1938 (Pythagoras Trak x Pilger Trak)
Samenvatting
Totilas Trak is een in 1938 op het Haupgestut Trakehnen geboren zoon van de stempelhengst Pythagoras Trak. Hij is in 1944 vanuit Trakehnen via het Hauptgestüt Graditz geëvacueerd naar het Landgestüt Celle, waarbij hij de laatste 200 km in mei 1945 te voet heeft afgelegd terwijl het door de Duitsers gevreesde Russische leger vlak in de buurt was.
Het na de oorlog in West-Duitsland weer opgestarte Trakehner stamboek heeft Totilas aangekocht en gebruikt voor de na-oorlogse wederopbouw van de Trakehner fokkerij.
Totilas heeft maar vijf goedgekeurde zonen gekregen, maar heeft zijn erfelijke eigenschappen vooral via zijn dochters doorgegeven. Maar liefst 22 dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden en samen hebben zij 37 goedgekeurde hengsten gebracht, .
Van de Totilas-zonen is voor Nederland vooral Polarfürst Trak (1955) van belang. Zijn zonen Polaris Holst (1959) en Porter Holst (1959) zijn door Noord-Nederlandse fokkers naar Nederland gehaald en hebben bijgedragen aan de omvorming van het Nederlandse paard van een landbouwpaard naar een sportpaard. De Polaris-zoon Formateur Sgldt (1964) is in Nederland een succesvolle fokhengst geweest en zijn, in Nederland ondergewaardeerde, zoon Wagenaar KWPN (1973) is in Zwitserland veel gebruikt in de fokkerij.
De door het Trakehner stamboek gefokte Totilas-zoon Polarkreis Trak (1955) heeft in het voormalige Oost-Duitsland een eigen hengstenlijn gevormd.
De andere drie zonen van Totilas zijn van minder belang geweest.
Tambour Trak (1950) heeft een jaar gedekt en kreeg toen een ongeluk waarbij hij zijn nek brak; Prusso Trak (1955) is als tweejarige verkocht naar Canada en is daar goedgekeurd en Handelsherr Trak (1957) heeft enkele jaren in Holstein gedekt en is toen naar Mexico verkocht. Uit zijn Holsteinse jaren zijn de hengsten Handelsherr Trak (1957), Hartenstein Trak (1962) en Harnisch Trak (1963) voortgekomen. Hoewel zij alle drie zelf één of meerdere goedgekeurde zonen hebben gebracht, is hun invloed vrij gering geweest,
Voorkomen en afstamming
Totilas Trak DE309090022438 is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is op 30 januari 1938 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
Totilas is een broer van de hengst Eifel Trak (1939).
Gerekend over acht generaties heeft Totilas een afstamming met 48,4 % Engels- en Arabisch volbloed en 39,8 % Trakehner bloed.
Vader
De vader van Totilas Trak is de donkerbruine hengst Pythagoras Trak. Hij had een stokmaat van 161 cm en is in 1927 geboren op het Hauptgestüt Trakehnen.
De vader van Pythagoras is de hengst Dampfross Trak (1916, V. Dingo Trak), die is geboren op een bedrijf in Tilsit, dat tegenwoordig in de Russische oblast Kaliningrad ligt.
De moeder van Pythagoras is de bruine merrie Pechmarie Trak (1917, V. Tempelhüter Trak) en tweede moeder is de bruine Panik Trak (1909, V. Red Prince II xx).
Van Pythagoras zijn 56 zonen goedgekeurd voor de fokkerij. Van velen is de fokkerijcarrière ernstig verstoord of geëindigd ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog.
In het najaar van 1944 en het voorjaar van 1945 zijn veel Trakehner paarden uit angst voor de opmars van het Russische leger naar het westen geëvacueerd. Daarbij zijn diverse paarden niet ver genoeg naar het westen gebracht en waardoor ze toch te maken kregen met de Russen.
Sommigen hengsten zijn naar Russische stoeterijen gebracht; anderen zijn ingezet voor de fokkerij in het door de Russen bezette Polen en Oost-Duitsland of zijn gedood c.q. geslacht.
In september 1944 is ook Pythagoras vanuit het Hauptgestüt Trakehnen, geëvacueerd naar het Hauptgestüt Graditz, dat in het noorden van Saksen ligt. Daar is Pythagoras in beslag genomen door het Russische leger. Wat er verder met hem is gebeurd is niet bekend.
Moeder
De moeder van Totilas is de bruine merrie Tontaube Trak (1934, V. Pilger Trak) en tweede moeder is de bruine Tonart Trak (1927, V. Löwenjäger Trak).
Tonart is ook de tweede moeder van de hengsten Topas Trak (1943, V. Creon Trak) en Imperator Trak (1951, V. Immer Voran Trak). Topas is goedgekeurd door het Wielkopolska stamboek en Imperator door het Trakehner- en het Zweedse stamboek.
Hauptgestüt Trakehnen
De oorsprong van het Trakehner ras ligt bij het Hauptgestüt Trakehnen.
Totilas en zijn vader Pythagoras zijn er gefokt en Pythagoras is er ingezet voor de fokkerij.
Voor het goede begrip moet worden opgemerkt dat in Duitsland op een Hauptgestüt zowel hengsten als merries worden gehouden voor de fokkerij, terwijl op een Landgestüt uitsluitend hengsten aanwezig zijn die beschikbaar zijn voor de fokkerij.
Het Hauptgestüt Trakehnen lag in de toenmalige Kreis Ebenrode in Ostpreuβen. Tegenwoordig ligt het gebied in de Russische oblast Kaliningrad (vroeger Königsberg) tegen de grens met Litouwen aan.
Ter informatie wordt onderstaand een artikel over het Hauptgestüt Trakehnen, dat gepubliceerd is op de website www.mitglieder.ostpreussen.de weergegeven.
Het Hauptgestüt Trakehnen werd in 1732 opgezet. In 1925 had het een oppervlakte van 6.014 Ha, waarvan circa 3.000 Ha benut werd voor de akkerbouw en 2.500 Ha bestond uit weiland. Circa 200 Ha bestond uit bos en 300 Ha werd in beslag genomen door gebouwen, erven, wegen en tuinen.
Het gebied lag op een hoogte van 50 – 70 meter boven zeeniveau en er viel jaarlijks circa 600 mm neerslag (vgl. in Nederland omstreeks 800 mm).
Het jaarlijkse temperatuurverschil bedroeg 50 – 60 0C (vgl. in Nederland 35 – 45 0C).
Tot het Hauptgestüt behoorden het hoofdgebouw Trakehnen en vijftien andere stoeterijgebouwen. De gebouwen lagen verspreid over drie gemeenten (Groot Trakehnen, dat ten zuiden van de spoorlijn van Kaliningrad naar Kaunas lag, Nieuw Trakehnen, dat ten noorden van de spoorlijn lag en Klein Trakehnen, dat grensde aan de westkant van Groot Trakehnen). De drie gemeenten hadden samen circa 3.400 inwoners.
Op 31 augustus 1944 had het Hauptgestüt 1.115 paarden, waarvan 20 fokhengsten, 379 fokmerries en bijna 1.100 stoeterijmedewerkers.
Op de duitstalige Wikipedia website is zeer uitvoerige informatie over het Hauptgestüt Trakehnen te vinden.
Fokkerijcarrière Totilas
Volgens de leiding van het Landgestüt Georgenburg (tegenwoordig Jubarkas in Litouwen) was Totilas een zeer goede hengst met een opvallend aansprekend hoofd met een goede hals en schouder. Hij had diepte en breedte. Achter de schoft viel de rug iets weg. Totilas had tamelijk korte benen die correct waren gebouwd. Zijn bewegingen waren goed.
Totilas is in de jaren 1941 – 1944 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt Georgenburg.
Eind 1944 is de hengst geëvacueerd naar het Brandenburgse Landgestüt Neustadt/Dosse, dat circa 100 km ten noordwesten van Berlijn ligt.
Van 15 tot en met 18 mei 1945 is hij, samen met zijn halfbroer Suleiman, lopend vanuit Neustadt naar het 200 km westelijker gelegen Landgestüt in Celle gebracht. (Op 25 april 1945 hebben de Amerikaanse en Russische troepen elkaar ontmoet bij Torgau, dat 200 km ten zuiden van Neustadt/Dosse ligt.)
Van 1946 tot en met 1948 is Totilas als “Landbeschäler” op het toenmalige Landgestüt Osnabrück beschikbaar gesteld voor de fokkerij.
Daarna is Totilas aangekocht door het Trakehner stamboek en heeft hij van 1949 tot zijn dood in 1965 op het hengstenstation in Rantzau in Sleeswijk-Holstein ter dekking gestaan.
De database van Sporthorsedata bevat 151 nakomelingen van Totilas en de database van All Breed Pedigrees 149.
Dochters
Totilas heeft zijn erfelijke eigenschappen vooral via zijn dochters doorgegeven. Via zijn dochters is Totilas grootvader van 36 goedgekeurde zonen geworden
De tweeëntwintig dochters van hem die moeder van een goedgekeurde hengst zijn geworden, zijn:
Ideale Trak, 1942, bruin, MV. Eichendorf Trak, is de moeder van de hengst Humor Trak (1947, V. Humboldt Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;
Toga Trak, 1948, donkerbruin, MV. Manfred WLKP, is de moeder van de hengsten Thor Trak (1959, V. Humboldt Trak), zijn broer Heros Trak (1960), Tornado I Trak (1963, V. Anteil Trak) en zijn broer Tornado II Trak (1966). Alle vier hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek;
Melodie Trak, 1950, vos, MV. Burgbann Trak, is de moeder van de hengst Melos Trak (1961, V. Slesus Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;
Safari Trak, 1951, bruin, MV. Hellespont Trak, is de moeder van de hengst Safran Trak (1956, V. Aquavit Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;
Schwalbe Trak elite staatspremiemerrie, 1952, zwartbruin, MV. Erhabener Trak, is de moeder van de hengsten Schwalbenfürst Trak (1961, V. Reichsfürst Trak), Schwarm Trak (1966, V, Traumgeist xx) en Schwärmer Trak (1970, V. Maharadscha Trak). Alle drie hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Schwalbenfürst is ook door het Deense stamboek goedgekeurd;
Amsel Trak, 1954, bruin. MV. Heidedichter Trak, is de moeder van de hengsten Traumkönig Trak (1965, V. Traumgeist xx), Felipus Trak (1968, V. Felipe xx) en Amsel’s Angelo Trak (1978, V. Ith Trak). Traumkönig en Felipus zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Amsel’s Angelo door het ZfdP;
Goldmine Trak, 1954, zwart, MV. Alba TRak, is de moeder van de hengst Graciano Trak (1976, V. Marengo Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;
Memel Trak, 1954, MV. Burgbann Trak, is de moeder van de hengst Schabernack Trak (1962, V. Schöner Abend Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het Hannoveraanse stamboek;
Bergschwalbe Trak, 1955, zwart, MV. Schattenriss Trak, is de moeder van de hengst Bergmann Trak (1965, V, Boris Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;
Flugtaube Trak, 1955, vos, MV. Perserfürst Trak, is de moeder van de hengst Flugsand Trak (1959, V. Altan Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;
Horsa II Trak, 1955, donkerbruin, MV. Coriander Trak, is de moeder van de hengst Hortus Trak (1963, V. Sterndeuter Trak);
Liebchen Trak, 1955, vos, MV. Erbherr O. Pr., is de moeder van de hengst Lichtenstein Trak (1969, V. Gunnar Trak);
Tunika Trak, 1956, bruin, MV. Goldregen Trak, is de moeder van de hengsten Trait d’Union Trak (1961, V. Carajan Trak) en Turmfalk Trak (1966, V. Gunnar Trak). Trait d’Union is goedgekeurd door het NWP en Turmfalk door het Trakehner stamboek;
Herbstgold Trak, 1957, zwart, MV. Bussard Trak, is de moeder van de hengsten Herbststurm Trak (1962, V. Komet Trak), Hertilas Trak (1963, V. Loretto Trak), Herzbube Trak (1964, V. Gunnar Trak) en Herzkönig Trak (1972, V. Erzsand Trak). Alle vier hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Herzbube is ook goedgekeurd door het Zweedse stamboek;
Barbara Trak, 1958, vos, MV. Hirtenstab Trak, is de moeder van de hengsten Bandito Trak (1966, V. Abendregen Trak), Bajazzo Trak (1970, V. Herbstglanz Trak) en Bocaccio Trak (1973, V. Tiparillo Trak), die alle drie door het Trakehner stamboek zijn goedgekeurd;
Goldammer II Trak, 1960, vos, MV. Alba Trak, is de moeder van de hengst Goldkäfer Trak ( 1965, V. Isländer Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;
Tharau Trak, 1960, zwartbruin, MV. Perlenfischer Trak, is de moeder van de hengst Kunzit Trak (1968, V. Welsh Minstrel Trak);
Winzerin II Trak, 1961, donkerbruin, MV. Cherusker xx, is de moeder van de hengst Widerhall Trak (1971, V. Index Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;
Tina Trak, 1963, MV. Gondolier Trak, is de moeder van de hengst Tragant Badwu (1968, V. Tasso Badwu), die is goedgekeurd door het Baden-Württembergse stamboek;
Burma Trak, 1964, bruin, MV. Burnus x, is de moeder van de hengst Bagatell Trak (1973, V. Mikado Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;
Totilane Trak, 1964, bruin, MV. Ortelsburg Trak, is de moeder van de hengst Casino Trak (1972, V. Carajan II Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en
Tip-Top Trak elite, 1965, donkerbruin, MV. Komet Trak, is de moeder van de hengsten Tiparillo Trak (1969, V. Heros Trak) en Tipperary Trak (1978, V. Matador Trak), die beiden zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Zonen
Van zijn zonen zijn Tambour Trak (1950), Polarfürst Trak (1955), Polarkreis Trak (1955), Prusso Trak (1955) en Handelsherr Trak (1957) goedgekeurd voor de fokkerij.
De hengst Tambour Trak (MV. Bussard Trak) is in het najaar van 1952 goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij is alleen in 1953 actief geweest in de fokkerij. In 1954 is hij ten gevolge van een gebroken nek overleden. Van Tambour is één nakomeling bekend.
De overige zonen worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.
Nakomelingen in de sport
Volgens gegevens van de Duitse Hippische Sportbond zijn 51 nakomelingen van Totilas geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 4.715.
Goedgekeurde zonen en hun nafok
1. Polarfürst Trak DE 309090018955
Polarfürst Trak (V. Totilas Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1955 geboren en is gefokt door het Trakehner stamboek op stamboekstoeterij in Rantzau, dat in het noordoosten van Sleeswijk-Holstein ligt.
De moeder van Polarfürst is de zwarte merrie Polarfahrt Trak (1940, V. Bussard Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Polarkreis Trak (1955. V. Totilas Trak), Polar Trak (1968. V. Tornado I Trak) en Polarschnee Trak (1971, V. Gazal I ox).
Polarkreis en Polar zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Polarschnee is goedgekeurd door het Trakehner- en het Australische Wambloed stamboek.
Tweede moeder van Polarfürst is de zwarte Polarluft Trak (1932, V. Astor Trak).
Zij is een zuster van de hengst Polarstern Trak (1930).
Gerekend over acht generaties heeft Polarfürst een afstamming met 52,3 % Trakehner bloed en 39,8 % Engels- en Arabisch volbloed.
Polarfürst is in het najaar van 1957 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is in 1958 als “Landbeschäler” in de fokkerij actief geweest op het Holsteinse Landgestüt Traventhal. Hij is op 24 juli 1958 overleden aan koliek.
Dochter Perle Holst (1961 (?), MV. Heidekrug Holst) is de moeder van de hengst Ferdel Rhein (1966, V. Flax Rhein), die is goedgekeurd door het Rijnlandse stamboek.
Zijn zonen Pol/Polaris Holst (1959) en Porter Holst (1959) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.
1.1. Pol / Polaris Holst DE321210379059 / 1469 NWP
Pol Holst (V. Polarfürst Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is geboren op 27 mei 1959 en is gefokt door Johann Rave uit Audeich, dat in Sleeswijk-Holstein ten westen van Pinneberg aan de oever van de Elbe ligt.
De moeder van Pol is de maar 156 cm grote, bruine merrie Corinne Holst (1944, V. Lopshorn Holst) en tweede moeder is de bruine Itala Holst (1932, V. Meisterschuss Holst).
Gerekend over acht generaties heeft Pol een afstamming met 46,1 % Holsteins bloed, 31,3 % Trakehner bloed en 14,1 % Engels- en Arabisch bloed.
Pol is in het najaar van 1961 in Neumünster goedgekeurd door het Holsteinse stamboek en is in 1962 op een hengstenstation in Bredenbekshorst, dat circa 15 km ten westen van Bad Segeberg in Sleeswijk-Holstein ligt, beschikbaar geweest voor de fokkerij.
In 1962 heeft Pol deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek in Westercelle en daarbij een voldoende resultaat geboekt.
Eind 1962 is Pol gekocht door de Hengstenassociatie Noord-Oost Groningen.
Op de hengstenkeuring 1963 van het NWP in het Groninger Stadspark had hij concurrentie van twee andere importen uit Holstein, te weten Porter Holst (V. Polarfürst Holst, zie hfdst. 1.2.) en Farn Holst (V. Fax I Holst). Alle drie hengsten werden goedgekeurd, waarbij de naam Pol is gewijzigd in Polaris.
Polaris kwam op een hengstenstation in Uithuizen te staan, waar hij vanaf 1963 beschikbaar is geweest voor de fokkerij.
In 1963 heeft hij in Nederland deelgenomen aan een bedrijfsproef waarbij hij de hoogste waardering (1A) heeft ontvangen.
Tijdens het dekseizoen 1965 is Polaris bij een verkeersongeluk om het leven gekomen.
De KNWP-database bevat 23 dochters van Polaris, die alle oorspronkelijk zijn geregistreerd door het NWP.
De Horsetelex database vermeldt 27 dochters en 6 zonen en de Sporthorse database noemt 3 door het Holsteinse stamboek geregistreerde dochters, 34 door NWP, VLN of KWPN geregistreerde dochters en zes zonen
Vier dochters van Polaris zijn moeder geworden van een goedgekeurde hengst.
Trees NWP model preferent prestatie, 1964, zwart, MV. Ludo Oldbg, is de moeder van de hengst Klaroen KWPN (1964, V. First Trail xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Vodea NWP, 1965, vos, MV. Firmant NWP, is de moeder van de hengst Notaris KWPN (1972, V. Courville xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Widora NWP model, 1965, MV. Protector NWP, is de moeder van de hengst Symfonie KWPN (1976, V. Makelaar KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN en
Haclaudia Sgldt keur, 1966, vos, MV. Graaf van Wittenstein Sgldt, is de moeder van de hengst Obligaat vb KWPN (1973, V. Solaris xx), die is goedgekeurd door het KWPN.
Van Polaris zijn vier zonen goedgekeurd voor de fokkerij:
Poolster NWP / Formateur Sgldt (1964), Poolvorst NWP / Ferrari Sgldt (1964), Palermo NWP / Gijsbrecht Sgldt (1965) en Portorico NWP (1966).
De hengsten Formateur, Palermo en Portorico worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken, Ferrari heeft weinig bijgedragen aan de fokkerij en wordt hieronder kort aangestipt.
De hengst Poolvorst NWP (Ferrari Sgldt) (MV.Camillo NWP) is in 1967 goedgekeurd door het NWP. In 1968 heeft het NWP vier nakomelingen van hem geregistreerd. In 1968 heeft ook het VLN de hengst goedgekeurd en de naam Ferrari aan hem toegekend, Het KWPN heeft twee nakomelingen van Ferrari geregistreerd. Ferrari/Poolvorst is na 1972 niet meer beschikbaar gesteld voor de fokkerij.
Door initiatieven van Noord-Nederlandse fokkers is voor de omvorming van de klassieke Nederlandse paarden Holsteins en Trakehner bloed naar Nederland gehaald. De hengsten Poolsterm Poolvorst en Palermo zijn daar voorbeelden van.
Opvallend is dat deze hengsten eerst door het NWP zijn goedgekeurd en later ook door het VLN. Het VLN heeft daarbij vastgehouden aan de eigen naamsystematiek waarbij de naam van een paard dient te beginnen met een aan het geboortejaar gebonden “jaarletter” en heeft de hengsten andere namen gegeven.
Het NWP hanteerde een systeem waarbij de naam van een goedgekeurde hengst begint met dezelfde letter als de naam van de vader van de hengst. Aan de namen van merries en niet goedgekeurde hengsten stelde het NWP geen eisen.
Het VLN-systeem komt overeen met het in Frankrijk aangehouden systeem en het NWP-systeem wordt ook door de meeste Duitse stamboeken gehanteerd, waarbij de naamregelgeving trouwens ook voor de merries geldt.
Toen in 1970 het VLN en het NWP fuseerden is voor de naamgeving voor het VLN (Franse) systeem gekozen. De namen Poolster en Poolvorst zijn na de fusie in vergetelheid geraakt, terwijl de naam Gijsbrecht het heeft afgelegd tegen Palermo.
Enkele nakomelingen van Polaris zijn in internationale springconcoursen uitgebracht. Voorbeelden daarvan zijn de zonen Formateur Sgldt (1964, ruiter Jan Maathuis), Palermo NWP (1965, Johan Heins) en Salerno NWP (1966, ruiter Harry Wouters van den Oudenweijer). Alle drie zijn uitgebracht in internationale 1.50 – springconcoursen.
Volgens de KWPN database heeft Polaris een springindex van 89 met een betrouwbaarheid van slechts 50 %.
1.1.1. Formateur 1369 Sgldt / Poolster 1525 NWP
Bij zijn geboorte heeft de hengst geen naam gekregen; die is pas toegekend bij zijn goedkeuring, Gemakshalve wordt hier zijn latere naam gebruikt.
Formateur KWPN (V. Polaris Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is op 26 april 1964 geboren en is gefokt door Nittert Wiertsema uit Spijk, dat in het noordoosten van de provincie Groningen ligt op een paar km van de Eemshaven.
De moeder van Formateur is de merrie Louwra NWP model preferent prestatie (1960, V. Content Oldbg) en tweede moeder is de bruine Nellie NWP ster (1949, V. Tarzan NWP).
Gerekend over acht generaties heeft Formateur een afstamming met 43,0 % Oldenburgs bloed, 25 % Holsteins bloed, 20,3 % Trakehner bloed en 7,8 % Engels- en Arabisch volbloed.
Formateur is in 1967 op de hengstenkeuring van het NWP goedgekeurd en heeft daarbij de naam Poolster gekregen.
In 1969 heeft ook het VLN de hengst goedgekeurd en die heeft de naam Formateur aan hem toegekend. Na de fusie van NWP en VLN in 1970 is de naam Formateur gehandhaafd en is de naam Poolster niet meer gebruikt.
In het keuringsprotocol is vermeld dat Formateur een goed type heeft en over uitzonderlijk beste bewegingen beschikt. In stap brengt hij de achterhand goed onder en stapt ver over. Hij is lenig in de draf en vertoont een grote schoudervrijheid.
Van 9 oktober tot 20 november 1969 heeft Formateur in Voorst deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van zes weken. Daarbij heeft Formateur een negen gekregen voor de (voedings)conditie, 8,43 punten voor de rijproef, een negen voor het vrij springen, 9,5 voor het springen onder het zadel, 8,83 punten voor de trekproef, een zeven voor de terreinrit en een 7,5 voor de algemene indruk. In totaal gaf dat een score van 165,28 punten.
De verrichtingsjury heeft opgemerkt dat Formateur een zeer krachtige verrichting heeft getoond. Formateur is geen galoppeur, wat vooral in de terreinrit tot uiting kwam.
In 1969 zijn in Nederland verrichtingsonderzoeken uitgevoerd in Emmeloord, Sleen, Voorst en Deurne, waar in totaal 33 hengsten aan hebben deelgenomen. Hiervan zijn elf hengsten thuis getraind. Zij zijn alleen voor het afleggen van de eindbeoordeling en het beoordelen van het karakter enkele dagen in één van de onderzoekcentra geweest.
Met zijn puntenaantal van 165,28 is Formateur achter Romano en Garant als derde geëindigd.
Formateur is door Jan Maathuis (NED) in de internationale springsport uitgebracht.
In 1970 heeft het KWPN een volledige collectie nakomelingen (veulens, enters en twenters) van Formateur beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de veulens behoudens een enkele uitzondering voldoende kwaliteit en een goede maat hebben. De bewegingen zijn correct en voldoende ruim. De enters en twenters zijn minder uniform. Het zijn geen fraai belijnde zadeltypes, maar wel sterke, forse gebruikspaarden. Formateur lijkt geschikt voor wat te fijne merries met bloed.
In 1980 heeft het KWPN het keurpredicaat toegekend aan Formateur. Een protocol daarover is niet gepubliceerd.
In 1983 is de goedkeuringstermijn van Formateur teruggebracht van 3 naar 1 jaar.
Op grond van de fokkerij- en sportgegevens zou de hengst naar het oordeel van de hengstenkeuringscommissie zonder meer in aanmerking kunnen komen voor een verlenging van de goedkeuringstermijn met opnieuw 3 jaar. Vastgesteld is echter dat drie van zijn zonen (Principaal, Vennoot en Whisper) eenzijdig, dan wel tweezijdig zijn gecastreerd als gevolg van een breuk. In het kader van een onderzoek, uit te voeren door de Faculteit voor Diergeneeskunde in Utrecht, zal worden nagegaan of er mogelijk sprake is van een erfelijk moment. Hangende dit onderzoek heeft de hengstenkeuringscommissie bepaald dat de goedkeuringstermijn voor de hengst Formateur voorlopig met één jaar moet worden verlengd. Indien het onderzoek een negatief resultaat oplevert, zal de hengst opnieuw in aanmerking komen voor een goedkeuringstermijn van 3 jaar.
Formateur heeft diverse dekstations gehad, waarvan onderstaand een overzicht wordt gegeven:
1967 Polariscombinatie, Zijldijk
1968 – 1969 B. Rouwenhorst, Voorst
1970 1972 J. Maathuis, Geesteren(Ov); alleen voor de sport
1973 – 1975 J, de Wit, Houten
1976 – 1986 G. van Manen, Terschuur en R. Elders, Westervelde
1987 – 1988 C. Nell, Lutjewinkel
In januari 1989 is Formateur verkocht aan de Winestead stud in Yorkshire in het Verenigd Koninkrijk.
In Nederland heeft Formateur 1535 merries gedekt en daaruit zijn 991 veulens geregistreerd.
Het KWPN heeft 288 dochters als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder 3 elitemerries, 29 keurmerries en 73 stermerries.
Negentien merries hebben het predicaat preferent ontvangen en 34 zijn prestatiemerrie geworden.
Vier dochters van Formateur zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Roletta KWPN ster, 1975, bruin, MV. Batavier Sgldt, is de moeder van de hengst Victorie KWPN (1979, V. Lucly Boy xx), die is goedgekeurd door het KWPN;
Anna-Maria (Classic La Silla) KWPN, 1982, vos, MV. Santa Luigi xx, is de moeder van de hengst Riscal la Silla SLS (1997, V. Risueno la Silla SLS), die is goedgekeurd door het Holsteinse- en het Mexicaanse La Silla stamboek;
Cunieta KWPN ster preferent prestatie, 1984, vos, MV. Le Faquin xx, is de moeder van de hengsten Domingo III KWPN (1982, V. Derrick KWPN) en Zakkenroller KWPN (2004, V. Elmshorn Holst). Domingo III is goedgekeurd door het NRPS en Zakkenroller door het Anglo-Europese stamboek en
Didi Amaire KWPN keur, 1985, bruin, MV. Nepal KWPN, is de moeder van de hengst Panoramix Amaire KWPN (1997, V. Concorde KWPN), die is goedgekeurd door het Canadese Warmbloed Paardenstamboek.
Van de zonen van Formateur zijn Principaal KWPN (1974), Vennoot KWPN (1979), Vosmaer KWPN (1979), Wagenaar KWPN (1980) en Whisper KWPN (1980) goedgekeurd voor de fokkerij.
De hengsten Principaal, Vosmaer en Wagenaar worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken. De hengsten Vennoot en Whisper hebben nauwelijks bijgedragen aan de fokkerij en worden hierna kort aangestipt.
De hengst Vennoot (MV. Vesins xx) is in 1982 aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen. Daarbij is hij gewaardeerd met 6,5 punten voor de stap, zes punten voor de draf, 7,5 punten voor de galop, 7,35 punten voor de rijproef, 8,5 punten voor het springen o.h.z,, negen punten voor het vrij springen, acht punten voor de rijproef, 7,5 punten voor de aangespannen proef en negen punten voor zowel het karakter, het stalgedrag als het trainingsrapport.
Aan het verrichtingsonderzoek in 1982 hebben 32 hengsten deelgenomen, waarvan er acht tussentijds zijn uitgevallen. Van de 24 hengsten die aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen zijn er vijftien door het KWPN goedgekeurd en ingeschreven in het stamboek. Vennoot heeft het onderzoek als vierde afgesloten en is ingeschreven in het stamboek.
Tegen het einde van 1982 is Vennoot eenzijdig gecastreerd.
Vennoot heeft in 1982 en 1983 slechts dertien merries gedekt, waaruit negen veulens zijn geregistreerd. Toen van de hengst in 1984 geen afstammelingen zijn getoond, heeft het KWPN hem afgekeurd.
De hengst Whisper KWPN (MV. Amor Holst) is in 1983 door het KWPN uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen. Bij dat in Ermelo gehouden onderzoek in het voorjaar van 1983 heeft hij voor de stap en de draf een 7,5 gescoord en voor de galop een acht. Voor de rijproef heeft hij 7,5 punten ontvangen, Het vrij springen is gewaardeerd met zes punten en het springen onder het zadel met zeven punten. Voor de terreinproef en de aangespannen proef heeft hij respectievelijk zeven en acht punten ontvangen. Voor zijn karakter en voor het stalgedrag zijn negens gegeven en voor het trainingsrapport een acht.
Aan het verrichtingsonderzoek 1983 hebben 32 hengsten deelgenomen, waarvan er tien tijdens het onderzoek zijn uitgevallen. Volgens een door de verrichtingsjury aangehouden niet-officiële ranglijst heeft Whisper het onderzoek als zevende afgesloten. Van de 22 hengsten die aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen heeft het KWPN er veertien, waaronder Whisper, goedgekeurd en ingeschreven in het stamboek.
Direct na het onderzoek heeft Whisper vijf merries gedekt en is vervolgens als gevolg van een breuk gecastreerd. Het KWPN heeft drie veulens van Whisper geregistreerd.
Enkele nakomelingen van Formateur zijn in internationale 1.50 m wedstrijden uitgebracht, zoals:
Wagenaar KWPN, hengst, 1980, vos, MV. Liguster SF, ruiter Bert Romp (NED)
(Anadolu) Benji KWPN, ruin, 1983, vos, MV. Erdball xx
Dempsey R KWPN, ruin, 1984, bruin, MV. Swap xx
(Anadolu) Ermis KWPN, ruin, 1986, vos, MV. Nurprimus Hann en
Jewel’s Ivory (Elina), merrie, 1986, schimmel, MV. Ronco xx.
In 2020 heeft Formateur een dressuurindex van 106 met een betrouwbaarheid van 92 % en een springindex van 85 met een betrouwbaarheid van 91 %.
Uit het genetisch profiel dat het KWPN van Formateur heeft gepubliceerd komt naar voren dat de nakomelingen van Formateur vaker dan gemiddeld een bokbenige stand van het voorbeen en/of voos beenwerk hadden.
In het KWPN-blad “In de Strengen” van 20 december 2014 is een artikel van Gemma Jansen met de titel “Formateur bewijst zijn invloed na generaties” gepubliceerd. Onderdelen uit dat artikel zijn in dit portret van Formateur gebruikt.
1.1.1.1. Principaal KWPN 215 Stb
Principaal KWPN (V. Formateur Sgldt) is een bruingeboren schimmel hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is geboren op 28 maart 1974 en is gefokt door J.A. de Heul uit Maarssen, dat enkele kilometers ten noordwesten van de stad Utrecht ligt.
De moeder van Principaal is de volbloedmerrie Sweetheart xx (1955, V. Coup de Myth xx) en tweede moeder is Rousslana xx (1943, V. Admiral’s Walk xx).
Gerekend over acht generaties heeft Principaal een afstamming met 51,6 % Engels volbloed, 21,1 % Oldenburgs bloed, 12,5 % Holsteins bloed en 11,7 % Trakehner bloed.
Principaal is op de KWPN-hengstenkeuring 1977 in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij.
Hij heeft van 7 september tot 5 november 1977 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van dagen 60 dagen. Daarbij is hij gewaardeerd met acht punten voor de rijproef, 9,5 punten voor het vrij springen, zes punten voor het springen onder het zadel, negen punten voor de aangespannen proef, zeven punten voor de terreinrit, negen punten voor het karakter en acht punten voor het trainingsrapport. Principaal behaalde een totaalscore van 165, 21 punten.
Aan het verrichtingsonderzoek in 1977 hebben 35 hengsten deelgenomen, waarvan er in 1977 28 hebben deelgenomen aan een eindbeoordeling. Vijf hengsten zijn wegens veterinaire problemen uitgevallen en twee hebben pas in 1978 het onderzoek afgerond.
Van de hengsten die in 1977 een eindbeoordeling hebben afgelegd is Principaal als zesde geëindigd.
In augustus 1980 heeft het KWPN een volledige collectie (veulens, enters en twenters) nakomelingen van Principaal beoordeeld. Gerapporteerd is dat de kinderen van de hengst Principaal bij het ouder worden nog niet helemaal bleken mee te groeien, hetgeen ook veroorzaakt kan zijn door het aanvankelijk aangeboden merriemateriaal.
Bij de veulens liepen althans dikwijls goede moeders. De veulens hadden goede maten en waren ruimschoots voldoende ontwikkeld. Vrij uniform gaf de hengst een flauw middenstuk door en een croupe die iets langer zou kunnen zijn. De veulens waren nog wel eens eenvoudig, ook in het hoofd. De hardheid kon beter en de veelal gespierde croupe kon behalve meer lengte hebben, in sommige gevallen ook hellender zijn. De spronggewrichten waren niet altijd geheel onberispelijk. In stap viel het flauwe middenstuk minder op. De stap was voldoende, maar zou meer ruimte moeten hebben. De onderbrenging kon royaler, alsmede de schoudervrijheid. De draf was veel beter. Er was sprake van veel ruimte, souplesse en cadans. Enkele veulens waren achter iets nauw.
Bij de jaarlingen, die voldoende maat hadden, bleef de bemerking op het middenstuk. Een enkel hoofd was nog wel eens aan de lange kant. Het beenwerk zou wat meer hardheid en uitdrukking kunnen gebruiken. De stap van de jaarlingen was beter dan bij de veulens; de draf was goed, maar minder overtuigend dan bij de veulens.
De twenters vormden duidelijk een minder uniforme groep. Maat en ontwikkeling bleken ruimschoots voldoende te zijn. Rijtypisch gezien zouden de modellen kunnen worden bijgeschaafd, ook wat het hoofd betreft. De verscheidenheid was in deze groep tamelijk groot. Enkele toonden een brutaal karakter. De stap was gewoon. De draf was even veelsoortig als de dieren die deze voortbrachten, maar in doorsnee minder dan bij de enters. De ruimte en de kracht ontbrak nogal eens, terwijl verschillende nauw waren en ook niet geheel vierkant.
Na het dekseizoen 1982 is Principaal om veterinaire redenen gecastreerd. Hij heeft van 1977 tot en met 1982 op het hengstenstation van Gerard Zwartjes in Raalte gestaan
Principaal heeft 372 merries gedekt en daaruit heeft het KWPN 212 veulens geregistreerd.
Volgens de KWPN database zijn 56 dochters van Principaal als fokmerrie ingeschreven in het stamboek. Zeven merries hebben het keurpredicaat ontvangen en 10 merries zijn stermerrie geworden. Twee merries hebben het predicaat preferent ontvangen en vijf merries zijn prestatiemerrie geworden.
Dochter Aphrodite KWPN keur preferent, 1982, bruin, MV. Juweel KWPN, is de moeder van de hengsten Ex Libris KWPN (1986, V. Elan xx) en Juventus KWPN (1991, V. Dublin KWPN). Ex Libris is goedgekeurd door het Westfaalse-, Rijnlandse-, Oldenburger- en Mecklenburgse stamboek en Juventus is goedgekeurd door het KWPN.
Volgens het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel hebben de nakomelingen van Principaal vaker dan gemiddeld een bokbenige stand van het voorbeen. Ook bij de nakomelingen van vader Formateur is dat vastgesteld.
Volgens het Jaarboek 1989 van KNHS en KWPN zijn 126 nakomelingen uitgebracht in dressuurwedstrijden en 86 in springwedstrijden.
In 2020 heeft Principaal een dressuurindex van 110 met een betrouwbaarheid van 72% en een springindex van 69 met een betrouwbaarheid van 69 %.
1.1.1.2. Vosmaer KWPN 354 Stb
Vosmaer KWPN (V. Formateur Sgldt) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 25 mei 1979 geboren en is gefokt door F.C.P. Textor uit Leusden, dat bij Amersfoort in de provincie Utrecht ligt.
De moeder van Vosmaer is de donkerbruine stermerrie Korine KWPN (1969, V. Epigoon Sgldt) en tweede moeder is de zwarte Edelweiss Sgldt ster (1963, V. Simon Bolivar Sgldt).
Vosmaer heeft een zeer gemengde afstamming. Gerekend over acht generaties bevat zijn afstamming 25 % Oldenburgs bloed, 19,5 % Holsteins bloed, 14,1 % Gelders bloed, 14,1 % Trakehner bloed, 9,4 % Selle Français bloed, 4,7 % Gronings bloed en 2,3 % Engels volbloed.
Vosmaer is op de KWPN-hengstenkeuring 1982 in Utrecht als hengst in het basistype aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen,
In het voorjaar van 1982 heeft Vosmaer in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek voor hengsten van het basistype.
Over zijn prestaties is gerapporteerd dat hij zeer attent, opgewekt, vriendelijk, speels en eerlijk is. Hij heeft een goed humeur, maar is ook brutaal en eigenzinnig en gaat graag zijn eigen gang. Aan het begin van het onderzoek is Vosmaer nog groen. Hij gedraagt zich onder het zadel geheel anders dan in het tuig. Hij geeft onder het zadel graag een bok weg en heeft weinig zin om te werken. In het tuig is hij zeer betrouwbaar en altijd opgewekt. Vosmaer is snel afgeleid.
De stap en draf hebben voldoende regelmaat maar zijn matig ruim. Vooral in het eerste deel van het onderzoek houdt hij zijn achterbeen zowel in stap als in draf te recht. Later is dat verbeterd. De galop is de minst sterke gang. Hij gebruikt in galop zijn achterhand te weinig. De hengst beweegt zich in alle gangen economisch. Hij presteert voor de slede goed. In terrein is hij braaf en gewillig en geeft een mooi beeld. Vosmaer heeft een zeer levendig orenspel. Hij heeft plezier in het werk en ervaart het werk als zeer licht. Hij heeft voldoende bereidheid om te werken.
Zijn prestaties zijn gewaardeerd met een zes voor de stap, zevens voor de draf en galop en 6.85 punten voor de rijproef. Een 7,5 voor de menproef; een 8,5 voor de trekproef en een 9,5 voor de aangespannen terreinproef. Het karakter is gewaardeerd met een acht, het stalgedrag met een negen en het trainingsgedrag met een acht.
Bij de eindbeoordeling heeft de jury de volgende opmerkingen gemaakt:
Rijproef: in stap tegen telgang aan, goed in draf en galop.
Menproef: gewillig en betrouwbaar, af en toe scheve staart.
Trekproef: goede trekhouding, zeer gewillig, soms scheve staart.
Aangespannen terreinproef: zeer goede verrichting.
Ruim voldoende aanleg als dressuurpaard, veel aanleg als menpaard.
Stalgedrag rustig.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Vosmaer goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.
In augustus 1984 zijn twaalf veulens van Vosmaer door het KWPN beoordeeld, Daarover heeft het KWPN gerapporteerd dat van Vosmaer goed tot best ontwikkelde veulens zijn getoond. De veulens waren typisch van bouw en zeer uniform in exterieur en beweging.
Het hoofd is voldoende gemodelleerd en droog, bij de aangewezen veulens soms iets lang. De uitdrukking van het hoofd is vriendelijk. De halzen bleken voldoende lang te zijn, maar er was nog wel eens sprake van een even diepe aanzet en wat minder rijke bovenlijn-bespiering. De schoft is lang en goed geprononceerd. Lengte en ligging van de schouder zijn over het algemeen goed. Bij de aangewezen veulens was de rug soms iets lang: bij de uitgezochte veulens was dat beter. De lendenpartij is voldoende gespierd en aangesloten. De croupe heeft voldoende breedte en bespiering. Het voorbeen bleek in het algemeen goed gesteld te zijn met een best ontwikkelde voorknie. Het achterbeen is goed gesteld. Het spronggewricht kon soms wat netter afgewerkt zijn. De kwaliteit van het beenwerk is goed.
De stap is voldoende ruim met weinig buiging in de sprong. Het drafmechanisme is zeer uniform. De veulens gingen zonder uitzondering gemakkelijk met veel ruimte, veel schoudervrijheid, best gebruik van het achterbeen, daarbij bleken ze over cadans en ritme in de draf te beschikken.
Vosmaer is na het dekseizoen 1985 verkocht naar de Verenigde Staten.
In de Verenigde Staten is Vosmaer door Chelsey Sibley uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden.
Vosmaer is in de jaren 1982 – 1985 in Nederland voor de fokkerij beschikbaar geweest op het hengstenstation van de gebroeders Bles in Babberich.
Hij heeft in die tijd 85 merries gedekt en daaruit zijn 57 veulens geregistreerd.
Het KWPN heeft 22 dochters van Vosmaer als fokmerrie opgenomen in het stamboek. Eén dochter heeft het elite predicaat ontvangen, twee dochters zijn keurmerrie geworden en acht dochters zijn stermerrie geworden. Daarnaast heeft één dochter het preferentschap behaald en zijn twee dochters prestatiemerrie geworden.
Dochter Faire Thee Well KWPN-NA prestatie, 1987, vos, MV. Commandant Sgldt, is de moeder van de hengst Kamuela KWPN-NA (1992, V. Rubinstein Holst), die is goedgekeurd door het Internationale Oldenburger stamboek in Noord-Amerika (ISR).
Van zijn nakomelingen zijn Exact KWPN, ruin, 1986, bruin, MV. Staalmeester NWP, fokker J.A. Moore en en E. Searl en IJsselmeer KWPN-NA, hengst, 1990, vos, MV. Taxateur KWPN, uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden.
1.1.1.3. Wagenaar KWPN 528003198001673 Stb.
Wagenaar KWPN (V. Formateur Sgldt) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 26 maart 1980 geboren en is gefokt door S.J. van Santen uit Lelystad.
De moeder van Wagenaar is de vos merrie Rucretia KWPN ster prestatie (1975, V. Liguster KWPN).
Volgens een KWPN rapport is Rucretia een royaal gebouwde, mooi gelijnde, soortige merrie. Ze is vriendelijk en heeft een mooie staartdracht. De achterbenen zijn correct gesteld en hebben prima ontwikkelde spronggewrichten. De ligging van de schouder is steil en hetzelfde geldt voor de stand van de voorbenen. Dat verklaart de weinige schoudervrijheid en de wat stugge stap. De draf van de merrie is matig krachtig met wat weinig zweefmoment.
Tweede moeder van Wagenaar is de vos Lucretia KWPN (1970, V. Heidelberg Holst).
Gerekend over acht generaties heeft Wagenaar een afstamming met 21,9 % Holsteins bloed, 21,1 % Oldenburger bloed, 20,3 % Engels volbloed, 13,3 % Trakehner bloed en 13,3 % Selle Français bloed.
Wagenaar is tijdens de KWPN-hengstenkeuring 1983 in Utrecht uitgenodigd om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen. Tijdens de keuring is de hengst uitgeroepen tot reserve-kampioen van zijn jaargang. Het KWPN heeft gemeld dat Wagenaar een aansprekend model met een goed rijpaardtype heeft. De schouder zou nog even schuiner kunnen liggen. De voorstand is iets steil.
Wagenaar heeft in het voorjaar van 1983 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarover is gerapporteerd dat Wagenaar een zeer vrolijke, jolige en opgewekte hengst is met een uitstekend humeur. Hij is vriendelijk, gehoorzaam, attent en eerlijk. Aan het begin van het onderzoek is de hengst nog groen. Wagenaar loopt graag met opgeheven hoofd en hals en een weggedrukte rug, waardoor hij draagkracht tekort komt. Hij laat zich goed bewerken en is door zijn ruiter tot voldoende ruggebruik te brengen. Zijn bewegingen stralen weinig kracht uit.
De stap is voldoende ruim maar neigt soms naar telgang. De draf is eveneens voldoende ruim. De draf is regelmatig maar weinig krachtig.
De galop is regelmatig, ruim en ontspannen met een mooie balans. Wel zou de galop krachtiger kunnen zijn.
Wagenaar toont bij het springen onder het zadel een goed oog op de sprong te hebben en springt zuinig. Bij het vrij springen is hij attent en maakt hij ruime sprongen. Hij springt met veel inzet.
In terrein werkt hij met veel plezier. Hij is handig en toont souplesse. Voor de slede presteert hij braaf.
Wagenaar heeft veel bereidheid om te werken en veel plezier in het werk. Hij ervaart het werk als zeer licht. Hij is looplustig en heeft een levendig orenspel.
Bij de eindbeoordeling heeft de verrichtingsjury de volgende opmerkingen gemaakt:
Rijproef: regelmatige verrichting met een sterke galop, draaft weinig krachtig.
Springen ohz: attent, maar zou door moeten galopperen.
Vrij springen: voldoende vermogen, zeer attent, houdt het hoofd te hoog.
Aangespannen proef: ijverig, geen ideale trekhouding.
Terreinproef: houdt in steeple het hoofd te hoog; is in cross attent, doet het werk met veel gemak.
Wagenaar heeft voldoende aanleg als dressuurpaard en veel aanleg als spring- en terreinpaard. Hij heeft een rustig stalgedrag.
Zijn prestaties tijdens het onderzoek zijn gewaardeerd met 6,5 punten voor de stap en voor de draf; acht punten voor de galop en 7,1 punten voor de rijproef. Acht punten voor zowel het vrij springen als het springen onder het zadel, 7,5 punten voor de terreinproef en voor de aangespannen proef. Het karakter, het stalgedrag en het trainingsrapport zijn alle drie gewaardeerd met negen punten.
Aan het verrichtingsonderzoek 1983 hebben 32 hengsten deelgenomen, waarvan er tien tijdens het onderzoek zijn uitgevallen.
Volgens een door de verrichtingsjury aangehouden niet-officiële ranglijst heeft Wagenaar het onderzoek als vierde afgesloten.
Van de 22 hengsten die aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen heeft het KWPN er veertien, waaronder Wagenaar, goedgekeurd en ingeschreven in het stamboek.
In augustus 1985 heeft het KWPN een groep van twaalf veulens van Wagenaar beoordeeld. Daarover is gemeld dat de ontwikkeling van de veulens voldoende tot goed is. Het zijn sterk gebouwde, rijtypische, iets hoogbenige en met een rijke voorhand uitgeruste veulens, die een uniforme collectie vormden.
Het hoofd is goed van vorm en sprekend. De goed gevormde halzen worden mooi gedragen. Soms komen ze iets diep uit de borst, maar in draf valt dat niet meer op. De nek is goed van vorm en lengte. De schoft is lang maar moet zich nog meer vormen. De schouder is goed van ligging en ontwikkeling. Rug- en lendenpartij zijn voldoende sterk en aangesloten. De sterk gespierde croupe is iets rond van vorm en de broekspier zou langer door kunnen lopen. Het voorbeen is goed gesteld met een goed ontwikkeld kniegewricht. De koot is nog wel eens steil en stug. Ook het achterbeen is goed gesteld met goed ontwikkelde, brede spronggewrichten. De kwaliteit van het beenwerk is goed. De stap is kort en mist de souplesse. Met name bij de aangewezen veulens was er veelal sprake van een stugge stap. De draf is best met veel cadans en goede onderbrenging, maar soms vóór iets stekend. De veulens presenteren zich goed.
Kort samengevat: sterk gebouwde, rijtypische veulens met bemerking op de stap en met een beste draf.
In 1987 en 1988 is Wagenaar niet beschikbaar geweest voor de fokkerij en in hij ingezet in de springsport.
In 1989 heeft Bert Romp (NED) met Wagenaar deelgenomen aan het Nederlandse Kampioenschap Springen in Arnhem, waarbij de vierde plaats is behaald.
Tegen het einde van 1989 is Wagenaar verkocht naar Zweden.
In 1995 is hij opnieuw op de KWPN-hengstenkeuring aangeboden en goedgekeurd. Wagenaar is daarop is 1995, 1996 en 1997 weer actief geweest in de fokkerij en is in de loop van 1997 verkocht naar Zwitserland. Daar is hij een succesvolle fokhengst geworden. In 2015 was bij de Zwitserse staatsstoeterij in Avenches nog diepvriessperma van Wagenaar beschikbaar.
Naar aanleiding van de beoordeling/rapportage van zijn 11-jarige nakomelingen heeft het KWPN in 1998 de reeds geëxporteerde Wagenaar definitief goedgekeurd.
Tijdens zijn fokkerij-activiteiten in Nederland heeft Wagenaar steeds op het hengstenstation van A. Jespers in Oosteind gestaan.
Wagenaar heeft 345 merries gedekt en daaruit heeft het KWPN 133 hengstveulens en 121 merrieveulens geregistreerd.
Van de dochters zijn er 71 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder twee elitemerries, zes keurmerries en zestien stermerries.
Twee dochters hebben het predicaat preferent ontvangen en twee dochters zijn prestatiemerrie geworden.
Het Zweedse stamboek heeft 10 nakomelingen van Wagenaar geregistreerd en de Sporthorse database noemt 47 nakomelingen die in Zwitserland zijn geregistreerd.
Twee dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Ieni KWPN keur preferent prestatie, 1990, vos, MV. Jasper, is de moeder van de hengsten Apple Jack KWPN (1994, V. Jus de Pomme BWP) en Nobility KWPN (1995, V. Lux Z Hann). Apple Jack is goedgekeurd door het Oldenburg-International stamboek en Nobilty door het KWPN en
Inpari Z KWPN, 1990, bruin, MV. Nimmerdor KWPN, is de moeder van de hengst Mywill KWPN (1994, V. Goodwill Holst), die is goedgekeurd door het Wielkopolska stamboek,
Enkele nakomelingen van Wagenaar zijn uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden. Voorbeelden daarvan zijn:
Dakota KWPN, ruin, 1985, MV. Pandoer KWPN, ruiter Johan Rockx (BEL);
Hiscox Deveraux KWPN, ruin, 1985, vos, MV. Epigoon Sgldt, ruiter Richard Davison (GBR);
Furie KWPN , ruin, 1987, vos, MV. Karaat KWPN, ruiter Florent Scalliet (FRA)l.
Volgens gegevens van Horsetelex zijn drie nakomelingen van Wagenaar uitgebracht in 1.60 springwedstrijden:
San Patrignano Nikita KWPN (Floshje), merrie, 1987, MV. onbekend en
Wotan ZCVH, ruin, 2000, schimmel, MV. San Fernando SF, ruiters Holger Wulschner (GER) en Vladimir Tuganov (RUS).
Wolga Queen CH ZVCH, merrie, 1999, schimmel, MV. Wellington KWPN, is door Raphael Jud (SUI) in 1,.50 m wedstrijden uitgebracht.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel van Wagenaar komt naar voren dat de nakomelingen vaker dan gemiddeld in het vierkantmodel staan, en/of een strak verloop van rug en lendenen hebben en/of een bokbenige stand van het voorbeen hebben.
In 2020 heeft Wagenaar een dressuurindex van 117 met een betrouwbaarheid van 87 % en een springindex van 107 met een betrouwbaarheid van 87 %.
1.1.2. Palermo NWP 1532 / Gijsbrecht 1379 Sgldt / DE333330464865
Palermo NWP (V. Polaris Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 169 cm
Hij is in 1965 geboren en is gefokt door J.L. Westerdijk uit Uithuizen, dat in het noorden van de provincie Groningen ligt.
De moeder van Palermo is de bruine merrie Freiminka II NWP ster preferent (1950, V. Feiner Kerl I Oldbg). Zij is ook de moeder van de door het NWP goedgekeurde broers Fortuin NWP (1955, V. Formaat Oldbg), Flamingo NWP (1956) en Flevo NWP (1957).
Tweede moeder van Palermo is de bruine Freiminka Oldbg model preferent (1944, V. Godin Oldbg).
Gerekend over acht generaties heeft Palermo een afstamming met 50 % Oldenburgs bloed, 25 % Holsteins bloed en 20,3 % Trakehner bloed.
Palermo is in 1969 goedgekeurd door het NWP en door het VLN, waarbij het VLN de hengst Gijsbrecht heeft genoemd. Die naam is echter nauwelijks gebruikt en toen na de fusie van NWP en VLN het nieuw ontstane KWPN twee nakomelingen van de hengst registreerde is de naam Palermo gebruikt.
Palermo is maar één jaar in Nederland beschikbaar geweest voor de fokkerij.
De hengst is vervolgens in de sport uitgebracht door Johan Heins (NED) en is verkocht aan Paul Schockemöhle (GER). In Duitsland is Palermo tot en met 1977 door Wolfgang Kun (GER) uitgebracht in nationale springconcoursen. Ook is aan internationale wedstrijden in Hickstead, Wembley en Geesteren deelgenomen.
Palermo heeft in Duitsland een winsom van € 2.649.
Van 1979 tot 1988 is Palermo in Duitsland ingezet voor de fokkerij, waarbij vrijwel alle nakomelingen zijn geregistreerd door het Oldenburger stamboek.
Het KWPN heeft twee nakomelingen van Palermo geregistreerd en in Duitsland zijn negentien nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard.
De in Duitsland geregistreerde nakomelingen hebben samen € 53.534 gewonnen.
1.1.3. Portorico NWP 1547
Portorico NWP (V. Polaris Holst) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 4 april 1966 geboren en is gefokt door N. Sterenborg uit Onstwedde, dat ruim 5 km ten noordoosten van Stadskanaal in het zuidoosten van de provincie Groningen ligt.
De moeder van Portorico is de merrie Erna NWP model preferent (1957, V. Ludo Oldbg). Zij is een zuster van de hengst Lorenz Oldbg (1952) en de tweede moeder van de hengst Klaroen KWPN (1969, V. First Trial xx). Lorentz is goedgekeurd door het Oldenburger- en het Oostfriese stamboek.
Tweede moeder van Portorico is Ernira II Oldbg staatspremiemerrie (1942, V. Der Oldenburger Oldbg).
Gerekend over acht generaties heeft Portorico een afstamming met 46,1 % Oldenburgs bloed, 25,0 % Holsteins bloed, 20,3 % Trakehner bloed en 7,0 % Engels volbloed.
Portorico is in 1969 goedgekeurd door het NWP en heeft alleen in 1969 gedekt. Het KWPN heeft zes nakomelingen van hem geregistreerd, waaronder zijn zoon Lambiek KWPN (1970).
1.1.3.1. Lambiek KWPN 80 Stb
Lambiek KWPN (V. Portorico NWP) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is op 23 april 1970 geboren en is gefokt door A.P. Buma uit Drogeham, dat tussen Drachten en Buitenpost in het noordoosten van de provincie Friesland ligt.
De moeder van Lambiek is de merrie Wiada NWP model preferent (1965, V. Porter Holst). Zij is ook de moeder van de hengst Jaspis KWPN (1983, V. Jasper KWPN), die is goedgekeurd door het Tsjechische stamboek.
Tweede moeder van Lambiek is Iefke NWP model (1959, V. Sinaeda NWP).
Lambiek is ingeteeld op de hengst Polarfürst, die in zijn afstamming twee keer voorkomt als zijn overgrootvader en daarmee een inbreng heeft van 25 % in zijn erfelijke eigenschappen.
Gerekend over acht generaties heeft Lambiek een afstamming met 32,8 % Oldenburgs bloed, 31,3 % Holsteins bloed en 23,4 % Trakehner bloed. Het aandeel Engels volboed in de afstamming bedraagt 1,6 %.
Lambiek is op de KWPN hengstenkeuring 1973 in Utrecht als achttiende geplaatst van de 22 goedgekeurde driejarige hengsten. Hij is voor één jaar goedgekeurd voor de fokkerij en daarbij aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen. Het KWPN heeft opgemerkt dat Lambiek een sterke hengst is met idem bewegingen. De totaalindruk kon iets edeler zijn. De bloedopbouw van Polaris x Porter is interessant.
Lambiek heeft van 9 september tot en met 9 november 1973 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. Voor zijn prestaties is hij gewaardeerd met 7,21 punten voor de rijproef, acht punten voor het vrij springen, zes punten voor het springen onder de man, negen punten voor de aangespannen proef, zes punten voor de terreinproef, acht punten voor het karakter en negen punten voor het trainingsrapport. Daarmee heeft Lambiek een puntentotaal van 155,63 punten gescoord.
Bij de eindbeoordeling heeft de verrichtingsjury opgemerkt dat Lambiek een goede betrouwbare rijproef heeft getoond. Hij is wat zwaarmoedig in zijn beweging; vooral in stap en galop. Lambiek is een voldoende springer met een goede bascule. Hij sprong een slordig parcours met nogal wat verzet. In het terrein heeft hij een eenvoudige, iets zwaarmoedige verrichting laten zien. In de training kreeg hij, naarmate de training vorderde, meer plezier in het werk. Het gedrag voor de slede is normaal met een goed humeur. Bij het opzadelen is Lambiek rustig.
Lambiek heeft een goed, eerlijk karakter. Het is een braaf paard, dat voor iedereen is te rijden. Het gedrag op stal bij het verzorgen en voeren is normaal. Hij heeft geen stalondeugden.
In 1973 hebben 25 hengsten deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek. Eén hengst heeft het onderzoek wegens kreupelheid niet kunnen afmaken en vier hebben door veterinaire problemen een uitgestelde eindbeoordeling afgelegd.
Lambiek heeft het onderzoek als elfde afgesloten.
Op de KWPN-hengstenkeuring 1974 is Lambiek als achttiende geplaatst van de achttien rijpaardhengsten die het vorige jaar aan het verrichtingsonderzoek hadden deelgenomen. Daarbij heeft het stamboek opgemerkt dat Lambiek een sterk gebouwde hengst met een goede breedte en diepte is. Hij zou meer klasse moeten hebben.
In augustus 1976 heef het KWPN een volledige collectie nakomelingen (veulens, enters en twenters) van Lambiek beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de veulens in het algemeen goed waren ontwikkeld, maar te weinig rijtypisch waren. Daarnaast bezat het beenwerk in meerdere gevallen niet de vereiste klasse. Deze opmerkingen golden ook voor de enters waarbij nog wordt opgemerkt dat de bewegingen vrijer uit de schouder zouden moeten komen en de achterhand meer zou moeten stuwen.
Naar aanleiding van het afstammelingen onderzoek is Lambiek afgekeurd voor de fokkerij.
Lambiek heeft in de jaren 1973 – 1976 155 merries gedekt en dat heeft geleid tot 79 geregistreerde veulens.
Het KWPN heeft van Lambiek zestien dochters als fokmerrie ingeschreven in het stamboek. Twee merries hebben het keurpredicaat behaald en twee andere merries zijn stermerrie geworden.
1.2. Porter Holst DE321210378759 / 1468 NWP
Porter Holst (V. Polarfürst Holst) is een bruine hengst net een stokmaat 165 cm. Hij is geboren op 15 april 1959 en is gefokt door W. Schröder uit Kleinwisch, dat circa 15 km ten zuidwesten van Itzehoe in Sleeswijk-Holstein ligt.
De moeder van Porter is de donkerbruine merrie Bedera Holst (1943, V. Heimburg Holst). Zij is ook de moeder van de hengsten Falkonet Holst (1949, V. Falstaff Holst), Herbrugg Holst (1957, V. Herrscher SWB) en zijn broer Herwin Holst (1958). Falkonet en Herwin zijn goedgekeurd door het Holsteinse stamboek en Herbrugg is goedgekeurd door het Zwitserse ZVCH-stamboek.
Tweede moeder is de donkerbruine Nachod Holst (1936, V. Nordmark Holst), die ook de moeder is van de hengst Heidelberg Holst (1941, V. Heimburg Holst). Heidelberg is onder andere de vader van de hengst Normann Holst (1949), die in Nederland door het VLN is goedgekeurd.
Gerekend over acht generaties heeft Porter aan afstamming met 46,9 % Holsteins bloed, 31,3 % Trakehner bloed en 14,8 % Engels- en Arabisch volbloed.
Porter is in het najaar van 1961 goedgekeurd door het Holsteins stamboek. In 1962 heeft hij in Westercelle met een voldoende resultaat een bedrijfsproef afgelegd.
Eind 1962 is Porter door een groep NWP-fokkers gekocht en naar Nederland gehaald
Op de NWP-hengstenkeuring 1963 in het Groninger Stadspark had hij concurrentie van twee andere importen uit Holstein, te weten Polaris Holst (V. Polarfürst Holst) en Farn Holst (V. Fax I Holst). Alle drie hengsten zijn destijds goedgekeurd.
In 1963 heeft Porter in Nederland een bedrijfsproef afgelegd en daarvoor een 1B certificaat behaald (1A was het hoogste certificaat). Van de drie hengsten die de proef aflegden, werd Porter eerste in de zadelproef en derde in de proef voor de boerenwagen.
Porter is tot zijn dood in 1983 actief geweest in de Nederlandse fokkerij. Van hem zijn in Nederland 542 veulens geregistreerd en daarvoor tenminste twee in Duitsland.
Volgens de KWPN database zijn 114 dochters van Porter als fokmerrie ingeschreven in het stamboek. Vijftien dochters hebben het keurpredicaat behaald en 39 het sterpredicaat. Daarnaast hebben 22 merries voldaan aan de eisen voor het preferentschap en zijn negen dochters prestatiemerrie geworden.
Acht dochters van Porter zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Wanna NWP model preferent, 1965, MV. Sinaeda NWP, is de moeder van de hengst Volkoorn Oldbg (1975, V. Vollkorn xx), die is goedgekeurd door het BWP;
Wiada NWP model preferent, 1965, MV. Sinaeda NWP, is de moeder van de hengsten Jaspis KWPN (1983, V. Jasper KWPN) en Lambiek KWPN (1970, V. Portorico NWP, zie hfdst. 1.1.3.1.). Jaspis is goedgekeurd door het Tsjechische stamboek en Lambiek door het KWPN;
Adette NWP, 1967, donkerbruin, MV. Flevo NWP, is de moeder van de hengst Orvil KWPN (1973), die is goedgekeurd door het KWPN;
Moniek KWPN, 1971, MV. Equator Sgldt, is de moeder van de hengst Solist (1976, V. Rigoletto Holst), die 1979 door het KWPN is goedgekeurd, maar is uitgevallen bij het verrichtingsonderzoek. Later is hij onder de naam Secundus KWPN goedgekeurd door het Schotse Sportpaarden stamboek;
Porta KWPN ster preferent, 1974, vos, MV. Marco Polo Trak, is de moeder van de hengst Rancouver KWPN (1979, V. Romadour II Westf), die is goedgekeurd door het NRPS en het Wielkopolska stamboek;
Rowillie KWPN keur preferent prestatie, 1975, MV. Graaf Oregon Sgldt, is de moeder van de hengst Olivier KWPN (1996, V. Idocus KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN, het BWP, het Oldenburger- en het KWPN-Noord Amerika stamboek;
Utopia KWPN keur preferent prestatie, 1978, donkerbruin, MV. Cartoonist xx, is de moeder van de hengst Fidelio KWPN (1999, V. Ferro KWPN), die is goedgekeurd door het NRPS en
Veronica KWPN ster preferent, 1979, donkerbruin, MV, Kunstenaar KWPN, die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek.
Van Porter zijn de zonen Parool NWP (1964), Proost NWP (1965), Posthoorn NWP (1966) en (M.)Pershing KWPN (1971) goedgekeurd voor de fokkerij.
De bijdragen van Parool en Posthoorn aan de fokkerij zijn gering. Zij worden hieronder kort aangestipt. De hengsten Proost en M.Pershing worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.
De hengst Parool 1524 NWP (MV. Folkert Oldbg) is in 1967 goedgekeurd door het NWP. Hij heeft in 1968 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van negen weken. Daarbij heeft hij 7,9 punten gescoord voor de trekproef, 7,4 punten voor een dressuurproef, 5,5 punten voor het prestaties bij het springen en in het terrein en zeven punten voor het stalgedrag.
Parool is tot en met 1970 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Het KWPN heeft 12 nakomelingen van Parool geregistreerd.
Zijn dochter Delly NWP ster , 1968, MV. Mirko NWP, is de moeder van de hengst Neon KWPN (1972, V. Uppercut xx), die voor één jaar door het KWPN is goedgekeurd, maar niet aan een verrichtingsonderzoek heeft deelgenomen.
De hengst Posthoorn NWP (MV. Olaf van Wittenstein Sgldt) is een zwarte hengst met eens stokmaat van 170 cm. Hij is in 1970 goedgekeurd door het NWP en heeft in de nazomer van 1970 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van acht weken. Hij behaalde zes punten voor de (voeder)conditie, 5,53 punten voor de dressuurproef, zes punten voor het vrij springen en voor het springen onder het zadel, 6,8 punten voor de trekproef, zes punten voor de terreinrit en vier (!) punten voor de algemene indruk. In totaal behaalde Posthoorn slechts 112,99 punten. Mede daardoor is Posthoorn in 1971 niet meer beschikbaar voor de fokkerij. Van Posthoorn zijn vijf nakomelingen geregistreerd.
Van de nakomelingen van Porter is de schimmel ruin Upperten KWPN, 1978, MV. First Trial xx, uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden.
In de springsport is donkerbruine hengst Pershing KWPN, 1971, , MV, Courville xx, (zie hfdst. 1.2.2.) door Johan Heins (NED) in internationale 1,60 m.-springconcoursen uitgebracht.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel van Porter blijkt dat naar verhouding veel Porter-nakomelingen een lange hals hebben.
In 2020 heeft Porter een dressuurindex van 82 met een betrouwbaarheid van 77 % en een springindex van 73 met een betrouwbaarheid van 75 %.
1.2.1. Proost 1531 NWP
Proost NWP (V. Porter Holst) is een zwarte hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 16 april 1965 geboren en is gefokt door S. de Boer uit Zwagerveen, dat circa 10 km ten zuidoosten van Dokkum in het noordoosten van de provincie Friesland ligt.
De moeder van Proost is de zwarte merrie Kootje NWP model preferent (1948, V. Nico DPS) en tweede moeder is de zwarte Sophie NWP (1942, V. onbekend). De moederlijn van Proost is verder onbekend.
Gerekend over acht generaties is 25 % van de afstamming van Proost onbekend. Verder wordt de afstamming voor 24,2 % gevormd door Holsteins bloed, 22,7 % Oldenburgs bloed, 20,3 % Trakehner bloed en 4,7 % Engels- en Arabisch volbloed.
Proost is in 1968 goedgekeurd door het NWP en heeft in de herfst van 1968 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. Daarbij heeft hij 6,25 punten behaald voor de (voeder)conditie, 7,13 punten voor de dressuurproef, vijf punten voor het vrij springen, zeven punten voor het springen onder het zadel, 5,6 punten voor de trekproef, 7,5 punten voor de terreinproef en zeven punten voor de algemene indruk. Proost behaalde in totaal 129,44 punten.
Aan het onderzoek is deelgenomen door acht NWP-hengsten, waarvan Proost het onderzoek als zevende heeft afgesloten.
In 1968 hebben een aantal VLN-hengsten in Emmeloord en Voorst deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek, maar die onderzoeken hadden een leegte van zes weken terwijl het onderzoek in Sleen een lengte had van negen weken.
Proost is tot en met 1972 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van de hengst zijn 24 nakomelingen geregistreerd.
Zijn dochter Oberina KWPN, 1973, MV. Safari NWP, is de moeder van de hengst Otto KWPN (1984, V. Orlando Marienhoj DOA), die is goedgekeurd door Het Groninger Paard.
1.2.2. M.Pershing KWPN 315 Stb.
Pershing KWPN (V. Porter Holst) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 8 april 1971 geboren en is gefokt door R. Hardenberg uit Dorkwerd, dat enkele kilometers ten noorden van de stad Groningen ligt.
De moeder van Pershing is de vos merrie Ibea KWPN keur (1967, V. Courville xx) en tweede moeder is Bea Sgldt ster preferent (1960, V. Landheer Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Pershing een afstamming met 29,7 % Engels- en Arabisch bloed, 25 % Holsteins bloed, 20,3 % Trakehner bloed en 12,5 % Gelders bloed.
Pershing is door Johan Heins in 1980 en 1981 in internationale springconcoursen uitgebracht. De hengst is op de KWPN-hengstenkeuring 1982 in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij mits hij een kort durend karakter- en gedragsonderzoek met voldoende resultaat zou afleggen.
Het KWPN heeft gemeld dat de hengst een voldoende model heeft, maar even lang in de rug is. In het hoofd mist hij de adel. De bouw en de stand van het achterbeen zijn niet onberispelijk. De bovenlijn zou even sterker kunnen zijn.
Omdat het KWPN een systeem aanhoudt dat de naam van een paard moet beginnen met de letter die is verbonden aan het geboortejaar van een paard en de hengst als springpaard bekend stond onder de naam Pershing, heef het KWPN hem M.Pershing genoemd, want alle KWPN-paarden die in 1971 zijn geboren dienen een naam te hebben die met de letter M begint.
Daarop heeft M.Pershing in maart 1982 in Ermelo aan een onderzoek van drie weken deelgenomen. Daarover is gerapporteerd dat M.Pershing een zeer angstige, snel gespannen hengst is, die onvriendelijk aandoet. De hengst had voor het onderzoek reeds aan internationale springwedstrijden deelgenomen.
Tijdens de lichte werkzaamheden die van hem zijn gevraagd, gedraagt hij zich bij op- en afstijgen zeer gespannen. Naarmate het onderzoek vordert neemt die spanning enigszins af maar blijft wel duidelijk aanwezig. Ook tijdens het rijden blijft hij gespannen en pleegt hij af en toe verzet. Hij is vervelend als zijn ruiter een karwats bij zich heeft. De hengst heeft voldoende bereidheid om te werken. Hij heeft geen mooi orenspel en laat dikwijls het wit van zijn ogen zien.
Bij aankomst in het onderzoekcentrum heeft hij een goede voedingstoestand, die tijdens het onderzoek hetzelfde is gebleven.
In de eerste week van het onderzoek is hij angstig op stal en draait hij weg van zijn verzorgers. Bij het naderen trekt hij de oren in de nek. Dit verbetert enigszins in de loop van het onderzoek. Overigens heeft de hengst een rustig stalgedrag.
Het karakter van M.Pershing is gewaardeerd met een zes en het trainingsgedrag met een zeven.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN M.Pershing toegelaten tot de fokkerij.
In augustus 1983 heeft het KWPN tien, voor een deel a-select aangewezen. veulens van M.Pershing beoordeeld. Daarover is gemeld dat het een collectie veulens was met voldoende uniformiteit, met name in de groep uitgezochte veulens. De groep aangewezen veulens was enigszins wisselend. De gehele collectie overziende moet gezegd worden dat de veulens rijtypischer gebouwd zouden kunnen zijn.
Het hoofd kon soms iets fijner, maar is dooreen genomen correct van vorm. In enkele gevallen komt de hals iets diep weg, maar overigens is de vorm en bespiering goed. De schoft is voldoende ontwikkeld maar kon in diverse gevallen nog wel eens langer doorlopen. Ook de schouder is behoorlijk ontwikkeld, maar ligt er nog wel eens recht in. De rug kon – met name in de groep aangewezen veulens – nog wel eens gespierder zijn, de lendenpartij is daarentegen steeds sterk. De croupe zou typischer kunnen en mist ook meermalen de lengte. Het voorbeen is soms iets hol, maar vrijwel steeds goed ontwikkeld. Het achterbeen is goed gesteld, bij enkele veulens even lang. De kwaliteit van het beenwerk was goed, hard en droog.
De stap vertoont wat weinig souplesse en de achterhand zou beter onder moeten treden, de ruimte uit de schouder is wel voldoende. De draf is voldoende ruim en krachtig, maar ook hier zou de onderbrenging overtuigender kunnen zijn.
Op grond van het afstammelingenonderzoek heeft het KWPN M.Pershing gehandhaafd voor de fokkerij.
In 1986 is de beoordeling van de driejarige nakomelinge een jaar uitgesteld omdat er minder van tien driejarige nakomelingen op keuringen zijn getoond.
In 1987 heeft het KWPN M.Pershing afgewezen voor de fokkerij op basis van fokkerij- en sportgegevens.
M.Pershing heeft in de jaren 1982 – 1987 120 merries gedekt en van de hengst zijn 81 nakomelingen geregistreerd.
M.Pershing heeft een dressuurindex van 78 met een betrouwbaarheid van 57 % en een springindex van 78 met een betrouwbaarheid van 68 %.
2. Polarkreis Trak DE309090120955
Polarkreis Trak (V. Totilas Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is geboren op 25 februari 1955 en is gefokt door het Trakehner stamboek op de stoeterij in Rantzau, dat in het noordoosten van Sleeswijk-Holstein ligt.
De moeder van Polarkreis is de vos merrie Polarlicht Trak (1949, V. Wilder Jäger Trak), Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Primo Trak (1966, V. Pregel Trak) en Polarwind Trak (1973, V. Persaldo Trak), die beiden zijn goedgekeurd door het Tralehner stamboek.
Tweede moeder van Polarkreis is de zwarte Polarfahrt Trak (1940, V. Bussard Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Polarfürst Trak (1955, V. Totilas Trak, zie hfdst. 1.) en de tweede moeder van de hengst Polar Trak (1968, V. Tornado I Trak), die beiden door het Trakehner stamboek zijn goedgekeurd.
Gerekend over acht generaties heeft Polarkreis een afstamming met 53,1 % Trakehner bloed en 29,7 % Engels- en Arabisch volbloed.
Polarkreis is in het najaar van 1957 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is daarop verkocht naar de Duitse Democratische Republiek (toenmalig Oost-Duitsland).
Daar is Polarkreis goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek.
Hij is tot en met 1971 actief geweest in de fokkerij.
De All Breed Pedigree database noemt 61 nakomelingen van Polarkreis en de database van Sporthorse-data noemt 64 nakomelingen.
Zeven dochters van Polarkreis zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Freifahrt Trak elite, 1965, vos, MV. Vegetarier Trak, is de moeder van de hengsten Freier Trak (1970, V. Neujahr Trak) en Freisinn Trak (1972, V. Ralf Trak). Freier is goedgekeurd door het Trakehner- en het DDR-stamboek en Freisinn door het Trakehner- en het Saksen-Thüringse stamboek;
Version Trak, 1966, vos, MV. Insgeheim Trak, is de moeder van de hengsten Vers I Trak (1971, V. Neujahr Trak), zijn broer Vers II Trak (1975) en Versschmied Trak (1985, V. Alarm III Trak).
Vers I is goedgekeurd door het Trakehner- en het Saksische stamboek; Vers II is goedgekeurd door het Trakehner- en het DDR-stamboek en Versschmied door het Trakehner- en het Berlijn-Brandenburgse stamboek;
Traumerei DDR, 1967, MV. Renatus SA, is de moeder van de hengst Traumgeist Sathu (1971, V. Sturmwind Trak), die is goedgekeurd door het DDR-stamboek;
Fantasie Trak, 1968, schimmel, MV. Altgesell Trak, is de moeder van de hengst Fantast Trak (1973, V. Galib Ben Afas ox), die is goedgekeurd het Trakehner- en het Saksen-Anhalt stamboek;
Gritta Trak, 1968, vos, MV. Tertzky Trak, is de moeder van de hengst Goldregen II Trak (1982, V. Altan II Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het DDR-stamboek;
Fatme Trak, 1969, vos, MV. Altgesell Trak, is de moeder van de hengst Fabulist Trak (1981, V. Ralf Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en
Perlenfischerin Trak, 1969, MV. Klingsor Trak, is de moeder van de hengst Perlentau Trak (1988, V. Egoïst Trak), die is goedgekeurd door het ZfdP.
Twaalf zonen van Polarkreis zijn goedgekeurd voor de fokkerij: Liguster II Trak (1965), Maat Trak (1965), Fernruf Trak (1966), Fels Trak (1967). Merkur Trak (1967), Fellow Trak (1968), Pamir Sachs (1968), Granat Trak (1969), Opal Trak (1969), Othello Trak (1969), Ulixes Trak (1969) en Ramses Trak (1971).
De cursief vermelde hengsten zijn voor de fokkerij van weinig belang geweest en worden hieronder kort aangestipt. De overige hengsten worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.
De hengst Liguster II Trak (MV. Markwart Trak) is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Van hem zijn slechts enkele dochters bekend en zijn zoon Lambert DDR (1969, MV. Edelfalk Oldbg). Lambert is goedgekeurd door het DDR-stamboek, Van hem is één nakomeling bekend. Liguster II is in 1971 gedood.
De hengst Fernruf Trak (MV. Klingsor Trak) is een broer van de hengsten Fels Trak (zie hfdst. 2.2.) en Fellow Trak en is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij is in de jaren 1970 – 1977 in voormalig Oost-Duitsland ingezet voor de fokkerij. Van hem zijn vijf nakomelingen bekend, die zijn geregistreerd bij het Saksische-, Saksen-Thüringse-, Berlijn-Brandenburgse- of DDR-stamboek, maar niet bij het Trakehner stamboek.
De hengst Merkur Trak (MV. Altgesell Trak) is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij is van 1970 tot en met 1976 beschikbaar geweest voor de fokkerij. In Duitsland zijn dertien nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 5.015.
De hengst Fellow Trak (MV. Klingsor Trak) is een broer van de hengsten Fernruf Trak en Fels Trak (zie hfdst. 2.2.). Hij is goedgekeurd door het Trakehner stamboek, maar van hem zijn geen nakomelingen bekend.
De hengst Ramzes Trak (MV. Altgesell Trak) is goedgekeurd door het Trakehner- en het Saksische stamboek. Van Ramzes is één nakomeling geregistreerd als wedstrijdpaard.
2.1. Maat Trak DE309090125265
Maat Trak (V. Polarkreis Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is op 29 december 1964 geboren en is gefokt door de VEG Graditz. Graditz ligt bij Torgau in het noorden van Saksen.
(VEG is de afkorting voor “Volkseigenes Gut”, een collectieve staatsboerderij in voormalig Oost-Duitsland, die was opgezet naar het voorbeeld van de sovchozen in de Sovjet Unie. bron Wikipedia)
De moeder van Maat is de vos merrie Malina Trak (1960, V. Altgesell Trak) en tweede moeder is de schimmel Malve Trak (1940, V. onbekend). De verdere moederlijn is onbekend.
Gerekend over acht generaties heeft Maat een afstamming met 42,2 % Trakehner bloed, 25 % Engels- en Arabisch volbloed en 26,6 % onbekend bloed dat acceptabel is voor de Trakehner fokkerij (Engels-, Arabisch-. Shagya- of Berber volbloed, Trakehner bloed, Oost Pruisisch bloed of Pruisisch bloed).
Maat is in1968 goedgekeurd door het Trakehner- en het DDR-stamboek. Hij is tot en met 1985 actief geweest in de fokkerij. Met gebruik van diepvriessperma zijn op de Kirov- en Ryazan stoeterijen in Rusland ook nakomelingen van hem gefokt.
Van Maat zijn drie zonen bekend die actief zijn geweest in de fokkerij: Haimat Rustrak, Marko Meckl (zie hfdst,. 2.1.1.) en Temp Trak Rustrak (zie hfdst. 2.1.2).
Haimat Trak, 1976, stokmaat 165 cm, bruin, M. Haza Rustrak, MV. Hrisolit Rustrak, fokker Kirov stoeterij in Voronovo bij Tselina, dat circa 125 km ten zuidoosten van Rostov aan de Don in Rusland ligt.
Van Haimat zijn een zoon en acht dochters opgenomen in het Trakehner stamboek in Rusland.
Van Maat zijn in Duitsland 41 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 52.875 gewonnen.
De meest succesvolle nakomeling is de donkerbruine ruin Snob SA (1983, MV. Ventus SA), die door Theo Kramer (GER), Kurt Gravenmeier (GER) en Eva Deimel (GER) in de jaren 1990 – 1998 in M- en S-springconcoursen is uitgebracht. Snob heeft een winsom van € 19.850.
2.1.1. Marko Meckl DE305050341678
Marko Meckl (V. Maat Trak) is een vos hengst die in 1978 in het toenmalige Oost-Duitsland is geboren.
De moeder van Marko is de merrie Sestine Meckl (1973, V. Guam SA) en tweede moeder is Seejungfer Meckl (1967, V. Sesam Meckl).
Gerekend over acht generaties heeft Marko een afstamming met 35,9 % Hannoveraans bloed, 33,6 % Trakehner bloed en 8,6 % Engels volbloed.
Marko is in het najaar van 1981 goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek en is van 1982 tot en met 1989 actief gewest in de fokkerij.
In Duitsland zijn 51 nakomelingen van Marko geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 12.386 gewonnen.
2.1.2. Temp Rustrak N 136
Temp Rustrak (V. Maat Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is geboren op 20 januari 1980 en is gefokt door de Ryazan stoeterij in Glebkovo, dat circa 150 km ten zuidoosten van Moskou ligt.
De moeder van Temp is de vos merrie Traviata I Trak (1973, V. Tok II Trak) en tweede moeder is de vos Taganka Trak (1964, V. Gluchar Trak). Traviata is een zuster van de hengst Trotil Trak (1975, V. Tok II Trak), die in Rusland is ingezet in de fokkerij.
Gerekend over acht generaties heeft Temp een afstamming met 52,3 % Trakehner bloed en 33.6 % Engels volbloed.
Temp is van 1985 tot 2000 op de Ryazan stoeterij in Glebkovo, Rusland en de Niitra stoeterij in Vasalemma (circa 40 km ten zuidwesten van Tallinn) in Estland gebruikt voor de fokkerij.
Van Temp zijn 31 zonen en 33 dochters geregistreerd.
2.2. Fels Trak DE 309090127967
Fels Trak (V. Polarkreis Trak) is een vos hengst die in 1967 is geboren. Hij is gefokt door VEG Graditz in Graditz, dat bij Torgau in het noorden van Saksen ligt.
Fels is een broer van de goedgekeurde hengsten Fernruf Trak (1966) en Fellow Trak (1968), die weinig aan de fokkerij hebben toegevoegd.
De moeder van deze hengsten is de vos elitemerrie Feldwacht Trak (1958, V. Klingsor Trak) en tweede moeder is de vos Feldmaus Trak (1937, V. Flaggenstreit Trak).
Gerekend over acht generaties hebben de broers een afstamming met 57,0 % Trakehner bloed, 23,4 % Engels- en Arabisch volbloed en 10,9 % Oost Pruisisch bloed.
Fels is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is van 1971 tot en met 1979 in de fokkerij actief geweest. Zijn nakomelingen zijn geregistreerd door het DDR-stamboek.
In Duitsland zijn zestien nakomelingen van Fels geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van € 2.673.
2.3. Pamir Sachs DE305050129368
Pamir Sachs (V. Polarkreis Trak) is een in 1968 in het toenmalige Oost-Duitsland geboren hengst.
Zijn moeder is de merrie Sylvia Sachs (1959, V. Seltor Trak) en tweede moeder is een dochter van de hengst Schwabenstolz Badwu. Schwabenstolz is een kleinzoon van de KWPN-hengst Sion ( 1984, V. Sultan KWPN).
Gerekend over acht generaties heeft Pamir een afstamming met tenminste 46,9 % Trakehner bloed. Van de afstamming is 12,5 % onbekend.
Pamir is van 1971 tot en met 1979 actief geweest in de fokkerij in Oost-Duitsland, waarbij de nakomelingen zijn vastgelegd door het DDR-stamboek. Van Pamir zijn 28 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 8.778 gewonnen.
2.4. Granat Trak DE309090130469
Granat Trak (V. Polarkreis Trak) is een vos hengst die op 13 maart 1969 in voormalig Oost-Duitsland is geboren. Hij is gefokt door VEG Tierzucht Kölsa in Kölsa, dat ten noorden van Leipzig in het noordwesten van Saksen ligt.
De moeder van Granat is de donkerbruine merrie Grandel Trak (1956, V. Klingsor Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Grossist Trak (1979, V. Blaubart xx), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Granat is de bruine Grenzmark Trak (1940, V. Lieber Kerl Trak). Zij is ook de moeder van de broers Senar I Berl-Brand (1963) en Senar II Trak (1964) en van de broers Druse Trak (1965, V. Drusus Trak) en Greif Trak (1967). Ook is Grenzmark de tweede moeder van de hengst Griton Trak (1985, V. Altan II Trak).
Senar I is goedgekeurd door het Trakehner- en het Mecklenburgse stamboek, Senar II door het DDR-stamboek, Druse en Greif door het Trakehner stamboek en Griton door het Trakehner-, Saksische- en Berlin-Brandenburgse stamboek.
Granat is goedgekeurd door het Trakehner- en het Saksische stamboek. Hij is van 1972 tot en met 1985 actief geweest in de fokkerij.
Zijn dochter Sucrena III Sathu, 1981, MV. Sekundant Hann, is de moeder van de hengst Germanus Sathu (1991, V. Glistan Berl-Brand), die is goedgekeurd door het Saksen-Thüringse stamboek.
Zijn zonen Golf Sachs (1973), Gardo SA (1980) en Gilbert DDR (1982) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.
In Duitsland zijn 22 nakomelingen van Granat geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 42.185.
De meest succesvolle nakomeling is de zwarte ruin Greco (1978, MV. onbekend), die veertien overwinningen heeft behaald in klasse S-springconcoursen en een winsom heeft van € 29.963.
2.4.1. Golf Sachs DE305050134673
Golf Sachs (V. Granat Trak) is een hengst die in 1973 in voormalig Oost-Duitsland is geboren.
Zijn moeder is de merrie Idee Sachs (1966, V. Ralf Trak) en tweede moeder is Irene Sachs (1962, V. Nomos Berl-Brand).
Gerekend over acht generaties heeft Golf een afstamming met 57,8 % Trakehner bloed. Voorts voert de hengst onder andere Hannoveraans, en Brandenburgs bloed en 6,25 % Engels volbloed.
Golf is in het najaar van 1975 goedgekeurd door het Saksische stamboek en is tot en met 1990 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
De zoon Gontard Sachs (1981) is goedgekeurd voor de fokkerij.
Van Golf zijn in Duitsland 91 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 73.353.
2.4.1.1. Gontard Sachs DE305050344581
Gontard Sachs (V. Golf Sachs) is een donkerbruine hengst die in 1981 is geboren.
Hij is gefokt door de VEG Knauthain in Knauthain, die circa tien km ten zuiden van Leipzig in Saksen ligt.
De moeder van Gontard is de merrie Alfa H Sachs (1972, V. Nordpol Sachs) en tweede moeder is Anemone Meckl (1963, V. Aroso Meckl).
Gerekend over acht generaties heeft Gontard een afstamming met tenminste 32,0 % Trakehner bloed, 18,0 % Hannoveraans bloed en 11,7 % Brandenburgs bloed. Van de afstamming over acht generaties is 23 % onbekend,
Gontard is in 1984 goedgekeurd door het Saksische- en het Mecklenburgse stamboek en is van 1985 tot en met 1991 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Van Gontard zijn 70 dochters als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek, Eén dochter heeft het predicaat staatspremiemerrie ontvangen.
In Duitsland zijn 83 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 35.190.
Gontard heeft in 2000 een dressuurindex van 72 met een betrouwbaarheid van 72 % en een springindex van 73 met een betrouwbaarheid van 84 %.
2.4.2. Gardo SA DE305050273080
Gardo SA (V. Granat Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is in 1980 geboren en is gefokt door VE Stoeterij Zöthen in Zöthen, dat enkele kilometers ten oosten van Camburg in het noordoosten van Thüringen ligt.
De moeder van Gardo is de merrie Alte Liebe Meckl (1976, V. Tibet Meckl) en tweede moeder is de staatspremiemerrie Altfürstin Meckl (1963, V. Attila Meckl).
Gerekend over acht generaties heeft Gardo een afstamming met 39,8 % Trakehner bloed, 32,8 % Hannoveraans bloed en 16,4 % Engels volbloed.
Gardo heeft in de zomer van 1983 in Neustadt/Dosse deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen, dat hij als winnaar van de achttien deelnemende hengsten heeft afgesloten. Na afloop van het onderzoek is Gardo goedgekeurd door de stamboeken van Saksen-Anhalt en Brandenburg.
Gardo is tot en met 1992 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van hem zijn 41 dochters als fokmerrie ingeschreven in een stamboek, waarbij vier dochters het predicaat staatspremiemerrie hebben ontvangen.
De zonen Gaston Berl-Brand (1984) en Gonzo SA (1986) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.
Van Gardo zijn in Duitsland 85 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 96.161.
De meest succesvolle nakomeling van Gardo is de vos ruin Grando Brand, 1987, MV. Adept Hann, fokker Brandenburgse Hauptgestüt in Neustadt/Dosse. Grando is door Siegmar Ströhmer (GER) in de jaren 1994 – 2000 uitgebracht in klasse S-springconcoursen. Van juli 2000 tot en met 2003 zijn Heiko Bremer (GRR) en Christian Dietrich (GER) met de ruin uitgekomen in klasse M- en S-springconcoursen.
Hoewel sinds 9 november 1989 (val van de Berlijnse Muur) er vrij verkeerd mogelijk was tussen alle Duitse deelstaten, is Grando alleen uitgebracht in wedstrijden in het voormalige Oost-Duitsland. Grando heeft een winsom van € 34.213.
In 2020 heeft Gardo een dressuurindex van 96 met een betrouwbaarheid van 74 % en een springindex 81 met een betrouwbaarheid van 82 %.
2.4.2.1. Gaston Berl-Brand DE 305050146084
Gaston Berl-Brand (V. Gardo SA) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 17 februari 1984 geboren en is gefokt door het Brandenburgse Hauptgestüt in Neustadt/Dosse.
De moeder van Gaston is de merrie Trödlerin Berl-Brand ( 1976, V. Donar Berl-Brand). Zij is ook de moeder van de hengst Apollo Berl-Brand (1980. V. Adept Hann) en ze is de tweede moeder van de hengsten Samtorio I DSP (2004, V. Samba Hit Berl-Brand) en zijn broer Samtorio II DSP (2005). Apollo is goedgekeurd door het Berlin-Brandenburgse- en het Mecklenburgse stamboek en de Samtorio broers zijn beide goedgekeurd door het Berlin-Brandenburgse stamboek.
Tweede moeder van Gaston is de vos Trödelei Berl-Brand (1968, V. Drusus Trak). Zij is de moeder van vijf goedgekeurde hengsten: Leopard Berl-Brand (1977, V. Leuchtfeuer Hann), Fugator Berl-Brand (1980, v. Furioso SA), Feuertanz I Berl-Brand (1981, V. Feierzug SA), zijn broer Feuertanz II Meckl (1982) en Wellenreiter Berl-Brand (1984, V. Wellenspiel Hann).
Leopard en Fugator zijn goedgekeurd door het Berlin-Brandenburgse stamboek, Feuertanz I door het Saksen-Anhalt stamboek, Feuertanz II door het Berlin-Brandenburgse- en het Mecklenburgse stamboek en Wellenreiter door het Mecklenburgse stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Gaston een afstamming met 46,1 % Hannoveraans bloed, 26,6 % Trakehner bloed en 7 % Engels volbloed.
Gaston heeft in de zomer van 1987 in Neustadt/Dosse deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarbij heeft hij 121,31 punten behaald, waarmee hij vijfde is geworden van de 29 deelnemende hengsten.
Na afloop van het onderzoek is Gaston goedgekeurd door het Brandenburgse-, het Saksen-Anhalt-, het Saksische- en het Saksen-Thüringse stamboek. Gaston is tot en met 2000 actief geweest in de fokkerij.
Van Gaston zijn 36 dochters als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek. Vier dochters zijn staatspremiemerrie geworden.
In Duitsland zijn 73 nakomelingen van Gaston geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 40.902 gewonnen.
In 2020 heeft Gaston een dressuurindex van 88 met een betrouwbaarheid van 73 % en een springindex van 78 met een betrouwbaarheid van 81 %.
2.4.2.2. Gonzo SA DE305050047786
Gonzo SA (V. Gardo SA) is een vos hengst die in 1986 is geboren. Hij is gefokt door het Landgestüt van Saksen-Anhalt in Radegast.
De moeder van Gonzo is de vos merrie Lawine SA (1979, V. Leuchtfeuer Hann) en tweede moeder is Kastanie II SA (1973, V. Kurort Hann). Kastanie II is ook de tweede moeder van de hengst Ferman Hann (1992, V. Fabriano Hann), die is goedgekeurd door het Saksen-Anhalt stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Gonzo een afstamming met 51,6 % Hannoveraans bloed, 18,8 % Engels volbloed en 16,4 % Trakehner bloed.
Gonzo heeft in de zomer van 1989 in Neustadt/Dosse deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Hij behaalde met 129,41 punten de eerste plaats van de 31 deelnemende hengsten.
Medio september 1989 is Gonzo in Neustadt/Dosse door het Saksen-Anhalt-, het Brandenburgse- en het Mecklenburgse stamboek goedgekeurd.
In december 1994 is Gonzo in Redefin goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.
Gonzo is tot en met 2002 actief geweest in de fokkerij.
Van Gonzo zijn 43 dochters als fokmerrie ingeschreven in een stamboek. Eén dochter heeft het predicaat staatspremiemerrie ontvangen.
In Duitsland zijn 51 nakomelingen van Gonzo geregistreerd als wedstrijdpaard. De nakomelingen hebben samen € 17.488 gewonnen.
Gonzo is door Elmar Wiβling (GER) tot op Intermediair I-niveau uitgebracht in dressuurwedstrijden. Gonzo heeft een winsom van € 3.450.
Gonzo heeft een dressuurindex van 71 met een betrouwbaarheid van 82 % en een springindex van 73 met een betrouwbaarheid van 73 %.
2.4.3. Gilbert DDR DE 305050143982
Gilbert DDR (V. Granat Trak) is een bruine hengst die in 1982 is geboren. Hij is gefokt door Werner Tänzer uit Frohndorf – Sommerda, dat circa 20 km ten noorden van Erfurt in Thüringen ligt.
De moeder van Gilbert is de merrie Forry DDR (1865, V, Forint DDR) en tweede moeder is Saphirtochter Meckl (1950, V. Saphir Meckl).
Gerekend over acht generaties heeft Gilbert een afstamming met tenminste 43,0 % Trakehner bloed, 21,9 % Hannoveraans bloed en 4,7 % Engels volbloed. Van de afstamming is 21,8 % onbekend.
Gilbert is in september 1985 in Neustadt/Dosse goedgekeurd door het Brandenburgse stamboek en is tot en met 1994 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Van Gilbert zijn 25 dochters als fokmerrie ingeschreven in een stamboek en zijn 31 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 4.910 gewonnen.
2.5. Opal Trak DE309090130669
Opal Trak (V. Polarkreis Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is in 1969 geboren en is, net als zijn halfbroer Granat Trak, gefokt door VEG Tierzucht Kölsa in Kölsa, dat ten noorden van Leipzig in het noordwesten van Saksen ligt.
De moeder van Opal is de vos merrie Ostmaid Trak (1957, V. Sorbet Trak) en tweede moeder is de vos Albatochter Trak elite (1950, V. Albatros Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Opal een afstamming met 58,6 % Trakehner bloed, 19,5 % Engels volbloed en 14,8 % Oost Pruisisch bloed.
Opal is in 1971 goedgekeurd dor het Trakehner-, Saksische- en Mecklenburgse stamboek. Hij is tot en met 1993 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Van Opal zijn een onbekend aantal dochters als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek.
Zijn zonen Elcologe Trak (1976), Remo Trak (1977), Altgold II Trak (1982) en Antritt Trak (1983) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.
De hengst Elcologe Trak (MV. Tertzky Trak) is goedgekeurd door het Trakehner- en het Mecklenburgse stamboek. Hij heeft in de jaren 1980 – 1983 gedekt. Van hem zijn 14 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Die hebben samen € 4.620 gewonnen.
De overige goedgekeurde zonen worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.
In Duitsland zijn 127 nakomelingen van Opal geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van € 63.463.
2.5.1. Remo Trak DE309090341077
Remo Trak (V. Opal Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1977 geboren en is gefokt door VE Stoeterij Ganschow in Ganschow, dat circa tien km ten zuidwesten van Güstrow in Mecklenburg ligt.
De moeder van Remo is de bruine merrie Ricarda Trak (1970, V. Modus xx). Zij is ook de moeder van de hengst Remus Trak (1976, V. Vers I Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het Mecklenburgse stamboek.
Tweede moeder van Remo is de vos Alaska Trak (1960, V. Albatsohn Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Remo een afstamming met 55,5 % Trakehner bloed en 30,5 % Engels volbloed en 10,9 % Oost Pruisisch bloed..
Remo is in 1980 goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek en is tot en met 1989 actief geweest in de fokkerij.
Het aantal dochters dat als fokmerrie in ingeschreven in een stamboek is niet bekend. Volgens de gegevens van de Duitse nationale koepelorganisatie voor paardensport en paardenfokkerij zijn van Remo 89 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van € 44.242.
2.5.2. Altgold II Trak DE309092143682
Altgold II Trak (V. Opal Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm.
Hij is geboren op 3 november 1981 en is gefokt door VEG Tierzucht Kölsa in Kölsa, dat ten noorden van Leipzig in het noordwesten van Saksen ligt.
De moeder van Altgold II is de vos elite merrie Altea Trak (1971, V. Ralf Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Altan II Trak (1977, V. Vers I Trak) en de tweede moeder van de hengst Adrian Trak (1986, V. Humbert Trak). Altan II is goedgekeurd door het Trakehner- en het Mecklenburgse stamboek en Adrian door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Altgold II is de vos staatspremiemerrie Almut Trak (1957, V. Klingsor Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Alarm III Trak (1970, V. Neujahr Trak) en ze is de tweede moeder van de hengst Anflug Trak (1985, V. Vers I Trak). Zowel Alarm III als Anflug zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Altgold II een afstamming met 64,8 % Trakehner bloed en 30,4 % Engels volbloed.
Altgold II heeft in 1985 in Neustadt/Dosse deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen en heeft dat onderzoek als tweede van 38 deelnemende hengsten afgesloten. Na afloop van het onderzoek is hij voor de fokkerij goedgekeurd door het Brandenburgse stamboek. Hij is tot en met 1990 op het Saksische Landgestüt Moritzburg in Duitsland beschikbaar geweest voor de fokkerij en is daarna verkocht aan de Godington stoeterij in Bicester, dat 20 km ten noorden van Oxford in Engeland ligt.
Na het dekseizoen 1991 is Altgold II overleden.
Van Altgold II zijn in Duitsland 20 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 23.083.
In Engeland zijn in 1992 tenminste twee nakomelingen van Altgold II geregistreerd.
2.5.3. Antritt Trak DE309090277483
Antritt Trak (V, Opal Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is in 1983 geboren en is gefokt door VEG Tierzucht Kölsa in Kölsa, dat ten noorden van Leipzig in het noordwesten van Saksen ligt.
De moeder van Antritt is de bruine merrie Antwort Trak (1978, V. Blaubart xx) en tweede moeder is de vos Anmuth Trak (1973, V. Karneol Trak). Anmuth is ook de moeder van de hengst Anflug Trak (1985, V. Vers I Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Antritt een afstamming met 59,4 % Trakehner bloed en 31,3 % Engels- en Arabisch volbloed.
Antritt heeft in de zomer van 1986 deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen waarbij hij 131,30 punten heeft behaald.
Na afloop van het onderzoek is hij in september 1986 in Neustadt/Dosse goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Antritt is in de jaren 1986 tot en met 1991 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Van Antritt is één dochter als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek en zijn 25 nakomelingen als wedstrijdpaard geregistreerd. Ze hebben samen een winsom van € 5.197.
2.6. Othello Trak DE309090130569
Othello Trak (V. Polarkreis Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is 1969 geboren.
De moeder van Othello is de vos elite staatspremiemerrie Osterblume Trak (1965, V. Almanach Trak). Zij s ook de tweede moeder van de hengst Osterbote Trak (1984, V. Blaubart xx), die is goedgekeurd door het Trakehner, Saksische- en Rijnlandse stamboek.
Tweede moeder van Othello is Albatochter Trak ( V. Albatros Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Ontario Trak (1968, V. Cherusker Trak) en de tweede moeder van de hengsten Opal Trak (1969, V. Polarkreis Trak, zie hfdst. 2.5,) Orcus I Trak (1969, V. Wespazjan Trak), zijn broer Orcus II Trak (1970) en Orlon Trak (1971, V. Modus xx),
De hengst Ontario is goedgekeurd door het Trakehner stamboek, Opal door het Trakehner-, Saksisiche- en Mecklenburgse stamboek, Orcus I door het Mecklenburgse- en het DDR-stamboek; Orcus II door het Trakehner- en het Mecklenburgse stamboek en Orlon door het Mecklenburgse stamboek.
Othello is in 1973 goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Ook het Saksen-Thüringse stamboek heeft de hengst als zwaar warmbloedpaard goedgekeurd. De hengst is van 1974 tot en met 1981 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Het aantal dochters dat als fokmerrie in een stamboek is ingeschreven is niet gepubliceerd, maar in Duitsland zijn 21 nakomelingen van hem geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 7.487.
Othello’s zoon Odin Sathu (1973, MV. Fernab Hann) is door het Saksen-Thüringse stamboek goedgekeurd als zwaar warmbloedpaard. Van de hengst zijn twee nakomelingen bekend.
2.7. Ulixes Trak DE309090130369
Ulixes Trak (V. Polarkreis Trak) is een schimmel hengst, die op 11 november 1968 is geboren. Hij is gefokt door VEG Tierzucht Kölsa in Kölsa, dat ten noorden van Leipzig in het noordwesten van Saksen ligt.
De moeder van Ulixes is de schimmel Urtika Trak (1963, V. Altgesell Trak) en tweede moeder is de schimmel Urtella Trak (1957, V. Insgeheim Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Ulixes een afstamming met tenminste 48,4 % Trakehner bloed en 31,3 % Engels- en Arabisch volbloed. Van de afstamming is 12,5 % onbekend.
Ulixes is in het najaar van 1971 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is slechts twee jaar beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Zijn zoon Uhland Sachs (1973) is goedgekeurd voor de fokkerij.
Van Ulixes zijn acht nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 668.
2.7.1. Uhland Sachs DE305050262273
Uhland Sachs (V. Ulixes Trak) is een schimmel hengst die in 1973 is geboren. Hij is gefokt door de LPG Tierzucht Langenbernsdorf in Langenbernsdorf, dat tien km ten westen van Zwickau in het zuidwesten van Saksen ligt.
(De afkorting LPG staat voor “Landwirtschaftliche Produktionsgenossenschaft”. In het voormalige Oost-Duitsland (DDR) waren dat zeer grote agrarische bedrijven die eigendom waren van en aangestuurd werden door de staat.)
De moeder van Uhland is de merrie Adria Meckl (1967, V. Attache Meckl) en tweede moeder is Alinea Meckl (1959, V. April Meckl).
Gerekend over acht generaties heeft Uhland een afstamming met 32,0 % Trakehner bloed, 19,5 % Hannoveraans bloed en 10,2 % Engels- en Arabisch volbloed. Van de afstamming over acht generaties is 37,5 % onbekend, maar vermoedelijk is dit voor een groot deel van Hannoveraanse oorsprong.
Uhland is in oktober 1975 in Maagdenburg goedgekeurd door het Berlin-Brandenburgse stamboek. Hij is van 1976 tot en met 1989 actief geweest in de fokkerij.
Het aantal dochters dat van Uhland als fokmerrie is ingeschreven in een Duits stamboek is niet gepubliceerd.
Dochter Urania SA, 1980, schimmel, MV. Jupiter II SA, is de moeder van de hengst Amateur SA (1985, V. Adept Hann), die is goedgekeurd door het Saksische- en het Rijnland-Palts-Saar stamboek.
Van Uhland zijn 150 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 66.464
3. Prusso Trak DE309090000455
Prusso Trak (V. Totilas Trak) is een zwarte hengst die op 6 april 1955 is geboren. Hij is op de stoeterij Panker, dat in het noordoosten van Sleeswjk-Holstein ligt, gefokt door het Trakehner stamboek,
Prusso is een broer van de hengst Handelsherr Trak (1957, zie hfdts. 4.).
De moeder van beide hengsten is de zwarte merrie Handveste Trak (1950, V. Heidedichter Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Horrido Trak (1962, V. Ilmengrund Trak) en Händel Trak (1963, V. Carajan Trak)., Beide hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Prusso is de zwarte Handschelle Trak (1940, V. Polarstern Trak). Zij is ook de tweede moeder van de door het Trakehner stamboek goedgekeurde hengst Habicht Trak (1967, V. Burnus x).Volgens mededelingen van de Sporthorse database is Prusso in 1957 verkocht naar Canada.
Prusso is in Canada goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is zeker tot en met 1969 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
De Sporthorse database noemt elf nakomelingen van Prusso en Horsetelex negen.
Zijn zonen Beauté Trak en Hexenmeister Trak zijn goedgekeurd voor de fokkerij.
Het Amerikaanse Trakehner stamboek meldt dat het stamboek de hengst Beauté Trak (1965, MV. Humboldt Trak) in oktober 1975 heeft goedgekeurd. Het eerste jaar heeft hij gedekt op de Ridgeview Stables in Wisconsin en daarna is hij naar het bedrijf van Joseph Lenberg in California gegaan. In 1988 is hij gekocht door de Classic Crest Performance Farm in California, waar hij tot zijn dood in 1994 is gebleven.
Beauté was één van de eerste Trakehner hengsten in Noord Amerika een heeft een grote bijdrage geleverd aan de uitbouw van de Trakehner fokkerij in Noord Amerika,
De All Breed Pedigrees database noemt 26 nakomelingen van Beauté.
De hengst Hexenmeister Trak (1970, MV. Perlenfischer Trak) is in april 1975 door het Amerikaanse Trakehner stamboek goedgekeurd. Hij heeft van 1973 tot 1978 op de Doornhof Farm in Victoria gestaan. In 1979 was hij beschikbaar op de Birchmont Farm in Ohio en van 1980 -1982 en van 1986 – 1987 heeft Hexenmeister op de Floating Trot Farm in Massachusetts gestaan en in de jaren 1983 – 1985 is hij beschikbaar geweest op de Atlasta Stable in Mukwonago in Wisconsin. Vanaf 1987 tot zijn dood in 1992 verbleef hij op het Windermere Equestrian Center, waar hij regelmatig in lessen meeliep.
De All Breed Pedigrees noemt tien nakomelingen van Hexenmeister.
4. Handelsherr Trak DE309090007857
Handelsherr Trak (V. Totilas Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 3 maart 1957 geboren en is op de stoeterij Panker in Panker in het noordoosten van Sleeswijk-Holstein, gefokt door het Trakehner stamboek.
Handelsherr is een broer van de hengst Prusso Trak (1955, zie hfdst. 3).
De moeder van beide hengsten is de zwarte merrie Handveste Trak (1950, V. Heidedichter Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Horrido Trak (1962, V. Ilmengrund Trak) en Händel Trak (1963, V. Carajan Trak). Beide hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Handelsherr is de zwarte Handschelle Trak (1940, V. Polarstern Trak). Zij is ook de tweede moeder van de door het Trakehner stamboek goedgekeurde hengst Habicht Trak (1967, V. Burnus x).
Gerekend over acht generaties heeft Handelsherr een afstamming met 46,9 % Trakehner bloed en 32,0 % Engels- en Arabisch volbloed.
Handelsherr is in het najaar van 1959 goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij heeft in de jaren 1960 – 1963 als privéhengst op een dekstation in Grebin in Sleeswijk-Holstein der dekking gestaan. In september 1963 is hij verkocht naar Mexico.
De database Sporthorse data noemt negentien nakomelingen van Handelsherr.
Dochter Bartenstein Trak, 1962, donkerbruin, MV. Totilas Trak, is de moeder van de hengst Preussengeist Trak (1968, V. Rosenberg Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Van de zonen zijn Siegel Trak (1961), Hartenstein Trak (1962), Harnisch Trak (1963) en Treuhänder Trak (1963) goedgekeurd voor de fokkerij.
Siegel, Hartenstein en Harnisch worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.
De hengst Treuhänder Trak (MV. Alabaster xx) is in 1966 en 1967 op een hengstenstation in Heidenheim beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van de hengst zijn vijf nakomelingen bekend en drie daarvan zijn geregistreerd als wedstrijdpaard.
In Duitsland zijn tien nakomelingen van Handelsherr geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 457 gewonnen.
4.1. Siegel Trak DE309090020461
Siegel Trak (V. Handelsherr Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 2 januari 1961 geboren en is gefokt door Pieter-Heinz Vogt uit Grebin, dat circa 10 km ten noordoosten van Plön in Sleeswijk-Holstein ligt.
De moeder van Siegel is de bruine merrie Siegburg Trak (1953, V. Fol Ami xx) en tweede moeder is de vos Sylva Trak (1943, V. Martini Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Siegel een afstamming met 40,6 % Trakehner bloed en 37,5 % Engels volbloed.
Siegel is in het najaar van 1963 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij is van 1964 tot en met 1971 als privéhengst voor de fokkerij beschikbaar geweest op een hengstenstation in Ratingen, dat circa 10 km ten noorden van Düsseldorf in Noordrijn-Westfalen ligt.
Na het dekseizoen 1971 is Siegel verkocht en in 1973 is hij aan tetanus overleden.
Van Siegel is dochter Norsie Trak, 1969, vos, MV. Aquavit Trak, de moeder geworden van de hengst Nemo Trak (1977, V. Ginster Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Siegel’s zoon Hexer Trak (1971) is goedgekeurd voor de fokkerij.
In Duitsland zijn 49 nakomelingen van Siegel geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom € 10.223.
4.1.1. Hexer Trak DE309090035571
Hexer Trak (V. Siegel Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 15 mei 1971 geboren en is gefokt door Erich Bertsch uit Ratingen, dat circa 10 km ten noorden van Düsseldorf in Noordrijn-Westfalen ligt.
De moeder van Hexer is de vos merrie Heia Trak (1955, V. Julmond Trak) en tweede moeder is de vos Libelle Trak (1943, V. onbekend). Libelle was gebrand met het Trakehner brandmerk.
Gerekend over acht generaties heeft Hexer een afstamming met ten minste 43,0 % Trakehner bloed en 21,1 % Engels volbloed.
Hexer is in het najaar van 1973 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij is van 1974 tot en met 1987 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
In 1987 is hij aan koliek overleden. Later zijn na het gebruik van diepvriessperma nog een paar nakomelingen van Hexer geregistreerd,
Hexer’s zoon Waldmeister Trak (1977, MV. Heros Trak) is verkocht naar Brazilië en is daar door het Braziliaanse stamboek goedgekeurd.
Van Waldmeister zijn in Brazilië in de jaren 1981 -1990 91 nakomelingen geregistreerd.
In Duitsland zijn 29 nakomelingen van Hexer geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 1.168 gewonnen.
4.2. Hartenstein Trak DE309090008362
Hartenstein Trak (V. Handelsherr Trak) is een zwartbruine hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is op 20 april 1962 geboren en is gefokt door Pieter-Heinz Vogt uit Grebin, dat circa 10 km ten noordoosten van Plön in Sleeswijk-Holstein ligt.
De moeder van Hartenstein is de vos merrie Tanzerin Trak (1958, V. Alabaster xx) en tweede moeder is de donkerbruine Treuburg Trak (1947, V. Heidedichter Trak).
De hengst Heidedichter Trak (1938, V. Heidfeuer Trak) komt zowel aan vaders-, als aan moederskant als overgrootvader voor in de afstamming van Hartenstein en heeft daarmee een inbreng van 25 % in zijn erfelijke aanleg
Gerekend over acht generaties heeft Hartenstein een afstamming met 37,5 % Engels volbloed, 37,5 % Trakehner bloed en 10,2 % (Oost)-Pruisisch bloed.
Hartenstein is in het najaar van 1964 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek. De hengst is tot en met 1984 beschikbaar geweest voor de fokkerij, waarbij hij in de jaren 1965 – 1967 op een dekstation in Hohenschmark, in het noordoosten van Sleeswijk-Holstein, heeft gestaan. Daarna is hij beschikbaar geweest op een hengstenstation in Kevelaer, dat ter hoogte van Venraij enkele kilometers van de grens met Nederland in Noordrijn Westfalen ligt. Hartenstein is in 1985 afgevoerd.
Twee dochters van Hartenstein zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Tjabine Trak, 1971, zwart, MV. Hartung Trak, is de moeder van de hengst Travignon Trak (1990, V. Avignon II Trak), die is goedgekeurd door het Amerikaanse Warmbloed stamboek en
Tai Peh Trak, 1974, zwartbruin, MV, Kunzit Trak, is de moeder van de hengst Domenico Westf (1988, V. Diamantino West), die is goedgekeurd door het Rijnlandse stamboek.
Van Hartenstein zijn de zonen Cortez Trak (1966) en Hartgold Trak (1973) goedgekeurd voor de fokkerij.
In Duitsland zijn 131 nakomelingen van Hartenstein geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 71.926.
4.2.1. Cortez Trak DE309090025266
Cortez Trak (V. Hartenstein Trak) is een schimmel hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is op 28 januari 1966 geboren en is gefokt door Karl-Andreas Voss uit Grebin, dat circa 10 km ten noordoosten van Plön in Sleeswijk-Holstein ligt.
De moeder van Cortez is de schimmel merrie Cortina Trak (1958, V. Komet Trak). Zij is een zuster van de hengst Cordial Trak (1966). De moeder van Cortina en Cordial is de schimmel Cornelia Trak (1953, V. Famulus Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Cortez een afstamming met tenminste 43,8 % Trakehner bloed en 35,2 % Engels- en Arabisch volbloed. Circa 10 % van de afstamming in de achtste generatie is onbekend.
Cortez is in het najaar van 1968 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is tot en met 1973 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
In Duitsland zijn 23 nakomelingen van Cortez geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 7.851 gewonnen.
4.2.2. Hartgold Rhein DE343430105573
Hartgold Rhein (V. Hartenstein Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is op 2 januari 1973 geboren en is gefokt door Hermann Lenssen uit Niederkrüchten, dat tussen Roermond en Mönchengladbach in Noordrijn-Westfalen ligt,
De moeder van Hartgold is de donkerbruine merrie Wongali Rhein (1966, V. Gazal I ox) en tweede moeder is Forsche Hein (1953, V. Fronvogt Hann).
Gerekend over acht generaties heeft Hartgold een afstamming met 42,2 % Engels- en Arabisch volbloed, 25,8 % Trakehner bloed en 21,1 % Hannoveraans bloed.
Hartgold is in het najaar van 1975 goedgekeurd door het Rijnlandse stamboek, De hengst is van 1976 tot en met 1983 in Duitsland beschikbaar geweest voor de fokkerij. Daarna is de hengst verkocht naar Polen en is vanuit het hengstenstation Pepowo, dat halverwege Poznan en Wroclaw ligt, beschikbaar geweest voor de Poolse fokkerij.
Hartgold’s zoon Hasdrubal Rhein (1983, MV. Archimedes Hann) is door het Rijnlandse- en het Westfaalse stamboek goedgekeurd voor de fokkerij, maar van hem zijn geen nakomelingen bekend.
In Duitsland zijn 49 nakomelingen van Hartgold geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamelijke winsom van € 45.569.
In Polen zijn achttien nakomelingen van Hartgolf geregistreerd.
4.3. Harnisch Trak DE309090008263
Harnisch Trak (V. Handelsherr Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 18 januari 1963 geboren en is gefokt door Pieter-Heinz Vogt uit Grebin, dat circa 10 km ten noordoosten van Plön in Sleeswijk-Holstein ligt.
De moeder van Harnisch is de bruine merrie Harmonie Trak (1957, V. Anblick xx), Tweede moeder is de bruine Fischhausen Trak (1950, V. Ali Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Fundador Trak (1971, V. Condus Trak) en Troubadour Trak (1973, V. Flaneur Trak), die beiden door het Trakehner stamboek zijn goedgekeurd terwijl Troubadour ook in de Verenigde Staten is goedgekeurd.
Gerekend over acht generaties heeft Harnisch een afstamming met 41,4 % Trakehner bloed en 38,3 % Engels- en Arabisch volbloed.
Harnisch is in het najaar van 1965 goedgekeurd en geprimeerd door het Trakehner stamboek. Hij is tot en met 1988 actief geweest in de fokkerij.
Drie dochters van Harnisch zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:
Targa Trak, 1979, MV. Reichsfürst Zw, is de moeder van de hengst Target Trak (1983, V. Donauwind Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;
Tosca II Trak elite, 1979, bruin, MV. Magister Trak, is de moeder van de hengst Tribute Trak (1986, V. Butow Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en
Palme Trak, 1980, schimmel, MV. Rosenberg Trak, is de moeder van de hengsten Palmenhain Trak (1985, V. Topas II Trak) en Palmenwind Trak (1986, V. Donauwind Trak). Palmenhain is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Palmenwind is goedgekeurd door het Canadese Sportpaarden stamboek.
Daarnaast zijn van Harnisch de zonen Marschall Trak (1969), Harlekin Oldbg (1971), Tamino Trak (1980) en Tizian Trak (1980) goedgekeurd voor de fokkerij.
In Duitsland zijn 120 nakomelingen van Harnisch geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 70.117.
4.3.1. Marschall Trak DE 309090039369
Marschall Trak (V. Harnisch Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 5 april 1969 geboren en is gefokt door Vera Schoppmeier uit Westrum-Herzlake, dat tussen Cloppenburg en Meppen in het Emsland in Nedersaksen ligt.
De moeder van Marschall is de vos merrie Montana Trak (1959, V. Abschaum Trak) en tweede moeder is de vos Manjana Trak (1953, V. Mandub ox). De moederlijn is na overgrootmoeder Musika Trak (1942) onbekend
Gerekend over acht generaties heeft Marschall een afstamming met tenminste 42,2 % Trakehner bloed en 31,3 % Engels- en Arabisch volbloed.
Marschall is in het najaar van 1971 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij is van 1972 tot en met 1982 actief geweest in de fokkerij.
Het aantal dochters van Marschall dat als fokmerrie is opgenomen in een stamboek is niet gepubliceerd.
In Duitsland zijn 60 nakomelingen van Marschall geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 16.762.
4.3.2. Harlekin Oldbg DE333330004471
Harlekin Oldbg (V. Harnisch Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is in 1971 geboren en is gefokt door Friedrich Klarmann uit Wiefelsteke-Bokel, dat 10 km ten noorden van Oldenburg in Nedersaksen ligt.
De moeder van Harlekin is de vos staatspremiemerrie Sandra Hann (1962, V. Senator Hann). Zij is ook de moeder van de hengst Aaro Hann (1966, V. Alpsee xx), die is goedgekeurd door het Oldenburger stamboek.
Tweede moeder is de vos Firnsiegel Hann (1957, V. Firnis Hann). Zij is een zuster van de hengst Windfang (1956), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.
Harlekin is in het najaar van 1972 goedgekeurd door het Oldenburger stamboek en is van 1974 tot en met 1983 voor de fokkerij beschikbaar geweest
Zijn zoon Hadrian Oldbg (1979, MV. Kronprinz xx) is goedgekeurd voor de fokkerij, maar van hem zijn geen nakomelingen geregistreerd als fokmerrie of wedstrijdpaard.
In Duitsland zijn 30 nakomelingen van Harlekin geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van € 6.857.
4.3.3. Tamino Trak OSB-E-S202
Tamino Trak (V. Harnisch Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm.
Hij is op 27 mei 1980 geboren en is gefokt door stoeterij Ahrensberg in Ganderkesee, dat vijf km ten westen van Delmenhorst en 25 km ten zuidoosten van Oldenburg in Nedersaksen ligt.
De moeder van Tamino is de vos merrie Tanja VI Trak (1966, V. Reichsfürst Zw). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Target Trak (1983, V. Donauwind Trak).
Tweede moeder van Tamino is de donkerbruine Tulpa Trak (1955, V. Intermezzo Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Tamino een afstamming met 47,7 % Trakehner bloed, 29,7 % Engels volbloed en 10,9 % (Oost)Pruisisch bloed.
Tamino is in juli 1981 geëxporteerd naar de Verenigde Staten en is in 1982 in Toronto goedgekeurd door het Amerikaanse Trakehner stamboek. Daarna is hij van 1983 tot en met 1990 voor de fokkerij beschikbaar geweest op Beechwood Acres in Ripley NY, dat aan de zuidelijke oever van het Erie meer ligt. Van 1991 tot en met 1994 heeft hij op de Equisport Farms gestaan in Imlay City MI, dat circa 70 km ten noorden van Detroit ligt.
Daarna is hij wegens vruchtbaarheidsproblemen gecastreerd. Van Tamino zijn in Noord Amerika circa 60 nakomelingen geregistreerd.
4.3.4. Tizian Trak DE309090186080
Tizian Trak (V. Harnisch Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is in 1980 geboren en is gefokt door H. Jigne uit Ganderkesee, dat vijf km ten westen van Delmenhorst en 25 km ten zuidoosten van Oldenburg in Nedersaksen ligt.
De moeder van Tizian is de bruine merrie Taika Trak (1970, V. Magister Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Tribute Trak (1986, V. Butow Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
De tweede moeder van Tizian is de bruine Tara Trak (1954, V. Semper Idem Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Antritt Trak (1964, V. Loretto Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Tizian een afstamming met 63,3 % Trakehner bloed, 24,2 % Engels- en Arabisch volbloed en 9,4 % Oost Pruisisch bloed.
Tizian heeft in 1982 in Medingen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarbij heeft hij 104,55 punten behaald, waarmee hij twaalfde is geworden van de 28 deelnemende hengsten.
In januari 1983 is Tizian in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Tizian is van 1983 tot en met 1985 in Duitsland beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Daarna is hij door Charlene Mehlhaff uit Delevan, Wisconsin, geïmporteerd in de Verenigde Staten. Tizian is tot zijn dood op haar bedrijf gebleven.
In Duitsland zijn negen dochters van Tizian als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek, waarbij twee dochters het predicaat staatspremiemerrie hebben ontvangen.
In Noord Amerika zijn van Tizian 37 nakomelingen geregistreerd.
De zonen Orlando Trak (1985) en Puszta’s Diamant Trak (1988) zijn goedgekeurd voor de fokkerij. Van Orlando is één nakomeling bekend van van Puszta’s Diamant twee.
Afgesloten op 22 oktober 2021