actie van het voorbeen en een 8,5 voor het zweefmoment, de looplust en het algemene beeld. In puntentotaal behaalde Vikking de tweede plaats achter Vulcano KWPN (2002, V. Manno KWPN).

Na het verrichtingsonderzoek is Vikking voor de fokkerij beschikbaar gesteld op het dekstation van de gebroeders Van Manen in Ede en heeft daar in 2005 22 merries gedekt.

Van de daaruit geboren veulens heeft het KWPN er in 2006 in het kader van de afstammelingenkeuring tien beoordeeld.

Het betrof een uniforme collectie, matig tot voldoende ontwikkelde en matig tuigtypische veulens, die onvoldoende in het rechthoekmodel staan. De veulens tonen in draf onvoldoende oprichting, de actie van het voorbeen is doorgaans onvoldoende en het achterbeen wordt traag ondergebracht.
Op basis van de beoordeling is Vikking op wacht gezet.

De eigenaren hebben Vikking daarop in februari 2007 gecastreerd en aansluitend als dressuurpaard verkocht aan Biljana Kullberg uit Bästad in het zuidwesten van Zweden.

Het KWPN heeft van Vikking 6 hengstveulens en 13 merrieveulens geregistreerd. Twee merrieveulens zijn uitgegroeid tot stamboekmerries.

Uit de genetische rapportage blijkt dat Vikking een steil achterbeen vererft.

 

 

7.   Fabricius 87.2469 Stb KWPN

 

De vos hengst Fabricius KWPN (V. Renovo KWPN) heeft een stokmaat van 168 cm. Hij is geboren op 20 april 1987.

De moeder van Fabricius is de vos merrie Voratiena keur KWPN (1979, V. Proloog KWPN), die voorheen eigendom was van Ab Koetsier uit IJsselmuiden bij Kampen. Koetsier had als dank voor zijn medewerking aan de UTV-dagen van Henk van Tuyl, toenmalig eigenaar van Renovo, voor één van zijn merries een dekking door Renovo cadeau gekregen. Die “tegoedbon” was onderdeel van de verkoop van Voratiena aan H.J. Visscher uit Zwiggelte, dat in Midden Drenthe ligt.
Voratiena bracht in totaal tien veulens, waarvan, naast Fabricius, twee andere kinderen in tuigpaardwedstrijden zijn uitgebracht.

Tweede moeder is de vos stermerrie Oratiena KWPN (1973, V. Gloriant Sgldt).

Fabricius is opgefokt door Cor van de Maat en zijn zoon Kees uit Houten. Op de nationale tuigpaardendag 1989 is Fabricius als tweejarige, samen met 71 andere tweejarige hengsten, voorgebracht en daar behaalde hij de eerste plaats.

Op de KWPN-hengstenkeuring 1990 in Utrecht is Fabricius reservekampioen van de driejarige tuigpaardhengsten geworden en uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek in Ermelo.
Het KWPN beschrijft Fabricius als een zeer tuigtypisch langgelijnd model met ras en kwaliteit en een welhaast ideaal front. Het middenstuk zou sterker mogen zijn.

In het verrichtingsonderzoek toont Fabricius zich eerlijk en vriendelijk en in het werk elastisch en sterk. In draf toont hij veel souplesse. Bij het mennen en voor de showwagen heeft hij een moeilijke mond en moet hij nog leren zijn rug goed te gebruiken. Hij heeft voldoende aanleg als tuigpaard. Tijdens de eindbeoordeling kon Fabricius niet worden beoordeeld in de showwagenproef, waardoor hij dat onderdeel later heeft afgelegd.
Eigenaar Van de Maat beweert na het onderzoek dat Fabricius geen moeilijke mond heeft, maar dat de mondproblemen zijn veroorzaakt door een mondblessure.

Vijf tuigpaardhengsten zijn na afloop van het onderzoek opgenomen in het stamboek. De hengsten Fernando KWPN (V. Wouter KWPN) en Fortissimo KWPN (V. Allegro KWPN) behaalden de hoogste waardering van de jury, waarbij Fortissimo voor de voor tuigpaarden belangrijke showwagenproef een hogere beoordeling kreeg. Fabricius kreeg van de vijf opgenomen hengsten de laagste beoordeling, maar zou die later logenstraffen.

Fabricius is na het verrichtingsonderzoek voor de fokkerij beschikbaar gesteld op het dekstation van Van de Maat in Houten.
In 2000 heeft Van de Maat Fabricius verkocht aan Tracy en Cole Burr uit Temecula, California, Verenigde Staten..
Fabricius is in 2004 tijdens een koliekoperatie overleden.

Het KWPN heeft 560 hengstveulens en 545 merrieveulens van Fabricius geregistreerd.

Voor een uitgebreide beschrijving van de prestaties van de hengst Fabricius KWPN en zijn nakomelingen wordt verwezen naar de pagina Fabricius KWPN op deze website www.stempelhengsten.eu.

 

 

8.  Ganges 88.5294 Stb KWPN

 

Ganges KWPN (V. Renovo KWPN) is een vos tuigpaardhengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is op 28 april 1988 geboren en is gefokt door Reinder Tel uit Leek.

Bij zijn geboorte heeft de hengst de naam Goldfeet gekregen en later heeft het KWPN die naam gewijzigd in Ganges.

Ganges is een zeer tuigtypisch gebouwde hengst met een mooi front en kwaliteit.

Zijn moeder is de keur preferente vosmerrie Whony KWPN (1980, V. Indiaan KWPN). Zij heeft zes veulens gebracht die allen Renovo als vader hebben. Naast Ganges bracht ze ook de preferente merrie Elony KWPN (1986), de keur preferente merrie Ilony KWPN (1990) en de keurmerrie Jelony KWPN (1991).

Elony is de moeder van het succesvolle concourstuigpaard Jan Willem vb KWPN (1991, V. Droomwals KWPN) dat met rijder Jans Stevens 393 winstpunten behaalde. Een ander tuigpaard van Elony is de ruin Pelonist  vb KWPN (1997, V. Kolonel KWPN), die met Peter Stevens 189 winstpunten behaalde en daarna in de internationale mensport is beland.

Tweede moeder van Ganges is de vosmerrie Lony ster preferent KWPN (1970, V. Hoogheid Sgldt).

Gerekend over acht generaties voert Ganges 25 % Hackney-bloed. In de eerste acht generaties van zijn stamboom komt de stempelhengst Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt), die grote invloed heeft gehad op de Nederlandse tuigpaardenfokkerij, slechts drie keer voor. Hij heeft een aandeel van 21,9 % in de bloedopbouw van Ganges. De hengst L’Invasion SF komt in de eerste acht generaties zes keer voor, maar zijn invloed op het genenpatroon van Ganges beperkt zich tot 8,6 %.

Ganges is, destijds nog onder zijn oorspronkelijke naam Goldfeet, in 1991 door Reinder Tel voorgesteld op de KWPN-hengstenkeuring in Utrecht. Daar is hij uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek en is hij reservekampioen geworden van de driejarige tuigpaardhengsten.

Tijdens het in Ermelo gehouden verrichtingsonderzoek blijkt Ganges een speelse, vriendelijke hengst te zijn, die tijdens het onderzoek losser in de houding is geworden en een beter achterbeengebruik heeft gekregen. De bewegingen van Ganges doen rijpaardachtig aan en de stap is, wegens gebrek aan ruimte, onvoldoende. Voor de showwagen maakt hij een mooi silhouet, maar is zijn draf te vlak. Het achterbeen zou meer mogen ondertreden. Ganges heeft plezier in het werk en heeft voldoende aanleg als tuigpaard.
De jury waardeert de prestaties van de hengst met negens voor karakter, stalgedrag en trainingsrapport, een acht voor de menproef en twee keer een 6,5 voor de showwagenproeven met en zonder hulpmiddelen. De stap wordt gewaardeerd met een 5,5.

Aan het verrichtingsonderzoek voor tuigpaarden is in 1991 is door negen hengsten deelgenomen, waarvan er drie het onderzoek na de tussenbeoordeling hebben beëindigd. Van de resterende zes hengsten kreeg Ganges de hoogste waardering voor de menproef. In totaal puntenaantal nam Ganges de derde plaats in. De tuigpaardhengst met de hoogste totaalwaardering was Gibraltar (1988, V. Wilhelmus KWPN, zie hfdst. 2.1.).

Op basis van de onderzoekresultaten, en het gegeven dat het Renovo bloed ruimschoots in de KWPN-hengstenstapel aanwezig is, heeft de KWPN-hengstenkeuringscommissie besloten Ganges niet op te nemen in het stamboek. Een door Tel aangevraagde herkeuring leverde geen andere beslissing op.

In het voorjaar van 1992 heeft Tel bij het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij een keuring in beroep aangevraagd. De rijkscommissie achtte het verantwoord om Ganges tot de fokkerij toe te laten, waarna op grond van bestaande afspraken tussen het ministerie en de erkende Nederlandse paarden- en ponystamboekorganisaties de hengst ook door het KWPN is geaccepteerd.

Omdat Ganges op de hengstenkeuring 1991 was uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek, was hij vanaf dat moment volgens de Paardenwet 1939 een goedgekeurde hengst. Daarom heeft Ganges, die in training was bij Jan Kers in Beesd, daar in 1991 al drie merries gedekt. In 1992 zijn 51 merries gedekt en van de daaruit geboren veulens heeft het KWPN er in het kader van het afstammelingenonderzoek in 1993 zeventien beoordeeld. Volgens de KWPN-rapportage betrof het een collectie goed ontwikkelde, met name in het front, tuigtechnisch gebouwde veulens, die in draf een wat wisselend beeld lieten zien.

In januari 1997 en januari 2001 is op basis van een beoordeling van keuringsrapporten van de nakomelingen van Ganges, besloten de hengst te handhaven voor de KWPN-fokkerij. Vanaf januari 2001 is Ganges daardoor volgens de KWPN-reglementen voor het leven goedgekeurd.

Ganges heeft tot en met 1998 op het dekstation van Jan Kers in Beesd gestaan. In 1999 heeft de HBC-stal de hengst gekocht en heeft Ganges op verschillende andere dekstations gestaan.

In 2006 is de hengst gekocht door Jan Reilink uit Schalkhaar en heeft daar tot en met 2015 ter dekking gestaan. Na het dekseizoen 2015 heeft zijn fokker hem terug gekocht om Ganges een rustige oude dag te geven. Hij is in februari 2019 gestorven.

Het KWPN heeft 347 hengstveulens en 307 merrieveulens van Ganges p

Van de zonen zijn Udo KWPN (2001) en Aron HBC (2005) goedgekeurd voor de fokkerij.

Van de dochters zijn er 100 als fokmerrie opgenomen in het stamboek. Van hen zijn er 42 stermerrie geworden en tien hebben het keurpredicaat behaald. Zeven dochters van Ganges zijn preferent geworden en één dochter is prestatiemerrie geworden/

Dochter Lianne keur KWPN, 1993, MV. Ureterp, fokker P. Oosterom uit Lopik, is de moeder van de goedgekeurde tuigpaardhengst Torino KWPN (2000, V. Jonker KWPN, zie 13.4.).

Volgens het genetisch profiel komt bij veel nakomelingen van Ganges een Franse stand en/of een steil achterbeen voor.

Nakomelingen van Ganges die succesvol zijn geweest in de sport of op keuringen zijn:

Kalibra ster KWPN,
1992, ruin,  MV. Rex KWPN, fokker C. Bassa, Beesd,  eigenaar stal Wagemans, heeft 165 winstpunten in het enkelspan behaald;

Kimanta keur KWPN,
merrie,1992, fokker J. Kers uit Beesd, is met rijder R.H. Veenstra op de Nationale Tuigpaardendag 1998 kampioen van de aangespannen fokmerries geworden. Een jaar later heeft de merrie met  rijdster Sietske Veenstra in hetzelfde kampioenschap de tweede plaats bereikt. Kimanta is op de Nationale Tuigpaardendag uitgeroepen tot  Topsportmerrie. De merrie heeft 185 winstpunten behaald;

Landheer vb KWPN,
ruin, 1993, MV. Natuur KWPN, fokker T. van Zessen uit Meerkerk, eigenaar Stal Durk Zwanenburg uit Joure, heeft 255 winstpunten behaald;

Monte Video vb KWPN,
1994, MV. Waterman KWPN, fokker H.J. Klein Swormink uit Hartwerd, eigenaar Piet Reitsma uit Ureterp, heeft 280 winstpunten behaald;

Nero van de Rivelhof vb KWPN,
ruin, 1995, MV. Excellent van Herpen NHS, fokker J. Vos uit Wijk en Aalburg, is in 2000 met rijder Johan Borkent de winnaar van de nationale nieuwelingencompetitie geworden. In 2005 heeft hij met rijder Henk Hammers het nationaal kampioenschap ereklasse gewonnen. In de jaren daarna is hij nog gereden door Leendert Veerman. Nero van de Rivelhof heeft 269 winstpunten behaald;

Nicoluise keur KWPN,
merrie, 1995, MV. Bravour KWPN , fokker J. Kers uit Beesd, is in 2000 nationaal kampioen bij de keur- en elite merries geworden. Daarna is ze verkocht naar de Verenigde Staten;

Noram vb KWPN (sportnaam Noorman),
hengst, 1995, MV. Balmoral KWPN, fokker S. Groen uit Tjalleberd, eigenaar Willem de Heul, is onder andere gereden door Egbert Emmink en heeft 241 winstpunten behaald;

Torpedo vb KWPN,
hengst, 2000, MV. Fabricius KWPN, fokker B.G.C. Voorburg uit Bunschoten, eigenaren eerst stal Schep en daarna Leen Verhoeff, heeft 171 winstpunten behaald;

Wilfried vb KWPN,
hengst, 2003, MV. Birkhouse Billy NHS, eigenaar W. Theunissen uit Escharen, heeft 112 winstpunten behaald;

Wonder vb KWPN,
hengst  MV. Manno KWPN,  fokker Manege De Dollard in Winschoten, heeft met rijdster Renske van der Sluis 257 winstpunten behaald en

NN vb KWPN (sportnaam Zilver D),
hengst, MV. Fabricius KWPN,  fokker J. Maars Nierop, eigenaar J. Donck uit Doornspijk, heeft 233 winstpunten behaald.

In het databestand van de Duitse Hippische Sportbond staan 24 nakomelingen van Ganges geregistreerd. Samen hebben die € 22.568 gewonnen.

De meest winnende nakomeling is Tornado B vb KWPN, hengst, 2000, MV. Edelman KWPN, fokker A.C. Burggraaff, die met de amazone Sascha Schreinemacher in de jaren 2005 – 2015 in Duitsland in diverse springconcoursen in de prijzen is gevallen. In 2015 is de combinatie voor het eerst in de klasse S gestart en in totaal heeft de combinatie 33 overwinningen behaald en € 11.771 gewonnen.

In het Franse databestand van IFCE is Ganges met zeventien nakomelingen opgenomen.

 

 

8.1.  Udo  01.05613 Stb KWPN

 

De vos tuigpaardhengst Udo KWPN (V. Ganges KWPN) heeft een stokmaat van 161 cm. Hij is geboren op 19 mei 2001 en is gefokt door A.C. van Middelaar uit Dalfsen.
Het KWPN heeft hem omschreven als een matig ontwikkelde hengst die langer gelijnd zou moeten zijn. Hij is ruim voldoende tuigtypisch. De hals staat er goed op maar mist lengte en de schoft is matig ontwikkeld. Het fundament van Udo heeft veel kwaliteit.

De moeder van Udo is de preferente vosmerrie Juliaroos KWPN (1991, V. Waterman KWPN). Zij is een matig ontwikkelde merrie met een stokmaat van 160 cm. Ze doet kortbenig aan. Haar nek en hals missen lengte en het achterbeen is sabelbenig. De stap is voldoende ruim en krachtig. Juliaroos maakt in draf voldoende front maar het voorbeen blijft in draf vlak en achter is de beweging wat traag.

Zij is ook de moeder van de hengst Norman vb KWPN (1995, V. Indurain KWPN), die is uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.

Tweede moeder is de bruine keurmerrie Fleurroos KWPN (1987, V. Waarborg KWPN).

Gerekend over acht generaties voert Udo 21,9 % Hackney-bloed. Dit aandeel wordt niet alleen ingebracht door Cambridge Cole NHS, maar ook door Brook Acres Silversul NHS en door Marfleet Raffles NHS.
De stempelhengst Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt) komt in de eerste acht generaties van Udo twaalf keer voor. Zijn aandeel in de bloedopbouw van Udo bedraagt 24,2 %.

Udo is in 2004 door de HBC stal voorgebracht op de KWPN-hengstenkeuring en is in ’s-Hertogenbosch uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.
In het verrichtingsonderzoek presteert Udo ruim voldoende. Hij heeft veel bereidheid om te werken. Voor de showwagen toont hij ruim voldoende houding en zet hij de hals er goed op. Hij zou meer in het lichaam moeten rijzen. Het voorbeen heeft veel actie en veel ruimte. Het achterbeen heeft voldoende afdruk, maar zou actiever moeten zijn. Het zweefmoment is ruim voldoende. Udo heeft ruim voldoende aanleg als tuigpaard.

De verrichtingen van Udo zijn gewaardeerd met een 8,5 voor de actie van het voorbeen en een acht voor de looplust. Voor de overige onderdelen heeft Udo een zeven gekregen.

In 2004 zijn acht tuigpaardhengsten uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek en daarvan hebben er vier deelgenomen aan de eindbeoordeling. Drie hengsten zijn na afloop van het onderzoek opgenomen in het stamboek. Van die drie heeft Unieko KWPN (2001, V. Manno KWPN) de hoogste waardering gekregen. Udo bezette op puntentotaal de derde plaats.

Op basis van het resultaat van het verrichtingsonderzoek is Udo toegelaten tot de KWPN-fokkerij en ingeschreven in het stamboek.
Na afloop van het verrichtingsonderzoek heeft Udo in 2004 op het dekstation van de HBC-stal in Boijl 31 merries gedekt. Van de daaruit geboren veulens heeft het KWPN er tien uitgenodigd om in het kader van het afstammelingenonderzoek te worden beoordeeld. De eigenaar heeft daar nog drie andere veulens van Udo aan toegevoegd.
De beoordeelde veulens vormden een uniforme, doorgaans voldoende ontwikkelde, voldoende tuigtypische collectie. Bij diverse veulens is sprake van onderhals en komt de hals diep uit de borst. De schoft is matig van ontwikkeling en de schouder is vaak kort en steil. Verschillende veulens hebben een onderstandig voorbeen en/of een lang achterbeen. In draf is de actie van het voorbeen wisselend en de draf is niet erg krachtig.

Op basis van het beeld dat is opgedaan bij het afstammelingenonderzoek is Udo op wacht gezet.

Voor de HBC-stal kwam de beslissing dat Udo op wacht werd gezet onverwacht. Aangegeven is dat het afstammelingenonderzoek bedoeld is om ernstige erfelijke gebreken en onvoldoende ontwikkeling vroegtijdig te elimineren maar niet om het onderzoek in te zetten als een zwaar selectiemiddel.

Besloten is om Udo te castreren.

Het KWPN heeft 27 hengstveulens en 27 merrieveulens van Udo geregistreerd.

Van de merries zijn er negen als fokmerrie opgenomen in het stamboek. Drie van hen zijn stermerrie geworden en één heeft het keurpredicaat behaald.

Uit het genetisch profiel blijkt dat veel van de nakomelingen van Udo een Franse stand vertonen.

 

 

8.2.  Aron HBC  528003 2005 03863 Stb KWPN

 

De tuigpaardhengst Aron HBC is een donkere vos met een stokmaat van 165 cm. Hij is geboren op 30 april 2005 en is gefokt door M.C.M. Houtepen uit Bavel.
Aon HBC is een zeer goed ontwikkelde hengst die goed in het tuigpaardtype staat. Hij heeft een sprekend hoofd en de hals staat er goed op. Aron HBC heeft een royale schoft- en schouderpartij en een sterke bovenlijn. Het voorbeen is goed van lengte en correct gesteld. Ook het achterbeen is correct gesteld en de hoeven zijn zeer goed ontwikkeld.

De moeder van de hengst is de bij het Nederlands Hackney Stamboek geregistreerde stermerrie Lady Sunrise (1997, V. Plains Superstition NHS).

Tweede moeder is de keurmerrie Tara NHS (1991, V. Plain’s Black Challenger NHS).

Aron HBC voert 62,5 % Hackney-bloed. In de eerste acht generaties van de pedigree van Aron HBC komt de stempelhengst Oregon Sgldt (V. Kurassier Sgldt) slechts drie keer voor. Het aandeel dat Oregon levert aan de bloedopbouw van Aron HBC bedraagt 10,9 %. Voor de noodzakelijke bloedspreiding binnen de tuigpaarden-fokkerij maakt Aron HBC dat tot een interessante hengst.

Aron HBC is door de HBC-stal voorgebracht op de KWPN-hengstenkeuring 2008 en daar is de hengst uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.
In het in Ermelo gehouden verrichtingsonderzoek is Aron HBC steeds beter gaan presteren. Hij heeft veel bereidheid om te werken. Voor de showwagen beweegt hij zich in zijn lijf goed opwaarts. Aron HBC heeft veel knie-actie en zet zijn voorbenen zeer ruim weg. De achterbenen worden goed gebogen terwijl de hengst de achterbenen in de loop van het onderzoek steeds beter is gaan onderbrengen. Aron HBC heeft zeer veel aanleg als tuigpaard.

Aan het verrichtingsonderzoek 2008 is deelgenomen door acht tuigpaardhengsten, waarvan er zeven aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen.
De prestaties van Aron HBC tijdens het verrichtingsonderzoek zijn gewaardeerd met een 9 voor de actie van het voorbeen, 8,5 punten voor het zweefmoment, de looplust en het algehele beeld als tuigpaard, een acht voor de houding en een 7,5 voor het gebruik van het achterbeen.

In puntenaantal bereikte Aron HBC daarmee de vierde plaats.
Verrichtingskampioen 2008 is de hengst Atleet KWPN (2003, V. Patijn KWPN) geworden.

Het resultaat was voor Aron HBC voldoende om toegelaten te worden tot de fokkerij. Het KWPN heeft daarbij aangegeven dat verwacht mag worden dat Aron HBC de houding, het voorbeengebruik, het zweefmoment  en de ontwikkeling van de hoeven zal kunnen verbeteren.

Na het verrichtingsonderzoek heeft de hengst in 2008 56 merries gedekt. Uit de daaruit geboren veulens heeft het KWPN er elf uitgenodigd voor deelname aan het afstammelingenonderzoek. De HBC-stal heeft daarnaast nog vijf extra veulens voor het afstammelingenonderzoek geselecteerd.

Volgens het KWPN betrof het een weinig uniforme, qua ontwikkeling wisselende collectie matig tot voldoende tuigtypische veulens. Het voorbeengebruik is ruim tot zeer ruim, maar zou doorgaans meer actie moeten tonen. Het achterbeen vertoont wel buiging, maar zou verder ondergebracht moeten worden. In draf zetten de veulens de hals er wel goed op maar zouden meer oprichting moeten tonen. De door de eigenaar geselecteerde veulens wisten meer te overtuigen dan de door het KWPN uitgenodigd veulens.

Op basis van het afstammelingenonderzoek blijft Aron HBC gehandhaafd voor de fokkerij. Aangegeven is dat de hengst merries nodig heeft die over formaat en een actief achterbeengebruik beschikken.

In januari 2014 heeft het KWPN de fokprestaties van Aron HBC op basis van de keuringsrapportages van zijn nakomelingen geëvalueerd. Op basis daarvan is Aron HBC op wacht gezet.

Het KWPN heeft van Aron HBC 61 hengstveulens en 72 merrieveulens geregistreerd. Achttien dochters zijn als fokmerrie ingeschreven in het stamboek en onder hen zijn zeven stermerries en drie keurmerries.

Volgens het genetisch profiel hebben vele nakomelingen van Aron HBC een hals die meer naar voren is gericht dan naar boven. Ook is er vaak sprake van een weke lendenpartij en van een hellend kruis. Gemiddeld scoren de nakomelingen van Aron HBC voor exterieur, beweging en algemene indruk lager dan de doorsnee KWPN-populatie.

Aron HBC is door Harry van de Middelaar uitgebracht in diverse tuigpaard-wedstrijden.

In 2010 is in Lunteren het nationaal kampioenschap aangespannen dekhengsten gewonnen en op de Nationale Tuigpaardendag in Ermelo is de Manno Trofee gewonnen. Voorts is een tweede plaats behaald in de KNHS hengstencompetitie.

In 2011 is de KNHS-hengstencompetitie gewonnen en is voor de tweede keer de Manno Trofee gewonnen. In het nationaal kampioenschap voor aangespannen dekhengsten is de tweede plaats behaald.

In 2012 is de tweede plaats bereikt in de wedstrijden om het nationaal kampioenschap aangespannen dekhengsten, de Oregon trofee en de Manno trofee.

Na zijn fokkerijcarrière is Aron gecastreerd en in augustus 2014 verkocht aan Leo Wijkmans uit Elshout.

Aron HBC geen nakomelingen die grote successen hebben geboekt bij keuringen of in tuigpaardwedstrijden.

In Duitsland zijn zes nakomelingen van hem geregistreerd, waarvan er vier prijzen hebben gewonnen. Samen hebben ze een winsom van € 2.281. In Frankrijk zijn zes, eerder door het KWPN geregistreerde, nakomelingen geregistreerd.

 

 

9.  Gelviro 88.2342 Stb KWPN

 

De bruine tuigpaardhengst Gelviro KWPN (V. Renovo KWPN) heeft een stokmaat van 168 cm. Hij is op 17 april 1988 geboren en is gefokt door H. Poppen uit Zwartsluis.
Gelviro is een goed ontwikkelde hengst, die in de croupe moderner mocht zijn. De hals komt wat diep uit de borst en de hoofd-halsverbinding zou fijner moeten zijn. Het rechtervoorbeen vertoont een Franse stand.

De moeder van Gelviro is de zwarte keur preferente prestatiemerrie Melvira KWPN (1971, V. Iregon KWPN).
Melvira is een voldoende tuigtypisch gebouwde merrie met een stokmaat van 167 cm. Ze heeft een wat korte hals en ook de schoft en schouder zouden meer lengte moeten hebben. Op twintigjarige leeftijd had de merrie nog hard en droog beenwerk.

Als fokmerrie bracht ze naast Gelviro ook de goedgekeurde hengst Pygmalion KWPN (1974, V. Locomotief KWPN) en de concourstuigpaarden Drukwerk vb KWPN (1976, V. Navigator KWPN), Robbie T vb KWPN (1980, V. Nelson KWPN), Zwieber vb KWPN (1981, V. Strawinsky KWPN) en Ibus vb KWPN (1990, V. Renovo KWPN).

Tweede moeder is de schimmel Favira Sgldt (1964, V. Oregon Sgldt). Favira is via haar dochter Selvira keur preferent KWPN (1976, V. Navigator KWPN), de grootmoeder van de goedgekeurde hengst Batello KWPN (1983, V. Tourist KWPN).

Gelviro voert 25 % Hackney-bloed en 25 % Oregon-bloed. In de eerste acht generaties van Gelviro’s afstamming komt de stempelhengst Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt) alleen twee keer als overgrootvader voor.

Fokker Poppen heeft Gelviro voorgebracht op de KWPN-hengstenkeuring 1991 in Utrecht. De hengst is daar uitgenodigd voor deelname aan het verrichtings-onderzoek.

In het in Ermelo uitgevoerde verrichtingsonderzoek blijkt Gelviro een eerlijke hengst die bij aankomst een rijke voedingstoestand had en met een gewicht van 580 kg de zwaarste van de negen tuigpaardhengsten was die in 1991 aan het verrichtings-onderzoek hebben deelgenomen. In de loop van het onderzoek, en nadat het stro in zijn box was vervangen door houtkrullen, is Gelviro opgedroogd. Hij heeft de neiging te veel op de voorhand te lopen. Gelviro heeft achter veel kracht, maar heeft er moeite mee om die kracht voor te verwerken. Voor de showwagen heeft hij een matige houding maar gebruikt hij zijn achterhand goed. Met het gebruik van hulpmiddelen verbetert het gebruik van het voorbeen. Hij geeft zijn rijder een tamelijk stug gevoel en moet met veel gevoel worden gereden. Als tuigpaard heeft hij voldoende aanleg.

De verrichtingen van Gelviro zijn gewaardeerd met een negen voor stalgedrag, een acht voor karakter en een 7,5 voor de stap. Voor de showwagenproeven met en zonder hulpmiddelen zijn zevens gegeven.

Van de zes hengsten die aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen heeft Gelviro in puntentotaal de vijfde plaats behaald.

De hengst Gibraltar (1988, V. Wilhelmus KWPN, zie hfdst. 2.1.) behaalde het hoogste puntentotaal.

Na afloop van het verrichtingsonderzoek heeft het KWPN Gelviro ingeschreven in het stamboek en daarmee toegelaten tot de KWPN-fokkerij.

Na het verrichtingsonderzoek is Gelviro voor de fokkerij beschikbaar gesteld op het dekstation van Thijs van Veen in Steenwijkerwold. In 1991 heeft hij twee merries gedekt en in 1992 22. Van de in 1993 geboren veulens heeft het KWPN er tien uitgenodigd voor het afstammelingenonderzoek en de fokker/eigenaar heeft daar nog vijf veulens aan toegevoegd. De beoordeelde veulens waren wisselend ontwikkeld en weinig tot voldoende tuigtypisch gebouwd. De veulens schoten in draf duidelijk te kort.

Op basis van het onderzoekresultaat is Gelviro na het dekseizoen 1993 afgekeurd.

Gelviro is daarna met succes uitgebracht in tuigpaardenwedstrijden. Hij heeft 182 winstpunten behaald en heeft een winsom van € 15.695. Zes van de geregistreerde veulens hebben een winsom in tuigpaardwedstrijden behaald.

Ook op keuringen scoren de Gelviro-nakomelingen bovengemiddeld en daarom is de hengst in februari 1999 weer toegelaten tot de fokkerij. In januari 2001 is opnieuw een evaluatie uitgevoerd van de prestaties van de nakomelingen van Gelviro en op grond daarvan is hij definitief goedgekeurd.

In 2004 is Gelviro verkocht aan David Beachy uit Goshen in de Amerikaanse staat Indiana. Beachy heeft Gelviro in maart 2012 verkocht aan Edwin Martin van Highland Harness Horses in Dundalk, dat circa 100 km ten noorden van Toronto in de provincie Ontario in Canada ligt.

Het KWPN heeft 47 hengstveulens en 37 merrieveulens van Gelviro geregistreerd. Van de merries zijn er acht als fokmerrie in het stamboek opgenomen en van hen hebben vijf merries het sterpredicaat behaald en twee het keurpredicaat.

Het aantal nakomelingen van Gelviro in Noord Amerika, waar de hengst vooral gebruikt wordt door de Amish gemeenschap, is niet bekend.

De in de tuigpaardensport meest succesvolle nakomeling van Gelviro is de ruin Macho vb KWPN, 1994, MV. Tamboerijn KWPN, eigenaar J. van Tunen uit Heemskerk, die 291 winstpunten heeft behaald.

In het paardenbestand van de Duitse Hippische Sportbond komen zes nakomelingen van Gelviro voor. Zij hebben die samen € 21.796 gewonnen.
De twee meest winnende nakomelingen van Gelviro in Duitsland zijn:

Gento vb KWPN,
ruin, 2000, MV. Farao KWPN, fokker Th. G. de Boer uit Hollum op het eiland Ameland. Gento is vanaf 2004 in Duitsland gebruikt voor menwedstrijden. In 2005 en 2006 is hij door Astrid Köppen (GER) uitgebracht in wedstrijden voor tweespannen, in 2007 door Norbert Stahl (GER) en in de jaren 2008 – 2013 door Carola Slater – Diener (GER).
Gento won met Carola Slater in 2011 het Kampioenschap van Duitsland tweespannen en het Wereldkampioenschap tweespannen in Conty (FRA).
In de jaren 2009 – 2012 heeft Gento deel uit gemaakt van het vierspan van de Duitser Christoph Sandmann. In 2009 en 2010 is het Kampioenschap vierspannen van Duitsland gewonnen en in 2012 maakte het vierspan van Sandmann deel uit van het Duitse team dat bij het Wereldkampioenschap Vierspannen in Riesenbeck (GER) tweede is geworden.
Gento heeft een winsom van € 18.853;

Cash vb KWPN,
ruin, 2001, MV. Edelman KWPN, fokker M.C. de Groot uit Giessenburg. Cash is in 2007 door Michael Steigerwald (GER) in menwedstrijden voor tweespannen. In de eerste zes maanden van 2009 is Cash onderdeel geweest van het vierspan van de Duitser Christian Plücker. Daarna is Cash een jaar lang door Christoph Sandmann (GER) gebruikt in zijn vierspan en door Carola Slater – Diener (GER) in haar tweespan.
In de tweede helft van 2010 is Cash door Adolf Fischer (GER) ingespannen voor menwedstrijden voor tweespannen en in 2011 en 2012 heeft de ruin in het vierspan van Mareike Harm (GER) gelopen.  Cash heeft een winsom van € 2.779.

 

 

10.  Grenadier 88.1034 Stb KWPN

 

Grenadier KWPN (V. Renovo KWPN) is een vos tuigpaardhengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is geboren op 30 maart 1988 en is gefokt door G.C. Ammerlaan uit Delfgauw.
Grenadier is een goed gebouwde voldoende tuigtypische hengst waarvan het hoofd en de hoofd-halsaansluiting fijner zou kunnen zijn. Hij heeft hard beenwerk.

De moeder van Grenadier is de vos Colanda ster KWPN (1984, V. Triomfator KWPN) en tweede moeder is de vos stermerrie Wolanda KWPN (1980, V. Hoogheid Sgldt).

Grenadier voert 25 % Hackney-bloed. In de eerste acht generaties van de afstamming van de hengst spelen stempelhengsten als Oregon Sgldt, Baronet Sgldt, L’Invasion SF en Ceasar Sgrt een belangrijke rol. Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt) komt vijf keer in de pedigree voor en levert een bijdrage van 19,5 % aan de bloedopbouw van Grenadier.

Grenadier is door J.L.Th. en V.C.J. van Beest uit Ochten en Appie Miggelenbrink uit Zelhem voorgesteld op de KWPN-hengstenkeuring 2001 in Utrecht. Daar is de hengst uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek. Na de hengstenkeuring is Grenadier verkocht aan G.H. Hofs uit Westendorp.
In het verrichtingsonderzoek is Grenadier met een gewicht van 490 kg de lichtste van de negen tuigpaardhengsten die aan het onderzoek deelnemen.

Grenadier moet lang worden losgereden voordat hij tot goede prestaties komt. Hij heeft een moeilijke mond en heeft problemen met afbuigen. Voor de showwagen presteert hij zonder hulpmiddelen beter dan met hulpmiddelen. Grenadier heeft ruim voldoende aanleg als tuigpaard.

De prestaties van Grenadier tijdens het verrichtingsonderzoek zijn gewaardeerd met een negen voor het stalgedrag, een acht voor het karakter, een 7,5 voor de stap en een 6,5 voor de menproef. Voor de draf, de showwagenproeven met en zonder hulpmiddelen en het trainingsrapport zijn zevens gegeven.

Van de zes hengsten die aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen heeft Grenadier in puntentotaal de vierde plaats behaald.

De hengst Gibraltar (1988, V. Wilhelmus KWPN, zie hfdst. 2.1.) behaalde het hoogste puntentotaal.

Na afloop van het verrichtingsonderzoek heeft het KWPN Grenadier
ingeschreven in het stamboek en daarmee toegelaten tot de KWPN-fokkerij.

Grenadier is in 1992 en 1993 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het dekstation van Jan Kers in Beesd.
In 1992 heeft de hengst 32 merries gedekt en uit de daaruit voortgekomen veulens heeft het KWPN er tien uitgenodigd voor het afstammelingenonderzoek. Eigenaar Hofs heeft daar nog zes veulens aan toegevoegd.
Volgens de KWPN-rapportage was het een zeer wisselende collectie, te weinig tuigtypisch gebouwde veulens die in draf duidelijk te kort schieten.
Op grond van het beeld dat is opgedaan bij het afstammelingenonderzoek is Grenadier afgekeurd als fokhengst.

Het KWPN heeft 19 hengstveulens en 17 merrieveulens van Grenadier geregistreerd. Vijf dochters zijn als fokmerrie opgenomen in het stamboek en drie van hen zijn stermerrie geworden.

Uit het genetisch profiel blijkt dat veel nakomelingen van Grenadier een strak verloop van de rug hebben.

Na zijn fokkerijcarrière is Grenadier uitgebracht als concourstuigpaard en heeft hij 80 winstpunten behaald. In het enkelspan heeft Grenadier een winsom van € 1.625.

 

 

11.   Hofmeester 89.2131 Stb KWPN

 

De vos Hofmeester KWPN (V. Renovo KWPN) is een tuigpaardhengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is geboren op 5 april 1989 en is gefokt door M.C.M. van der Salm uit Hazerswoude Rijndijk. Hij heeft bij zijn geboorte de naam Hairos A gekregen en het KWPN heeft enkele jaren later de naam Hofmeester aan hem toegewezen.
Het KWPN heeft de hengst omschreven als een langgelijnde tuigtypische hengst met een chique voorkomen.

De moeder van Hofmeester is de vos keurmerrie Anonja KWPN (11982, V. Tourist KWPN). Zij is een goed ontwikkelde merrie met een stokmaat van 165 cm. De merrie zou meer in het tuigpaardtype moeten staan. De nek zou langer moeten zijn en de hals is in de bovenlijn arm bespierd. De schouder is steil en de rug en lendenen zijn strak. De merrie draaft met voldoende ruimte maar zou meer knie-actie moeten tonen. De draf zou krachtiger moeten zijn. Gezien de omschrijving in het KWPN-moederrapport moet afgevraagd worden of het aan de merrie toegekende sterpredicaat wel terecht is geweest.
Tweede moeder is de keur preferente vosmerrie Unonja KWPN ( 1978, V. Natuur KWPN).

Gerekend over acht generaties voert Hofmeester 25 % Hackney-bloed. In de eerste acht generaties van zijn afstamming komt de stempelhengst Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt) zes keer voor. Oregon levert een bijdrage van 15,6 % aan de bloedopbouw van Hofmeester.

Hofmeester is door L.J.M. Calis uit Huizen, A.J.R. Visser uit Werkhoven en R.M. Visser uit De Bilt voorgebracht op de KWPN-hengstenkeuring 1992 in Utrecht.

Daar is hij uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.
In het verrichtingsonderzoek in Ermelo toont Hofmeester een goed achterbeen gebruik. Voor de showwagen presteert hij zonder hulpmiddelen beter dan met hulpmiddelen. Hij wordt gespannen als hij in een hoog tempo wordt gereden. Hofmeester heeft matig tot voldoende aanleg als tuigpaard. Op stal heeft hij weinig respect voor zijn verzorgers.
De verrichtingen van de hengst zijn gewaardeerd met achten voor de draf, het karakter en het stalgedrag en een 7,5 voor de stap en de menproef. De showwagenproeven met en zonder hulpmiddelen en het trainingsrapport zijn gewaardeerd met zevens.
Op basis van het resultaat van het verrichtingsonderzoek heeft het KWPN Hofmeester goedgekeurd en ingeschreven in het stamboek.

Aan het verrichtingsonderzoek 1992 is deelgenomen door dertien tuigpaardhengsten, een basishengst en een American Saddlebredhengst. Aan de eindbeoordeling is deelgenomen door tien tuigpaardhengsten en de American Saddlebredhengst.

In puntenaantal behaalde Hofmeester de derde plaats. Verrichtingskampioen is de hengst Hovenier KWPN (1989, V. Zakerno KWPN) geworden.

In 1993 is Hofmeester beschikbaar gesteld op het dekstation van Driekus Vonk in Lienden. Daar heeft hij negentien merries gedekt. Uit de daaruit voortgekomen veulens heeft het KWPN er in het kader van het afstammelingenonderzoek twaalf beoordeeld.
Volgens de KWPN-rapportage was het een groep goed ontwikkelde tuigtypische veulens met een goed front die een meer tuigtypische bewegingsvorm zouden moeten hebben. Het resultaat van het afstammelingenonderzoek was voldoende om Hofmeester te handhaven voor de fokkerij.

In januari 1998 zouden de fokprestaties van Hofmeester worden geëvalueerd op basis van de keuringsrapporten van zijn driejarige nakomelingen, maar omdat er te weinig nakomelingen van de hengst waren beoordeeld, is de evaluatie een jaar uitgesteld.

In januari 1999 heeft het KWPN op basis van de beoordeling van drie- en vierjarige nakomelingen van Hofmeester besloten de hengst te handhaven voor de fokkerij. Bij een volgende evaluatie in januari 2002 is Hofmeester definitief goedgekeurd voor de fokkerij.

Hofmeester is op een groot aantal dekstations beschikbaar geweest voor de fokkerij. Na in 1993 bij Vonk in Lienden te hebben gestaan heeft hij in 1994 op de dekstations van Calis in Huizen en Jurrius in Vorden gestaan en in 1995 bij Jurrius. In de jaren 1996 – 1998 is hij beschikbaar geweest op het station Klinkhamer in Grootschermer. In 1999 stond hij op het station van Wever in Wildervank, in 2000 bij Kers in Beesd, in 2001 en 2002 bij Schilder in Kampen en in 2003 en 2004 bij Schep in Boijl.

Na het dekseizoen 2004 is Hofmeester door zijn eigenaar Schep teruggetrokken uit de fokkerij.
Het KWPN heeft 74 hengstveulens en 73 merrieveulens van Hofmeester geregistreerd.

Van de zonen is Perfection KWPN (1997, MV. Renovo KWPN) goedgekeurd voor de fokkerij.

Van de dochters zijn er 31 als fokmerrie opgenomen in het stamboek. Onder hen zijn 14 stermerries en vier keurmerries. Twee dochters hebben vanwege hun fokkerijprestaties het predicaat preferent ontvangen.

Uit het genetisch profiel blijkt dat bij de nakomelingen van Hofmeester vaak een strakke rug en een bokbenige stand wordt waargenomen.

Hofmeester is verschillende keren uitgebracht in tuigpaardwedstrijden en heeft 80 winstpunten behaald.

Nakomelingen van hem die succesvol zijn geweest in de tuigpaardensport zijn:

Partout ster vb KWPN, ruin, 1997, MV Proloog KWPN, eigenaar Bert Jan Calis uit Huizen, heeft 324 winstpunten behaald;

Radeska keur sport KWPN, merrie, 1998, MV. Wouter KWPN, eigenaar A.P. van Doorn uit Soest, rijdster Josefine van Zijtveld, heeft 123 winstpunten behaalden en

Althans vb vb KWPN (sportnaam Amaretto), ruin, 2005, MV.  Lorton KWPN, eigenaar T. Blankendaal uit Zuidermeer, heeft 172 winstpunten behaald.

In het databestand van de Duitse Hippische Sportbond zijn tien nakomelingen van Hofmeester opgenomen. Samen hebben die € 200 gewonnen. In de Franse databanken staan vier nakomelingen van hem. Eén daarvan heeft bij internationale menwedstrijden voor tweespannen € 225 gewonnen.


11.1.  Perfection 97.00705 Stb KWPN

 

De vos tuigpaardhengst Perfection KWPN (V. Hofmeester KWPN) heeft een stokmaat van 168 cm. Hij is geboren op 15 maart 1997 en is gefokt door L.J.M. Calis uit Huizen.
Het KWPN heeft Perfection omschreven als een aansprekende langgelijnde hengst met veel uitstraling, die in draf zijn hals goed gebruikt. Hij draaft met tact en ontwikkelt daarbij voldoende actie en ruimte.

De moeder van Perfection is de vos keurmerrie Kimberley KWPN (1992, V. Renovo KWPN). Zij is een ruim voldoende ontwikkelde, tuigtypische merrie die wat bespiering in de bovenlijn mist. Kimberley heeft een ruime, actieve stap en een ruime, krachtige draf. In beweging maakt ze front. Ze is uitgebracht in tuigpaardenwedstrijden en heeft 43 winstpunten behaald.
Als fokmerrie bracht ze naast Perfection ook het tuigpaard Tideman vb KWPN, 2000, V. Immigrant KWPN, die 118 winstpunten heeft behaald.

Tweede moeder is de ster preferente vosmerrie Zafira KWPN (1981, V. Proloog KWPN).

Gerekend over acht generaties voert Perfection 25 % Hackney-bloed, waarvoor Renovo KWPN, die twee keer als grootvader van Perfection te boek staat, verantwoordelijk is. De stempelhengst Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt) komt in de eerste achtgeneraties van de pedigree van Perfection tien keer voor. Perfection voert 17,2 % Oregon bloed.

Perfection is door Jan Schep voorgesteld op de KWPN-hengstenkeuring 2000 in

’s-Hertogenbosch en is daar uitgenodigd voor deelname aan het verrichtings-onderzoek.
In het verrichtingsonderzoek laat Perfection zich zien als een eerlijke, betrouwbare hengst met een moeilijke mond. Voor de showwagen heeft hij voldoende houding, maar zou hij de hals er meer op moeten zetten en meer moeten terugkomen in het front. Hij heeft ruim voldoende tot veel actie in het voorbeen. Het achterbeengebruik is ruim voldoende tot goed, met veel buiging en afdruk. Perfection heeft ruim voldoende aanleg als tuigpaard en geeft zijn rijder een goed gevoel.

De prestaties van Perfection in het onderzoek zijn gewaardeerd met achten voor de actie in het voorbeen en het gebruik van het achterbeen. Voor de looplust is een 7,5 toegekend en het zweefmoment en het algehele beeld als tuigpaard zijn gewaardeerd met een zeven. Voor zijn houding heeft Perfection een 6,5 gekregen.

De KWPN-hengstenkeuringscommissie besloot op basis van het onderzoekresultaat om Perfection niet goed te keuren voor de fokkerij.

Bij een door de eigenaar aangevraagde herkeuring besloot de herkeuringscommissie Perfection wel goed te keuren en in te schrijven in het stamboek.

Aan de eindbeoordeling van het verrichtingsonderzoek voor tuigpaarden in 2000 is deelgenomen door zes tuigpaardhengsten. In puntentotaal bereikte Perfection de vijfde plaats. Verrichtingskampioen is de hengst Patijn KWPN (1997, V. Kolonel KWPN, zie hfdst. 151..) geworden.

Na het verrichtingsonderzoek is Perfection op het dekstation van Schep in Boijl beschikbaar gesteld voor de fokkerij.

Op de Utrechtse Paardendagen 2000 is hij uitgebracht in de nieuwelingenklasse en daar tot winnaar uitgeroepen.

In mei 2001 is de hengst aan de complicaties van een zakbreuk overleden.

Het KWPN heeft veertien hengstveulens en vijftien merrieveulens van Perfection geregistreerd. Van de dochters zijn er zes als fokmerrie opgenomen in het stamboek. Onder hen bevinden zich drie stermerries en twee keurmerries.

Uit het genetisch profiel blijkt dat bij veel nakomelingen van Perfection een strak verloop van rug en lendenen en een hoge actie van het voorbeen wordt waargenomen.

Van zijn nakomelingen heeft de hengst Vizier J vb KWPN , 2002, MV Fabricius KWPN, eigenaar B. Schaap uit Slagharen, 91 winstpunten in tuigpaarden-wedstrijden behaald.

 

12.  Impressionist 90.9216 Stb KWPN

 

Impressionist KWPN (V. Renovo KWPN) is een bruine tuigpaardhengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 9 juli1990 geboren en is gefokt door Th.P.J. Jakobs uit Sevenum.
Impressionist is een moderne, langgelijnde hengst met ras en kwaliteit, een goede bovenbouw en voorzien van extra front.

De moeder van Impressionist is de bruine keur preferente merrie Thelma KWPN (1977, V. Marconi KWPN). Zij is volgens het KWPN moederrapport een merrie met een stokmaat van 164 cm. Ze heeft een goed foktype met breedte en diepte en een opvallend mooie hals. De merrie heeft goede tuigtypische bewegingen en goed hard beenwerk. Thelma is ook de moeder van de voor deelname aan het verrichtings-onderzoek uitgenodigd hengst Eregast vb KWPN (1986, V. Proloog KWPN).
Tweede moeder is Helma ster preferent Sgldt (1966, V. Adjudant Sgldt)

Impressionist voert via zijn vader 25 % Hackney-bloed. De andere 75 % is vooral afkomstig van oude Gelderse en Oldenburgse lijnen en van de Franse hengst L’Invasion SF. Opvallend is dat de grondlegger van de Nederlandse tuigpaardenfokkerij, de hengst Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt), in de eerste acht generaties van de afstamming van Impressionist maar twee keer voor komt en dat  Oregon maar voor 9,4% bijdraagt aan de bloedopbouw van Impressionist. Omdat ook het Hackney-aandeel niet overdreven groot is, maakt dat de hengst tot bijzonder interessant voor de bloedspreiding in de tuigpaardenfokkerij.

Impressionist is door Rob d’Achard van Enschut uit Maasdijk voorgebracht op de nakeuring van de KWPN-hengstenkeuring 1993 in Zwolle. Daar is hij uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek in Ermelo.
In het verrichtingsonderzoek blijkt dat Impressionist veel bereidheid heeft om te werken. Zijn draf is ruim, krachtig en tactvol. Voor de showwagen zet Impressionist de hals er goed op en toont hij een goed voorbeengebruik met veel ruimte en een goede knie-actie. Het achterbeen wordt goed ondergebracht, maar zou meer buiging moeten hebben. De hengst heeft zeer veel aanleg als tuigpaard.

De prestaties van Impressionist tijdens het verrichtingsonderzoek zijn gewaardeerd met negens voor het karakter en het trainingsrapport, een 8,5 voor de showwagenproef zonder hulpmiddelen. Achten zijn gegeven voor de draf, de showwagenproef met hulpmiddelen en het stalgedrag en een zeven voor de stap.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Impressionist goedgekeurd en ingeschreven in het stamboek.

Aan de eindbeoordeling van het verrichtingsonderzoek voor tuigpaarden 1993 is deelgenomen door negen tuigpaardhengsten. Van hen behaalde Impressionist het hoogste puntentotaal.

Na het onderzoek is Impressionist voor de fokkerij beschikbaar gesteld op het dekstation van d’Achard van Enschut in Maasdijk, waar hij in 1993 nog negen merries dekte. Uit deze dekkingen zijn zes veulens geboren, die in 1994 allemaal zijn beoordeeld in het kader van het afstammelingenonderzoek. Het bleek een groep veulens te zijn die varieerden in ontwikkeling en type. In draf komen de veulens goed van de grond, laten ze een elastische bewegingsafloop zien en komen ze mooi terug in het front. De schoudervrijheid is nog wel eens beperkt. Omdat het aantal beoordeelde veulens te gering is, zal de hengst in 1995 opnieuw op zijn afstammelingen worden beoordeeld.

In 1994 heeft Impressionist op het dekstation van d’Achard van Enschot negen merries gedekt en daaruit zijn vijf veulens geboren. Alle vijf veulens zijn in 1995 in het kader van het afstammelingenonderzoek beoordeeld. De veulens bleken matig tot onvoldoende te zijn ontwikkeld. Wel zijn ze voldoende tuigtypisch van bouw. In draf toonden de veulens een beperkte ruimte; ze rijzen niet en komen weinig terug in het front. Achter zouden ze zich krachtiger moeten dragen.

De conclusie van de totale beoordeelde collectie is dat Impressionist voldoende tuigtypische veulens brengt, die qua ontwikkeling variëren van onvoldoende tot matig. In draf zouden ze meer ruimte, kracht en oprichting moeten tonen.

Ook in 1995 heeft Impressionist bij d’Achard van Enschot ter dekking gestaan en in 1996 was hij beschikbaar bij H. van Donkelaar in Bennekom en B. Freriks in Elden.

Omdat Impressionist gedurende de jaren 1994 en 1995 niet heeft voldaan aan de eisen tot het tonen van voldoende afstammelingen wordt de goedkeuringstermijn met een jaar verlengd en wordt de verplichting opgelegd dat in 1996 tenminste 15 nakomelingen worden getoond.

In 1996 zijn negen veulens, een jaarling en vier tweejarigen getoond. Opnieuw bleek de ontwikkeling van de nakomelingen van voldoende tot amper voldoende en was de collectie weinig uniform en matig tuigtypisch. De nakomelingen zouden langer gelijnd moeten zijn en ze zijn kortbenig. Het beenwerk, en met name het spronggewricht,  zou meer kwaliteit moeten hebben. De draf van de nakomelingen zou meer souplesse hebben.
Op basis van het resultaat van het afstammelingenonderzoek is Impressionist op wacht gezet.

Impressionist is in december 1996 overleden.

In 2000 is de nafok van Impressionist op basis van keuringsrapporten geëvalueerd. De evaluatie heeft er in geresulteerd dat de hengst de status van wachthengst behoudt.

Impressionist  heeft in de seizoenen 1994 / 1995 en 1995 / 1996 deelgenomen aan de competitie voor tuigpaardhengsten, maar is daarin niet erg succesvol geweest.

Het KWPN heeft 17 hengstveulens en 9 merrieveulens van Impressionist geregistreerd. Drie dochter zijn als fokmerrie opgenomen in het stamboek en één van die drie is stermerrie geworden.

Uit het genetisch profiel blijkt dat bij veel nakomelingen van Impressionist een strak verloop van de rug is vastgesteld.

Van de nakomelingen van Impressionist heeft de ruin Maximum vb KWPN, 1994, MV. Allegro KWPN, eigenaar M. van Bruggen, in tuigpaardwedstrijden 265 winstpunten behaald.
\



13. Indigo 90.4055 Stb KWPN

 

De vos Indigo KWPN (V. Renovo KWPN) is een tuigpaardhengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is geboren op 5 mei 1990 en is gefokt door A. van Hemert uit Papendrecht. De fokker heeft de hengst bij zijn geboorte de naam Ingenieur gegeven, maar het KWPN heeft de naam Indigo op driejarige leeftijd aan de hengst toegewezen.

Volgens de stamboekorganisatie is Indigo voldoende tuigtypisch gebouwd, maar zou hij even meer persoon mogen zijn.

Indigo heeft met een wijd uitlopende bles, vier halve witte benen en een witte staart opvallende aftekeningen.

Zijn moeder is de ster preferente merrie Uliena KWPN (1978, V. Nova Zembla KWPN), die een stokmaat heeft van 163 cm. Zij zou in stand meer tuigtypisch en meer persoon mogen zijn, maar in beweging maakt ze zich groot. Haar draf heeft veel kracht en een lang zweefmoment. De stap is door een Franse stand iets incorrect. De merrie heeft hard en droog beenwerk met beste koten en voeten.

Als fokmerrie heeft ze veertien veulens gebracht. Naast Indigo bracht ze onder andere de goedgekeurde hengst Bravour KWPN (1983, V. Unicum KWPN) en het concourstuigpaard Hanovo vb KWPN (1989, V. Renovo KWPN), dat 106 winstpunten heeft behaald.

Tweede moeder is de vos Oliena keur preferent KWPN (1973, V. Hoogheid KWPN).

Gerekend over acht generaties voert Indigo 25 % Hackney-bloed. In de eerste acht generaties van zijn pedigree komen de stempelhengsten Graaf van Wittenstein Sgldt (1942, V. Baronet Sgldt), L’Invasion SF (1944, V. Pre Sale SF) en Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt) respectievelijk zes, zeven en vier keer voor. Hun bijdrage aan de bloedopbouw van Indigo bedraagt achtereenvolgens 6,25 %, 10,9 % en 18,75 %.

W.A.L. van de Gein uit Utrecht heeft Indigo in februari 1993 voorgebracht op de KWPN-hengstenkeuring, maar daar heeft de keuringscommissie de hengst afgewezen. Op 6 maart 1993 heeft Indigo in Ermelo deelgenomen aan de herkansing in tuig en is toen alsnog uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.

In het verrichtingsonderzoek heeft hij veel bereidheid om te werken. Hij heeft een actieve stap die voldoende ruim is. In draf toont Indigo een goed achterbeengebruik, veel tact en voldoende knie-actie. Voor de showwagen zou hij meer moeten rijzen. Ook hier valt het krachtige gebruik van het achterbeen op. Met hulpmiddelen presteert hij niet beter dan zonder. Indigo heeft ruim voldoende aanleg als tuigpaard.

De verrichtingsjury heeft de prestaties van Indigo gewaardeerd met negens voor karakter, stalgedrag en trainingsrapport. Voor de stap is een zeven gegeven en de overige onderdelen zijn gewaardeerd met een 7,5.
Aan de eindbeoordeling van het verrichtingsonderzoek voor tuigpaarden 1993 is deelgenomen door negen tuigpaardhengsten. Van hen behaalde Indigo in puntentotaal de vierde plaats. Verrichtingskampioen is zijn halfbroer Impressionist KWPN (1990, V. Renovo KWPN, zie hfdst. 12.) geworden.

De hengstenkeuringscommissie vond na afloop van het onderzoek dat Indigo als fokhengst onvoldoende verwachtingen wekte om toegelaten te worden tot de fokkerij, maar bij herkeuring is hij toch goedgekeurd en opgenomen in het stamboek.

Indigo heeft in 1993 niet gedekt en is in 1994 en 1995 beschikbaar gesteld op het dekstation van Antoon Klinkhamer in Grootschermer.
In 1994 heeft hij 22 merries gedekt en van de daaruit voortgekomen veulens heeft het KWPN er elf uitgenodigd voor het afstammelingenonderzoek.

De keuringscommissie heeft gerapporteerd dat het een groep onvoldoende ontwikkelde en onvoldoende tuigtypische veulens betrof. De veulens draven met front maar de meeste veulens ontwikkelen te weinig kracht en ruimte. Bovendien hadden drie veulens een overvuld kniegewricht. Vanwege het beeld dat bij de afstammelingenkeuring van de nakomelingen van Indigo is opgedaan, is de hengst afgekeurd.

Eigenaar Van de Gein heeft daarop een herkeuring aangevraagd, waarna de herkeuringscommissie dezelfde elf veulens heeft beoordeeld en daarna tot dezelfde conclusie kwam als de keuringscommissie.

Het KWPN heeft van Indigo 15 hengstveulens en 14 merrieveulens geregistreerd.
Van de merrieveulens zijn er later twee als fokmerrie opgenomen in het stamboek. De één is een keurmerrie en de andere is een elitemerrie.

Uit het genetisch profiel van Indigo blijkt dat veel van zijn nakomelingen een weke kootstand hebben.

In het seizoen 1994 / 1995 heeft Indigo deelgenomen aan de competitie voor tuigpaardhengsten en heeft in die competitie de derde plaats bereikt.

Na zijn fokkerijcarrière is hij als concourstuigpaard uitgebracht en heeft hij 288 winstpunten behaald. Hij heeft een winsom van € 2.954.

Twee nakomelingen van Indigo hebben succes geboekt in tuigpaardenwedstrijden:

Odin vb KWPN (sportnaam Optimaal),
ruin, 1996, MV. Waterman KWPN, eigenaar A. Klinkhamer, Grootschermer, heeft 278 winstpunten behaald en

Ondigo vb KWPN,
ruin, 1976, MV. Unicum KWPN, eigenaar A. Klinkhamer, Grootschermer, heeft 198 winstpunten behaald.

 

 

14.  Jonker 91.0040 Stb KWPN

 

Jonker KWPN (V. Renovo KWPN) is een bruine tuigpaardhengst met een stokmaat van169 cm. Hij is geboren op 1 maart 1991 en is gefokt door W. Dijk uit Nietap. Als veulen kreeg de hengst toen de naam Jonkheer, maar later, toen hij deel nam aan het verrichtingsonderzoek heeft het KWPN hem de naam Jonker toegewezen.

Jonker is een zeer tuigtypische hengst met ras en kwaliteit.

De moeder van Jonker is de bruine keurmerrie Dora KWPN (1985, V. Wouter KWPN). Zij is volgens het KWPN een best ontwikkelde, zeer tuigtypische fokmerrie met veel ras. Haar hoofd heeft een gebogen profiellijn. De nek en hals zijn goed van lengte, de schouder zou iets schuiner mogen liggen en het verloop van rug en lendenen is wat week. De voor- en achterbenen zijn goed gesteld. De stap is krachtig en ruim en de draf is zeer tuigtypisch. Als fokmerrie heeft ze vijftien veulens gebracht.
Tweede moeder is de donkerbruine preferente merrie Unara KWPN (1978, V. Nova Zembla KWPN). Zij is ook de moeder van het concourstuigpaard Indiaan vb KWPN (1990, V. Renovo KWPN) dat 286 winstpunten heeft behaald.

Jonker voert 25 % Hackney-bloed. In de eerste acht generaties van zijn pedigree komt de stempelhengst Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt) zeven keer voor. Oregon levert 7,8 % van de bloedopbouw van Jonker.

Jonker is in 1994 op de KWPN-hengstenkeuring voorgebracht door George Borkent uit Hengelo (Ov.), maar de hengst was toen nog te weinig persoon om uitgenodigd te worden voor het verrichtingsonderzoek. Jonker is daarna gekocht door de HBC-stal in Boijl en die heeft Jonker in 1995 opnieuw aangeboden op de hengstenkeuring van het KWPN.

Jonker is toen uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek in Ermelo.

In het verrichtingsonderzoek blijkt Jonker een actieve stap te hebben met voldoende ruimte en souplesse. In draf heeft de hengst een zeer goed voorbeengebruik terwijl het achterbeen nog meer ondergebracht zou kunnen worden. Voor de showwagen zet Jonker de hals er goed op maar zou hij meer kunnen rijzen. Wel maakt hij zich deftig en gaat hij goed in balans. Jonker heeft als tuigpaard zeer veel aanleg.
Als waardering van zijn prestaties heeft Jonker een acht gekregen voor de stap en voor alle andere te beoordelen onderdelen negens.

Aan de eindbeoordeling van het verrichtingsonderzoek voor tuigpaarden in 1995 hebben zeven hengsten deelgenomen en Jonker heeft van hen de hoogste waardering behaald.

Na het verrichtingsonderzoek heeft Jonker op de dekstations van gebroeders Van Manen in Ede en van Evert Ardesch in Lemele ter dekking gestaan. In 1995 heeft hij toen nog 94 merries gedekt.

Voor het afstammelingenonderzoek heeft het KWPN 21 van de in 1996 geboren veulens beoordeeld.

De beoordeelde collectie was volgens de KWPN-rapportage een uniforme, ruim voldoende ontwikkelde groep veulens. Ze zijn goed tuigtypisch gebouwd, hebben veel front, zijn ruim gelijnd en vertonen daarbij ras en uitstraling. De veulens hebben ruimte, draven zeer tuigtypisch, rijzen in de voorhand, komen terug in het front en hebben een goed voorbeengebruik. Sommige veulens zouden het achterbeen krachtiger mogen onderbrengen.

Op basis van het resultaat van de afstammelingenkeuring blijft Jonker gehandhaafd voor de fokkerij.

De jaren daarna is hij voor de fokkerij beschikbaar geweest bij Van Manen in Ede.

In januari 2000 zijn de fokkerijresultaten van Jonker aan de hand van keuringsrapporten van zijn nakomelingen geëvalueerd en heeft het KWPN besloten Jonker te handhaven als fokhengst.

In november 2000 heeft de HBC-stal Jonker verkocht aan Dean en Terry Wikel in Berlin Heigths, dat 75 km ten westen van Cleveland in de staat Ohio, Verenigde Staten ligt. In de Verenigde Staten is Jonker een populaire hengst geworden. Later is Jonker eigendom geworden van de Yoder Hackney Farm in Millersburg, dat 80 km ten noordwesten van Louisville in de staat Indiana ligt.
Jonker is in december 2013 overleden.

Het KWPN heeft van Jonker 174 hengstveulens en 179 merrieveulens geregistreerd.

Van de zonen zijn Pronkjuweel KWPN (1997), Sire KWPN (1999), Stuurboord KWPN (1999) en Torino KWPN (2000) goedgekeurd voor de fokkerij. Daarnaast zijn twee zonen, te weten Optimist vb KWPN (1996, MV. Renovo KWPN) en NN vb KWPN (1998, MV. Waarborg KWPN), uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek, maar dat heeft niet geleid tot goedkeuring voor de fokkerij.

Van de dochters zijn er 90 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek. Van hen zijn er 49 stermerrie geworden en veertien hebben het keurpredicaat behaald. Acht dochters hebben het predicaat preferent ontvangen. En twee dochters zijn prestatiemerrie geworden.

Twee dochters zijn moeder van een goedgekeurde of erkende hengst geworden, te weten:

Okawalda  ster KWPN, 1996, MV. Exponent KWPN, is de moeder van de hengst Wodka HBC KWPN (2003, V. Roy M KWPN) en

Petrose ster preferent KWPN, 1997, MV. Renovo KWPN, is de moeder van de hengst Icellie KWPN (2013, V. Bocelli NHS).

Jonker is diverse keren uitgebracht in tuigpaardwedstrijden. In 2000 is hij met rijder Lambertus Huckriede nationaal kampioen van de aangespannen dekhengsten geworden. In totaal heeft Jonker 156 winstpunten behaald.

Verschillende nakomelingen hebben op keuringen of in wedstrijden successen behaald, zoals:

Oriana keur sport KWPN,
merrie, 1996, MV. Ahoy KWPN, fokker Jan Wiering uit Hoogkarspel, heeft 172 winstpunten behaald;

Pauline keur sport KWPN,
merrie, 1997, MV. Rentmeester KWPN, fokker Tabe de Jong uit Hollum, eigenaar J. Schouten uit Zwaagdijk, is in 2003 uitgeroepen tot Paard van het Jaar en heeft als concourstuigpaard 210 winstpunten behaald;

Petralientje sport KWPN (sportnaam Pyloon),
merrie, 1997, MV  Waterman KWPN, van B.A. Vos uit Blaricum, heeft 153 winstpunten behaald;

Prins Jonker ster vb KWPN,
ruin, 1997, MV. Waterman KWPN, eigenaar J. van Tunen uit Heemskerk, heeft met rijder L. de Ruyter  185 winstpunten behaald;

Reska ster KWPN,
1998, MV. Renovo KWPN, is in 2001 in de Verenigde Staten algemeen kampioen bij de tuigpaarden geworden;

Royaal vb KWPN,
hengst, 1998, MV. Droomwals KWPN, eigenaar E. de Rink uit Foxwolde, heeft 154 winstpunten behaald;

Stuurboord KWPN (sportnaam Stuurboord Landzicht),
hengst, 1999, MV Factor KWPN, fokker H. Poppen uit Zwartsluis, eigenaar Black Horse B.V. uit Papendracht, heeft 247 winstpunten behaald. Voor meer informatie over Stuurboord wordt verwezen naar hoofdstuk 14.3. ;

Tatsiana keur sport KWPN,
2000, MV. Ahoy KWPN, fokker Jan Wiering uit Hoogkarspel, heeft 300 winstpunten behaald en

Uron vb KWPN (sportnaam Urson) ,
hengst, 2001, MV. Droomwals KWPN, van G. van der Kolk uit Nieuwleusen, heeft 151 winstpunten behaald.

In het databestand van de Duitse Hippische Sportbond staan 33 nakomelingen van Jonker geregistreerd. Samen hebben die € 8.780 gewonnen.

De meest winnende nakomeling is

Torino KWPN,
hengst, 2000, MV. Ganges KWPN, fokker M.J.A. Buitink uit Klarenbeek, eigenaar Rimarcsik Zsolt Hotelworld, maakt sinds 2014 deel uit van het vierspan waarmee de Hongaar József Dobrovitz deelneemt aan internationale menwedstrijden. In 2014 en 2015 maakte Torino deel uit van het vierspan dat als onderdeel van de Hongaarse équipe de bronzen medaille heeft gewonnen tijdens het wereldkampioenschap in Caen (FRA) en de Europese kampioenschappen in Aachen (GER). Torino heeft tot en met 2020 € 6.309 gewonnen. Voor meer informatie over Torino wordt verwezen naar hoofdstuk 14.4.

In het Franse datasysteem van IFCE staat Jonker met 25 nakomelingen, waaronder zijn vier in  Nederland goedgekeurde zonen, geregistreerd, maar gegevens over sportprestaties ontbreken.

14.1.  Pronkjuweel 97.07429 Stb KWPN

 

De vos tuigpaardhengst Pronkjuweel KWPN (V. Jonker KWPN) heeft een stokmaat van 166 cm. Hij is geboren op 14 juni 1997 en is gefokt door Sander Daniels uit Wageningen.
Pronkjuweel is een tuigtypische hengst. Zijn hals is ruim voldoende van lengte, maar iets zwaar en diep aangezet. De hengst heeft een mooie bovenlijn en zeer veel kwaliteit in het fundament.

De moeder van Pronkjuweel is de bruine keur preferente merrie Dereda KWPN (1985, V. Wilhelmus KWPN), die zestien veulens heeft gebracht. Eén van de kinderen van Dereda is de goedgekeurde hengst Hilbert KWPN (1989, V. Proloog KWPN) en de voor deelname aan het verrichtingsonderzoek uitgenodigd hengst Keizerster vb KWPN (1992, V. Farao KWPN).
Volgens het KWPN-moederrapport is Dereda is een goed ontwikkelde, voldoende tuigtypische merrie met ras een uitstraling. Ze heeft een stokmaat van 169 cm. Haar hoofd-halsverbinding is best. De schouder zou wat schuiner mogen liggen en de croupe is tamelijk recht. De voeten zouden meer kwaliteit moeten hebben. In draf maakt Dereda een zeer goed gebruik van de achterhand en een goed gebruik van het voorbeen.  Op de UTV is Dereda in 1988 reservekampioen bij de stermerries geweest en in 1990 reservekampioen bij de keurmerries.

Tweede moeder is de donkere vos Tereda keur preferent KWPN (1977, V. Hoogheid Sgldt), die ook de moeder is van de hengst Zilverster KWPN (1981, V. Renovo KWPN, zie 1.3.).

Pronkjuweel voert, gerekend over acht generaties, 18,75 % Hackney-bloed. De hengst Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt) komt in de eerste acht generaties tien keer voor en de bijdrage van Oregon aan de bloedvoering van Pronkjuweel bedraagt 23,4 %.

Pronkjuweel is op de KWPN-hengstenkeuring 2000 in ’s-Hertogenbosch uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek. In de keuring om het kampioenschap van de driejarige tuigpaardhengsten tijdens de hengstenkeuring is Pronkjuweel tweede geworden.

In het verrichtingsonderzoek heeft Pronkjuweel voldoende bereidheid om te werken. Hij heeft een ruime, krachtige stap. Voor de showwagen zet hij de hals er goed op en komt hij goed terug in het front. Wel zou hij meer moeten rijzen. Hij heeft veel actie in het voorbeen en brengt het achterbeen voldoende tot goed onder en heeft veel buiging in het spronggewricht. Pronkjuweel heeft ruim voldoende tot veel zweefmoment en ruim voldoende tot veel aanleg als tuigpaard.

De verrichting van de hengst in het verrichtingsonderzoek zijn gewaardeerd met een 8,5 voor de actie van het voorbeen en zevens voor de houding en de looplust. Het zweefmoment, het gebruik van het achterbeen en het algemene beeld zijn gewaardeerd met een 7,5.
Aan de eindbeoordeling van het verrichtingsonderzoek 2000 is deelgenomen door zes tuigpaardhengsten. Pronkjuweel behaalde in puntentotaal de vierde plaats en is op grond van het onderzoekresultaat door het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.

Na het verrichtingsonderzoek is Pronkjuweel in de jaren 2001, 2002 en 2003 beschikbaar gesteld op het dekstation van Jan Schep, de HBC-stal in Boijl. Daar heeft hij in 2000 vijf merries gedekt. De vijf veulens die daaruit zijn voortgekomen zijn in 2001 in het kader van het afstammelingenonderzoek beoordeeld. De vijf vormden een uniforme, ruim voldoende ontwikkelde tuigtypische groep met veel uitstraling. De stap van de veulens is matig. De draf heeft veel ruimte met een goede actie van het voorbeen en een groot zweefmoment. De veulens hebben veel souplesse en een goede houding.

Omdat Pronkjuweel niet heeft voldaan aan de eis om tenminste tien veulens te laten beoordelen voor het afstammelingenonderzoek moesten in 2002 nog een aantal veulens worden beoordeeld.

Volgens eigenaar Schep is dat aanvullende onderzoek goed verlopen en is Pronkjuweel gehandhaafd voor de fokkerij, maar het KWPN heeft over dat aanvullende onderzoek niet gepubliceerd.

Volgens Schep waren de fokkers door het ontbreken van sportprestaties van Pronkjuweel, dat vooral te wijten was aan een moeilijk karakter van de hengst, huiverig om de hengst voor de fokkerij te gebruiken. Mede daarom is Pronkjuweel eind 2013 verkocht naar Hongarije.

Het KWPN heeft 22 hengstveulens en 23 merrieveulens van Pronkjuweel geregistreerd. Van de merrieveulens zijn er zes uitgegroeid tot fokmerries die in het stamboek zijn opgenomen. Onder die zes bevinden zich één stermerrie en één keurmerrie.

Uit het genetisch profiel blijkt dat veel van de nakomelingen van Pronkjuweel een steil achterbeen hebben.

Van de nakomelingen is Wessel vb KWPN, hengst, 2003, MV. Cambridge Cole NHS van J. Borkent uit Hengelo (Ov.) in 2008 kampioen van de aangespannen vijfjarige tuigpaarden geworden. Wessel heeft 192 winstpunten behaald.

In het databestand van de Duitse Hippische Sportbond zijn drie nakomelingen van Pronkjuweel opgenomen. Samen hebben die € 136 gewonnen.

In de Franse database staan twee nakomelingen van Pronkjuweel. De ruin Uwald vb KWPN, 2001, MV. Graaf Wouter KWPN, fokker N. de Bruyne, is in 2008 en 2009 door Michael Sellier (FRA) uitgebracht in menwedstrijden voor eenspannen. De combinatie won vijf wedstrijden en heeft een winsom van € 1.901.

 

 


14.2.  Sire  99.07930 Stb KWPN

 

Sire KWPN (V. Jonker KWPN) is een vos tuigpaardhengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is geboren op 17 juni 1999 en is gefokt door de in december 2013 overleden Jan Veldhuizen uit Scherpenzeel (Gld).
Sire is volgens het KWPN een goed ontwikkelde tuigtypische hengst, die de hals er meer zou moeten hebben opstaan en meer lengte zou moeten hebben. De rug is qua vorm en bespiering goed en de lendenen zijn iets strak. Het fundament heeft veel kwaliteit.

De moeder van Sire is de vos merrie Ereda II keur preferent prestatie sport KWPN (1986, V. Waarborg KWPN). Zij is een goed ontwikkelde, zeer tuigtypische merrie met een stokmaat van 167 cm. Haar stap is ruim en krachtig maar iets toontredend en de draf heeft veel actie, ruimte en zweefmoment. Ze heeft veel houding en maakt een krachtig gebruik van de achterhand.

Ereda II is ingeteeld op haar grootmoeder Ereda, die moeder is van zowel de vader als van de moeder van Ereda II.

Als fokmerrie heeft ze achttien veulens gebracht, waaronder de concourstuigpaarden Lijfwacht vb KWPN (1993, V. Donau KWPN), die 119 winstpunten heeft behaald, en Orede vb KWPN (1996, V. Waterman KWPN), die onder de naam Optimaal met de rijder Freek Saris uit Wesepe 486 winstpunten heeft behaald.

Een in 1998 geboren naamloze, volle broer van Sire is in 2001 uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.
Ereda II was in 1995 reserve kampioen eenspan fokmerries.

Tweede moeder is de donkerbruine keur preferente merrie Sereda KWPN (1976, V. Iregon KWPN).

Sereda’s moeder is de keur preferente prestatiemerrie Ereda Sgldt (1963, V. Sirius Sgldt) van wijlen Wijnand Meerveld. Ereda is ook de moeder van de goedgekeurde tuigpaardhengsten Reçu KWPN (1975, V. Hoogheid Sgldt) en zijn broer Waarborg KWPN (1980) en was drie keer reservekampioen eenspan fokmerries op de UTV.

Gerekend over acht generaties voert Sire 12,5 % Hackney-bloed. In de eerste acht generaties van de pedigree van Sire komt de hengst Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt) negen keer voor. Oregon is verantwoordelijk voor 18 % van de bloedopbouw van Sire.

Sire is in 2002 door zijn fokker voorgebracht op de KWPN-hengstenkeuring in
’s-Hertogenbosch, maar is toen niet uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek. Ruim een maand later is Sire voor de concourswagen gepresenteerd op de herkansing in Ermelo en daarbij is hij wel uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.

In dat verrichtingsonderzoek toont Sire zeer veel bereidheid om te werken. Hij heeft een actieve stap die voldoende ruim is. Voor de showwagen heeft hij voldoende tot ruim voldoende houding. Hij zou de hals er meer op moeten zetten en blijft te hoog in de croupe. Sire heeft veel actie in het voorbeen en zet dat zeer ruim weg. Het gebruik van het achterbeen is goed, met zeer veel buiging en afdruk. Als tuigpaard heeft Sire ruim voldoende tot veel aanleg.

Zijn prestaties tijdens het onderzoek zijn gewaardeerd met een 8,5 voor de looplust, achten voor het zweefmoment, de actie van het voorbeen en het gebruik van het achterbeen, een zeven voor de houding en een 7,5 voor het algehele beeld.

Aan het verrichtingsonderzoek 2002 is door acht tuigpaardhengsten deelgenomen, waarvan er zes het gehele onderzoek hebben afgemaakt.

Sire heeft van hen in puntenaantal de vijfde plaats behaald. Het hoogste puntenaantal is behaald door Saffraan KWPN (1999, V. Fabricius KWPN).

Na afloop van het verrichtingsonderzoek is Sire goedgekeurd voor de fokkerij en voor de fokkerij beschikbaar gesteld op het station van de gebroeders Van Manen in Ede.

Daar heeft Sire in 2003 87 merries gedekt.
Het KWPN heeft 17 van de daaruit geboren veulens uitgenodigd voor het afstammelingenonderzoek. De eigenaar heeft daar vier andere veulens van Sire aan toegevoegd.

Bij de beoordeling van de veulens in 2004 blijkt er sprake te zijn van een uniforme collectie, voldoende ontwikkelde en voldoende tuigtypische veulens, die moderner gelijnd zouden moeten zijn. De veulens zouden in draf meer terug moeten komen in het front en meer moeten rijzen. De actie van het voorbeen is doorgaans vlak en het achterbeengebruik zou meer moeten overtuigen. De buiging van het achterbeen is voldoende maar het dragend vermogen wordt gemist.

Naar aanleiding van het beeld opgedaan bij het afstammelingenonderzoek heeft het KWPN Sire op wacht gezet.

Sire is daarna gecastreerd en uitgebracht als concourspaard, maar dat is niet erg succesvol geweest.

Het KWPN heeft van Sire 47 hengstveulens en 64 merrieveulens geregistreerd. Vijftien dochters van Sire zijn als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waarvan er zes het sterpredicaat hebben behaald.

Uit het genetisch profiel van Sire blijkt dat veel nakomelingen van hem een rechte kruisligging hebben.

Van zijn nakomelingen heeft Anton vb KWPN, 2005, MV. Proloog KWPN van Nico Kemp uit Heerde successen geboekt als concourstuigpaard. Anton heeft 191 winstpunten behaald.

In de registers van de Duitse Hippische Sportbond staan twee nakomelingen van Sire geregistreerd en in de Franse database zijn drie nakomelingen opgenomen. Opvallend daarbij is dat twee van hen zijn uitgebracht in springwedstrijden. Geen van de in het buitenland actieve nakomelingen heeft echter iets gewonnen.

 

 

14.3.  Stuurboord  99.03252 Stb KWPN

 

De vos Stuurboord KWPN (V. Jonker KWPN) is een tuigpaardhengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is geboren op 13 april 1999 en is gefokt door  H. Poppen uit Zwartsluis.
Stuurboord is volgens de KWPN-beschrijving een voldoende ontwikkelde, voldoende tuigtypische hengst. De hals komt diep uit de borst, is ruim voldoende van lengte en staat er voldoende op. De hoeven zijn smal en van matige kwaliteit.

De moeder van de hengst is de vos keurmerrie Kendini KWPN (1992, V. Factor KWPN). Zij is een voldoende ontwikkelde, zeer tuigtypische merrie met een stokmaat van 164 cm. Ze heeft een zeer goed ontwikkelde schoft. Haar schouder is goed van lengte maar zou schuiner moeten liggen. In draf heeft ze veel actie, ruimte en zweefmoment. Ze heeft een krachtig gebruik van de achterhand en heeft zeer veel houding. In de jaren 1994, 1995 en 1996 was Kendini kampioen van de centrale keuring in Overijssel en ze was in 1994 en 1995 nationaal kampioen van de tweejarige- respectievelijk driejarige tuigpaardmerries. In de sport heeft ze 56 winstpunten behaald. Als fokmerrie bracht ze behalve Stuurboord nog tien andere veulens, waaronder de hengst Uniqua vb KWPN (2001, V. Opgenoort KWPN), die is uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.

Tweede moeder is de vos Zendrini keur preferent KWPN (1981, V. Proloog KWPN), die een succesvol concourspaard was en in 1985 tot sportmerrie van het jaar werd uitgeroepen. Als fokmerrie bracht ze twaalf veulens waaronder vier keurmerries, twee stermerries en een ster hengst.

Gerekend over acht generaties voert Stuurboord 18,75 % Hackney-bloed. In de eerste acht generaties van de pedigree van Stuurboord komt de hengst Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt) twaalf keer voor. Oregon bepaalt voor 17,2 % de bloedvoering van Stuurboord.

Stuurboord is door Poppen gepresenteerd op de KWPN-hengstenkeuring 2002 in

’s-Hertogenbosch en is daar uitgenodigd voor deelname aan het verrichtings-onderzoek.

Bij het verrichtingsonderzoek in Ermelo laat Stuurboord een actieve stap met voldoende ruimte zien. Voor de showwagen heeft hij veel houding, zet hij de hals er goed op en komt hij goed terug in het front. Stuurboord heeft ruim voldoende actie in het voorbeen en zet dat been ruim weg. Hij brengt het achterbeen goed onder en heeft ruim voldoende buiging en afdruk. Stuurboord heeft veel zweefmoment en ruim voldoende aanleg als tuigpaard.

De prestaties tijdens het verrichtingsonderzoek zijn gewaardeerd met een 8,5 voor de actie van het voorbeen en achten voor de overige te waarderen onderdelen.
Aan het verrichtingsonderzoek 2002 is door acht tuigpaardhengsten deelgenomen, waarvan er zes het gehele onderzoek hebben afgemaakt.

Stuurboord heeft van hen in puntenaantal de derde plaats behaald. Het hoogste puntenaantal is behaald door Saffraan KWPN (1999, V. Fabricius KWPN).

Na afloop van het verrichtingsonderzoek is Stuurboord door het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.

In 2002 is de hengst beschikbaar geweest voor de fokkerij op het dekstation van Albert Hendriks in Uffelte. In 2003, 2004 en 2005 heeft Stuurboord op het dekstation van Bep van de Brake in Doornspijk gestaan.
In 2003 heeft Stuurboord 41 merries gedekt. Het KWPN heeft tien van de daaruit geboren veulens uitgenodigd voor het afstammelingenonderzoek en eigenaar Poppen heeft daar nog vier andere veulens aan toegevoegd.

Volgens het KWPN vormden de beoordeelde nakomelingen een uniforme collectie voldoende ontwikkelde, tuigtypische veulens, die met front en oprichting draven, De draf heeft voldoende ruimte en zweefmoment, maar de actie van het voorbeen is nogal eens vlak. Het achterbeen wordt met voldoende kracht goed ondergebracht.

Op basis van het resultaat van het afstammelingenonderzoek is Stuurboord gehandhaafd voor de fokkerij.

In januari 2008 heeft het KWPN de fokprestaties van Stuurboord geëvalueerd op basis van beoordelingen en rapportages van zijn driejarige nakomelingen, maar omdat er minder dan tien driejarige nakomelingen op keuringen zijn geweest wordt de hengst een jaar uitstel verleend.

Een jaar later is de uitgevoerde evaluatie van de fokkerijprestaties van Stuurboord afgerond en heeft het KWPN-besloten de hengst te handhaven voor de fokkerij.

Volgens de KWPN-reglementen moeten de fokkerijprestaties van Stuurboord in 2010 of 2011, toen de oudste nakomelingen van de hengst zeven jaar oud waren. opnieuw zijn geëvalueerd. In de KWPN-hengstendatabase wordt over die evaluatie niet gerapporteerd, maar omdat Stuurboord ook in de jaren daarna beschikbaar is voor de fokkerij, kan ervan worden uitgegaan dat die evaluatie voor de hengst een goed resultaat heeft gehad en hij definitief is goedgekeurd.

In november 2005 heeft Poppen Stuurboord verkocht aan Martin de Groot uit Giessenburg. Die heeft de hengst vanaf 2006 voor de fokkerij beschikbaar gesteld op zijn dekstation Landzicht in Giessenburg, terwijl Stuurboord in 2006 af en toe ook beschikbaar was bij Marcel Ritsma in Kornhorn.
Stuurboord is tot en met 2015 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Het KWPN heeft van Stuurboord 112 hengstveulens en 103 merrieveulens geregistreerd.

Van de zonen is de hengst Zuidwester vb KWPN, 2004, MV. Fabricius KWPN, uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek. Op de KWPN-hengstenkeuring 2007 is hij tot reserve-kampioen van de driejarige tuigpaardhengsten uitgeroepen, maar bij aanlevering voor het verrichtingsonderzoek kon hij tot twee keer toe niet voldoen aan de veterinaire eisen. Later heeft Zuidwester bescheiden successen geboekt in de tuigpaardensport.

Van de dochters zijn er 32 als fokmerrie opgenomen in het stamboek. Zeventien van hen zijn stermerrie geworden en drie dochters zijn keurmerrie.

In 2020 heeft Stuurboord een sportindex van 149 met een betrouwbaarheid van 74 %.

Naast zijn fokkerij-activiteiten is Stuurboord jarenlang met succes uitgebracht in tuigpaardenwedstrijden.
In 2004 heeft hij de KNHS/KWPN hengstencompetitie gewonnen. In 2006 is hij tweede geworden in het nationaal kampioenschap aangespannen dekhengsten. In 2007 werd hij Nederlands kampioen tuigpaarden onder het zadel en in 2008 was hij tweede in zowel de strijd om de Oregon Trofee op de KWPN-hengstenkeuring als in de strijd om de Manno Trofee op de Nationale Tuigpaardendag. Zijn grootste succes behaalde hij dat jaar door nationaal kampioen van de aangespannen dekhengsten te worden.

In 2009 is hij opnieuw tweede geworden in de wedstrijd om de Manno Trofee en is hij tweede geworden in het nationaal kampioenschap ereklasse. Tenslotte heeft Stuurboord in 2010 de Oregon Trofee gewonnen.

De hengst is steeds gereden door Mark de Groot en heeft 247 winstpunten behaald.

Enkele van zijn nakomelingen zijn succesvol geweest in de sport, zoals:

Berino HBC vb KWPN,
hengst, 2006, MV. Renovo KWPN, fokker HBC-stal in Boijl, eigenaar M.C. de Groot, Giessenburg, heeft 183 winstpunten behaald en

Dijkgraaf vb KWPN,
hengst 2008, MV. Manno KWPN, fokker H. Meijerink uit Oosterhesselen, eigenaar E. Raeven uit Noorbeek, heeft 113 winstpunten behaald.

Zowel in Duitsland als in Frankrijk hebben nakomelingen van Stuurboord enkele geldprijzen gewonnen in dressuur- en/of springwedstrijden klassen B of L.

 

14.4.  Torino 00.01199 Stb KWPN

Torino KWPN (V. Jonker KWPN) is een bruine tuigpaardhengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is geboren op 26 maart 2000 en is gefokt door M.J.A. Buitink uit Klarenbeek.
Torino is een goed ontwikkelde, zeer tuigtypische hengst. De hals is zeer goed van lengte en vorm. Torino heeft een wat lang achterbeen.

De moeder van de hengst is de vos keurmerrie Lianne KWPN (1993, V. Ganges KWPN). Ze heeft acht veulens gebracht, waaronder ook de voor deelname aan het verrichtingsonderzoek uitgenodigd hengst Urenko vb KWPN (2001, V. Lorton KWPN).

Lianne is volgens het KWPN-moederrapport een aansprekende, goed ontwikkelde tuigtypische merrie met een stokmaat van 166 cm. Haar stap is correct, ruim en voldoende krachtig. De draf heeft voldoende ruimte, zweefmoment  en kracht. In het voorbeen mist de merrie wat knie-actie. Lianne heeft veel houding.

Tweede moeder is de vos Farina KWPN (1987, V. Ureterp KWPN). Zij is maar kort als fokmerrie gebruikt en heeft drie veulens gebracht.

Torino is via vader Jonker KWPN en grootvader Ganges KWPN ingeteeld op Renovo KWPN. Hij voert 37,5 % Renovo-bloed en daarmee ook 18,75 % Hackney-bloed.

In de eerste acht generaties van zijn pedigree komt de hengst Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier KWPN) zestien keer voor. Oregon heeft een inbreng van 20,3 % in de bloedopbouw van Torino.

Torino is gekocht door de HBC-stal in Boijl en in 2003 op de KWPN-hengstenkeuring uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek. Tijdens die keuring is hij tot reservekampioen van de driejarige tuigpaardhengsten uitgeroepen.
Tijdens het verrichtingsonderzoek blijkt Torino snel gespannen te zijn, hetgeen zich uit in zijn orenspel. Gedurende het onderzoek heeft zich dat verbeterd. De stap van de hengst is voldoende ruim maar niet erg krachtig. Voor de showwagen heeft Torino veel houding, hij rijst goed in de voorhand, zet de hals er goed op en komt terug in het front. Hij heeft veel tot zeer veel actie in het voorbeen en zet het voorbeen zeer ruim weg. Hij brengt het achterbeen goed onder, maar zou meer buiging in het spronggewricht moeten hebben. Hij heeft ruim voldoende tot veel zweefmoment en ook ruim voldoende tot veel aanleg als tuigpaard.

De verrichtingen van Torino zijn gewaardeerd met een 8,5 voor de actie van het voorbeen en voor zijn looplust. Een acht is toegekend voor de houding, terwijl voor het zweefmoment en het algehele beeld als tuigpaard een 7,5 is gegeven. Voor het gebruik van de achterhand heeft Torino een zeven gekregen.
Aan de eindbeoordeling van het verrichtingsonderzoek in 2003 is door vier hengsten deelgenomen, waarvan er drie in het stamboek zijn opgenomen. Op basis van het gerealiseerde puntentotaal bereikte Torino de derde plaats. Verrichtingskampioen 2003 is de hengst Talos KWPN (2000, V. Manno KWPN) geworden.

Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Torino goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.

Daarna is Torino voor de fokkerij beschikbaar gesteld op het dekstation van zijn eigenaar in Boijl, waar hij in 1973 34 merries heeft gedekt.

Van de daaruit geboren veulens heeft het KWPN er tien uitgenodigd voor het afstammelingenonderzoek en de eigenaar heeft daar nog twee andere veulens van Torino aan toegevoegd.
De beoordeelde nakomelingen vormden een uniforme collectie, voldoende ontwikkelde, tuigtypische veulens, die over ras en uitstraling beschikken.

De veulens draven met veel balans en tonen houding en oprichting. De actie van het voorbeen is wisselend van iets vlak tot veel actie. Het achterbeengebruik is wisselend van matig tot voldoende maar het been zou doorgaans krachtiger en verder ondergebracht moeten worden.

Op basis van het resultaat van de veulenbeoordeling heeft het KWPN besloten Torino te handhaven als goedgekeurde hengst.

In januari 2008 zou op basis van de opgemaakte keuringsrapporten van de driejarige nakomelingen een evaluatie worden uitgevoerd van de fokkerijprestaties van Torino, maar omdat er tot en met 2007 minder dan tien driejarige nakomelingen, waren beoordeeld, is die evaluatie een jaar uitgesteld.

Eind 2008 is Torino verkocht aan Mieke van Tergouw van Riant Stables in Beekbergen om ingezet te worden in de mensport.

In hoeverre het KWPN de uitgestelde evaluatie van de fokkerijprestaties van Torino  heeft uitgevoerd is niet bekend omdat daarover niet is gepubliceerd.
Van Torino is in de jaren 2009 – 2014 bij de HBC-stal diepvriessperma beschikbaar voor de fokkerij.

 

Eind 2014 heeft het KWPN 89 hengstveulens en 78 merrieveulens geregistreerd. Van de zonen is de hengst Cadans M vb KWPN (2007, MV. Heineke KWPN, fokker J.H. Mittendorff en eigenaar HBC-stal) uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek, maar hij heeft daar niet aan deelgenomen.

Van de dochters zijn er 31 als fokmerrie opgenomen in het stamboek. Van hen hebben er 16 het sterpredicaat behaald, vier zijn keurmerrie geworden en drie zijn elitemerrie geworden.

Uit het genetisch profiel blijkt dat tamelijk veel nakomelingen van Torino een zware halsbespieringen een lang kruis hebben.

Torino heeft in 2004 en 2005 deelgenomen aan de KNHS/KWPN hengstencompetitie en in beide jaren is hij in die competitie tweede geworden.

Torino heeft in tuigpaardwedstrijden 30 winstpunten behaald.

Vanaf 2012 maakt Torino deel uit van het vierspan waarmee de Hongaar József Dobrovitz deelneemt aan internationale vierspanwedstrijden. Dobrovitz won met zijn span in 2014 de World Cup wedstrijd in Vecsés (HUN). Voorts werd hij in 2014 vierde in Aachen (GER) en zevende bij het wereldkampioenschap in Caen (FRA), terwijl hij daar met het Hongaarse team de bronzen medaille heeft behaald. Ook bij de Europese kampioenschappen 2015 in Aachen (GER) maakte het vierspan van Dobrovitz deel uit van het Hongaarse team dat de derde plaats in de landenwedstrijd behaalde. In 2016 heeft Dobrovitz met zijn vierspan een menwedstrijd in Kladruby nad Labem gewonnen. In 2018 zijn overwinningen behaald in de World Cupmenwedstrijden in Mezohegyes en Lähden. In 2019 heeft Torino deel uitgemaakt van het vierspan van Jozsef Vida (HUN) en zijn een tweede en een eerste plaats behaald in wedstrijden** in Mezohegyes en Mélykú. Ook József Dobrovitz jr. is in 2019 drie keer gestart met een vierspan waarvan Torino deel uitmaakte. Eind augustus en in september 2019 heeft József Dobrovitz sr. de leidsels weer opgepakt en zijn een wedstrijd *** in Pisecne nad Dyji en een World Cup wedstrijd in Izsák gewonnen. In 2021 is Jozsef Vida met Torino in vierspanwedstrijden in Vecsés en een World Cup wedstrijd in Bugac gestart, waarbij in Vecsés de tweede plaats is behaald.

De vierspannen waar Torino deel van heeft uitgemaakt hebben een winsom van €  22.640.

Van de nakomelingen van Torino heeft de keurmerrie Enziedancy FM KWPN, 2009. MV. Marvel, eigenaar Stal Haak in Ter Apel 147 plaatsingspunten behaald en heeft
de keurmerrie Cendrini V. KWPN, 2007, MV. Gelviro KWPN, fokker/eigenaar André van de Vegt uit Nijeveen 144  plaatsingspunten behaald.

 

 

15.  Kolonel 92.07217 Stb KWPN

 

De vos Kolonel KWPN (V. Renovo KWPN) is een tuigpaardhengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is geboren op 9 mei 1992 en is gefokt door Reinder Tel uit Leek.

Kolonel is een tuigtypische hengst met ras en kwaliteit. Hij heeft een beste schoft- en schouderpartij en is correct in de onderdanen, maar zou langer gelijnd mogen zijn.

De moeder van de hengst is de bruine keur preferente prestatie merrie Cituna KWPN (1984, V. Unitas KWPN). Zij is volgens een KWPN-rapportage een matig ontwikkelde, voldoende tuigtypische merrie. Ze heeft een korte nek en een arm bespierde hals, die wel voldoende lengte heeft. De schoft is goed ontwikkeld, maar de schouderligging is recht. De rug en lendenen zijn nogal strak en de croupe is kort en tamelijk recht. Het voorbeen is goed gesteld maar zou langer mogen zijn en het achterbeen is enigszins recht. Het beenwerk is goed van kwaliteit maar zou royaler mogen zijn. De krachtige stap heeft voldoende ruimte en de draf is tuigtypisch met voldoende ruimte en veel kracht.

Gezien deze exterieurbeschrijving is het bijzonder dat de merrie het sterpredicaat heeft ontvangen.

Als fokmerrie heeft Cituna in de jaren 1988 – 2007 zeventien veulens gebracht. Behalve Kolonel bracht ze ook de concourstuigpaarden Jonkheer vb KWPN (1991, V. Renovo KWPN) van Wout Bergen, die 101 winstpunten behaalde en de ruin (Besterly) Oberon vb KWPN (1996, V. Renovo KWPN) van Leendert  Veerman uit Wittelte, die 369 punten behaalde. Oberon is, samen met Kelt vb KWPN (1992, V. Renovo KWPN) in 2006 met rijder Leendert Veerman nationaal kampioen tandem geworden.

Tweede moeder is de Hackney merrie Suddie Citation NHS (1975, V. Suddy Sirius HSB).

Gerekend over acht generaties voert Kolonel 50 % Hackney-bloed. In de eerste acht generaties van de pedigree van Kolonel komt de invloedrijke tuigpaardhengst Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt) maar twee keer voor. Kolonel voert daardoor slechts 9,3 % Oregon-bloed.

Kolonel is in 1995 door zijn fokker Tel gepresenteerd op de hengstenkeuring van het KWPN in ’s-Hertogenbosch. Daar is de hengst uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek en is hij tweede geworden in de wedstrijd voor driejarige tuigpaardhengsten met de beste draf.

In het verrichtingsonderzoek toont Kolonel zeer veel werklust. Wel is hij snel gespannen. De stap is krachtig maar zou ruimer mogen zijn. De draf is krachtig, ruim en heeft veel souplesse. Voor de showwagen brengt Kolonel het achterbeen goed onder. Hij heeft een zeer goede houding, zet de hals er goed op en maakt zich deftig. Als tuigpaard heeft hij zeer veel aanleg.

Zijn prestaties tijdens het onderzoek zijn gewaardeerd met een 7,5 voor de stap, een acht voor het karakter en verder negens voor alle andere te beoordelen onderdelen.
Aan het einde van het verrichtingsonderzoek voor tuigpaardhengsten 1995 hebben zeven hengsten deelgenomen aan de eindbeoordeling en heeft het KWPN een vierjarige hengst  en vier driejarige hengsten, waaronder Kolonel, in het stamboek ingeschreven. De vierjarige Jonker KWPN (1991, V. Renovo KWPN, zie hfdst. 14.) had de hoogste beoordeling en Kolonel was op basis van de gegeven punten de nummer twee.

Fokker/eigenaar Tel heeft Kolonel na het verrichtingsonderzoek op zijn eigen bedrijf in Leek beschikbaar gesteld voor de fokkerij. In 1995 heeft de hengst daarop 48 merries gedekt. Van de daar uit geboren veulens heeft het KWPN er tien uitgenodigd voor het in 1996 uitgevoerde afstammelingenonderzoek. Naast de door het KWPN uitgenodigd veulens heeft de eigenaar daar nog vijf veulens aan toegevoegd.
De veulens bleken net voldoende ontwikkeld te zijn. Ze vertonen ras en uitstraling en hebben hardheid in de benen, maar zouden langer gelijnd mogen zijn. De stap is goed van ruimte, maar wat stug in het achterbeen. In draf zetten de veulens de hals er goed op en laten een goed voorbeengebruik zien. Ze tonen voldoende buiging in het achterbeen, maar dat wordt wat traag ondergebracht.
Op basis van het afstammelingenonderzoek wordt Kolonel door het KWPN gehandhaafd voor de fokkerij.

Kolonel is in de jaren 1996, 1997 en 1999 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het dekstation van Tel in Leek en in 1998 bij Brouwer in het vlak bij Leek gelegen Marum.

In oktober 1999 heeft Tel besloten de hengst te laten castreren en heeft hij Kolonel als sportpaard verkocht naar Duitsland.

In januari 2000 heeft het KWPN een evaluatie van de fokkerij van Kolonel uitgevoerd op basis van keuringsrapportages van zijn driejarige nakomelingen, maar omdat er minder dan tien driejarige kinderen van Kolonel waren beoordeeld is een jaar uitstel verleend.

In januari 2001 is dan op basis van de gemaakte evaluatie besloten om Kolonel te handhaven voor de fokkerij.

Het KWPN heeft van Kolonel 64 hengstveulens en 60 merrieveulens geregistreerd.
Van de zonen is Patijn KWPN (1997) goedgekeurd voor de fokkerij en van de dochters zijn er 33 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek. Van hen hebben 17 het sterpredicaat behaald en vier zijn keurmerrie geworden. Drie dochters van Kolonel hebben op basis van hun fokprestaties het preferentschap behaald en één dochter is prestatiemerrie geworden.

Uit het genetisch profiel blijkt dat veel nakomelingen van Kolonel een strak verloop van de rug vertonen.

Kolonel is door Lammert Vinke diverse keren in tuigpaardwedstrijden uitgebracht en heeft 122 winstpunten behaald.

Van zijn nakomelingen heeft de vos ruin Pablo vb KWPN (1997, MV. Droomwals KWPN) van G. Wessels uit Vroomshoop en later van D. Winters uit Stegerden 237 winstpunten behaald.

In het Franse databestand van IFCE is Kolonel met zijn zoon Patijn en drie dochters  opgenomen..

 

 


15.1. Patijn 97.04374 Stb KWPN

 

Patijn KWPN (V. Kolonel KWPN) is een bruine tuigpaardhengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is geboren op 7 mei 1997 en is gefokt door Henk van Til uit Haulerwijk. Bij de geboorte heeft de hengst van zijn fokker de naam Pulonist gekregen en pas op driejarige leeftijd heeft het KWPN de naam Patijn aan de hengst toegewezen.

Patijn is een niet te grote hengst met veel ras en hardheid. Hij draaft met zeer veel tact en souplesse en met voldoende houding.

De moeder van Patijn is de vosmerrie Julony ster preferent KWPN (1991, V. Renovo KWPN). Zij is volgens de KWPN-rapportage een goed ontwikkelde, tuigtypische

merrie met een goede ribdiepte en een stokmaat van 165 cm. De merrie heeft een sterke rug- en lendenenpartij en de croupe is goed gespierd en goed van vorm en ligging. De stap is voldoende ruim en actief. De draf is achter sterk, maar wel koehakkig. De merrie maakt front, maar zou vóór wat meer ruimte moeten hebben.

Tweede moeder is de keur preferente vos Velony KWPN (1979, V. Indiaan KWPN). Velony’s moeder is Lony ster preferent KWPN (1970, V. Hoogheid Sgldt), die ook de grootmoeder is van de goedgekeurde hengst Ganges KWPN (1988, V. Renovo KWPN, zie hfdst. 8.).

Patijn is in 2000 goedgekeurd door het KWPN en is tot en met 2014 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Op 25 januari 2015 is Patijn aan de complicaties van een koliekoperatie overleden.

Voor uitgebreide informatie over Patijn en zijn nakomelingen wordt verwezen naar de pagina Patijn KWPN op deze website www.stempelhengsten.eu.

 

 

16.  Milano 94.13696 Stb KWPN

 

De vos Milano KWPN (V. Renovo KWPN) is een tuigpaardhengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is geboren op 23 juli 1994 en is gefokt door D.J. Boeve uit Hattem. De hengst heeft bij zijn geboorte de naam Meinhard gekregen. Tijdens zijn deelname aan het verrichtingsonderzoek in 1998 heeft het KWPN de naam Milano aan de hengst toegewezen.
Milano is een goed ontwikkelde tuigtypische hengst met een mooie voorhand. Hij is wat stug in de rug.

De moeder van Milano is de ster preferente vos merrie Donnie KWPN ( 1985, V. Waterman KWPN). Zij is een goed ontwikkelde merrie met een stokmaat van 163 cm. Over het exterieur van Donnie zijn diverse opmerkingen te maken. Zo heeft ze een mooi hoofd en een wat korte nek. De schouderligging is steil, het voorbeen is hol en de bovenarm is kort.

De merrie heeft een correcte stap met ruimte en souplesse. De draf is tuigtypisch waarbij de merrie front maakt en het goede voorbeengebruik opvalt.

Als fokmerrie heeft ze vijf veulens gebracht.

Tweede moeder is de vos Lonnie keur preferent KWPN (1970, V. Hugo KWPN), die als fokmerrie de concourstuigpaarden Arrogant vb KWPN (1982, V. Tourist KWPN) en Balans W vb KWPN (1983, V. Unicum KWPN) bracht.

De moeder van Lonnie is de kroon preferente prestatiemerrie Gonnie, die de moeder is van de goedgekeurde rijpaardhengsten Vanitas KWPN (1979, V. Pretendent KWPN) en Cabochon KWPN (1984, V. Vincent KWPN).

Gerekend over acht generaties voert Milano 34,4 % Hackney-bloed. Daarvan wordt 25 % ingebracht door Renovo en de rest door grootvader Waterman KWPN (1980, V. Noran KWPN).

In de eerste acht generaties van de pedigree van Milano komen diverse klassieke stempelhengsten voor. De hengst Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt) komt vijf keer voor en heeft een aandeel van 13,2 % in de bloedopbouw van Milano. De hengst L’Invasion SF (1944, V. Pré Sale SF) komt zeven keer voor met een aandeel van 7,8% en Graaf van Wittenstein Sgldt (1942, V. Domburg GPS) komt vijf keer voor met een aandeel van 3,9 %.

Milano is in 1997 door R. en R.P. van der Put uit Hulshorst gepresenteerd op de KWPN-hengstenkeuring, waar de hengst niet verder kwam dan de tweede bezichtiging. Daarna is hij beleerd en heeft hij in de nieuwelingenklasse tijdens de UTV in Utrecht de tweede plaats behaald.

In 1998 is hij door Jan Schep uit Bergambacht opnieuw op de hengstenkeuring gepresenteerd en is hij uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek in Ermelo.

In het verrichtingsonderzoek toont Milano veel bereidheid om te werken. Zijn stap is kort. Voor de showwagen toont hij veel houding en rijst hij in de voorhand. De actie van het voorbeen is hoog en de draf is ruim. Het gebruik van de achterhand is ruim voldoende krachtig maar het zweefmoment van de draf zou groter mogen zijn. Milano heeft veel aanleg als tuigpaard.

De verrichtingen van Milano zijn gewaardeerd met een 8,5 voor de houding, voor de actie van het voorbeen, voor de looplust en voor het algehele beeld als tuigpaard.
Voor het zweefmoment heeft de jury een 7,5 gegeven en voor het gebruik van het achterbeen een zeven.

Na afloop van het verrichtingsonderzoek heeft het KWPN Milano goedgekeurd voor de fokkerij en opgenomen in het stamboek.

Aan de eindbeoordeling van het verrichtingsonderzoek voor tuigpaardhengsten in 1998 is deelgenomen door de hengsten Milano, Nando KWPN (1995, V. Fortissimo KWPN) en Nickson KWPN (1995, V. Fortissimo KWPN). Van deze drie hengsten heeft Milano de hoogte punten behaald. Naast Milano is ook Nando goedgekeurd voor de fokkerij. Nickson is als tuigpaard afgewezen, maar heeft in het najaar van 1998 een verrichtingsonderzoek als Gelders paard afgelegd en is daarna goedgekeurd als Gelderse hengst.

In 1997 en 1998 is Milano voor de fokkerij beschikbaar geweest op het station van Lau van Vliet in IJsselsteyn en in 1999 bij de gebroeders Van Manen in Ede.

In maart 2000 is Milano ten gevolge van complicaties na een verschuiving van enkele lendenwervels op zesjarige leeftijd overleden.

Het KWPN heeft 28 hengstveulens en 34 merrieveulens van Milano geregistreerd. Twintig dochters zijn als fokmerrie opgenomen in het stamboek. Onder hen zijn tien stermerries, één keurmerrie en één elitemerrie. Eén dochter is op grond van haar fokprestaties preferent geworden.

Zijn dochter Top Secret ster KWPN, 2000, MV Cambridge Cole NHS, is de moeder van de goedgekeurde hengst Emilano KWPN (2009, V. Manno KWPN).

In 2020 heeft Milano een sportindex van 152 met een betrouwbaarheid van 70%. Ut het genetisch profiel dat het KWPN heeft gepubliceerd, blijkt dat de nakomelingen van Milano over het algemeen kwalitatief hard beenwerk hebben.

Milano is met succes in tuigpaardwedstrijden uitgebracht en heeft in zijn korte leven 125 winstpunten behaald.

Van de 64 geregistreerde nakomelingen hebben er zes meer dan 100 winstpunten in tuigpaardwedstrijden behaald. Dat zijn:

Tirano vb KWPN,
hengst, 2000, MV. Wouter KWPN, fokker/eigenaar A.G. Brouwer, Enschede, heeft met rijder Freek Saris 313 winstpunten behaald;

Thomas (sportnaam Like to Win) vb KWPN,
hengst, MV. Fabricius KWPN, fokker A. den Boer, Molenaarsgraaf, eigenaar/rijder L. Huckriede en later Stal Haak uit Ter Apel, heeft 244 winstpunten behaald;

Tobias vb KWPN,
ruin, 2000, MV. Koblenz KWPN, eigenaar J.M. Schep, Bergambacht en later F. Helmus uit Oldekerk, heeft 309 winstpunten behaald; 

Toby ster vb KWPN,
hengst, 2000, MV. Joviaal KWPN, eigenaar/rijder B. Dalman, Emmen en later J. Boonstra uit Wijnjewoude, heeft 198 winstpunten behaald;

Trudalya elite preferent sport KWPN,
merrie, 2000, MV. Wouter KWPN, eigenaar J.G. Lokhorst, Lelystad, heeft met rijders L. Huckriede en L. van Oene 183 winstpunten behaald;

Twinkidee keur KWPN,
merrie, 2000, MV. Proloog KWPN, fokker H. Roelofsen, Zandeweer, eigenaar/rijder Nico Calis, Opperdoes en later J.H. Mittendorff uit De Krim heeft 132 winstpunten behaald.

 

17.  Oase 96.06262 Stb KWPN

De vos tuigpaardhengst Oase KWPN (V. Renovo KWPN) heeft een stokmaat van 164 cm. Hij is geboren op 18 mei 1996 en is gefokt door Hermannus Boelens uit Bunne, dat in het noorden van de provincie Drenthe ligt.
Oase is een tuigtypische hengst die voldoende formaat en uitstraling heeft. De hengst zou iets meer bot moeten hebben en de hoeven zouden iets meer kwaliteit moeten hebben.

De moeder van Oase is de merrie Desiree keur preferent sport KWPN (1985, V. Waterman KWPN). Zij is volgens de KWPN-rapportage een goed ontwikkelde merrie die goed in het tuigtype staat. Ze heeft een sprekend hoofd met een mooi oog. De nek en hals hebben voldoende lengte en de schoft is goed ontwikkeld. De schouder is goed van ligging en lengte. De rug is week maar de lendenen zijn goed gespierd. De croupe mist wat lengte. Ook het voorbeen zou meer lengte mogen hebben. Het achterbeen is sabelbenig. De voeten zijn goed van vorm en hebben goede verzenen en het beenwerk is hard en droog. De stap is voldoende ruim en krachtig maar iets toontredend. De draf is voldoende tuigtypisch met een mooi front en een sterk achterbeengebruik. De draf mist wat ruimte en knie-actie.

Als fokmerrie bracht ze vier merrieveulens en elf hengstveulens, waaronder de concourstuigpaarden Toverfee ster sport KWPN (2000, V. Renovo KWPN) van A. de Jonge, die 131 winstpunten heeft behaald, en haar broer Udonis vb KWPN (2001), die onder de naam Unaniem 644 winstpunten heeft behaald. Unaniem was in 2010, 2011 en 2012 Nederlands kampioen ereklasse tuigpaarden. Voor een uitgebreide beschrijving van Unaniem wordt verwezen naar het hoofdstuk Succesvolle nakomelingen.

Desiree is uitgebracht in tuigpaardwedstrijden en heeft een winsom van € 12.515.

Tweede moeder is de donkerbruine merrie Torette keur preferent sport KWPN (1977, V. Hoogheid Sgldt). Zij bracht negen veulens waaronder de voor het verrichtings-onderzoek uitgenodigd hengst Foxtrot vb KWPN (1987, V. Allegro KWPN).
Torette is ook de grootmoeder van de hengst Majesteit KWPN (1994, V. Immigrant KWPN).

Oase voert 34,4 % Hackney-bloed. In de eerste acht generaties van zijn pedigree komt de klassieke stempelhengst Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt) zeven keer voor. Oregon levert een bijdrage van 19,5 % aan de bloedopbouw van Oase.

Oase is door zijn fokker voorgebracht op de KWPN-hengstenkeuring 1999 en daar afgewezen. Daarna heeft hij deelgenomen aan de herkansing, waar hij zich aangespannen beter liet zien dan aan de hand. Door zijn goede presentatie is hij uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek 1999.

In het verrichtingsonderzoek laat Oase zich goed rijden. De stap is voldoende ruim en actief. Voor de showwagen komt hij mooi terug in het front, maar heeft hij soms de neiging te diep te gaan. Hij heeft veel actie in het voorbeen maar zou het voorbeen ruimer moeten wegzetten. Het zweefmoment zou langer moeten zijn. De buiging van het achterbeen en het onderbrengen van het achterbeen zijn voldoende. Als tuigpaard heeft Oase veel aanleg.

De verrichtingen van Oase zijn gewaardeerd met een acht voor de houding, voor de actie van het voorbeen, voor de looplust en voor het algehele beeld als tuigpaard. Voor het zweefmoment en het gebruik van het achterbeen is een 7,5 gegeven.

Aan de eindbeoordeling van het verrichtingsonderzoek 1999 hebben drie tuigpaardhengsten deelgenomen. Van die drie hengsten heeft Opgenoort KWPN (1996, V. Jochem KWPN) de hoogste beoordeling gekregen. Oase heeft de op één na hoogste beoordeling gekregen.

Op basis van het resultaat van het verrichtingsonderzoek heeft het KWPN besloten Oase goed te keuren voor de fokkerij.
Na het verrichtingsonderzoek is de hengst voor de fokkerij beschikbaar gesteld op de dekstation van Hermannus Boelens in Bunne en van Drikus Vonk in Eck en Wiel.
In 2000 en 2001 is Oase beschikbaar geweest bij Boelens en bij Wim Cazemier in Nuis.

In 2000 heeft Oase 43 merries gedekt. Van de daaruit geboren veulens heeft het KWPN er in 2001 14 uitgenodigd voor het afstammelingenonderzoek. Het KWPN heeft gerapporteerd dat de beoordeelde nakomelingen een uniforme collectie matig tot voldoende ontwikkelde en ruim voldoende tuigtypische veulens vormden. De veulens hebben uitstraling. De schouderlengte is kort tot voldoende en de schouderligging is steil tot voldoende. het achterbeen is doorgaans sterk gebogen. Het fundament heeft kwaliteit maar zou forser moeten zijn. De stap van de veulens is vaak kort en stug en in draf blijft het voorbeen doorgaans vlak en het achterbeengebruik is matig krachtig. Het zweefmoment zou groter moeten zijn en de veulens zouden meer in de voorhand moeten rijzen.
Naar aanleiding van het afstammelingenonderzoek is Oase voor de fokkerij op wacht gezet.

In januari 2005 is de evaluatie van de driejarige nakomelingen van Oase een jaar uitgesteld omdat er minder dan tien driejarige nakomelingen op keuringen waren beoordeeld.
In 2006 is die evaluatie opnieuw uitgesteld omdat er minder dan tien drie- of vierjarige nakomelingen op keuringen waren beoordeeld.

Over eventuele latere evaluaties heeft het KWPN niet gerapporteerd.

Het KWPN heeft 24 hengstveulens en 30 merrieveulens van Oase geregistreerd. Twee dochters zijn als fokmerrie opgenomen in het stamboek en daarvan is er één stermerrie geworden.
In 2020 heeft Oase een sportindex van 119 met een betrouwbaarheid van 61 %.

Enkele nakomelingen van Oase zijn uitgebracht in tuigpaardenwedstrijden maar grote successen hebben ze niet behaald.

 

18.  Seinman 99.00443 Stb KWPN

De bruine tuigpaardhengst Seinman KWPN (V. Renovo KWPN) heeft een stokmaat van 167 cm. Hij is geboren op 4 maart 1999 en is gefokt door J.T. Seinen uit Punthorst, dat tussen Nieuwleusen en Staphorst in de provincie Overijssel ligt.
Seinman is volgens een KWPN-beschrijving een goed ontwikkelde, voldoende tuigtypische hengst. De hals is zeer goed van lengte, maar zou er meer op moeten staan. Het middenstuk van de hengst is iets lang.

De moeder van de hengst is de bruine keur preferente merrie Bimone KWPN (1983, V. Ureterp KWPN). Zij bracht vijftien veulens van de hengst Renovo KWPN (1975, V. Cambridge Cole NHS) en één van de hengst Pronkjuweel KWPN (1997, V. Jonker KWPN, zie hfdst. 14.1.).

Bimone is een goed ontwikkelde, tuigtypische merrie met een stokmaat van 165 cm. Haar nek zou langer moeten zijn, de hals is goed van vorm, houding en bespiering en de schoft is zeer goed ontwikkeld. De schouder is goed van lengte en ligging en de rug en lendenen zijn iets week. Het beenwerk is hard en droog. De stap is correct en de draf heeft voldoende ruimte en zweefmoment. Het achterbeengebruik is krachtig maar het voorbeen zou meer actie moeten hebben.

Tweede moeder is de donkerbruine, keur preferente Simone KWPN (1976, V. Kroonprins KWPN). Zij was in 1980 op de nationale centrale merriekeuring reserve kampioen bij de keurmerries en is de moeder van de goedgekeurde hengst Imondro KWPN (1990, V. Droomwals KWPN).

Seinman is de zeventiende en laatste door het KWPN goedgekeurde zoon van de in 2000 overleden Renovo KWPN. Via zijn vader voert Seinman 25 % Hackney-bloed. Zijn moederlijn is volledig klassiek gefokt. De stempelhengst L’Invasion SF (1944, V. Pré Sale SF) komt in de eerste acht generaties van de pedigree van Seinman acht keer voor en levert een bijdrage van 8,6 % aan de bloedopbouw van Seinman en de stamvader van de tuigpaardenfokkerij, Oregon Sgldt (1950, V. Kurassier Sgldt) komt zes keer voor en draagt 14,8 % bij.

Seinman is door Jan Schep in 2002 in ’s-Hertogenbosch gepresenteerd op de KWPN-hengstenkeuring. Daar is de hengst uitgenodigd voor deelname aan het verrichtingsonderzoek.
In het verrichtingsonderzoek toont Seinman zich snel gespannen. en heeft hij wisselend gepresteerd. Zijn stap heeft voldoende ruimte, maar is matig krachtig. Voor de showwagen komt hij goed terug in het front maar zou hij de hals er meer op moeten zetten. Hij heeft veel actie in het voorbeen en een zeer ruime draf. Het gebruik van het achterbeen is ruim voldoende. Hij brengt het achterbeen goed onder, maar zou meer afdruk moeten hebben. Als tuigpaard heeft Seinman ruim voldoende tot veel aanleg.

De jury heeft de verrichtingen van Seinman gewaardeerd met een 8,5 voor de actie van het voorbeen, een acht voor de looplust, een 7,5 voor de houding, voor het zweefmoment en voor het algehele beeld als tuigpaard. Het gebruik van het achterbeen is gewaardeerd met een zeven.

Aan het verrichtingsonderzoek 2002 is door acht tuigpaardhengsten deelgenomen, waarvan er zes het gehele onderzoek hebben afgemaakt. Seinman heeft van die zes hengsten in puntenaantal het laagst gescoord.
Verrichtingskampioen 2002 is de hengst Saffraan KWPN (1999, V. Fabricius KWPN) geworden.

Met betrekking tot het al dan niet goedkeuren van Seinman is in de hengsten-keuringscommissie lang gediscussieerd. Zijn royale voorbeengebruik was uiteindelijk de reden om hem in te schrijven.

Na het verrichtingsonderzoek is Seinman voor de fokkerij beschikbaar gesteld op het dekstation van Jan Schep in Boijl, waar hij in 2002 nog 25 merries heeft bediend.
Uit de daaruit voortgekomen veulens heeft het KWPN in 2003 twaalf veulens uitgenodigd voor het afstammelingenonderzoek. De eigenaar heeft daaraan nog één veulen toegevoegd.

Het KWPN heeft gerapporteerd dat de beoordeelde nakomelingen een uniforme collectie voldoende ontwikkelde, matig tot voldoende tuigtypische veulens vormden. De veulens beschikken over veel ras. Opmerkingen zijn gemaakt over de vaak wat lange rug en de arm bespierde lendenen, die beter zouden moeten aansluiten.

De draf heeft ruim voldoende ruimte, maar het zweefmoment zou groter moeten zijn en de actie van het voorbeen is vaak vlak. Het achterbeengebruik mist kracht.

Op basis van het afstammelingen onderzoek heeft het KWPN Seinman op wacht gezet. Argumenten daarvoor waren dat het zeer royale voorbeengebruik van Seinman tijdens het verrichtingsonderzoek niet bij de veulens waarneembaar is terwijl een minder sterk punt van de hengst zelf, het achterbeengebruik, ook bij de veulens overtuigender zou moeten zijn. Tevens heeft meegespeeld dat de invloed van Renovo binnen de tuigpaardfokkerij zeer groot is en dat een gewone zoon van Renovo niets toevoegt aan de fokkerij. Daarnaast waren er nog voldoende rechtstreekse zonen van Renovo beschikbaar.

Jan Schep heeft Seinman na dit besluit laten castreren en verkocht voor de sport, maar erg veel successen heeft Seinman daarin niet gehaald.

Het KWPN heeft van Seinman 29 hengstveulens en 51 merrieveulens geregistreerd. Elf dochters zijn als fokmerrie ingeschreven in het stamboek en één van die dochters is stermerrie geworden.

In 2020 heeft Seinman een sportindex van 117 met een betrouwbaarheid van
61 %.
Uit het genetisch profiel van Seinman blijkt dat veel van zijn nakomelingen een lichte hoofd-halsverbinding hebben.

Van de nakomelingen zijn er enkele succesvol geweest in de sport, zoals:

Walando vb KWPN,
hengst, 2003, MV. Ganges KWPN, fokker/eigenaar W. Kosse, Dedemsvaart, die met rijder Egbert Emmink 116 winstpunten heeft behaald in tuigpaardenwedstrijden en

Zilverschoon reg B KWPN,
hengst, 2004, MV onbekend, fokker J. Knol, Mastenbroek, eigenaar Arndt Lörcher uit Wolfenbüttel (GER) heeft in de jaren 2011 – 2015 deel uit gemaakt van het tweespan waarmee Arndt Lörcher deelneemt aan internationale menwedstrijden. Het tweespan heeft in 2015 en in 2019 deel uitgemaakt van het Duitse team dat de landenwedstrijd op het CAI Riesenbeck (GER) won. In 2017 is in München-Riem de tweede plaats behaald in het Duits kampioenschap. Met het Duitse team is in 2019 in Drebkau-Raakow bij het Wereldkampioenschap voor Tweespannen de bronzen medaille in de landenwedstrijd gewonnen. Zilverschoon heeft een winsom van € 7.545.

 

 

Gepubliceerd in mei 2015

Geactualiseerd op 18 september 2020 en bijgewerkt op 14 april 2024

Back To Top